(U O O - Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Download Report

Transcript (U O O - Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Gl/
KONINKLIJK
NEDERLANDS
VERVOER
Vakmensen
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Afdeling CAV
T.a.v. mevrouw mr. P. van Eyck .
Postbus 90801
2509 LV 's GRAVENHAGE
datum: 16 januari 2014
Referentie:AN/LE/brO0O5
betreft: aanmelding en verzoek tot AW voor CAO doorkiesnr :0345-478471
voor hel Besloten Busven/oer 1 april 2013 t/m
.11 rlfinfirnhfir 2014
Geachte mevrouw Van Eyck,
Namens partijen betrokken bij de CAO voor het Besloten Busvervoer meld ik hierbij op grond
van artikel 4 van de Wet op de Loonvorming de CAO voor het Besloten Busvervoer aan.
De CAO voor het Besloten Busvervoer heeft een looptijd van 1 april 2013 t/m 31 december
2014.
Tevens verzoek ik u de niet gerenvooieerde bepalingen en bijlagen van de CAO voor het
Besloten Busvervoer algemeen verbindend te verklaren voor de resterende tijd.
CAO Partijen zijn in dit geval:
FNV Bondgenoten te Utrecht en CNV Vakmensen te Utrecht, partij ter ene zijde en
Besloten Busvervoer Nederland te 's Gravenhage, partij ter andere zijde.
(U
O
O
>
Het aantal werknemers dat onder de CAO valt bedraagt circa 7000.
De loonkostenstijging bedraagt voor de periode 1 april 2013 t/m 31 december 2014
circa 1,4 %.
Indien het onderhavige verzoek niet geheel aan de voonvaarden voldoet, dan verneem ik dat
graag zo spoedig mogelijk.
Ik zie uw kennisgeving van ontvangst als bedoeld in artikel 4 van de Wet op de Loonvorming
graag tegemoet.
Hoogachtend,
Mr. A.J. Niekamp
Secretaris CAO Partijen Besloten Busvervoer
Noot: Hef adres van het cao secretanaat is verhuisd per 1 juli 2013 en wel naar Postbus
154. 4100 AD Culemborg. Bezoekadres: Boschweg 2. 4105 DL Culemborg.
Spui 188
2511 BW Den Haag
Postbus 19365
2500 CJ Den Haag
Telefoon 070-3751704
Telefax 070-3751775
Ministerievan Sociale Zaken en
Werkgelegenheid
FORMULIER REPRESENTATIVITEITSGEGEVENS
(bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit aanmelding van collectieve
arbeidsovereenkomsten en het verzoeken om algemeen verbindend verklaring)
Bij een avv-verzoek dienen de representativiteitsgegevens en de hiervoor
gehanteerde onderzoel<smethodiel( te worden opgegeven. Deze opgave l<an worden
ingediend aan de hand van dit formulier. Gebruiicmaking van dit formulier is vereist
bij een representativiteitspercentage onder de 6 0 % en ingeval beargumenteerde
bedenkingen tegen de representativiteit daartoe aanleiding geven.
INHOUD
1
REPRESENTATIVITEITSOPGAVE
•
Werkgeversgegevens
O Direct aan de cao gebonden werkgevers
O Werkgevers gebonden door de werkingssfeer
•
Gegevens werkzame personen
O Direct aan de cao gebonden personen en personen gebonden op basis van artikel
14 Wet op de CAO
O Personen gebonden door de werkingssfeer
TOELICHTING
Gehanteerde onderzoeksmethode
Gebruikte bronnen
Wijze van meting
Relatie tot de werkingssfeer
Actualiteit van de cijfers
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving
Datum, 24 AUGUSTUS 2010
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
J.P.H. Donner
Pagina 1
1
REPRESENTATIVITEITSOPGAVE
Het algemeen verbindend verklaren (avv) van bepalingen van een cao vereist dat naar het
oordeel van de minister de cao-bepalingen waarop het avv-verzoek betrekking heeft, moeten
gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen. Dit
meerderheidsvereiste wordt bepaald aan de hand van de representativiteitsgegevens. De
mate van representativiteit wordt als volgt berekend:
•
•
het aantal personen werkzaam bij werkgevers gebonden door de cao, die naar aard
van hun functie c.q. werkzaamheden binnen de werkingssfeer van de cao vallen
(teller), gedeeld door
het totale aantal personen, dat binnen de werkingssfeer van de cao zou vallen, indien
de cao algemeen verbindend zou worden verklaard (noemer).
De in de cao gedefinieerde werkingssfeer dient als uitgangspunt vopr het bepalen van het
totale aantal personen dat in zowel de teller als de noemer wordt gehanteerd. Tot het aantal
personen kunnen naast werknemers ook opdrachtnemers worden gerekend, indien in de cao
geregeld is dat deze ook op hen van toepassing is. Uitzendkrachten in dienst van een andere
(uitzend)werkgever dienen niet te worden meegeteld.
Gezien de verstrekkende consequenties van het algemeen verbindend verklaren van een cao
is het noodzakelijk dat de representativiteitsopgave voldoet aan de eisen van:
reproduceerbaarheid
validiteit
interne consistentie
onderzoekstechnische kwaliteit, en
actualiteit
Het is een vereiste voor de beoordeling van het representativiteitscijfer dat dit
reproduceerbaar is. Brongegevens, gebruikte enquête, uitgevoerde berekeningen, analyses
en extrapolatie moeten beschikbaar zijn, zodat desgevraagd een accountant, dan wel het
Ministerie van SZW op basis hiervan het cijfer zelfstandig kan reproduceren.
Het begrip validiteit heeft betrekking op de vraag of daadwerkelijk is gemeten wat beoogd
was. Is het te meten begrip, werkzame personen, op de juiste wijze gedefinieerd én zijn
vervolgens de werkzame personen ook conform de operationalisering gemeten. Voor het
begrip werkzame personen bijvoorbeeld speelt dan de werkingssfeer een rol en of op een
juiste wijze is gecorrigeerd voor werkzame personen die in de werkingssfeer worden
uitgesloten.
Bij de interne consistentie gaat het om gebruikte meeteenheden. De eenheid in de teller
moet overeenstemmen met de gehanteerde eenheid in de noemer. In teller én noemer
moeten standcijfers (gemeten op een bepaald moment) of stroomcijfers (gemeten over een
periode) worden gebruikt. De definitie van werkzame personen moet in beide gelijk zijn. En
ook de peildatum of de peilperiode moet in teller en noemer vergelijkbaar zijn.
Bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderzoek wordt nagegaan of voldaan is aan de
vereisten van zorgvuldigheid. Het gaat hierbij om zaken als de gebruikte methode om de
gegevens te verzamelen, de omvang van de enquête, de hoogte van de non-respons, de
gebruikte weging, gehanteerde analyses en uitgevoerde berekeningen.
De gegevens waarop het representativiteitscijfer is gebaseerd, mogen in principe niet ouder
zijn dan één jaar, te rekenen vanaf de ingangsdatum van de cao.
Om te kunnen beoordelen of aan deze criteria wordt voldaan, dient een toelichting te worden
gegeven op de verstrekte werkgeversgegevens en gegevens over het aantal werkzame
personen.
Een uitgebreide beschrijving van de eisen die aan de representativiteitsopgave worden
gesteld, is te vinden in het onderzoek dat Research voor Beleid in 2009 heeft uitgevoerd
naar de kwaliteit van de representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken^ Dit rapport is te
vinden op de website cao.szw.nl.
Research voor Beleid, Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken, Stand van zaken
2008, Eindrapport. Zoetermeer, juni 2009
Pagina 2
WERKGEVERSGEGEVENS
1
Direct aan de cao gebonden werkgevers
Hoeveel werkgevers vallen direct onder de werkingssfeer van de cao^?
194
Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn.
31-12-2012
2
Werkgevers gebonden door de werkingssfeer
Wat is het totale aantal werkgevers dat valt onder de werkingssfeer van de cao?
369
Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn.
31-12-2012
De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkgevers dat direct en in
totaal onder de werkingssfeer van de cao valt, moet worden toegelicht. Daarvoor is
onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde
methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde
methoden van toepassing is, dienen de vragen waarvoor een
is opgenomen te worden
aangevinkt en te worden beantwoord. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Er
zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: gebruik maken van bestaande
bronnen/bestanden, onderzoek en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting
worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde
aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2
van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de
gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad.
4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5).
Bestaande bronnen/bestanden
Geef voor het uitgevoerde onderzoek naar de bij vraag 1 en 2 opgegeven aantallen een
beschrijving van:
•
de gebruikte bronnen (ad. 2)
•
de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4)
•
de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4)
Een werkgever valt direct onder de werkingssfeer van een cao als hij lid is van een
werkgeversorganisatie die betrokken is bij de totstandkoming van de cao.
Pagina 3
Gebruikte bronnen:
- A. databestanden van het Pensioenfonds Vervoer;
- B. ledenlijst KNV Busvervoer Nederland
De bronnen in relatie tot de werkingssfeer:
A. Er geldt binnen de sector besloten busvervoer een verplichte aansluiting bij de
pensioenregeling voor het vervoer. Zowel de werkgevers- als werknemersgegevens
worden beheerd door het Pensioenfonds Vervoer. De gegevens van alle actieve
bedrijven die besloten busvervoer verrichten én personeel in dienst hebben zijn
opgenomen in de bestanden van het Pensioenfonds Vervoer. De desbetreffende
bedrijven zouden allen onder de werkingssfeer van een algemeen
verbindendverklaring vallen.
B. De ledenlijst van KNV Busvervoer Nederland, de werkgeversorganisatie voor
besloten busvervoerbedrijven en de partij die collectieve arbeidsovereenkomsten
sluit, bevat de bedrijven die direct gebonden worden door de CAO.
De uitgevoerde correctie in de bronbestanden
De gegevens zijn gecorrigeerd op bedrijven zonder personeel, zowel voor wat betreft
de gegevens van het Pensioenfonds Vervoer als voor de gegevens van de ledenlijst
van KNV Busvervoer Nederland.
Er is gebruik gemaakt van meerdere bestanden.
Geef een beschrijving van:
•
de representativiteit van de bestanden (ad. 2)
•
uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2)
•
de wijze van 'matching' van de bestanden (ad. 1)
De representativiteit van de bestanden
De databestanden van het Pensioenfonds Vervoer bevatten enerzijds de gegevens
van de bedrijven die actief zijn in de sector besloten busvervoer en anderzijds de
gegevens van de personen die werkzaam zijn in de sector besloten busvervoer. Er is
voor het besloten busvervoer sprake van een bedrijfstakpensioenfonds waarvoor een
verplichte aansluiting geldt. Er is sprake van representatief beeld van de personen die
in de gehele bedrijfstak werkzaam zijn.
Het ledenbestand van KNV Busvervoer Nederland bevat de bedrijven die op het
moment van berekening van de representativiteit lid zijn.
Uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen
Door bij de koppeling van de gegevens van het Pensioenfonds Vervoer en het
ledenbestand van KNV Busvervoer Nederland gebruik te maken van een unieke
sleutel, te weten het inschrijvingsnummer van de Kamer van Koophandel van het
betrokken bedrijf, worden dubbeltellingen voorkomen.
De wiize van 'matching' van de bestanden
De 'matching' of koppeling van de bestanden is tot stand gekomen door gebruik te
maken van het inschrijvingsnummer bij de Kamer van Koophandel. Dit is een unieke
sleutel die zowel voorkomt in de gebruikte bestanden van het Pensioenfonds Vervoer
als die van KNV Busvervoer Nederland.
De bronnen sluiten niet volledig aan bij de werkingssfeer.
Geef een beschrijving van:
•
de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4)
Pagina 4
Onderzoek
Er is (aanvullend) steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op
basis van een enquête.
Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van:
de gehanteerde methodiek (ad. 1)
het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1)
de respons (ad. 1)
de representativiteit van de steekproef (ad. 1)
eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1)
toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1)
Extrapolatie
Onderzoeksgegevens zijn middels andere bronnen geëxtrapoleerd.
Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van:
•
de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2)
•
de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2)
•
de verschillen tussen de bronnen (ad. 2)
•
eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4)
Peildatum
Er zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf
de ingangsdatum van de cao.
Geef een beschrijving van:
•
de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te
leveren (ad. 5)
•
de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de bedrijfstak geen grote fluctuaties
in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote
fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5)
Overig
Overige opmerkingen
Pagina 5
GEGEVENS WERKZAME PERSONEN
3
Direct aan de cao gebonden personen en personen gebonden op basis van
artikel 14 Wet op de CAO^
Hoeveel personen worden direct dan wel op basis van artikel 14 van de Wet op de
CAO aan de cao gebonden?
5.138
Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens
verzameld zijn.
31-12-2012
Personen gebonden door de werkingssfeer
Wat is het totale aantal personen dat valt onder de werkingssfeer van de cao?
6.617
Geefaan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens
verzameld zijn.
31-12-2012
De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkzame personen dat direct
en in totaal onder de werkingssfeer van de cao valt, moet worden toegelicht. Daarvoor is
onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde
methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde
methoden van toepassing is, dienen de vragen waarvoor een ' • ' is opgenomen te worden
aangevinkt en te worden beantwoord. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Er
zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: gebruik maken van bestaande
bronnen/bestanden, onderzoek, en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting
worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde
aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2
van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de
gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad.
4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5).
Bestaande bronnen/bestanden
Voor het uitgevoerde onderzoek,
geefeen beschrijving van:
•
de gebruikte bronnen (ad. 2)
•
de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4)
•
de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4)
•
de gehanteerde meeteenheid (ad. 3)
Een persoon valt direct onder de werkingssfeer van een cao als hij werkzaam is bij een werkgever
die lid is van een werkgeversorganisatie die betrokken is bij de totstandkoming van de cao. Ook
anders of niet georganiseerde werkzame personen In dienst van een aangesloten werkgever dienen
dus te worden meegeteld.
Pagina 6
Gebruikte bronnen:
- A. databestanden van het Pensioenfonds Vervoer;
- B. ledenlijst KNV Busvervoer Nederland
De bronnen in relatie tot de werkingssfeer:
A. Er geldt binnen de sector besloten busvervoer een verplichte aansluiting bij de
pensioenregeling voor het vervoer. Zowel de werkgevers- als werknemersgegevens
worden beheerd door het Pensioenfonds Vervoer. De gegevens van alle actieve
bedrijven die besloten busvervoer verrichten én personeel in dienst hebben zijn
opgenomen in de bestanden van het Pensioenfonds Vervoer. De desbetreffende
bedrijven zouden allen onder de werkingssfeer van een algemeen
verbindendverklaring vallen.
B. De ledenlijst van KNV Busvervoer Nederland, de werkgeversorganisatie voor
besloten busvervoerbedrijven en de partij die collectieve arbeidsovereenkomsten
sluit, bevat de bedrijven die direct gebonden worden door de CAO.
De uitgevoerde correctie in de bronbestanden
De gegevens zijn gecorrigeerd op bedrijven zonder personeel, zowel voor wat
betreft de gegevens van het Pensioenfonds Vervoer als voor de gegevens van de
ledenlijst van KNV Busvervoer Nederland.
Voor de groep van werknemers jonger dan 21 jaar en ouder dan 65 jaar geldt dat
zowel de absolute omvang van deze groep als de verhouding tussen het aantal van
deze werknemers in dienst bij de georganiseerde werkgevers in de bedrijfstak en
het aantal van deze werknemers in dienst bij de niet georganiseerde werkgevers
zodanig is dat deze geen wezenlijke invloed heeft op het representativiteitscijfer.
De gehanteerde meeteenheid
De gehanteerde meeteenheid is het aantal werkzame personen.
Is gebruik gemaakt van meerdere bestanden,
geef een beschrijving van:
•
de representativiteit van de bestanden (ad. 2)
•
uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2)
•
de wijze van matching van bestanden (ad. 1)
De representativiteit van de bestanden
De databestanden van het Pensioenfonds Vervoer bevatten enerzijds de gegevens
van de bedrijven die actief zijn in de sector besloten busvervoer en anderzijds de
gegevens van de personen die werkzaam zijn in de sector besloten busvervoer. Er
is voor het besloten busvervoer sprake van een bedrijfstakpensioenfonds waarvoor
een verplichte aansluiting geldt. Er is sprake van representatief beeld van de
personen die in de gehele bedrijfstak werkzaam zijn.
Het ledenbestand van KNV Busvervoer Nederland bevat de bedrijven die op het
moment van berekening van de representativiteit lid zijn.
Uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen
Door bij de koppeling van de gegevens van het Pensioenfonds Vervoer en het
ledenbestand van KNV Busvervoer Nederland gebruik te maken van een unieke
sleutel, te weten het inschrijvingsnummer van de Kamer van Koophandel van het
betrokken bedrijf, worden dubbeltellingen voorkomen.
Pagina 7
De wiize van 'matching' van de bestanden
De 'matching' of koppeling van de bestanden is tot stand gekomen door gebruik te
maken van het inschrijvingsnummer bij de Kamer van Koophandel. Dit is een
unieke sleutel die zowel voorkomt in de gebruikte bestanden van het
Pensioenfonds Vervoer als die van KNV Busvervoer Nederland.
Sluiten de bronnen niet volledig aan bij de werkingssfeer,
geef een beschrijving van:
•
de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4)
n.v.t.
Onderzoek
Is er aanvullend steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een
enquête, geefeen beschrijving van:
de gehanteerde methodiek (ad. 1)
het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1)
de respons (ad. 1)
de representativiteit van de steekproef (ad. 1)
eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1)
toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1 )
Extrapolatie
Indien onderzoeksgegevens middels andere bronnen zijn geëxtrapoleerd,
geef een beschrijving van:
•
de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2)
•
de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2)
•
de verschillen tussen de bronnen (ad. 2)
•
eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4)
Peildatum
Zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de ingangsdatum
van de cao, geef een beschrijving van:
•
de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te
leveren (ad. 5)
•
de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de bedrijfstak geen grote fluctuaties
in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote
fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5)
Pagina 8
Overig
Overige opmerkingen
n.v.t.
