Transcript D. Hupkens Van Kempenstraat 25 2252 VG Voorschoten Email
D. Hupkens Van Kempenstraat 25 2252 VG Voorschoten Email: [email protected] Betreft: verzoek kenbaar maken standpunt betreffende vonnis MB Geachte leden van de VO Raad, de MBO Raad en geachte minister, Voorschoten, 08 mei 2014 Op 30 april jongstleden is door de rechter in Leiden bepaald, dat een docent die aangeeft een aantal uren buiten de aanstelling te hebben verricht, een bewijsplicht krijgt opgedragen, die wellicht niet de bedoeling is (geweest) van de CAO.(*) Zoals elk van u meermaals heeft geuit, is het niet uw bedoeling dat een werknemer in het onderwijs door de naleving van de CAO alleen tegenover diens bestuur komt te staan. Ieder van u verkondigt stellig dat een werknemer in het onderwijs gerespecteerd wordt en gesteund in diens professionaliteit. De werkgevers garanderen dat en het ministerie benadrukt dat. De aangehaalde uitspraak van de rechter maakt duidelijk, dat uw intenties niet tot uitvoering komen. De werkgever in kwestie, meent niet alleen dat haar berekening van de verrichte werktijd niet specifieker hoeft te zijn dan de uiterst summiere aanwezige beschrijving in haar taakbeleid, zij stelt tevens dat de docente de opgevoerde uren helemaal niet gewerkt heeft. Hoewel u eerder aangaf dat een dergelijke zaak de kwestie van een eenling is, is door de uitspraak van de rechter gebleken dat het een zaak van algemene aard is. De CAO en de uitvoering van het beleid geven ruimte aan een dergelijke vorm van toegepast taakbeleid. Ondanks dat het voor de werkgever voldoende lijkt alleen een omschrijving aan te leveren waarin staat: 995 uur voor lessen en lesgebonden taken, eist dezelfde werkgever van haar werknemer een overzicht van dagelijks uitgevoerde bezigheden, goedgekeurd door de manager. De werkgever verklaart schriftelijk dat de werknemer de opgevoerde uren niet gewerkt heeft. Hoewel er in de Code Goed bestuur duidelijk staat dat een werkgever NIET zo met een werknemer dient om te gaan, dat er sprake is van oneerlijke bejegening, verbiedt de huidige CAO dit blijkbaar niet. De door de VO raad hartstochtelijk verdedigde afwezigheid van striktere kaders, blijkt tot gevolg te hebben dat een werkgever het weglaten van de afspraak overwerk al dan niet uit te betalen benut om een bewijs van geleverd werk te eisen die in de praktijk verre van gebruikelijk is in het onderwijs. Wettelijk gezien misschien juist, bestuurlijk gezien niet. De VO raad en het ministerie zijn er door mij van op de hoogte gebracht dat de vicevoorzitster van het bestuur waar het om gaat, zitting heeft in de commissie arbeidsvoorwaarden van de VO raad. De VO Raad heeft laten weten dat haar leden dienen te voldoen aan de wet en aan de Code Goed Bestuur. Dit gedrag mag binnen de wet vallen, dat zal blijken tijdens het hoger beroep, het valt niet binnen de Code Goed Bestuur. Terwijl de werkgever voor de rechtbank beweert dat de uren niet gewerkt zijn, heeft de docente in kwestie het overgrote deel van het werk namelijk verricht in het bijzijn van haar locatie manager en meerdere andere aanwezigen. Zoals bekend bij de werkgever. Mag de Code Goed bestuur voorschrijven dat een werkgever in een dergelijk geval integer dient te handelen, de CAO en de praktische uitvoering van het beleid, geven de ruimte dat
niet te doen. Van die ruimte wordt gebruik gemaakt: de docente dient tot op de komma aan te tonen dat de uren door haar gevuld zijn met werk. Haar aanwezigheid op de locatie is blijkbaar niet genoeg. Of dat moet gebeuren door de locatie manager voor de rechtbank te halen om te getuigen of dat er een minutieus opgesteld urenoverzicht overhandigd moet worden is de vraag die beantwoord gaat worden tijdens het hoger beroep. Niet alleen meldt deze werkgever dat er geen sprake is van verricht werk, zij houdt al vanaf 2012 vast aan de stelling dat er voor iedere verrichte taak een door de manager ondertekende verklaring tot opdracht dient te worden overhandigd als bewijs voor het opdragen van het werk(**). Ook al staat elke bezigheid al opgesomd in de taakomschrijving. Opnieuw stel ik u de vraag: wat is uw standpunt? Staat u achter dit vonnis? Kunt u zich vinden in de opstelling van deze werkgever? Is het voor u een verrassing, dat een werkgever op dergelijke manier gebruik maakt van de CAO? Vindt u het een wenselijke houding van dat bestuur? Beveelt u het andere besturen aan? Of meent u dat het gedrag van dit bestuur anders uitgelegd dient te worden? Onderschrijft u dat een docent, als gedoodverfd professional, een aan een uitzendkracht gelijkwaardige urenstaat in moet leveren, om aan te tonen dat er sprake is van verricht werk? Geeft dit vonnis aanleiding aan bestuurders om de in de nieuwe CAO voorgestelde 50 uur werkdrukvermindering niet uit te hoeven voeren? Immers, als een werkgever zegt dat er geen werk verricht is, dient de werknemer het tegendeel te bewijzen. De 50 uur werkdrukvermindering zou ingeval van onwil van de werkgever, in diens optiek niet gerechtvaardigd zijn en dus niet toegepast worden. Een zelfde soort beredenering heeft de VO Raad immers gesteund bij de uitspraak tegen een schoolbestuur, dat meende haar verplichting plicht tot toepassen entreerecht voor een docente te kunnen verhinderen. De Raad heeft op haar website duidelijk verwoord de uitspraak, waarbij het betreffende bestuur op de vingers werd getikt, onterecht te vinden. Gezien het belang voor elke werknemer binnen het onderwijs en gezien de actualiteit omtrent de CAO VO en de staking in het MBO, verzoek ik u allen dringend om een antwoord. De MBO Raad stel ik deze vragen, omdat de werknemers in hun sector op dit moment staken om meer tijd te krijgen voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Ziet de MBO Raad dit vonnis als een uitgelezen kans om straks hetzelfde soort beleid te voeren of meent de MBO raad dat dit niet de juiste manier is om met haar werknemers om te gaan? De door u allen gegeven antwoorden of de weigering daarvan worden gepubliceerd op Iemanddoetiets.nl, Beter Onderwijs Nederland en Leraren in Aktie. Tevens worden afschriften verstuurd aan iedere vakbond en diverse dagbladen. Per slot van rekening zijn de afnemers van de scholen de leerlingen en hun ouders, die dienen geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Denise Hupkens Bevoegd docente wiskunde (*) zie Iemanddoetiets.nl_2eprocedure_dagvaarding_vonnis (**) zie Iemanddoetiets.nl_2eprocedure_verweerstukken_brief SCOL Hupkens 24 09 2012