Pagina 9
TOELICHTING
De door cao-partijen bij een verzoek tot algemeen verbindend verklaren van cao-bepalingen
aangeleverde representativiteitsgegevens dienen, ten behoeve van de beoordelingscriteria,
te worden voorzien van een toelichting op de volgende punten:
1.
De wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd
a. populatieonderzoek
b. steekproefonderzoek
c. extrapolatie
2.
De gebruikte bronnen voor het onderzoek
a. uitgevoerde correcties
3.
De wijze van meting
a. aard van de gegevens
4.
De relatie tot de werkingssfeer van de cao
a. uitgesloten werkzame personen
b. vrijwillige aansluiting
c. gedispenseérden
5.
De peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben
Op grond van paragraaf 4.1 van het Toetsingskader AW laat de minister periodiek en
steekproefsgewijs onderzoek uitvoeren naar de kwaliteit van de representativiteitsgegevens
bij avv-verzoeken. Om dit te kunnen doen Is het noodzakelijk dat het representativiteitscijfer
reproduceerbaar is. Dit betekent dat alle oorspronkelijke (bron)gegevens die zijn gebruikt bij
de opgave van de representativiteit bij het laatst ingewilligde avv-verzoek moeten worden
bewaard, zodat deze desgevraagd beschikbaar kunnen worden gesteld. De oorspronkelijke
gegevens worden dus niet bij het avv-verzoek meegestuurd.
ad 1
Gehanteerde
onderzoeksmethode
Het is noodzakelijk dat een beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode wordt
gegeven. Het gaat om de vraag hoe de gegevens zijn verzameld. Idealiter wordt er gebruik
gemaakt van populatiebestanden, zowel voor werkgeversaantallen als aantallen werkzame
personen die onder de werkingssfeer van de cao dan wel het avv-besluit vallen.
Indien geen populatiegegevens beschikbaar zijn, kan'gebruik worden gemaakt van
steekproefonderzoek. Het gebruik van steekproefgegevens vereist dat een toelichting wordt
gegeven op de uitvoering van de enquête, de respons, de representativiteit, verzamelde
aanvullende informatie, uitgevoerde berekeningen en schattingen.
Aandachtspunten:
Beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode.
Een beschrijving van de hierbij gebruikte bestanden.
De manier waarop de steekproef is getrokken (waaronder het gebruikte
steekproefkader).
De respons van de steekproef.
De representativiteit van het steekproefonderzoek.
Op bestanden toegepaste correcties ten opzichte van de populatie;
Het gebruik van aanvullende informatie.
De manier waarop berekeningen, schattingen en eventuele extrapolaties zijn
uitgevoerd.
•
Het is niet zorgvuldig om het aantal werkzame personen van niet-responderende
bedrijven op nul in te schatten.
Streef altijd naar de verkrijging van gegevens uit één bronbestand. Dit doet u door het
bestand waarin de gegevens van de aangesloten werkgevers zijn opgenomen, te matchen
met het bestand waaruit de totale aantallen werkgevers en werkzame personen zijn
opgenomen. Een nadere uitleg over de uitvoering van het matchen van bestanden is te
vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken. Stand van
Zaken 2008, eindrapport, p. 20 (zie de website cao.szw.nl).
Pagina
10
ad 2
Gebruikte bronnen
Een representativiteitsopgave moet een beschrijving bevatten van de gebruikte bronnen.
Niet alle bronnen zijn even betrouwbaar. Ook zijn niet alle bronnén even volledig gegeven de
werkingssfeer van de cao. Inherent hieraan is het gebruik van meerdere bronnen. Van
belang is dat de gebruikte bronnen en de daarbij gehanteerde berekeningen met het oog op
de eis van reproduceerbaarheid goed worden beschreven en bewaard.
Aandachtspunten:
•
Het is aan te bevelen zo min mogelijk bronnen te gebruiken.
•
Worden gegevens uit verschillende bronnen gebruikt, dan vereist dit een toelichting op
onderlinge vergelijkbaarheid waarbij aandacht nodig is voor dubbeltellingen,
uitgesloten groepen werkzame personen en verschillen in meetmomenten.
•
Gebruik van branche- of sectoronderzoek vereist een toelichting op de
representativiteit van de gegevens. Aandacht vereist de periode waarin het onderzoek
is gehouden, de onderzoeksmethode en de relatie tot de werkingssfeer.
•
Ten aanzien van de gebruikte bronnen wordt aandacht gevraagd voor de vrijwillig
aangesloten werkgevers, (gedeeltelijk) gedispenseërdè werkgevers en de actualiteit
van de gegevens.
ad 3
Wijze van meting
Uitgangspunt bij het berekenen van het representativiteitscijfer is dat de teller en de noemer
worden uitgedrukt in dezelfde eenheid. Idealiter worden de teller en de noemer uitgedrukt in
aantallen personen. Andere meeteenheden worden in principe afgeraden. Andere
maatstaven die worden gebruikt om tot een berekening te komen van het aantal personen
zijn de loonsom, aantal fte's of omzetgegevens. U dient dan wel aannemelijk te maken dat
de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal personen zodat geen sprake
is van een systematische eenzijdige vertekening van het representativiteitsgegevens. In
geval van fte als meeteenheid moet aannemelijk worden gemaakt dat de parttimefactor van
georganiseerde ten opzichte van ongeorganiseerde werkgevers vergelijkbaar is. Dit betreft
de eis van interne consistentie. Teller en de noemer moeten in dezelfde eenheid worden
uitgedrukt en de peildata moeten vergelijkbaar zijn.
Aandachtspunten:
•
De wijze van meting moet dezelfde zijn voor teller en noemer. De eenheid moet gelijk
zijn. Gegevens moeten ofwel standcijfers óf stroomcijfers zijn.
•
De gegevens moeten zijn uitgedrukt in dezelfde eenheid. In de teller aantallen
personen dan ook in de noemer aantallen personen gebruiken.
•
Het gebruik van een andere meeteenheid dan aantallen personen vereist een gedegen
toelichting op het gebruikte bestand en in hoeverre de gebruikte maatstaf een goede
afspiegeling is van het aantal werkzame personen.
ad 4
Relatie tot de werkingsfeer
De representativiteitsopgave dient gerelateerd te zijn aan de werkingssfeer van de cao. In de
werkingssfeer uitgesloten categorieën werkzame personen moeten dan ook in de tellingen
voor de representativiteitsopgave buiten beschouwing worden gelaten. Het is van belang dat
daadwerkelijk gemeten wordt wat beoogd was. Het gaat hier om de validiteit van de
gegevens.
Aandachtspunten:
•
Aandacht voor vrijwillig aangesloten werkgevers die in de representativiteitsopgave
niet moeten worden meegenomen.
•
De bronnen mogen niet vervuild zijn met werkzame personen die niet onder de
werkingssfeer vallen. Hierbij kan gedacht worden aan onder andere uitzendkrachten
en hoger personeel.
•
In de tellingen moeten van (onderdelen van) de cao gedispenseérden wel worden
meegerekend, behalve indien sprake is van een integrale dispensatie vanwege een
eigen rechtsgeldige cao.
Pagina
11
•
ad 5
Indien gebruik wordt gemaakt van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds,
dient -indien van toepassing- gecorrigeerd te worden voor jongere werkzame
personen die wel onder de werkingssfeer van de cao vallen, maar niet deelnemen aan
het bedrijfstakpensioenfonds. Ook dient gecorrigeerd te worden voor werkgevers die
zijn vrijgesteld van het bedrijfstakpensioenfonds, maar niet zijn gedispenseerd van de
cao.
Actualiteit van de cijfers
Voor de representativiteitsopgave dient de datum of de periode waarop de cijfers betrekking
hebben te worden vermeld. Als regel geldt dat gegevens, om te voldoen aan de eis van
actualiteit, niet ouder dan één jaar mogen zijn gerekend vanaf de ingangsdatum van de cao.
Tevens geldt dat de verschillende peildata niet te ver uit elkaar moeten liggen, omdat anders
de interne consistentie van de representativiteitsopgave in het geding is. Als uitgangspunt
hierbij geldt dat de peildata in principe niet meer dan één jaar uiteen mogen liggen.
In geval de peildata te ver in het verleden liggen kunnen de gegevensbestanden op basis van
de werkgelegenheidsontwikkeling in de branche worden geactualiseerd, oftewel
geëxtrapoleerd. De marktontwikkelingen in het verleden vormen de basis om de huidige
waarden met een zekere onzekerheidsmarge te voorspellen.
Het is dan wel van belang om expliciet te vermelden op welke gegevens deze extrapolatie is
gebaseerd en hoe die is uitgevoerd. De bestanden die hiervoor gebruikt worden moeten
vergelijkbaar zijn naar bijvoorbeeld verhouding voltijders-deeltijders of de verhouding grotekleine bedrijven.
Aandachtspunten:
•
De actualiteit van de gebruikte gegevens. Deze mogen gerekend vanaf de
ingangsdatum van de cao in beginsel niet ouder zijn dan 1 jaar. Indien de gebruikte
gegevens ouder zijn, dient vermeld te worden waarom het niet mogelijk is om
gegevens van recenter datum te leveren (zie ook aanvulling bij de vraag over
actualiteit).
•
Het toepassen van extrapolatie. Indien op basis van andere gegevensbronnen de
gegevens voor de representativiteitsopgave zijn geactualiseerd dient aangegeven te
worden welke bronnen gebruikt zijn en op welke wijze voor onderlinge afwijkingen
tussen de bronnen is gecorrigeerd. Een nadere uitleg over de wijze van extrapoleren is
te vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken. Stand
van Zaken 2008, eindrapport, p. 21 (zie de website cao.szw.nl).
•
De peildatum dan wel de periode waarop de gegevens betrekking hebben.
Pagina
12
C<TKP
TKP I n t e m
memo
Aan
Van
KNV Busvervoer
Jetty Haan
Kamernummer
Kenmerk
Kopie aan
Onderwerp
Representativiteit Busvervoer
Bijlage(n)
Datum
27 februari 2013
Inleiding
Aan TKP Is gevraagd om vanuit Pensioenfonds Vervoer gegevens op te leveren die KNV
Busvervoer in staat stelt om representativiteitcijfers op te leveren ten behoeve van de
algemeen verbindendverklaring van de CAO FSO. In deze notitie wordt op dit verzoek
ingegaan.
Verantwoordelijkheid opgave
TKP kan vanuit PF Vervoer de verzending van de representativiteitcijfers niet overnemen.
Daadwerkelijke verzending moet plaatsvinden door FSO. In deze notitie wordt hiervoor de
basis gelegd.
Aanpak
Uit het bestand van PF Vervoer zijn op de peildatum 31 december 2012 alle werkgevers
geselecteerd die nog actief aangesloten zijn en die minimaal 1 werknemer in dienst hebben in
de sector Busvervoer.
Van KNV Busvervoer is een ledenbestand ontvangen. Dit bestand is door het FSO verrijkt met
het KVK nummer. Tussen de twee bestanden is vervolgens een vergelijking uitgevoerd op basis
van het KVK nummer. Alle werkgevers die niet gevonden werden op basis van het KVK
nummer zijn daarna nog 'handmatig' beoordeeld op een eventueel lidmaatschap bij KNV
Busvervoer.
Beperkingen aan de opgave vanuit het PF Vervoer
Alhoewel in het portaal van PF Vervoer gevraagd wordt om alle werknemersinformatie op te
leveren, zijn de werknemers jonger dan 21 jaar en ouder dan 65 jaar over het algemeen niet
door de werkgevers opgegeven. In de brief kan dezelfde opmerking worden opgenomen als de
vorige keer.
Voor de groep van werknemers jonger dan 21 jaar en ouder dan 65 jaar geldt dat zowel de
absolute omvang van deze groep als de verhouding tussen het aantal van deze werknemers
in dienst bij de georganiseerde werkgevers in de bedrijfstak Beroepsvervoer over de weg
en het aantal van deze werknemers in dienst bij de niet georganiseerde werkgevers
zodanig is dat deze geen wezenlijke invloed heeft op het reprësëntativiteitcijfér.
Resultaat
Het aantal werkgevers in de bedrijfstak Vervoer waarbij sprake is van dienstverbanden in het
busvervoer is 369. Hierbij zijn ook de gemengde bedrijven meegeteld, waarbij naast personeel
in het busvervoer ook personeel werkzaam is in de taxi en/of Goederenbranche. Het aantal
werknemers met arbeidsverhoudingen in het Busvervoer bedraagt 6.617.
Behoort blj memo van
27 februari 2013
Kenmerk
C<TKP
Paginanummer
2
Het aantal werkgevers dat lid is van de werkgeversorganisatie KNV Bus is 194. Het aantal
werknemers bij deze werkgevers bedraagt 5.138.
Opgave In verband met het algemeen verbindend verklaren van de CAO FSO
Op basis van de bovenstaande informatie kan nu de volgende opstelling gemaakt worden.
Aangesloten
Werkgevers
Besloten
Bus
194
partijen
Werknemers
5.138
Alle werkgevers sectoren
Werkgevers
Werknemers
369
6.617
Representativiteit
77,6%
Opgave representativiteit
Inleiding
In de bedrijfstak Besloten Busvervoer bestaat één werkgeversorganisatie die
betrokken is bij de CAO voor het Besloten Busvervoer en de CAO Fonds Scholing en
Ordening voor het besloten busvervoer. Het betreft Koninklijk Nederlands Vervoer
(KNV)\
Hieronder volgen de representativiteitgegevens ten behoeve van de verlenging van
de algemeen verbindend verklaring van de CAO Besloten Busvervoer.
Opgave
(1)
(2)
(3)
(4)
Het aantal werkgevers lid van de werkgeversvereniging die partij is bij de
collectieve arbeidsovereenkomst (i.c. KNV busvervoer) én personeel in dienst
heeft. Dit zijn de direct gebonden werkgevers
Het aantal werkgevers dat onder de werkingssfeer van de collectieve
arbeidsovereenkomst valt én personeel in dienst heeft;
Het totaal aantal personen werkzaam bij werkgevers die lid zijn van de
werkgeversvereniging die partij is bij de collectieve arbeidsovereenkomst. Dit
zijn de direct gebonden personen;
Het totaal aantal personen in dienst van werkgevers die onder de
werkingssfeer van de collectieve arbeidsovereenkomst vallen;
Ad (1) 194
Bron: Pensioenfonds Vervoer en KNV Busvervoer Nederland
Onderzoeksmethode: populatieonderzoek (raadplegen databestanden van het
Pensioenfonds Vervoer, sector busvervoer, en ledenlijst KNV Busvervoer Nederland)
Wiize van meting: meting op peildatum.
Peildatum: 31-12-2012.
Ad (2) 369
Bron: Pensioenfonds Vervoer en KNV Busvervoer Nederland
Onderzoeksmethode: populatieonderzoek (raadplegen databestanden van het
Pensioenfonds Vervoer, sector busvervoer, en ledenlijst KNV Busvervoer Nederland)
Wiize van metina: meting op peildatum.
Peildatum: 31-12-2012.
Ad (3) 5.138
Bron: Pensioenfonds Vervoer en KNV Busvervoer Nederland
Onderzoeksmethode: populatieonderzoek (raadplegen databestanden van het
Pensioenfonds Vervoer, sector busvervoer, en ledenlijst KNV Busvervoer Nederland)
Wiize van metina: meting op peildatum.
Peildatum: 31-12-2012.
' KNV organiseert werkgevers uit verschillende sectoren van het vervoer, waaronder het besloten
busvervoer. De CAO voor het besloten busvervoer is ondertekend door Busvervoer Nederland.
Busvervoer Nederland is een onderdeel (sector) van KNV en organiseert specifiek de werkgevers in het
besloten busvervoer.
Ad (4) 6.617
Bron: Pensioenfonds Vervoer en KNV Busvervoer Nederland
Onderzoeksmethode: populatieonderzoek (raadplegen databestanden van het
Pensioenfonds Vervoer, sector busvervoer, en ledenlijst KNV Busvervoer Nederland)
Wiize van meting: meting op peildatum.
Peildatum: 31-12-2012.
Berekening van de representativiteit
De representativiteit bedraagt 77,6 %
Berekening: 5.138 / 6.617 * 100% = 77,6%. Dit is het aantal direct gebonden
personen (zie ad (3)) gedeeld door het totaal aantal personen dat onder de
werkingssfeer van de collectieve arbeidsovereenkomst valt (zie ad (4)).
Afsluitende opmerkingen
Met het oog op de Checklist representativiteitgegevens afsluitend nog een tweetal
opmerkingen:
- De werkingssferen van de (verplichte) bedrijfstakpensioenregeling van het
Pensioenfonds Vervoer, sector Busvervoer, de CAO Fonds Scholing en
Ordening voor het besloten busvervoer en de CAO Besloten Busvervoer, mits
algemeen verbindend verklaard, betreffen dezelfde bedrijven/werkgevers.
- Aangezien het reprësëntativiteitcijfér ruim boven de 60% uitkomt is geen
accountantsverklaring meegezonden. Omwille van de transparantie is
daarentegen wel, hoewel niet verplicht, het 'formulier representativiteitsgegevens' ingevuld.
Renvoieer tekst
VoorlichtingGbrochuro
Arbcidsvoorwoardcn voor hot Booloton
Busvervoer voor do poriodo von
1 nnril 7013 t/m 31 decombor 20in
KNV BuovorvQor
CNVVakmonson
TNV Bondgonoton
ifoortichtingabrochurc
Voor hot Bosloton Ousvcrvoor
Busvorvoor Nodorland govostigd to 'a Crovonhogo;
partij tor ono zijdo; on
0. FNV Bondgonoton govostigd to Utrocht.
b. CNV Vakmonson.govostigd to Utrochtj
portij tor andero aijdc;
is dc navolgende colloctiovo arboidsovoroonkomst
iNiioungop
PLZ
-irtiLrtI 1
r
J
artikr*! "*
r
E>
7
o
nrtikpl ^
jrtihnl C
nrtil'fl 7
nrtilrrl R
nrtil'cl ^
nrtil'ol 10
ortikcl 11
nnncl^^ima
p
Ü
P
^ ^ ^ ^
II"
P
B
n
J
—ft/I 11 n
I m n h t n n - / "yvn or'"/
1lit-jnnrlLnrhtnn
frrrlnnrr_r_
n
,,
1nnrlinrrnn—
^JMJ
n r t i k f l 1 1 ft—
J
1 n
AW
1éiXJn
1
1
XX
•rtil'cl I ' ' D
artikpl 1
1 1
11
lUr
-I -1
ortikol IB
ortikcl 16
PnlnriinfT riirinnrin iimrUnnr¥iorc
1 -1
17
1
XJ
artikol 18
artikol 10
1 ->
1 c
Ji^
artikel " " Q —
IIII
ortikol 22
artikel 22
artikpl "'^
Xƒ
ArhnirirtiirJifinriinirtrntin
1 /=
7
1 f?
i ö
1 P
1 P
ortikol 27
artikol 2P
20
30
31
32
33
31
ortikcl
artikol
artikol
artikol
artikol
35
36
37
38
30
1 rt
AT=»
11
XJ
"•n
m
fjnnpri irnnrnfrnlïnfr
I m r i irr»r*rrtn<^lïnrr
•LU
71
•LX
- l -ï >^
C
->->
•LJ
—VfM^fff>f^ritfH?^4iti nnlniHiniT n
—ninlp"^'^'*'"'^^^"*"'^"
^
nrtilr'^l
•LO
•-lO
•
-l-l
^ t
no
->o
LMiii
r\n[}rn\tnn fiinnrt^^n
A
artik.ol 11
ortikol 15
a*»
-i/r
"II
jrtikol 11
ortikol 4"^
xo
17
ortikol "^5
ortikcl 2C
artikel
artikol
ortikol
artikol
ortikcl
ortikol
1
Ü
1 r
ao
£ e
-in
•LiJ
•Lu)
->n
Vorpliehtingon van do worknomor
30
artikol 16
artil/f>l
Vorpliehtingon von do workgovor
A l
.-ai
artikpl ^ f i —
->i
nrtilrrl 'ifl
77
-irtil>nl cn
-irtilfnl c n
->-i
artil/nl
77
—
r
CA
r
'»7
nrtikol S"'
nrtilrrl Sff
artikrl ^ 1
\/alrnntintnnrl-ia
,
7r;
->-»
artilcel 61
7P
->n
nrtil'cl 63
yin
nrfilripil Hii
/in
/in
artiknl
—
/l-l
/l-l
artikrl 6 8 —
artikrl 60
nrtilrrl 70
AT
SkvtiXt^
Aa
11
ill
71
Artiknl 7?
/I /I
/ir
Piil-ifTn
?
O /
7"^
fUUsfc^M
Ah
77
O-I
Riilnnp ^
o->
oo
Oil
Dijiago Q
K.lachtonrogoling bosloton busvorvoor
Bijlago 10
Goschillonrogoling
=98
HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN
Artikel 1
Werkingssfeer
a. Deze overeenkomst is van toepassing op:
De werkgevers en de werknemers van elke in Nederland gevestigde onderneming, die busvervoer
verricht, in de zin van de Wet Personenvervoer (2000 Stb. 314).
Uitgezonderd zijn:
de ondernemingen op welke de collectieve arbeidsovereenkomst Openbaar Vervoer van toepassing
is, voor zover in de betrokken arbeidsvoorwaarden het salaris en de salarisberekening met inbegrip
van de vakantietoeslag voor chauffeurs die besloten busvervoer verrichten, zodanig is geregeld dat
het niveau ervan overeenkomt met de desbetreffende regelingen in de CAO Besloten Busvervoer.
b. De CAO bevat minimum arbeidsvoorwaarden met een a la carte model waarbij tussen werknemer
en werkgever schriftelijk aanvullende afspraken kunnen worden gemaakt.
Artikel 2
Definities
In deze overeenkomst wordt, tenzij in het betreffende artikel anders is aangegeven, verstaan onder:
a. Werkgever: iedere natuurlijke- of rechtspersoon, wiens onderneming valt onder de werkingssfeer
van deze overeenkomst.
b. Werknemer: ieder, die in dienst is van een werkgever voor bepaalde of onbepaalde tijd.
c. M.U.P.-kracht: de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht
(M.U.P.-overeenkomst) is gesloten en die bereid is op afroep werkzaamheden te verrichten.
d. Parttimer: iedere werknemer, met wie de werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan voor
bepaalde of onbepaalde tijd, waarbij overeengekomen is dat slechts een gedeelte van het normale
aantal geldende arbeidsuren arbeid wordt verricht.
c. Werkgeversorganisatie: Busvervoer Noderland, hiorna to noomon KNV Busvervoer.
f. Worknomcrsorganisatios: FNV Bondgonoton cn CNV Vakmensen.
g. Partner: de ongehuwde man of vrouw, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de rechte lijn, met
wie de ongehuwde werknemer samenwoont en die daartoe een notarieel verleden samenlevingscontract zijn overeengekomen.
h. Samenwonende: Samenwonende is een ieder met wie de ongehuwde werknemer een gezamenlijke
huishouding voert en met wie daartoe een notarieel verleden samenlevingscontract is overeengekomen. Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van
een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel op andere wijze in eikaars verzorging voorzien.
i. Standplaats:
1.
2.
3.
4.
j.
De plek waar de werknemer gewoonlijk zijn arbeid uitoefent;
De plek waar de garage der onderneming is gelegen en de werknemer gebruikelijk zijn
dagelijkse arbeid aanvangt en beëindigt;
De plek waar de werknemer na overleg met respectievelijk in opdracht van de werkgever
gebruikelijk zijn dagelijkse arbeid aanvangt en beëindigt;
Benevens een gebied met een straal van 10 km rond de plek als bedoeld in sub 1, 2, en 3.
Dienstregeling: voor een ieder kenbaar schema van reismogelijkheden.
k. Besloten busvervoer: personenvervoer per bus, anders dan bedoeld onder r, en omvattend de categorieën toerwagenritten, ongeregeld vervoer, groepsvervoer, pendelvervoer, meerdaagse reizen en
dagtochten.
I. Groepsvervoer: volgens een vast schema/rooster uitgeoefend en niet onder m vallend vervoer van
tot een beperkte groep behorende personen met bussen.
m. Toerwagenritten: al dan niet volgens een dienstregeling uitgevoerde ritten, welke niet uitsluitend
tot doel hebben het verstrekken van gelegenheid tot vervoer van personen tussen bepaalde plaatsen, met bussen.
n. Ongeregeld vervoer: niet volgens een dienstregeling uitgeoefend en niet onder m vallend vervoer
van personen met bussen.
O. Pendelvervoer: vervoer van vooraf in groepen samengebrachte reizigers van dezelfde plaats van
vertrek naar dezelfde plaats van bestemming door verscheidene heen- en terugreizen. Overal waar
pendelvervoer wordt genoemd, wordt dit geacht internationaal lijndienstvervoer te omvatten.
p. Meerdaagse reis: vervoer dat zich voor de chauffeur uitstrekt over meer dan 24 uur.
q. Dagtochten: toerwagenritten en ongeregeld vervoer dat zich uitstrekt over een periode van maximaal 24 uur.
r. Openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer per bus, niet vallend onder k, volgens een dienstregeling.
s. Bus: motorrijtuig, al dan niet voorzien van een aanhangwagen, ingericht voor het vervoer van meer
dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen; waar 'bus' staat moet ook 'touringcar*
worden gelezen.
t. Kalenderweek: de periode van zeven aaneengesloten dagen, aanvangende op maandag 00.00 uur
en eindigende op zondag 24.00 uur.
u. Vrije dag: vakantiedag, werkgelegenheidsdag, rustdag, compensatie rustdag, feestdag, compensatie
feestdag.
V. Vrije dag: Een kalenderdag plus aansluitend en of voorafgaand een totaal van zes uur of een periode
waarin tenminste 22 uur op een kalenderdag valt en met 8 uur aansluitend wordt verlengd. Gedurende de periode is de werknemer op standplaats vrij om over zijn tijd te beschikken. Bij elke aansluitende vrije dag wordt bovengenoemde periode verlengd met 24 uur. Voor de loonberekening
van een vrije dag moet 8 uur in aanmerking worden genomen. Wenst de werknemer een halve vrije
dag op te nemen, dan moet dit samenvallen met een halve kalenderdag; deze eerste halve dag van
een kalenderdag eindigt uiterlijk om 13.00 uur. Een halve vrije dag kan alleen genoten worden indien er op die dag minder dan 5 uur arbeid is verricht.
w. STO: De Stichting voor Informatie en Ordening van de bedrijfstak Besloten Busvervoer. De STO is
afdeling CAO-controle geworden binnen Stichting FSO. Daar waar STO in deze CAO staat vermeld,
dient Stichting FSO, afdeling CAO-controle te worden gelezen.
X. FSO: Fonds Scholing en Ordening voor het Besloten Busvervoer.
y. Uitzendkracht werknemer die werkzaam is via een uitzendbureau.
z.l Diensttijd: Onder diensttijd wordt verstaan de tijd, gelegen tussen het tijdstip waarop de dienst
wordt aangevangen en het tijdstip waarop de dienst wordt beëindigd.
z.2 Arbeidstijd: Voor de rijdende werknemers wordt onder arbeidstijd verstaan het in dienst van de
werkgever besturen van een touringcar/autobus en/of het verrichten van andere met de functie
samenhangende werkzaamheden welke worden uitgevoerd in opdracht van de werkgever.
Z.3 Rusttijd: Onder rusttijd wordt verstaan, elke periode van minimaal 9 uur aaneengesloten tussen
twee diensttijden, gedurende welke de werknemer geen bemoeienis heeft met de onderneming.
Overal waar in deze CAO hij, hem of zijn wordt vermeld, dient ook zij of haar te worden gelezen.
i'^irtikcl 3
Mnotrogelcn tijt
1. STAOBB, dan wel haar rechtsopvolger Stichting FSO, krijgt de opdracht boloid to ontwikkolon voor
do re integratie van (langdurig) eieko werknemers. Doelstelling is to komon tot duuraamo ro
integratie in de oigen functie, óf eon passendo functie binnon hot oigen bedrijf of daarbuiten.
3. Tijdens do looptijd van dozo CAO wordt onderzoek gedaan naar do functiowaardoring voor rijdende
werknemers.
3 Er zal gedurende do looptijd van de CAO oen onderaoek plaats vinden naar internationale lijndien
sten en andore diensten wolke volgons de 5/6 systematiek wordon berekend. Het resultaat van dit
ondoraook aal worden moogenomen in de onderhandelingen voor de volgende CAO.
1. Partijon zullen do melding(on) aoals genoemd in artikel 30, lid 2 gedurende de looptijd van deao CAO
evalueren.
5. Organisatieverlof. De vakbonden hobben een inspanningsverplichting het oantal vakbondsvorlofda
gon te vermindoren ten opaichto van hct gemiddelde van do voorgaande 3 jaren..
6. De vergoedingen in artikel 31 van de CAO aullon indion noodaakelijk, no overleg mot do belasting
dienst, kostenneutraal worden aangopost aan de voorschriften in do nieuwo workkostonregoling.
7. De CAO tekst aal worden herschreven, aodat por artikel duidelijkheid ontstaat over oonaelfdo uitlog
tussen CAQ partijon. Bij eon ovontuool meningsverschil aullon CAO partijon oon voor CAO partijon
bindende uitspraak vragon aan do geschillen commissie CAO Besloten Busvon/oor.
HOOFDSTUK 2: DE ARBEIDSOVEREENKOMST
Artikel 4
De arbeidsovereenkomst
1. Bij aanstelling van een werknemer dient de arbeidsovereenkomst schriftelijk te worden aangegaan.
De arbeidsovereenkomst dient ten minste de volgende punten te omvatten:
Naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de werknemer;
De aanvangsdatum van het dienstverband;
De duur van het dienstverband;
De functie met de bijbehorende functieloonschaal;
Het functieloon;
Het aantal uren per betalingsperiode waarvoor de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan;
De betalingstermijn van het loon;
Het toegekend aantal ervaringsjaren;
De proeftijd (indien overeengekomen);
De standplaats.
3. Do werknomor gaat ormoo akkoord dat do gegevens van do arbeidsovereenkomst beschikbaar wor
don gesteld aan do STO.
3. De werknemer is krachtens de met hem afgesloten arbeidsovereenkomst verplicht tot het verrichten van de overeengekomen tot de functie behorende arbeid. Na overleg kunnen in het belang van
de onderneming andere dan met zijn functie samenhangende werkzaamheden aan hem worden
opgedragen, voor zover deze redelijkerwijze van de werknemer kunnen worden verlangd.
Artikel 5
Beëindiging dienstverband
1. De dienstbetrekking eindigt op het moment dat de tijd is verstreken waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan, door opzegging, door toetreding tot de pensioenregeling indien deze ingaat
voor de AOW gerechtigde leeftijd. Opzegging dient schriftelijk te geschieden met inachtneming van
de wettelijke regels.
2. De dienstbetrekking eindigt van rechtswege op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.
Artikol—6
Tonaij do werkgever is godisponseord is hij verplicht de worknemor aan to molden bij het bedrijfs
takponsioonfonds vorvoor. Werkgevers en werknemers kunnon informatie opvragen bij TKP (aie toe
bij dit artikol).
Artikel 7
Inzet prépensioen-gerechtigden
Het is toegestaan om een dienstverband aan te gaan met geprepensioneerden die voorheen werkzaam
waren in het besloten busvervoer onder de voorwaarden vermeld in het reglement van de Stichting
prepensioen personenven/oer.
Artikel 8
Parttime werknemers
1. De bepalingen van deze CAO zijn naar rato van toepassing op parttimers, met inachtneming van de
volgende leden van dit artikel.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt voor een werknemer met een parttime dienstverband
van 50% of meer, ten behoeve van de vaststelling van de loontrede ieder volledig jaar dat de
dienstbetrekking voortduurt in aanmerking genomen als volledig ervaringsjaar.
3. Bij een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer mag het totaal aantal gewerkte uren per betalingsperiode de restcapaciteit van de arbeidsongeschikte niet overschrijden.
4. Parttimers met een WW of een WIA/WGA-uitkering kunnen bij het aangaan van hun dienstverband
aangeven niet onder de spaarurenregeling/jaarurenregeling te willen vallen en alle uren uitbetaald
te krijgen. Voor deze categorie parttimers is sprake van overuren (135%) wanneer meer dan
160/173,33 uur wordt gewerkt.
Artikel 9
M.U.P.-kracht/ Z2P-er/freelancer
1. De bepalingen van deze CAO zijn naar rato van het aantal gewerkte uren op M.U.P.-krachten van
toepassing, met uitzondering van de artikelen 29, 30, 56,57 en 58 en met inachtneming van de volgende leden van dit artikel. Om een evenwichtige arbeidsverhouding te bevorderen dient de inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de bepalingen van de CAO van toepassing zijn op de
ZZP-er en freelancer met uitzondering van de artikelen 29, 30, 56,57 en 58. Dat de inlenende werkgever zich dient te verzekeren dat de bepalingen van de CAO van toepassing zijn op de ZZP-er en
freelancer geldt ook voor alle onderstaande leden van dit artikel, met dien verstande dat waar
M.U.P.-kracht staat ook ZZP-er/freelancer gelezen moet worden. Zie daarvoor in het bijzonder artikel 53 lid 1.
2. De loonberekening geschiedt naar rato van het aantal gewerkte uren volgens artikel 21.
3. Het uurloon is gebaseerd op ten minste 5 ervaringsjaren van de bij de functie behorende loonschaal
van de M.U.P.-kracht. Het uurloon is verhoogd met 8% vakantietooslog en ven/olgens met 10% we
gens aanspraak op vakantiedagen en werkgelegenheidsdagen.
4. De M.U.P.-kracht verdient vanaf 1 januari 2014 tenminste per uur: het uurloon behorende bij
schaal 5 zijnde € 13,25 x 108% x 110% = € 15,74. Zie verder bijlage 2 lonen voor de rijdende werknemers. Het loon van de M.U.P.-kracht wordt per 1 juli 2014 met 0,8% verhoogd. De werkgever is
verplicht de M.U.P. kracht conform do Wet betreffende verplichte deelneming in het bedrijfstak
pensioenfonds aan te melden als doolnomer bij hct Prepensioenfonds Pcrsononvofvoor on het
Pensioenfonds Voorvoer. Even ao bevestigt hij o.c.a. aan het FSO fonds on bevestigt doao moldingen
schriftolijk aan do worknemor.
5. In aanvulling op het bepaalde in lid 3 wordt voor een M.U.P.-kracht met een dienstverband van 50%
of meer ten behoeve van de vaststelling van de loontrede ieder volledig jaar dat de dienstbetrekking
voortduurt in aanmerking genomen als volledig ervaringsjaar.
Met ingang van 1-1-2014 zijn onderstaande regelingen van kracht:
a. Het aantal uur dat door een werknemer beneden de AOW gerechtigde leeftijd op basis van een
M.U.P.-overeenkomst gewerkt mag worden, bedraagt maximaal 520 uur per kalenderjaar.
b. Het aantal uur dat door een werknemer boven de AOW gerechtigde leeftijd op basis van een
M.U.P.-overeenkomst gewerkt mag worden bedraagt maximaal 1040 uur per kalenderjaar. Dit
maximaal aantal te werken uren zal over een periode van 5 jaar met 208 uur per jaar worden afgebouwd.
c. Voor de werknemers van 65 jaar en ouder die momenteel in de sector besloten busvervoer op
basis van een M.U.P.-overeenkomst werkzaam zijn, geldt eenzelfde afbouw van het maximaal
aantal op jaarbasis te werken uren als onder punt b is aangegeven.
Bij aanbod van werk is de werkgever verplicht het werk eerst aan te bieden aan werknemers met
een fulltime of parttime dienstverband voor onbepaalde tijd, alvorens het kan worden aangeboden
aan parttimers met een dienstverband voor bepaalde tijd. Pas in laatste instantie mag het werk
worden aangeboden aan M.U.P.-krachten en uitzendkrachten en personen welke inkomsten uit
vroegere arbeid hebben conform de wet op de inkomstenbelasting.
Artikel 10
Uitzendkrachten
1. Voor uitzendkrachten geldt de bij de functie behorende loonschaal naar rato van het aantal gewerkte uren, vermeerderd met 1,15% FSO promie die door de werkgever van de uitacndkracht moot
1 aan hot FSO fonds.
2. Naast het in lid 1 bedoelde functieloon bestaat aanspraak op de toelage(n) en toeslag(en) overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 20, 27, 28, 32, 33, 34, 35, 36, en 43.
3. Alle andere bepalingen uit deze CAO zijn niet van toepassing op uitzendkrachten, met uitzondering
van artikel 52 en artikel 53.
4. De inlenende werkgever dient zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever op ingeleende
uitzendkrachten de in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel genoemde arbeidsvoorwaarden toepast.
5. Voor wat betreft het aanbod van werk is artikel 9 lid 6 naar analogie van toepassing op uitzendkrachten.
Artikel 11
Leerlingen
Voor werknemers die tevens leerling zijn in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg Chauffeur
Touringcar Reisleider geldt de Collectieve arbeidsovereenkomst voor werknemers die tevens leerling
zijn in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg Chauffeur Touringcar Reisleider.
10
HOOFDSTUK 3: LONEN EN FUNaiE-INDELING
Artikel 12 A
Berekening weekloon, vierwekenloon en maandloon
1. Een weekloon is 40 maal het uurloon (volgens bijlage 2).
2. Een vierwekenloon is 160 maal het uurloon (volgens bijlage 2).
3. Een maandloon is 173,33 maal het uurloon (volgens bijlage 2).
Artikel 12 B
Loonsverhogingen
De feitelijke lonen en de loonschalen worden per 1 januari 2014 met 0,6% en per 1 juli 2014 met 0,8%
verhoogd.
Artikel 13
De loonspecificatië
Bij iedere uitbetaling van de maand/vier wekenlonen wordt aan de werknemer een loon en een urenspecificatie verstrekt, waarop behalve de door de werkgever eventueel gewenste vermeldingen, in elk
geval - voor zover van toepassing - de navolgende (loon)bestanddelen moeten voorkomen:
Loon;
Overuren;
Onregelmatigheidstoeslag;
Onderbrekingstoeslag;
de bruto vergoeding meerdaagse reizen;
aantal gewerkte dagen;
ziektedagen;
aantal gewerkte uren;
het saldo spaaruren;
het tegoed aan vakantiedagen;
het tegoed aan werkgelegenheidsdagen;
het tegoed aan niet genoten rustdagen;
het tegoed aan vervangende feestdagen;
diversen;
netto vergoedingen.
Alsmede de aftrek wegens:
• premie aan het ondernemings- en/of bedrijfspensioenfonds;
• loonheffing;
• premies Sociale Verzekering;
• bijdrage Fonds Scholing en Ordening;
• bijdrage VUT of (pré) pensioenpremie.
11
Artikel 14
Loonbetaling
1. Uiterlijk op de eerste dag van de betalingsperiode volgend op de betalingsperiode waarin arbeid is
verricht, moet de werknemer de beschikking hebben over het loon, met dien verstande dat de betaling van de toeslagen maximaal 1 betalingsperiode later plaatsvindt.
2. Tredeverhoging vindt jaarlijks plaats op de datum van indiensttreding indien het dienstverband is
ingegaan op de 1* van de maand of, indien het dienstverband is ingegaan op enig andere dag van de
maand, op de 1* van de maand volgend op de datum van indiensttreding.
Artikel 15
Beloning rijdende werknemers
1. Als bijlage 2 bij deze overeenkomst is gevoegd de loontabel welke van toepassing is op rijdende
werknemers.
2. Inschaling bij indiensttreding:
Bij indiensttreding wordt de werknemer ingeschaald in de bij zijn functie behorende loonschaal op
de trede, die overeenkomt met het aantal ervaringsjaren, dat de werknemer als bestuurder van een
autobus in deze bedrijfstak heeft opgedaan.
3. Voor werknemers die gedurende opeenvolgende seizoenen bij dezelfde werkgever in dienst zijn,
worden ten behoeve van de vaststelling van het loon alsmede van de aanvulling van het loon in
geval van arbeidsongeschiktheid de opeenvolgende seizoenen als aansluitende ervaringsjaren in
aanmerking genomen.
Artikel 16
Loonberekening rijdende werknemers
1. Aan de loonberekening wordt alleen de arbeidstijd ten grondslag gelegd.
2. De lonen van de rijdende werknemers zijn gebaseerd op een gemiddelde arbeidstijd van 40 uur per
week.
3. De gemiddelde arbeidstijd per week wordt berekend over de betalingsperiode van één
kalendermaand of vierweken.
Artikel 17
Beloning niet-rijdende, technische en administratieve werknemers
1.
Als bijlage 2 bij deze overeenkomst zijn gevoegd de loontabellen welke van toepassing zijn op nietrijdend, technisch en administratief personeel.
2.
Inschaling bij indiensttreding:
Bij indiensttreding wordt de werknemer ingeschaald in de bij zijn functie behorende loonschaal op
de trede, die overeenkomt met het aantal ervaringsjaren, dat de werknemer in dezelfde of soortgelijke functie heeft opgebouwd binnen de bedrijfstak besloten busvervoer. Gedeelten van ervaringsjaren dienen naar rato te worden meegeteld.
12
Vervanging hoger gewaardeerde functie:
Een werknemer behorend tot de niet-rijdende en/of technische werknemers ontvangt in geval hij
tijdelijk, doch ten minste voor de duur van 2 maanden, een hoger gewaardeerde functie waarneemt, met terugwerkende kracht (vanaf het moment waarop de waameming is aangevangen)
een toeslag per betalingsperiode, zijnde het verschil tussen de trede van de loonschaal, waarin de
werknemer is ingeschaald en dezelfde trede in de naast liggende hogere loonschaal.
Lonen voor jeugdige werknemers:
Voor werknemers beneden de leeftijd van 21 jaar gelden de volgende percentages van het wettelijk minimumloon van een 23 jarige:
ISjaar
16 jaar
17 jaar
5.
45%
52,5%
60%
18 jaar
19 jaar
20 jaar
70%
80%
90%
Zodra de werknemer de leeftijd van 21 jaren bereikt, wordt hij in de functieloonschaal voor volwassenen op de laagste loontrede ingeschaald met behoud van periodiekdatum.
Artikel 18
Functie-indeling niet-rijdende en technische werknemers en functie-indeling administratieve
functies
1. Functie-indeling niet rijdende en technische werknemers
Functiegroep
I
Functie
*
II
Wagenwasser A
III
Plaatwerker A
Spuiter
Monteur mechanisch A
Monteur Electro A
Wagenwasser B
Busbegeleider A
Medewerker Service Desk A
IV
Magazijnmedewerker
Spuiter B
Monteur mechanisch B
Monteur electro B
Busbegeleider B
Medewerker Service Desk B
V
Commercieel medewerker A
Plaatwerker B
Spuitere
Monteur mechanisch C
Monteur electro C
Personeelsfunctionaris A
VI
Commercieel medewerker B
13
Plaatwerker C
Monteur mechanisch D
Monteur electro D
Personeelsfunctionaris B
Planner A
VII
Commercieel medewerker C
Personeelsfunctionaris C
Planner B
VIII
Commercieel medewerker D
Planner C
Personeelsfunctionaris D
Hoofd administratie
Chef Garage
* Functiegroep 1 onder verwijzing naar bijlage 3, zijn al die functies die qua werkzaamheden van een
lager niveau zijn dan Wagenwasser A.
2. Functie-indeling administratieve functies
Functiegroep
Functie
IV
Administratief medewerker A
V
Administratief medewerker B
VI
Administratief medewerker C
Voor de functieomschrijvingen van administratief medewerker A, B en C wordt verwezen naar bijlage 3.
14
HOOFDSTUK 4: WERKTIJDEN EN ARBEIDSTIJDADMINISTRATIE
Artikel 19
Werkweek
1. Voor werknemers geldt een vijfdaagse werkweek, met een gemiddelde arbeidstijd van 40
uur. Per kalenderweek ontstaat derhalve aanspraak op 2 rustdagen.
2. Indien in enige betalingsperiode van 4 weken of een maand minder dan 8 respectievelijk 8 2/3 rustdagen, zoals bedoeld in lid 1, zijn genoten, wordt per te weinig genoten rustdag 8 uur arbeidstijd
(parttimers zie artikel 8 lid 1) op de loonbetaling in mindering gebracht en omgezet in een compensatierustdag.
Compensatierustdagen kunnen pas worden genoten als deze zijn opgebouwd en vervolgens pas
worden toegekend als de rustdagen per betalingsperiode zijn genoten.
Voor elke 8 uur arbeidstijd wordt, uiterlijk 30 april van het jaar volgend op het jaar waarin de arbeidstijd is opgebouwd of gelijklopend met de jaar-/spaarurenregeling, één betaalde vervangende
rustdag (compensatierustdag) gegeven. Compensatierustdagen opgebouwd in de maand voorafgaand aan het afrekenmoment dienen te worden gecompenseerd in het eerste kwartaal van het de
daarop volgende periode, dan wel op het afrekenmoment te worden uitbetaald.
3. De vergoeding in tijd wordt gegeven op standplaats in hele en desgewenst in halve dagen (voor
zover niet in strijd met het ATB Vervoer). Voor iedere hele of halve dag krachtens deze regeling
wordt 8 resp. 4 maal het uurloon vergoed onder gelijktijdige vermindering van het aantal opgespaarde uren met 8 resp. 4 uur.
4. Het intrekken van een toegekende compensatierustdag binnen 24 uur voorafgaande aan het moment waarop de compensatierustdag wordt genoten, is alleen mogelijk als de werknemer daarmee
instemt. De werknemer heeft in dat geval recht op een bruto toeslag van € 11,86.
5. Op 30 april of op het afrekenmoment van de overuren, als bedoeld in artikel 29 en 30, worden de
overgebleven compensatierustdagen uitbetaald a 135%. De werknemer kan schriftelijk verzoeken
om deze dagen niet uit te laten betalen, maar te reserveren als vakantiedagen .
Compensatierustdagen moeten met voorrang op spaaruren en werkgelegenheidsdagen vóór 30
april van het volgende jaar of voor het afrekenmoment van de jaarurenregeling worden teruggegeven.
Artikel 20
Algemeen erkende feestdagen
1. Algemeen erkende feestdagen zijn:
- Nieuwjaarsdag;
- 1* en 2* Paasdag;
- Koningsdag;
- Hemelvaartsdag;
- 1^ en 2* Pinksterdag;
- beide Kerstdagen;
- de dagen, op welke krachtens aanwijzing van de overheid extra vrijaf met behoud van loon mag
worden verleend.
15
2. Aan de werknemer die op een feestdag, bedoeld in lid 1, niet op zaterdag of zondag vallende arbeid
verricht dan wel de wekelijkse vrije dag geniet, wordt een vervangende vrije dag toegekend.
a. voor de vervangende vrije dag die voor een feestdag in de plaats treedt, worden 8 uren voor de
loonberekening in aanmerking genomen;
b. de op de feestdag gewerkte uren worden bovendien voor de loonberekening in aanmerking
genomen;
c. de vervangende vrije dag dient te worden genoten vóór 30 april van het jaar volgend op het jaar
waarin het recht is ontstaan. De compensatie feestdagen worden in hele of halve dagen gegeven.
3. Compensatierustdagen en compensatiefeestdagen kunnen in de urenadministratie worden samengevoegd.
Artikel 21
Arbeidstijdberekening rijdende werknemers
A. Toerwagenritten/ ongeregeld vervoer/ pendelvervoer. De arbeidstijd van rijdende werknemers
bedraagt 5/6 van de diensttijd. Hierop bestaan de volgende uitzonderingen:
1. Bij meerdaagse reizen wordt de arbeidstijd geacht te zijn: op de eerste en laatste kalenderdag
5/6 van de diensttijd volgens de tachograafschijf met een minimum van acht uur netto
arbeidstijd per dag. Voor elke tussenliggende dag wordt voor de loonberekening acht uur netto
arbeidstijd in aanmerking genomen.
2. Indien de chauffeur tijdens een meerdaagse reis in opdracht van de werkgever een rit rijdt ten
behoeve van een ander reisgezelschap, dan dienen de uren voorzover de acht uur wordt overschreden, afzonderlijk vergoed te worden^
3. Bij pendelvervoer, meerdaagse reizen en internationale lijndiensten wordt onder diensttijd
eveneens verstaan de tijd gemoeid met het vervoer van en naar de plek waar de rit aanvangt
respectievelijk eindigt. Dit in lijn met de uitspraak zoals verwoord in het skills arrest.
De rusttijd tussen twee diensttijden wordt niet voor de loonberekening in aanmerking genomen
ook niet indien deze periode minder dan minimaal 9 uur omvat.
4. Voor elke 24 uur tussen het einde van de heenreis en het begin van de terugreis van een pendel
moet 8 uur netto arbeidstijd in aanmerking worden genomen.
5. De arbeidstijd bij dagtochten wordt als volgt berekend:
5/6 x totale diensttijd (het moment waarop de dienst wordt aangevangen, inclusief eventuele
rusttijd, onderbrekingen en pauzes buiten standplaats tot het moment waarop de dienst wordt
beëindigd) met een maximum van 16 uur netto.
Indien echter de werkzaamheden buiten standplaats worden onderbroken door een nachtrust
van ten minste 9 uur en omvattende de periode van 00.00 uur tot 04.00 uur, mag deze nachtrust
voor de loonberekening in mindering worden gebracht. Hierbij geldt de uitdrukkelijke voorwaarde dat de nachtrust in een éénpersoonshotelkamer met douche e'n toilet wordt doorgebracht.
Werkgever en werknemer kunnen gezamenlijk een dispensatieverzoek indienen (artikel 66).
In afwijking van het bovenstaande geldt voor ritten waarbij de chauffeur binnen 24 uur
terugkeert op standplaats, en waarbij de chauffeur niet de groep vervoert tot de
16
eindbestemming, doch de rit wordt voortgezet door een andere chauffeur, en deze groep niet
binnen 24 uur terugkeert op haar vertrekpunt, en de chauffeur na een rustperiode van meer dan
9 uur weer wordt ingezet voor de terugreis met een andere groep, de volgende afwijking van
bovenvermelde regeling:
•
•
door de werkgever zal worden gezorgd dat er voor de chauffeur op de plaats van onderbreking een éénpersoonshotelkamer met douche en toilet beschikbaar is;
de tijd welke aan de werknemer zal worden vergoed is gelijk aan 6/6 van de totale tijd minus
8 uur, met een minimum van 10 uur.
6. Indien de aaneengesloten diensttijd korter is dan twee uur, is de arbeidstijd 6/6 van de diensttijd.
B. Groepsvervoer en openbaar vervoer
1. De arbeidstijd van rijdende werknemers bedraagt 6/6 van de diensttijd.
2.
Éénmaal per diensttijd wordt één onderbreking van minder dan 61 minuten niet geacht
arbeidstijd te zijn.
3.
Voor het openbaar vervoer gelden verder de bepalingen van hoofdstuk 7.
C. 24 uurs trips die de kalenderdagen overschrijden.
Indien een chauffeur na 20.00 uur vertrekt, stilstaat en minimaal aaneengesloten 9 uur rust en beschikt over een hotelkamer, vervolgens weer vertrekt en voor 05.00 uur de volgende ochtend op
standplaats terug keert, dan wordt dit gezien als 2 diensten met een minimum van 8 uur arbeidstijd
per dienst.
Artikel 22
Rusttijd bij pendelvervoer
Indien de enkelvoudige diensttijd bij pendels en internationale lijndiensten langer gaat duren of geduurd heeft dan 18 uur dan
• dient de tussenliggende rusttijd op de plaats van bestemming van de pendel of internationale lijndienst minimaal 11 uur te bedragen;
• moet voorafgaand aan de pendel of internationale lijndienst de dagelijkse rusttijd minimaal 12 uur
bedragen;
•
moet na afloop van de pendel of de internationale lijndienst een rust van 24 uur aaneengesloten
worden genoten.
Artikel 23
Arbeidstijdadministratie
1. De werkgever dient een deugdelijke administratie te voeren van de dagelijkse door de werknemer
vervulde arbeidstijd. Deze administratie dient tenminste te bevatten de elementen genoemd in het
arbeidstijdadministratie-formulier (bijlage 4a en 4b).
2. De arbeidstijdadministratie en loonadministratie dienen beide betrekking te hebben op een zelfde
tijdvak. De werkgever bepaalt of beide betrekking zullen hebben op een vier-wekelijkse periode dan
wel een periode van een maand.
3. Wanneer op één of meer dagen niet wordt gewerkt wegens:
17
vakantie;
afwezigheid met behoud van loon;
arbeidsongeschiktheid of afwezigheid ingevolge artikel 20 en 58 van deze overeenkomst;
wordt ter vaststelling van de werkelijke arbeidstijd voor elk van die dagen genoteerd:
a) indien gereden wordt volgens dienstrooster: het aantal uren dat volgens het voor de werknemer geldend dienstrooster zou hebben gegolden;
b) indien niet gereden wordt volgens dienstrooster: 8 uren.
Artikel 24
Werktijdenregeling
1. Mot botrokking tot de wekelijkse rusttijd geldt hot bepaalde in het ATB Vorvoor, waarin is bepoald
dat de werkgever do arbeid zodanig moet organiseren dat de werknomor in oon periode van 36 ach
tereenvolgonde wokon ten hoogste gemiddeld 55 uren per week arbeid moot verrichten.
2. Ten aanzien van de werknemer die arbeid verricht die geheel of gedeeltelijk is gelegen in de periode
tussen 01.00 uur en 05.00 uur, geldt dat zijn totale arbeidstijd niet meer bedraagt dan 12 uur in elke
periode van 24 achtereenvolgende uren, te rekenen vanaf het begin van zijn arbeid.
3. Mot betrekking tot lid 1 van dit artikel geldt dat deae bepaling alleen mag worden toegepast indien
oon werknemer daarmee uitdrukkelijk schriftolijk instemt. Voor hot overige geldt het bepaalde in ar
tikol 3.5.1a on artikol 3.5.0 lid 3 van het ATD vervoer.
Artikel 25
Mededeling arbeid- en rusttijdenregeling
1. De werkgever is gehouden een arbeidspatroon voor zijn werknemer vast te leggen.
2. Een werkgever die een arbeidspatroon voor de bij hem werkzame werknemer vaststelt of opnieuw
vaststelt, deelt dit arbeidspatroon ten minste 28 dagen van tevoren aan die werknemer mede.
3. Indien de aard van de arbeid toepassing van het tweede lid onmogelijk maakt, deelt de werkgever
ten minste 28 dagen van tevoren aan de werknemer mede op welke dag de rusttijd, bedoeld in de
artikelen 5:3 en 5:4 arbeidstijdenwet, aanvangt. Tevens maakt hij aan die werknemer ten minste 4
dagen van tevoren de tijdstippen bekend waarop hij arbeid moet verrichten.
4. Van het tweede en derde lid kan uitsluitend bij collectieve regeling of, indien geen collectieve regeling van toepassing is dan wel de collectieve regeling geen bepalingen ter zake bevat, telkens met
instemming van de betrokken werknemer worden afgeweken.
5. Voor afwijkingen als bedoeld in lid 4 geldt dat met de OR en de regionale Vakbondsbestuurder een
andere regeling kan worden overeengekomen voor zover het ATB Ven/oer dat niet belet.
Artikel 26
Intrekken vrije dagen
Het intrekken van toegekende vrije dagen is alleen mogelijk als de werknemer daarmee instemt. De
werknemer heeft in dat geval recht op een bruto toeslag van € 11,86.
18
HOOFDSTUK 5: OVERUREN EN SPAARUREN
Artikel 27
Definities overuren
1. Niet-rijdende werknemers:
Overuren zijn uren waarmee de wekelijkse arbeidstijd van 40 uur per kalenderweek wordt
overschreden.
2. Rijdende werknemers:
Overuren zijn uren waarmee de gemiddelde wekelijkse arbeidstijd van 40 uur wordt overschreden.
Overuren dienen per betalingsperiode van een kalendermaand of 4 weken berekend te worden,
met inachtneming van rustdagen en eventuele compensatierustdagen, als bedoeld in artikel 19 en
de spaarurenregeling van artikel 29 of de jaarurenregeling van artikel 30.
Voor een werknemer met een parttime dienstverband geldt dat de uren welke de arbeidsuren overschrijden tussen zijn contractueel overeengekomen uren en het aantal arbeidsuren geldende voor
een fulltime dienstverband geen overuren zijn in de zin van artikel 28.
Over de uren welke gewerkt worden liggende tussen de contractueel overeengekomen uren en de
uren van een fulltime dienstverband worden vakantiedagen, werkgelegenheidsdagen, verlofdagen
en vakantietoeslag opgebouwd conform artikel 8. Tevens worden deze uren meegenomen in de opbouw prépensioen en pensioen. Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat deze saldi
eenmaal per jaar worden uitbetaald.
Indien op 30 april of uiterlijk voor aanvang van het seizoen van enig jaar niet alle spaaruren opgebouwd in het daaraan voorafgaande jaar in de vorm van vrije tijd zijn opgenomen, dienen de resterende spaaruren op deze datum uitbetaald te worden a 100%.
3. Afronding overuren:
Bij de toekenning van de in artikel 28 bedoelde vergoeding wordt de duurvan het overwerk per
betalingsperiode afgerond volgens bijgaand schema:
O -14 min. = O min.
15 - 44 min. = 30 min.
45 - 60 min. = 60 min.
Artikel 28
Vergoeding overuren
A. Overurentoeslag:
Voor ieder overuur wordt vergoed het uurloon vermeerderd met het hieronder genoemde percentage daarvan. Het percentage voor overuren bedraagt:
1. voor niet-rijdende werknemers:
a. voor overwerk op werkdagen 30%;
b. voor overwerk op zaterdagen 50%;
c. voor ovenwerk op zondagen en algemeen erkende feestdagen 100%.
2. voor rijdende werknemers:
Op alle dagen 35%.
B. Uitzondering van de bepaling inzake de vergoeding van overuren
De bepalingen inzake de vergoeding van overuren worden niet toegepast ten aanzien van:
1. de overuren gemaakt door hen, die bevoegd zijn tot het doen verrichten van overwerk;
19
2. de overuren gemaakt door hen, die een zelfstandige functie hebben, waarbij geen diensturen zijn
vastgesteld;
3. overuren die ontstaan door eigen schuld of toedoen van de werknemer.
Artikel 29
Spaarurenregeling: geldt voor rijdende werknemers met een dienstverband korter dan 12 maanden
en kan gelden voor werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd.
1. De spaarurenregeling wordt schriftelijk overeengekomen.
2. Overuren dienen a 135% te worden vergoed.
3. De eerste 100 overuren worden aangemerkt als spaaruren.
4. De uren als genoemd in lid 3 worden in overleg tussen werkgever en werknemer in vrije tijd op
standplaats opgenomen in hele of halve dagen (tenzij tussen werkgever en werknemer iets anders
wordt overeengekomen).
5. Naar keuze van de werknemer wordt de overurentoeslag van 35% hetzij uitgekeerd in tijd (door
toevoeging aan het spaaruren tegoed) dan wel in geld.
6. Werkgever en werknemer kunnen met betrekking tot de uren die de 100-uursgrens overschrijden in
onderling overleg afspreken dat die uren:
• volledig worden uitbetaald of
• als spaaruren worden aangemerkt of
• worden vergoed volgens een combinatie van de hierboven genoemde mogelijkheden.
7. De afspraken in lid 5 en 6 moeten jaarlijks worden gemaakt en schriftelijk worden vastgelegd.
8. Indien op 30 april of uiterlijk voor aanvang van het seizoen van enig jaar niet alle spaaruren opgebouwd in het daaraan voorafgaande jaar in de vorm van vrije tijd zijn opgenomen, dienen de resterende spaaruren op deze datum uitbetaald te worden a 100%. Voor de toeslag van 35% wordt verwezen naar lid 5.
9. De werkgever dient te zorgen voor een inzichtelijke administratie middels bijvoorbeeld het administratieformulier dat als bijlage bij deze CAO is gevoegd.
Artikel 30
Jaarurenregeling voor rijdende werknemers
1.
Voor werknemers met een vast dienstverband of een contract voor minimaal een periode van 7
tot en met 12 aaneengesloten kalendermaanden kan de jaarurenregeling gelden.
Bij een "7- maandsregeling" wordt verstaan dat het aantal uren per maand en het aantal dagen
per maand vermenigvuldigd wordt met zeven, te weten 7 x 173,33 uur en 7 x 21,75 dagen.
2a. De jaarurenregeling moet schriftelijk overeengekomen worden tussen werkgever en werknemer.
Deze schriftelijke overeenkomst maakt onderdeel uit van de arbeidsovereenkomst.
In deze schriftelijke overeenkomst moet het onderstaande geregeld worden:
20
•
•
•
•
de werkgever stelt de ingangsdatum van de jaarurenregeling (naar rato) vast voor de werknemers met een dienstverband van zeven maanden of langer. (De startdatum kan voor elke
werknemer anders bepaald worden);
de wijze waarop werkzaamheden worden ingevuld nadat de jaaruren ad 2080 uur bruto danwel de werkdagen ad 239 zijn bereikt. (Dagen en uren zijn per jaar variabel en worden vanaf
nul opgebouwd);
de 35% toeslag wordt maandelijks uitbetaald dan wel in tijd gecompenseerd;
een eventueel negatief uren saldo aan het eind van het jaar komt voor rekening van de werkgever.
b. Indien de werknemer geon gebruik wenst te makon van aijn 30 wettelijke vakantiedagen conform
het gestelde in artikol 56 dan dient hij hiervoor schriftolijk eon medodoling te aendon aan de CAO
secretaris, waarvoor hij een bevestiging ontvangt. Do worknomer verstrekt aijn werkgever con ko
pio van deac mededeling. Na deae melding aal hot aantal dagon van 330 verhoogd worden mot het
oantal niet opgonomon vakantiedagen met cen majtimum van 361 te werken dagen.
3.
Zolang de jaarurenregeling niet schriftelijk is vastgelegd geldt per definitie de spaarurenregeling
neergelegd in artikel 29.
4.
Bij aanvang van de jaarurenregeling, aansluitend aan een spaarurenregeling dient er te worden
afgerekend; bij aanvangsdatum van de jaarurenregeling aansluitend aan een jaarurenregeling
wordt.afgerekend, tenzij schriftelijk anders overeengekomen. Voor compensatierustdagen geldt
hetgeen bepaald is in artikel 19. De jaarurenregeling kan niet met terugwerkende kracht worden
ingevoerd.
5.
Op de laatste kalenderdag van de 7 tot en met 12 maanden periode dienen alle openstaande
uren en toeslagen te worden afgerekend. Op uitdrukkelijk schriftelijk verzoek van de werknemer
kunnen de openstaande tegoeden aan uren en compensatiedagen omgezet worden in vakantiedagen.
6.
De overurentoeslag van 35% zoals vermeld in artikel 28 lid 2 wordt maximaal 1 keer vergoed.
7.
Parttimers met een dienstverband voor onbepaalde tijd danwel een dienstverband voor minimaal 7 tot en met 12 kalendermaanden aaneengesloten maken naar rato gebruik van deze regeling.
8.
De werkgever dient te zorgen voor een inzichtelijke administratie middels bijvoorbeeld het administratieformulier dat als bijlage bij deze CAO is gevoegd.
Artikel 31
Schoolvervoer
1.
Indien en voor zover de werknemer op parttimebasis uitsluitend schoolvervoer verricht mogen de
arbeidsuren en de daarop gebaseerde beloning worden gemiddeld over een periode van maximaal
12 maanden te rekenen vanaf de start van het schooljaar van enig jaar met dien verstande dat per
betalingsperiode een evenredig gedeelte van dat jaargemiddelde uitbetaald wordt.
Uiterlijk aan de start van het nieuwe schooljaar van het daaropvolgend kalenderjaar worden de
meeruren uitbetaald. De minder gemaakte uren zijn voor rekening van de werkgever. De hiervoor
bedoelde jaarurenregeling mag alleen worden toegepast met goedvinden van de werkgever en
werknemer en op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
2.
In geval er sprake is van een vorm van vervoer vergelijkbaar met schoolvervoer als bedoeld in de
21
definitie van schoolvervoer (het geregeld vervoer van schoolkinderen, waarbij sprake is van structurele onderbrekingen in het vervoer over vooraf kenbare periodes) kan aan CAO Partijen toestemming worden verzocht om op dat vervoer de jaarurenregeling toe te passen.
Voor uren boven het contractueel overeengekomen aantal uren opjaarbasis geldt de overurentoeslag van 35 %.
22
HOOFDSTUK 6: TOESLAGEN EN VERGOEDINGEN
Artikel 32
Onderbrekingstoeslag
1. De rijdende werknemer heeft recht op een onderbrekingstoeslag bij alle typen vervoer. De onderbrekingstoeslag bedraagt € 13,41.
2. Er wordt per dienst één onderbrekingstoeslag toegekend, indien de diensttijd langer dan 1 uur
wordt onderbroken en de totale diensttijd niet meer dan 12 uur bedraagt. Voor zover de totale
diensttijd meer dan 12 uur bedraagt en er meer dan één onderbreking als hiervoor bedoeld plaatsvindt, worden per dienst maximaal twee onderbrekingstoeslagen toegekend. De onderbrekingstoeslag is niet verschuldigd indien er sprake is van aaneensluitende werkzaamheden, zijnde niet exclusief vervoerswerkzaamheden, bij een taxi en/of touringcarbedrijf dat deel uit maakt van eenzelfde
holding; dit met in achtneming van het bepaalde in artikel 21 lid b2, nl. dat één maal per diensttijd
één onderbreking van minder dan 61 minuten niet geacht wordt arbeidstijd te zijn.
3. De in de leden 1 en 4 genoemde toeslag wordt niet toegekend, indien de onderbreking 8 uur of
langer duurt.
4. De onderbrekingstoeslag mag worden verminderd tot € 8,49 wanneer de werknemer de Bus (of
ander gemotoriseerd ven/oer nadat schriftelijk dispensatie is verleend door CAO-partijen) op vrijwillige basis mee naar huis neemt en wel indien de rit eindigt op of nabij de plaats waar de werknemer
woonachtig is en de rit volgend op de onderbreking ook op deze plaats aanvangt.
Artikel 33
Onregelmatigheidstoeslag
1. Technische en niet-rijdende werknemers:
a. Voor arbeidsuren van maandag tot en met vrijdag tussen 20.00 en 06.00 uur wordt een onregelmatigheidstoeslag toegekend ten bedrage van € 1,50.
b. Voor arbeidsuren op zaterdag, zon- en feestdagen liggend tussen 00.00 uur en 24.00 uur wordt
een onregelmatigheidstoeslag toegekend ten bedrage van € 2,24.
c. De planner of de monteur ontvangen een consignatietoeslag van minimaal € 5 per dag, tenzij al
op andere wijze hierin is voorzien.
2. Rijdende werknemers belast met uitvoering van toerwagenritten, ongeregeld vervoer en pendel
Vervoer:
a. Voor werkzaamheden op de zaterdag wordt een onregelmatigheidstoeslag toegekend van € 3,35
per uur.
b. Voor werkzaamheden op zon- en feestdagen wordt een onregelmatigheidstoeslag toegekend
van € € 5,03 per uur.
c. Er wordt een onregelmatigheidstoeslag toegekend voor werkzaamheden op door de weekse dagen tijdens de nachtelijke uren (00.00-06.00 uur) van € 3,35 per uur.
3. Rijdende werknemers belast met de uitvoering van groepsvervoer:
a. Voor arbeidsuren van maandag tot en met vrijdag, liggende tussen 20.00 en 06.00 uur wordt een
23
onregelmatigheidstoeslag toegekend van € 2,79 per uur.
b. Voor arbeidsuren op zaterdag, zon- en feestdagen, liggende tussen 00.00 en 24.00 uur wordt een
onregelmatigheidstoeslag toegekend van € 4,19 per uur.
Artikel 34
Maaltijdvergoedingen/ overige zakelijke kosten
1. Algemeen
a. Declaraties worden alleen vergoed als een fiscaal acceptabele (kassa-)bon wordt ingeleverd.
Op een fiscaal acceptabele bon staat TEN MINSTE vermeld:
(1) naam van de leverancier (gedrukt, geprint ofvia een bedrijfsstempel);
(2) datum;
(3) omschrijving van het geconsumeerde;
(4) bedrag;
Bonnen waar de vier bovengenoemde punten niet op staan, worden niet uitbetaald I Dus
geen (fiscaal acceptabele) bon is geen vergoeding;
Handgeschreven bonnen zonder bedrijfsstempel worden ook niet uitbetaald;
Chauffeurs zijn zelfverantwoordelijk voor de juistheid van de bonnen;
Voor elke te declareren maaltijd dient een bon ingediend te worden.
b. Er wordt geen maaltijd vergoed als er op een andere wijze in de maaltijd is voorzien.
c. Maaltijden, op welke wijze dan ook voorzien en op welk tijdstip dan ook genuttigd, dienen altijd
te voldoen aan de richtlijnen van 'de schijf van vijf'.
d. De toelichting op dit artikel in Bijlage I vormt een integraal onderdeel van dit artikol.
e. Met de bepalingen in dit artikel is integraal voorzien in de bestrijding van de kosten ter
behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Behoudens intermediaire kosten (kosten van de
werkgever die de werknemer voor de werkgever voorschiet) en niettegenstaande elders in deze
CAO opgenomen bepalingen, is er aanvullend op dit artikel derhalve geen mogelijkheid om zakelijke kosten te vergoeden ofte verstrekken, dan wel anderszins te compenseren.
2. Maaltijden voor werkzaamheden welke binnen een termijn van 24 uur worden uitgevoerd geldt
met ingang van 1 januari 2014:
Voor werkzaamheden welke binnen een termijn van 24 uur worden uitgevoerd, geldt aanvullend:
a. Er wordt vanuit gegaan dat één maaltijd per dienst van huis meegenomen kan worden en binnen
4 uur na aanvang van de dienst genoten wordt. Deze wordt dus niet vergoed.
b. Indien de diensttijd geheel valt tussen 07:30 uur en 19:00 uur wordt er geen maaltijdvergoeding
verstrekt.
c. Bij een diensttijd van 11 uur of meer, voor zover niet geheel gelegen tussen de onder b genoemde tijdstippen, bedraagt de maaltijdvergoeding maximaal € 18,50. Bij een diensttijd van 14 uur
of meer bedraagt de maaltijdvergoeding maximaal € 29,50.
d. Indien er sprake is van een aaneengesloten onderbreking van de diensttijd van minimaal 120
minuten op standplaats zijn de hier voorgenoemde vergoedingen niet verschuldigd.
e. Per reis worden maximaal twee maaltijden vergoed, behoudens in gevallen waarin door
calamiteiten of onvoorziene omstandigheden de reis onverhoopt langer duurt dan 24 uur.
3. Maaltijden meerdaagse reizen
Voor meerdaagse reizen geldt aanvullend:
24
a) Per maaltijd wordt het bedrag van de ingeleverde bon of bonnen vergoed, tot onderstaande
maximumbedragen:
Land
België / Luxemburg
Duitsland
Oostenrijk
Frankrijk
Groot Brittannië
Italië
Zwitserland
Scandinavië
Spanje
Griekenland
Kroatië / Slovenië
Polen / Rusland
Tsjechië/Slowakije
Diner
€ 18,50
€ 18,50
€ 18,50
€ 24,00
€24,00
€ 20,00
€ 20,00
€ 20,00
€ 18,50
€ 18,50
€ 15,50
€ 15,50
€ 15,50
Lunch
€ 11,00
€ 11,00
€ 11,00
€ 15,00
€ 15,00
€ 14,00
€ 14,00
€ 14,00
€ 11,00
€ 11,00
€ 10,00
€ 10,00
€ 10,00
Indien nodig worden deze bedragen jaarlijks aangepast.
b) Voor landen die niet zijn genoemd gelden de volgende maximum bedragen:
1. Diner €18,50 per dag;
2. Lunch € 11,00 per dag.
c) Indien er geen voorziening voor ontbijt is getroffen, ontvangt de werknemer een vergoeding van
maximaal € 8,00 per dag; dit op basis van een fiscale bon, zoals omschreven in lid 1 van dit artikel. •
d) Er wordt vanuit gegaan dat één maaltijd op de eerste dag van huis wordt meegenomen en
binnen 4 uur na aanvang dienst genoten wordt. De overige dagen worden maximaal 3
maaltijden per dag vergoed.
4. Overige zakelijke kosten ter behoorlijke ven/ulling van de dienstbetrekking (beroepskosten)
Ter compensatie van de beroepskosten bij meerdaagse reizen geldt het volgende aanvullend:
a) Bij meerdaagse reizen heeft de chauffeur die zonder reisleider vervoer van personen verricht per
dag recht op:
1. een netto vergoeding van € 10,75;
2. een bruto vergoeding van € 3,50;
b) Werkzaamheden van de chauffeur die begeleidt wordt door een reisleider
Tot de werkzaamheden van de chauffeur behoort:
- Alles wat met de touringcar te maken heeft, van zorgen dat er voldoende brandstof in zit tot
het schoonhouden van interieur en exterieur tijdens de reis;
- Voorbereiden (eventueel in overleg met de reisleider) van de route (routekennis);
- Hotels en bezienswaardigheden weten te bereiken;
- Mededelen van vertrektijden indien nodig;
- Het helpen van de passagiers bij in- en uitstappen;
- Het zorg dragen voor de bagage van de passagiers.
25
Belangrijke toevoegingen:
1. Indien van een chauffeur verlangd wordt WEL als chauffeur/reisleider te fungeren omdat er
bijvoorbeeld een niet-deskundige passagier of leraar als reisleiding is benoemd, dan dient de
chauffeur gewoon de reisleidertoeslag te ontvangen.
2. Als de situatie als onder 1 genoemd zich onverwacht voordoet dient de chauffeur zijn leidinggevende te bellen om zo zijn toeslag veilig te stellen of de opdrachtgever gelegenheid te geven dit op te lossen.
c) Bij meerdaagse reizen waarbij de autobus met twee chauffeurs is bemand, heeft iedere chauffeur voor de overige zakelijke kosten recht op een netto vergoeding van € 7,16 per dag.
d) Bij meerdaagse reizen uitgevoerd met reisleider, heeft de chauffeur voor de overige zakelijke
kosten recht op een netto vergoeding van € 5,73 per dag.
e) Geen aanspraak op de vergoeding bestaat, indien de touroperator, organisator of opdrachtgever
van de werkgever ten minste de bedragen, genoemd in artikel 34, lid 4, sub a, c of d aantoonbaar
verstrekt aan de werknemer. Bij een lager bedrag dient de werkgever dit tot in het in artikel 34,
lid 4, sub a, c of d genoemde bedrag aan te vullen.
f) In geval van pendelvervoer heeft de chauffeur voor de overige zakelijke kosten recht op een netto vergoeding van € 5,73 per dienst.
g) Bij driedaagse stedenreizen worden de overige zakelijke kosten op de tweede dag gesteld op een
netto vergoeding van € 10,75 plus een bruto vergoeding van € 16,50.
h) De vergoedingen, aoals genoemd in dit artikellid, aijn onderbouwd naar kostensoort en naar do
hoogto van het bodrag per kostensoort. Doao onderbouwing is opgenomen in de toelichting op
dit artikel in Bijlago I.
Artikel 35
Vergoeding bij opleiding
Met ingang van 1 januari 2014 geldt voor alle contractvormen dat de kosten voor alle opleidingen, ook
die betreffende code 95, voor rekening van de werkgever komen. De studiedag zelf komt voor rekening
van de werknemer. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer vindt afstemming plaats over
de invulling van de opleidingstijd, dit met een minimum van 1 dag (8 uur) per jaar binnen de periode
van 5 jaar.
De eventuele reistijd van en naar de cursuslocatie komt als werktijd voor rekening van de werkgever.
De reis- en verblijfskosten worden eveneens aan de werknemer vergoed. Wanneer de werknemer
met eigen vervoer reist zal de kilometervergoeding worden vergoed volgens actuele fiscale normen.
Indien niet door het opleidingsinstituut is voorzien in een maaltijd voorziet de werkgever hier in.-Wanneer de werknemer binnen twee jaar na beëindiging van de cursus en/of opleiding vrijwillig het bedrijf
verlaat dient hij de kosten van de cursus en/of opleiding van 1000 euro en meer, exclusief subsidie,
terug te betalen. Per maand dat de werknemer niet meer in dienst is moet hij 1/24 deel van de kosten
terugbetalen (exclusief subsidie).
Artikel 36
Reiskostenvergoeding
1. Aan de werknemer, die dienst heeft buiten standplaats, worden de werkelijk betaalde reiskosten
vergoed volgens de fiscaal geldende normen, indien
• hij niet heeft kunnen reizen met gratis vervoer;
• hij ook bij tijdige aanvraag niet met gratis vervoer had kunnen reizen.
26
2. Bij verplaatsing van het bedrijf of bij overplaatsing van werknemers worden gedurende twee
jaar de extra kosten voor woon/werkverkeer vergoed volgens de geldende fiscale normen.
3 a. De werknemer belast met de uitvoering van groepsvervoer wiens dienst voor meer dan 3 uur
wordt onderbroken, heeft in het tijdvak van onderbreking recht op een vergoeding voor de
kosten van woon/werkverkeer.
b. De vergoeding als bedoeld in lid 3a bedraagt de actuele fiscale regeling woon/werkverkeer.
c. Indien de maximale fiscaal vrijgestelde vergoeding wordt verhoogd of verlaagd, wordt de vergoeding bedoeld in lid 3a met nominaal hetzelfde bedrag verhoogd of verlaagd.
d. Wanneer de werknemer voor zijn woon/werkverkeer gebruik kan maken van een dienstauto of
dienstbus zal de vergoeding als in lid 3 sub a genoemd niet verstrekt worden.
4. Wanneer een werknemer als gevolg van overheidsmaatregelen (zoals tolpoorten, kilometerheffing
en dergelijke) met betrekking tot het terugdringen van autogebruik in het woon/werkverkeer te
maken krijgt met meerkosten ten opzichte van de situatie voor invoering van de regeling, zal de
werkgever de meerkosten binnen de fiscale mogelijkheden van onbelaste vergoedingen, compenseren.
Artikel 37
Diplomatoeslagen
Daar waar uit voorgaande CAO's rechten kunnen worden ontleend aan de diplomavergoeding blijven
deze gehandhaafd.
27
HOOFDSTUK 7: UITZONDERINGSBEPALINGEN OPENBAAR VERVOER
Artikel 38
Geen toepassing CAO Besloten Busvervoer
De CAO besloten Busvervoer is niet van toepassing wanneer tenminste 25 fulltime eenheden per jaar in
het openbaar vervoer werkzaam zijn op eigen concessie, of wanneer dit vervoer wordt verkregen via
onderaanbesteding en de uitvoering geschiedt als ware het een eigen concessie volgens een eigen
complete dienstregeling, waarbij de duur van de onderaanbesteding overeenkomt met de concessietermijn.
Artikel 39
Versterking en vervanging van Openbaar Vervoer
Onder de definitie van Openbaar Vervoer in artikel 2 wordt tevens verstaan: Versterkingsritten Openbaar Vervoer en vervangend NS-vervoer, dit met uitzondering van niet geplande NS-storingen (calamiteiten).
jolon tijdeng controctduur
Partijon verplichten aich onverwijld overleg te openen over do toepassing van maatrogolon op do
worknemers die ondor de bopalingen van deao CAO vallen, zodra or oen wijaiging van arbeidsvoor
waardon is overeongekomon voor worknemers vallende ondor de CAO Openbaar vervoer
Artikel 41
Dienstdoen in Openbaar Vervoer op de vrije dag
1. Intrekking van een vrije dag vindt slechts plaats - behoudens in situaties die niet aan de werkgever
kunnen worden verweten of door hem waren te voorzien - in overleg met betrokkene.
2. Indien een werknemer, belast met de uitvoering van openbaar vervoer, wegens dienstbelang arbeid
moet verrichten op een roostervrije dag, voorkomende in een dienstrooster als bedoeld in artikel
2.4:3 ATB Ven/oer, dan wordt hem - met inachtneming van het in lid 3 bepaalde - daarvoor in de
plaats terstond een andere roostervrije dag aangewezen, welke binnen 21 kalenderdagen na de
oorspronkelijke moet worden genoten en ontvangt hij een toeslag wegens verschuiving van 35%
van het dagloon.
3. Kan uit hoofde van dienstbelang geen vervangende vrije dag worden aangewezen, dan dient het
werken op een roostervrije dag vergoed te worden met een toeslag van 100% van het uurloon voor
elk op die dag gewerkt uur, zonder dat de gewerkte uren voor de overurenberekening, bedoeld in
artikel 28, in aanmerking mogen worden genomen. In het geval dat op de vrije dag minder dan 4 uur
arbeid wordt verricht, zal een minimum beloning van 4 uur tegen 100% extra worden toegekend.
4. Het in de leden 2 en 3 bepaalde, geldt uitsluitend indien de roostervrije dagen gelegen zijn in de
periode van 8 dagen, volgende op de dag waarop de aanzegging om dienst te doen, is gegeven.
5. Het in lid 2 bepaalde geldt niet, indien er sprake is van verschuiving van een roostervrije dag, welke
met wederzijds goedvinden heeft plaatsgevonden.
28
Artikel 42
Gebroken diensten
Per week kunnen niet meer dan 2 gebroken diensten verplicht worden opgelegd aan:
• de werknemer die OV dan wel OV ondersteunende werkzaamheden verricht;
• de werknemer die werkzaam is op basis van een volgebouwd roulerend rooster zoals bij het zogeheten Schipholvervoer het geval is.
Werkgever en werknemer kunnen in onderling overleg andersluidende afspraken maken.
Artikel 43
Onregelmatigheidstoeslag Openbaar Vervoer
1. € 4,37
uur.
2. € 4,05
3. € 5,63
indien
per uur voor arbeidsuren van maandag tot en met vrijdag, liggende tussen 19.00 en 07.30
per uur voor arbeidsuren op zaterdagen.
per uur voor arbeidsuren op zon- en feestdagen en op werkdagen tussen 00.00 en 06.00 uur,
het een dienst betreft die op een zon- of feestdag is aangevangen.
Artikel 44
Werkgelegenheidsdagen Openbaar Vervoer
1. Naast de vakantiedagen, vermeld in artikel 56, zullen aan de werknemer die uitsluitend openbaar
vervoer verricht 18 werkgelegenheidsdagen worden gegeven. Deze dagen dienen door de werkgever tijdig te worden aangewezen.
2. Werkgelegenheidsdagen openbaarvervoer
Naast de werkgelegenheidsdagen, vermeld in artikel 58, zullen aan werknemers die naast besloten
busvervoer ook openbaar vervoer verrichten 18 werkgelegenheidsdagen naar rato worden gegeven.
Deze dagen dienen door de werkgever tijdig te worden aangewezen.
Rekenvoorbeeld:
Stel:
Opjaarbasis 1200 busuren
Opjaarbasis 600 OV uren
1200/1800 X 5= 3 Ys + 600/1800 x 18 = 6 geeft een totaal van 9 'A.
3. Ingeroosterde werkgelegenheidsdagen komen bij ziekte op die dagen te vervallen.
4. Voor het overige zijn de bepalingen van artikel 56 van overeenkomstige toepassing op werkgelegenheidsdagen.
5. De werkgever kan in overleg met de werknemer de OV werkgelegenheidsdagen via een toeslag per
uur administreren en betalen aan de werknemer conform de navolgende formule: 18-5 = 13 : 261
maal uurloon.
6. Werkgelegenheidsdagen verworven door het rijden van Openbaar Vervoerritten kunnen met toestemming van de werknemer omgezet worden in uren. Deze uren dienen dan aangewend te worden ter verhoging van het in de arbeidsovereenkomst vermelde aantal uren te werken per week.
29
HOOFDSTUK 8: ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
Artikel 45
Verplichtingen van de werknemer
De verplichtingen van de werknemer kunnen conform de wet op de ondernemingsraden in een
bedrijfsreglement worden geregeld.
Artikel 46
Verplichtingen van de werkgever
1. Accommodatie
Indien de werknemer redelijkerwijs niet geacht kan worden thuis te overnachten, dient de werkgever zorg te dragen voor een zodanige accommodatie dat de werknemer in een zo groot mogelijke
mate van privacy een ongestoorde dagelijkse rusttijd kan genieten, zodat een veilige uitoefening
van zijn functie wordt gewaarborgd. De werknemer heeft hierbij recht op een éénpersoonshotelkamer met toilet en douche op de kamer. Werkgevers kunnen dispensatie aanvragen bij CAO partijen voor die werknemers die instemmen met een alternatieve locatie, voor de looptijd van de CAO.
2. Wisselplaats
De accommodatie op een wisselplaats moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- De ruimte moet goed geventileerd kunnen worden;
- De ruimte moet voldoen aan de inrichtingseisen voor kantinegelegenheden, zoals omschreven in
de Arbowet;
- De ruimte is niet bedoeld voor passagiers;
- De ruimte moet gelegenheid bieden voor het nuttigen van spijzen en dranken;
- De ruimte moet beschikken over goede sanitaire voorzieningen die ten minste dagelijks en bij
frequent gebruik zo vaak als nodig schoongemaakt worden.
3. Barexploitatie
De exploitatie van de bar in de bus valt onder de verantwoordelijkheid van de werkgever. De kosten
en de opbrengsten van de exploitatie van de bar vallen aan de werkgever toe. De werkgever is verantwoordelijk voor het aanleggen en in stand houden van de voorraden met betrekking tot de exploitatie van de bar. In overleg met de werknemer kan een andere regeling worden overeengekomen.
4. Bestuurderskaart
Bij invoering van de digitale tachograaf draagt de werkgever de kosten voor aanschaf en onderhoud
van de bestuurderskaart. Indien de werknemer op eigen verzoek de arbeidsovereenkomst beëindigt
zal hij het restant van de geldende waarde van de bestuurderskaart terug betalen aan de werkgever.
Een eventuele nieuwe werkgever van deze werknemer vallende onder deze CAO, zal het restant van
die geldende waarde van de bestuurderskaart die de werknemer heeft terug betaald, aan zijn
voormalig werkgever, betaalbaar stellen.
Artikel
Workon woor derdon
Hct is de werknemer, indien hij een dienstvorband in het kader van deze CAO heoft, niot toegostoan
aonder schriftelijke toestemming van de werkgever eldors eon (neven)betrekking te aanvaarden. De
30
jovor kan hiervoor toestemming verlenen, voor zover dit geen strijd oplevert met wottolijko bepa
lingen, waarbij met name gedacht wordt aon hot Arboidstijdon Besluit Vorvoor. Het bovens
voor rijdend personeel en niot rijdend personeel (inclusiof ZZP ors).
Artikel 48
Sociaal/ maatschappelijke dan wel medische indicatie
1. Verzoek om vrijstelling
De werknemer welke zich kan beroepen op een medische dan wel sociaal maatschappelijke indicatie zal worden vrijgesteld van pendelvervoer en/of van werkzaamheden in het nachtvenster tussen
02.00 uur en 0.6.00 uur. Deze indicatie zal worden vastgesteld door een gecertificeerde arts. Indien
voor de werknemer in 2005 een ouderenregeling gold kan de werkgever verlangen dat de werknemer zich aan een keuring zoals hierboven bedoeld onderwerpt. Zolang deze keuring niet heeft
plaatsgevonden wordt de werknemer geacht een sociaal maatschappelijke of medische indicatie te
hebben.
2. Compensatie onregelmatigheidstoeslag
Indien het gebruik van de in artikel 48 lid 1 vermelde regeling voor de betrokken werknemer op
jaarbasis leidt tot lagere verdiensten uit onregelmatigheidstoeslag in vergelijking met de onregelmatigheidstoeslag over het jaar direct voorafgaand aan dat waarin gebruik wordt gemaakt van deze regeling, heeft de werknemer recht op compensatie onregelmatigheidstoeslag.
3. Berekening compensatie onregelmatigheidstoeslag over refertejaar
De compensatie onregelmatigheidstoeslag wordt uitgedrukt in een vast bedrag per betalingsperiode. Dit bedrag wordt berekend door de totale verdiensten uit onregelmatigheidstoeslag over het refertejaar (dat is het kalenderjaar direct voorafgaande aan het jaar waarin de werknemer van de bovenstaande regeling gebruik maakt) te delen door het aantal betalingsperioden (4 weken of maandperioden) waarover inkomen uit arbeid wordt genoten in dat zelfde jaar.
4. Uitbetaling compensatie ORT
De compensatie ORT is verschuldigd over iedere loonbetalingsperiode. Aan het eind van ieder kalenderjaar worden de bedragen die zijn uitgekeerd als compensatie ORT samengeteld. Als de verdiensten uit de reguliere onregelmatigheidstoeslag het totaal bedrag aan compensatie ORT over dat
kalenderjaar zou hebben overschreden, heeft de werknemer recht op het meerdere. Uitbetaling van
dat meerdere dient plaats te vinden in de eerste betalingsperiode van het daaropvolgende kalenderjaar.
5. indexering compensatie ORT
De compensatie ORT wordt op dezelfde wijze geïndexeerd als de reguliere onregelmatigheidstoeslag.
6. Parttimer en compensatie ORT
Wanneer de werknemer die gebruik maakt van deze regeling in vergelijking tot het refertejaar contractueel een lager aantal arbeidsuren overeenkomt met zijn werkgever, dient de compensatie ORT
naar rato aangepast te worden aan het lagere aantal arbeidsuren.
Artikel 49
Vakbond
1. De werkgever dient er zorg voor te dragen dat een kaderlid van de werknemersorganisaties betrok
lij het afsluiten van deao CAO, uit hoofde van zijn verenigingswerk in de onderneming niet in
31
zijn positie als werknemer wordt geschaad. Kaderlid is hij die een bestuurlijke of vertegenwoordigende functie uitoefent voor de werknemersorganisatie waarvan hij lid is en die als zodanig door die
organisatie bij de werkgever schriftelijk is aangemeld.
2. Op verzoek van de werknemer zal de werkgever administratieve medewerking verlenen om in de
salaris productie van december, bij de uitbetaling van het salaris, de door de werknemer betaalde
vakbondscontributie fiscaal vriendelijk verrekenen. Het verzoek voorzien van een lidmaatschapsbewijs dient hiervoor jaarlijks uiterlijk 15 november door de werknemer aan de werkgever schriftelijk
te worden gedaan.
Artikel 50
Dienstkleding
De werkgever kan in het bedrijfsreglement een bepaling opnemen over dienstkleding.
Artikel 51
Medische keuringen
1. De werknemer stelt zich - tenzij hiertegen dwingende bezwaren bestaan - conform de Wet.Personenvervoer beschikbaar voor elke medische keuring die door de werkgever nodig wordt geacht in
verband met het vervullen van de functie, waaronder de intredekeuring, psychotechnische onderzoek alsmede de keuring ten behoeve van de vijfjaarlijkse geneeskundige verklaring. De werkgever
is gerechtigd daartoe een arts aan te wijzen. De werknemer volgt alle maatregelen op, die op grond
van het medisch advies worden aanbevolen.
2. Kosten van de keuringen en van op grond daarvan te treffen maatregelen zijn voor rekening van de
werkgever, voor zover daarin niet op andere wijze wettelijk wordt voorzien.
Artikel 52
Geneeskundige verklaring
In het kader van het arbobeleid in de bedrijfstak dienen alle chauffeurs ten behoeve van de geneeskundige verklaring volgens de Wet Personenvervoer een keuring te ondergaan die is toegespitst op het
beroep van touringcarchauffeur, overeenkomstig de richtlijnen vastgesteld door Medibus dan wel
Stichting FSO als rechtsopvolger van STAOBB. Als bewijs hiervan dient de werknemer een geneeskundige verklaring van Medibus of Stichting FSO als rechtsopvolger van STAOBB in zijn bezit te hebben
(Bijlage 5: Voorwaarden afgifte geneeskundige verklaring van Medibus of Stichting FSO als rechtsopvolger van STAOBB).
Artikel 53
Eis van dienstbetrekking en informatieplicht
1. Het is de vervoerder verboden besloten busvervoer te verrichten met chauffeurs die niet bij hem in
dienstbetrekking zijn.
2. Het in lid 1 genoemde verbod geldt niet in geval van:
a. Collegiale inleen van werknemers van andere houders van vergunningen voor het verrichten van
collectief personenvervoer.
b. Internationaal vervoer van niet-ingezetenen met buitenlandse chauffeurs in opdracht van een
32
buitenlandse onderneming, waarbij vooral te denken is aan zulk ven/oer dat in ovenwegende mate in het buitenland wordt verricht en waarvoor de Minister van Verkeer & Waterstaat onder de
werking van de Wet Personenvervoer 1988 ontheffing heeft verleend.
c. Uitzendkrachten.
d. ZZP-ers die een eigen communautaire vergunning hebben conform de Wet Personenven/oer.
3. De vervoerder als bedoeld in lid 1 is gehouden de STO maandelijks achteraf op de hoogte te brengen van het aangaan, het wijzigen en het beëindigen van een dienstbetrekking als bedoeld in lid 1.
Hiervoor zijn meldingformulieren bij de STO verkrijgbaar.
4. De vervoerder als bedoeld in lid 1 is gehouden STO melding te doen van de inzet van uitzendkrachten/ ZZP-ers/ freelancers en werknemers die op basis van detachering in zijn bedrijf worden ingezet.
Hiervoor zijn meldingsformulieren bij de STO verkrijgbaar.
5. De STO is bevoegd om de gegevens, verkregen als gevolg van de informatieplicht als bedoeld in lid 3
en 4, aan te wenden voor het houden van toezicht op de naleving van de CAO in samenhang met
andere wettelijke bepalingen en in samenwerking met de daarvoor geëigende instanties.
Artikel 51
Werknemers die conform deae CAO rij werkaaamhcdon verrichten, dienen, ook wanneer aij oen ar
beidsovcreenkomst hebbon voor mindor dan 13 uur por weck, to beschikken over een bewijs van vak
bekwaomhcid aoals omschreven in het ATB Vervoer.
Artikel 55
Ongewenst gedrag
1. De werknemer heeft recht op een werkomgeving waarin ongewenst gedrag wordt uitgebannen.
Uitgangspunt hierbij is dat de persoonlijke integriteit van de werknemer in de sector niet mag worden aangetast. De sector besloten busvervoer keurt ongewenst gedrag op de werkplek in het besloten busvervoer ten stelligste af.
2. Onder ongewenst gedrag wordt al het gedrag verstaan, daaronder vallen verbale en non-verbale
uitingsvormen, waarbij de persoonlijke integriteit van werknemers en werkgevers in de sector niet
wordt gerespecteerd. Te denken valt daarbij met name aan:
• Discriminatie op grond van ras, huidskleur, levensovertuiging, geslacht of seksuele geaardheid.
• Verbaal offysiekagressiefgedrag, waaronder pesten
• Seksuele intimidatie: ongewenst lichamelijk, verbaal of non-verbaal gedrag van seksuele aard of
anderszins op geslacht gebaseerd gedrag, dat afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en
mannen op het werk.
3. Om ongewenst gedrag op de werkplek te bestrijden en te voorkomen hebben de CAO Partijen voor
het besloten busvervoer de stichting Medibus de opdracht gegeven het volgende beleid uit te voeren:
Preventie: Bedrijven adviseren om de verlichting en toegankelijkheid van de werkplekken te optimaliseren en zoveel mogelijk geïsoleerde werkplekken te voorkomen,
Voorlichting: Aangeven wat onder ongewenst gedrag wordt verstaan, duidelijk maken dat dit
gedrag onacceptabel is, informatie verstrekken over sancties, informatie geven over de openstaande wegen ingeval ongewenst gedrag zich voordoet.
33
Het aanstellen van een vertrouwenspersoon voor de sector;
Het invoeren van een klachtenregeling en het instellen van een onafhankelijke klachtencommissie (reglement ongewenst gedrag bijlage 6).
34
HOOFDSTUK 9: VERLOF- EN VAKANTIERECHTEN
Artikel 56
Vakantie
1. Ten aanzien van de vakantie geldt - met inachtneming van de leden 2 t/m 8 van dit artikel - de wettelijke regeling met betrekking tot vakantie en met behoud van loon. Werkgever en werknemer
kunnen bij schriftelijke overeenkomst hiervan afwijken.
2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
3. De normale vakantie per vakantiejaar bedraagt:
voor werknemers van 20 jaar en jonger
: 24 dagen
voor werknemers van 21 tot en met 49 jaar : 23 dagen
voor werknemers van 50 tot en met 54 jaar : 24 dagen
voor werknemers van 55 tot en met 59 jaar : 26 dagen
voor werknemers van 60 jaar en ouder
: 27 dagen
De peildatum voor het bereiken van de bovengenoemde leeftijden is het jaar waarin men die
leeftijd heeft bereikt.
4. a. Overeenkomstig artikel 7: 634 (opbouw vakantierechten) van het Burgerlijk Wetboek heeft de
werknemer ten minste aanspraak op vakantie in verhouding tot het verstreken deel van hèt jaar,
indien de dienstbetrekking op enig tijdstip nog geen jaar of niet wederom een jaar heeft geduurd.
b. De totale aanspraak op vakantie wordt bij het einde van het vakantiejaar of bij het einde van de
dienstbetrekking naar boven afgerond op halve dagen.
5. De werknemer vraagt volgens de daaromtrent door de werkgever gestelde en aan de werknemer
ter kennis gebrachte regelen vakantie aan.
6. Behoudens afwijking in gezamenlijk overleg worden, indien daarop krachtens dit artikel aanspraak
kan worden gemaakt, 15 werkdagen van de vakantie aaneengesloten genoten en wordt zoveel mogelijk getracht deze dagen te verlenen in de periode van 1 mei tot 30 september. De aaneengesloten vakantie vangt, voorzover de werknemer hierom verzoekt, aan op zaterdag en eindigt op
zondag.
7. De werkgever is verplicht aantekening te houden van de door de werknemer opgenomen dagen
met behoud van loon, respectievelijk zonder behoud van loon. De aantekeningen zijn zodanig dat
daaruit het akkoord van de werknemer blijkt.
8. Vakantiedagen kunnen, in lijn met de wet, enkel op schriftelijk verzoek van de werknemer worden
toegekend en daarna in mindering worden gebracht op het vakantiedagensaldo.
Artikel 57
Vakantietoeslag
1. Per kalenderjaar heeft de werknemer behoudens het bepaalde in lid 3, recht op een vakantietoeslag
van 8% met dien verstande dat het minimumbedrag aan vakantietoeslag over een volledig vakantiejaar gelijk is aan het wettelijk minimum maandloon.
35
2. Voor werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd dient de gehele vakantietoeslag te
worden uitbetaald voor het opnemen van de aaneengesloten vakantie, doch uiterlijk 31 mei van het
kalenderjaar. De loonbedragen per 1 april van elk jaargelden als berekeningsgrondslag.
In afwijking hiervan kan de werkgever aan de werknemer die minder dan 1 jaar in dienst is de vakantietoeslag in ten hoogste twee termijnen betalen, waan/an de laatste termijn uiterlijk in de
maand juni dient te vallen.
3. De werknemer met een dienstverband voor bepaalde tijd, heeft recht op 1/12 van de in lid 1 genoemde vakantietoeslag voor de aaneengesloten periodes van 30 dagen, gedurende welke deze
overeenkomst op hem van toepassing is. Deze vakantietoeslag dient uiterlijk te worden uitbetaald
bij het einde van het dienstverband.
4. Onder het jaarloon in dit artikel wordt verstaan 12x het maandloon, dan wel 13x het vier-wekenloon
en diplomatoeslagen.
5. Op uitdrukkelijk schriftelijk verzoek van de werknemer mag de vakantietoeslag in twee termijnen
worden betaald, te weten: in mei en december van het betreffende kalenderjaar De loonbedragen
per april van het jaar gelden als berekeningsgrondslag.
Artikel 58
Werkgelegenheidsdagen
1. Naast de vakantiedagen vermeld in artikel 56 zullen aan de werknemer met uitzondering van openbaar vervoer werknemers (zie artikel 44) vijf werkgelegenheidsdagen worden toegekend.
Deze dagen dienen door de werkgever tijdig te worden aangewezen.
2. Ingeroosterde werkgelegenheidsdagen komen bij ziekte op die dagen te vervallen.
3. Voor het overige zijn de bepalingen van artikel 56 van overeenkomstige toepassing op werkgelegenheidsdagen.
Artikel 59
Afwezigheid met behoud van loon
Voor zover het binnen de arbeidstijd noodzakelijk is, wordt afwezigheid met behoud van loon toegestaan:
a. bij overlijden van echtgeno(o)t(e) of partner of een inwonend tot het gezin behorend kind, pleegkind of stiefkind van de werknemer, te rekenen van de dag van overlijden af, mits de plechtigheid
wordt bijgewoond: 4 dagen;
b. bij het huwelijk van de werknemer: 2 dagen;
c. bij het overlijden van één van zijn ouders of schoonouders of niet inwonende kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen, schoonzoons of schoondochters, mits de plechtigheid wordt bijgewoond: 2 dagen;
d. bij het huwelijk van een kind, pleegkind of stiefkind, broer of zuster, zwager of schoonzuster van de
werknemer, mits de plechtigheid wordt bijgewoond: 1 dag;
e. bij de bevalling van zijn echtgenote of partner: 2 dagen;
f. bij het overlijden van een broer, zuster, zwager, schoonzuster, één van de wederzijdse grootouders
36
ofeen kleinkind van de werknemer, mits de plechtigheid wordt bijgewoond: 1 dag;
g. bij priesterwijding of intrede als dominee c.q. ambtsdrager van een kind, pleegkind of stiefkind of
broer van de werknemer, en bij de eeuwige kloostergelofte van een kind, pleegkind, stiefkind, broer
of zuster van de werknemer, mits de plechtigheid wordt bijgewoond: 1 dag;
h. bij 25- of 40-jarige echtvereniging van de werknemer: 1 dag;
i. bij 25-, 40-, 50- of 60-jarige echtvereniging van de ouders of schoonouders: 1 dag;
j.
bij het 25-, 40- of 50-jarige dienstjubileum: 1 dag;
k. na opzegging van de dienstbetrekking door de werkgever voor het zoeken van een nieuwe werkgever, indien de werknemer ten minste 6 weken onmiddellijk aan de datum van opzegging voorafgaand onafgebroken bij de werkgever in dienst is geweest: ten hoogste 5 uur, al of niet opeenvolgend;
I. bij vervulling van een van overheidswege, zonder geldelijke vergoeding, opgelegde persoonlijke
verplichting: de werkelijk benodigde tijd tot ten hoogste 12 uren;
m. bij ondertrouw van de werknemer: een halve dag;
n. voor het afleggen van een vakexamen: de daarvoor benodigde tijd met een minimum van 1 dag.
Onder vakexamen wordt verstaan: een examen als zodanig door de werkgever aangemerkt.
O. wanneer het noodzakelijk is om tijdens de arbeidstijd een arts te bezoeken, dient de werkgever de
werknemer daartoe in de gelegenheid te stellen. De werknemer behoudt het recht op loon gedurende deze tijd.
p. bij verhuizing, anders dan in geval van overplaatsing, aan hen die een eigen huishouding
voeren: 2 dagen per kalenderjaar.
q. voor zover het binnen de arbeidstijd noodzakelijk is, wordt afwezigheid met behoud van loon eveneens toegestaan voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een vakvereniging en
wel in de volgende mate;
Het hoofdbestuur van de desbetreffende vakvereniging kan per verlofjaar ten hoogste 2 dagen zogenaamd organisatieverlof per 10 vakverenigingsleden - naar boven afgerond op tientallen- op wie
deze overeenkomst van toepassing is, aanvragen ten behoeve van die leden, die het met genoemde
werkzaamheden wenst te belasten. De berekening geschiedt op landelijk niveau. Indien bedrijfseconomisch belangen zich hiertegen verzetten kan de werkgever het verlof weigeren. CAO partijen
vergoeden dit verlof conform een jaarlijks door CAO partijen overeen te komen bedrag. Declaraties
voor deze vergoeding kunnen worden ingediend bij het secretariaat van CAO partijen, t.a.v. de secretaris, postbus 19365, 2500 O Den Haag. De betreffende declaraties dienen uiterlijk binnen twee
maanden na afloop van het kalenderjaar bij CAO partijen te zijn ingediend.
Artikel 60
Afwezigheid zonder behoud van loon
1. Afwezigheid zonder behoud van loon wordt toegestaan voor uitoefening van het lidmaatschap van
een openbaar bestuurslichaam en voor herhalingsoefeningen van dienstplichtigen.
2. Afwezigheid zonder behoud van loon wordt voorzover de dienst het toelaat toegestaan voor het
37
verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een vakvereniging, die partij is bij deze overeenkomst, tot ten hoogste 20 dagen per kalenderjaar.
HOOFDSTUK 10: ZIEKTE EN ONGEVAL
Artikel 61
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid
1.
Met ingang van 1-1-2014 geldt de onderstaande tekst.
A. Onverminderd het bepaalde in artikel 7:629 BW (recht op loon bij ziekte) heeft de werknemer
vanaf de aanvang van de arbeidsongeschiktheid recht op 95% van zijn structurele loon gedurende zijn eerste ziektejaar en gedurende het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer 90%
van zijn structurele loon. Onder structureel loon wordt verstaan de volgende loonbestanddelen:
• Functieloon;
• Diplomatoeslag.
Voorde M.U.P.-kracht en de parttimer geldt bij arbeidsongeschiktheid dat het structurele loon
wordt berekend over het gemiddelde aantal gewerkte uren gedurende de periode van 52 weken
voorafgaand aan de datum van ziekmelding.
B. Tijdens de arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw over 100% van het basisloon
berekend.
2.
De werknemer is verplicht zich te houden aan de door de werkgever gestelde regelingen ter zake
van ziek- en betermelding.
3.
De werkgever heeft de bevoegdheid om te allen tijde een wachtdag toe te passen. Indien de arbeidsongeschiktheid langer dan zeven dagen aaneengesloten heeft geduurd, zal een eventueel
toegepaste wachtdag alsnog worden vergoed.
4.
Het in lid 1 van dit artikel bepaalde is niet van kracht indien en voor zover de werknemer met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheid jegens een of meer derde(n) een vordering tot schadevergoeding wegens inkomensderving kan doen gelden.
De werkgever heeft een zelfstandig vorderingsrecht op grond van art 6:107 a lid 2 BW op aansprakelijke veroorzaker van de gekwetste werknemer, die daardoor arbeidsongeschikt is geworden.
38
5.
6.
Indien spaaruren als gevolg van ziekte niet kunnen worden opgenomen voor 30 april van het
daaropvolgende kalenderjaar en de werknemer is langer dan drie maanden aaneengesloten ziek,
kunnen deze uren binnen zes maanden na datum herstel alsnog worden opgenomen. Na deze datum worden de uren uitbetaald.
De werknemer heeft tenminste het recht op het wettelijk minimumloon, berekend naar rato van
zijn formele arbeidsduur.
Artikel 62
Ziekte en ongeval in het buitenland
1. Indien de werknemer wegens werkzaamheden verbonden aan de uitoefening van zijn beroep buiten Nederland verblijft en aldaar wordt getroffen door ziekte of ongeval, kan hij aanspraak maken
op vergoeding van:
a. de kosten van geneeskundige verzorging waaraan hij behoefte heeft;
b. de kosten van vervoer, voor zover dit vervoer noodzakelijk is om de geneeskundige verzorging te
ondergaan;
c. de noodzakelijke kosten van onderdak en voeding totdat zijn gezondheidstoestand het hem veroorlooft naar Nederland terug te keren;
d. de noodzakelijke kosten van vervoer naar zijn woon- of verblijfplaats in Nederland.
r
2. De in lid 1 bedoelde aanspraken bestaan niet indien de werknemer aanspraak kan maken op:
a. overeenkomstige uitkeringen op grond van enige nationale wetgeving of internationale overeenkomst ;
b. een uitkering van een voor de werknemer geldende verzekeringsovereenkomst.
3. De werknemer kan geen aanspraak maken op vergoeding van de in lid 1 onder a en b genoemde
kosten indien:
a. hij zich ter zake van die kosten niet of in onvoldoende mate verzekerd heeft;
b. hij door eigen schuld of toedoen geen aanspraken kan ontlenen aan de voor hem geldende verzekering.
4. Indien de werknemer die in de omstandigheden verkeert als omschreven in de aanhef van lid 1, zich
in levensgevaar bevindt, kan hij ten behoeve van zijn bloedverwanten in de eerste graad alsmede
zijn echtgeno(o)t(e), of samenwonende, aanspraak maken op vergoeding van:
a. de noodzakelijke kosten van vervoer van hun woonplaats naar zijn verblijfplaats en terug;
b. de noodzakelijke kosten van onderdak en voeding, totdat het levensgevaar geweken is.
39
HOOFDSTUK 11: SLOTBEPALINGEN
Artikel 63
Controle op de naleving van de CAO
Om controle op de naleving van de CAO door de Stichting voor Informatie en Ordening van de bedrijfstak Besloten Busvervoer mogelijk te maken, is de werkgever verplicht een deugdelijke administratie te
voeren. Een deugdelijke administratie bevat in iedergeval:
- de loonspecificaties genoemd in artikel 13;
- betalingsbewijzen van uitbetaalde lonen;
- de arbeidstijdenadministratie zoals beschreven in artikel 23;
- de verlof- en werkgelegenheidsdagen administratie zoals beschreven in artikel 56, leden 7 en 8 en
artikel 58;
- ritopdrachten en tachograafgegevens.
Deze gegevens dienen ter beschikking te worden gesteld indien de STO daarom verzoekt in een onderzoek op grond van artikel 69 CAO binnen de daartoe door de STO gestelde termijn die minimaal vier
weken zal bedragen.
Artikel G1
1. Onverminderd de verplichtingon, voortvloeiendo uit hot SER besluit "fusiogedragsregols" is de over
nemende werltgever verplicht om bij fusies, surséances van betaling, faillissomontsaanvragon, bo
drijfssluitingen, roorganisatios, concentraties, overnames en dorgolijko, ao spoedig mogelijk de
werkgovors en werknemersorganisaties alsmede de STO daarvan in konnis to stollon, indien ccn
van de betrokken bedrijven ton minsto 30 werknemers in dienst heeft.
3. Indien een worknemor tengevolge van eon fusie, reorganisatie, overname van con bedrijf of bo
drijfsondordelen, formeel of feitelijk in dienst komt van oen bij deae fusio, reorganisatie of ovorna=
mc botrokkon bedrijf, moeton de dienstjaren doorgebracht in hot vorigo bedrijf in aanmerking wor
don genomen ten bohoovo van de vaststelling van hot loon in de desbetreffende loonschaal, dit mot
inachtneming van artikol 1 lid 1.
1. Wannoer geen van partijon uiterlijk 3 maanden voor hot eindo van doao overeenkomst schriftelijk
aan haar wederpartij to konnon heeft gegeven dot aij doao overeenkomst nict wenst te verlengen,
wordt do overeenkomst goacht stilawijgend voor do tijd van een jaar to aijn voriongd. Doao wijao van
joldt voor olko volgende periode van oon jaar.
3. Indien óón der partijen uiterlijk 3 maanden voor het einde van deao ovoroonkomst por i
schrijven aan haar wederpartij tc kennen heoft gegeven dat aij doao overeenkomst niet wenst to
verlengen, verplichten partijen aich in ovorleg to treden teneinde oon nieuwo CAO aan to gaan.
3 Tijdens het overleg als bodoeld in lid 3 blijft de overeenkomst volledig van kracht.
40
Artikel 66
Dispensatie
Partijen bij deze CAO kunnen een werkgever die daarom verzoekt dispensatie verlenen van één of
meerdere bepalingen uit deze CAO of de gehele CAO. Aan een dispensatie worden de volgende voorwaarden verbonden:
Dispensatie kan slechts worden afgegeven voor de looptijd van de CAO;
Verzoeken tot dispensatie worden alleen in behandeling genomen na instemming van de OR
(bij afwezigheid van een OR de personeelsvertegenwoordiging of het gehele personeel) en na
• Advisering door de STO;
• Aan de dispensatie kunnen overige voorwaarden worden verbonden;
•
Dispensatie dient vooraf te worden aangevraagd.
Uitsluiting on workstoking
1. Partij tor ene aijde is verplicht te bevorderen in dc mate als de goede trouw meebreng
ledon de bepalingen nakomen, die bij do overeenkomst to hunnen aonaion zijn gesteld;
In hot bijaonder verplicht aij aich om tijdons dc duur van do overeenkomst goon uitsluiting, ten doel
hebbende wijaiging te brengen in het bij doao overeenkomst bepaalde, op wcrkncmcrs4ee=te
3. Partij tor andero aijdo verplicht aich evenaoer, in doaolfdo mate to bovordoron dat haar lodon do
bopalingon nakomen die bij deac overeenkomst to hunnen aanaion aijn gestold.
In hot bijaonder verplicht aij aich om geen steun te geven aan eon werkstaking, die ton dool hooft
wijaigingen to brengen in hetgeen bij deao overeenkomst is bepoald.
Artikel 60
Partijon hebben een toelichting op do CAO opgostold. Deae toelichting maakt onverbrekelijk deel uit
Artikel 69
Stichting voor informatie en ordening (STO)
I
1. Om een goed sociaal en economisch klimaat in de bedrijfstak te bevorderen is ingesteld de Stichting
voor Informatie en Ordening van de bedrijfstak Besloten Busven/oer (STO). Vanaf 1 april 2013 worden de activiteiten van de Stichting STO voortgezet door de Stichting Fonds Scholing en Ordening (
FSO). De Stichting FSO blijft in deze handelen onder de naam STO.
2. De onder 1 genoemde Stichting dient er op toe te zien, dat de bepalingen van de CAO Besloten Busvervoer en de CAO Fonds Scholing en Ordening volledig worden nageleefd en is door de bij deze
CAO betrokken partijen gemachtigd al datgene te verrichten dat daartoe nuttig en noodzakelijk kan
zijn.
3. Waar in deze CAO sprake is van bevoegdheid van de STO tot het nemen van beslissingen, geldt dat
de desbetreffende uitspraken schriftelijk ter kennis worden gebracht van de betrokkenen.
41
Tot de bevoegdheid van de STO behoort in het bijzonder het opvragen van gegevens met betrekking
tot de wijze waarop de werkgever de CAO Besloten Busven/oer en de CAO Fonds Scholing on Orde
eisg naleeft. De werkgever is verplicht de door de STO gevraagde gegevens binnen de door de STO
gestelde termijn te verstrekken. Blijft de werkgever, na daartoe door de STO te zijn gesommeerd,
in gebreke of blijkt uit de verstrekte gegevens dat de CAO Besloten Busvervoer en/ of do CAO Fonds
Scholing on Ordening niet (volledig) wordt nageleefd en/of volhardt de werkgever bij de nietnaleving van de CAO Besloten Busvervoer en/ of CAO F onds Scholing on Ordening, op de door de
STO bij sommatie vermelde punten, dan is de STO bevoegd, namens partijen bij de CAO, in en buiten rechte op te treden, ter verkrijging van maatregelen tegen de werkgever, waaronder mede
wordt begrepen het vorderen van vergoeding van de schade, die de STO dan wel partijen lijden.
1. Partijen bij deze CAO dragen hun bevoegdheid tot het instellen van vorderingen als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst en artikel 3, vierde lid, van de Wet op het
algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten met inachtneming van het gestelde onder III over aan de STO voor zover het betreft de
vorderingen ter zake van de schade die zij zelf lijden.
2. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens de STO gedurende tenminste 14 dagen
nalatig blijft de vanwege de STO verzochte gegevens met betrekking tot de wijze waarop hij de CAO
Besloten Busvervoer en/ ofde cao Fonds Scholing en Ordening naleeft te verstrekken, dan wel onjuiste gegevens verstrekt, is hij verplicht door dat enkele feit aan de STO een forfaitaire schadevergoeding te betalen. De STO kan besluiten geheel of gedeeltelijk af te zien van het innen van deze
schadevergoeding indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
3. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens de STO gedurende ten minste 14 dagen
volhardt in het niet naleven van de CAO Besloten busvervoer en/ of do CAO Fonds Scholing on Or
doning op de in de ingebrekestelling vermelde punten, is hij - onverminderd het gestelde onder 2 verplicht aan de STO een door deze Stichting te bepalen schadevergoeding te betalen. Bij het bepalen van de schadevergoeding wordt in ieder geval rekening gehouden met de aard, de omvang en
de duur van de niet-naleving, alsmede met de loonsom van de onderneming van de betrokken
werkgever. Daarnaast kan rekening gehouden worden met de mate waarin die werkgever alsnog
achterstallige verplichtingen jegens zijn werknemers nakomt dan wel zekerheid stelt voor een correcte naleving van de CAO Besloten Busvervoer en/ of do CAO Fonds Scholing en Ordening.
4. De STO handelt bij de toepassing van de leden 2 en 3 - de vaststelling van de schadevergoeding
daaronder begrepen - overeenkomstig het in sub IV van dit artikel gestelde.
5. De door de STO verkregen bedragen uit hoofde van de toepassing van de leden 2 en 3, worden toegevoegd aan de geldmiddelen van de STO.
1. De bevoegdheid tot het vaststellen van een schadevergoedingsactie (als bedoeld in de Wet A W en
de Wet CAO) is in beginsel gedelegeerd aan de STO.
2. Voordat de STO een ingebrekestelling aan een bepaalde werkgever stuurt inzake een niet-naleving
van materiële CAO Besloten Busvervoerbepalingen stelt zij hiervan partijen in kennis.
3. Elk der partijen kan afzonderlijk binnen veertien dagen kenbaar maken dat zij ten aanzien van de
betreffende werkgever zelf het recht op vordering van schadevergoeding wenst te hanteren, waardoor de delegatie bedoeld in II lid 1 ten aanzien van desbetreffende vordering vervalt voordat de
STO zelfde actie reeds in gang heeft gezet.
42
4. Als partijen niet binnen veertien dagen reageren, is de STO nog steeds bevoegd de actie in te stellen, zonder dat partijen dat nog kunnen doorkruisen.
5. Indien één of meer van de partijen besluiten zelfstandig een vordering in te stellen, dienen zij de
STO te melden dat ten aanzien van de desbetreffende werkgever een actie wordt ingesteld, waardoor de delegatie als bedoeld in II lid 1 ten aanzien van de desbetreffende vordering vervalt.
6. De STO behoeft ten aanzien van het voornemen een ingebrekestelling te doen uitgaan ter zake van
de verplichting van de werkgever om informatie te verschaffen niet vooraf melding te doen aan partijen. De melding als bedoeld onder lid 2, ziet aldus uitdrukkelijk op een vordering tot naleving van
de materiële CAO Besloten Busvervoerbepalingen.
IV
1. De forfaitaire schadevergoeding (S) genoemd in sub II lid 2 wordt als volgt berekend:
S = A X W X € 1,00 waarin
A = de laatste voor de betrokken werkgever vastgestelde jaarlijkse premieafdracht FSO (werkgeversen werknemersdeel), of bij gebreke daarvan 1,15% van de jaarlijkse loonsom in de onderneming, of
bij gebreke daan/an een door de STO forfaitair vast te stellen bedrag, gebaseerd op een schatting
van de laatstelijk voor de betrokken werkgever vooronderstelde premieafdracht FSO-fonds, met
dien verstande dat A ten minste € 113,45 zal bedragen.
W = is het aantal weken dat de werkgever in gebreke blijft.
2. De schadevergoeding als bedoeld in sub II lid 3 wordt berekend op de wijze als hierboven onder lid 1
vermeld. Tot aanpassing van de schadevergoeding kan door de STO worden besloten aan de hand
van de factoren bedoeld in sub II lid 3, dit ter beoordeling van de STO.
3. De schade vergoeding dient ter dekking van de kosten die de STO maakt en de te dezer zake verkregen middelen worden toegevoegd aan de geldmiddelen van de STO, tot dekking van de kosten die
de STO moet maken als gevolg van haar toezichthoudende taak ten aanzien van de wijze waarop de
CAO Besloten Busvervoer en/ of de CAO Fonds Scholing en Ordening wordt nageleefd.
4. De STO behoeft niet aan te tonen dat zij de schade in de omvang als door haar gevorderd ook
daadwerkelijk heeft geleden.
V
Bij alle schadevergoedingsacties van de STO worden de gronden en de duur van de gestelde maatregelen schriftelijk kenbaar gemaakt.
Artikel 70
Klachten
Er is oen klachtenregeling van do Stichting voor informatie cn ordening van do bedrijfs
jr. Deae rogoling is opgenomen in bijlaf
Artikel 71
Geschillen
1. Geschillen over de uitleg en toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen door partijen daarbij en door werkgevers en werknemers op wier dienstbetrekking deze collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, worden voorgelegd aan de geschillencommissie CAO Besloten Busvervoer.
2. Op de behandeling van een geschil als bedoeld in lid 1 is het Reglement Geschillencommissie CAO
43
Besloteh Busven/oer ( bijlagë 10 bij deze CAO) van toepassing.
3. Als CAO-partijen onderling met elkaar verschillen over uitleg en toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen zij ook bésluitén deze ter arbitrage voor te leggen uitsluitend aan de.voorzitter van dé Geschillencommissie in plaats van voorlegging aan de (gehéle) Geschillencommissie CAO
Besloten Busvervoer. Een zaak die door partijen uitsluitend aande voorzitter van de Geschillencommissie ter arbitrage vyordt voorgelegd zal vervolgens niet meer worden voorgelegd aan dè (gehele) Geschik
lencommissie CAO Besloten Busven/oer.
/oreonkomst treedt in working mot ingang op 1 april 3013 on eindigt op 31 docomber 3011.
Aldus ovorócngokomon on getekend in nogenvoud to 's Gravenhage.
Partij tcr ene aijde:
Partij tor andere aijde:
Busvon/oor Nedorland
FNV Bondgenoten
CNV Vakmonsor
P. Hofstra
(vooraittor)
B. Poos
(bestuurder)
J.J. Jongejan
(vooraittor)
C.Cahn
(secretoris)
P. Boeseken:
(landelijk onderhandelaar)
44
TOELICIITING OP ENKELE ARTIKELEN UIT DE CAO VOOR HETOESLOTEM DUSVCnVERVOER
Artikeli
Worldnflssfoor
Onder Bosllaton Busvervoer wordt ook verstaan ven/oor verricht door de beperkte verg
tig vervoer waaronder rouw en trouwvcrvoer.
Artikel 1
Dofinitios
Oponboor
Er is sprake van openbaar busvervoer wanneer is voldaan aon do volgondc criteria: :: :
personenvervoer per bus dat voor iodcroon openstaat;
gereden volgens opn diónstregoling. I lierondor wordt vorstaan: eon voor een iodor konbaar schema
van reismogolijkhedon waarin aijn aangeduid do haltcplaatsOh waartussen en de tijdstippen waarop
openbaar vorv^oor wordt verricht, ao nodig ondor do vermelding dat de halteplaatsen of tijdstippen
door do reiaigor kunnen worden beïnvlocdj
verricht op basis van een concessio voor openbaar ven/oer verleend door een daartoe bevoogde
concossievorlencr. Indien goen openbaar vervoor concessie is verleend is het aan de belanghebben
do partij orh de bevoogde concessioverlener en/of aahbostodende ovprhoid de vraag voorte loggen
of sprake isvan openbaor vervoer.
Porsononvervoor per bus dat niot voldoot aan bovengenoemde criteria wordt geacht bosloten bus
vcrvoorto aijn.
Próponsioen
Vpor de statuten en reglementen von het proponsioon/ponsioenfonds kunt u terecht bij:
3nsioenfonds voor het porsonenvorvoer ovor do weg
Administratie: TKP Pehsioen
Postbus 501
0700 AM Groningen
tel: OQOO IQCI
www.pfvcrvoor.nl
Een parttimer hoeft recht op feestdagen naar rato van hot contractueel overeengekomen aantal
Zijn mot do parttimer vaste werkdagen in de week afgesproken, dan geldon voor hem alloon dio
als feestdog, die hij normool gespróken aou hebben moeten werken.
Wordt mot oen parttimer afgesproken dot hij voor 50% werkt, dan goldt dat hij ook voor S0% do feest
dagen góniet. Is deae parttimer vrij op nieuwjaarsdóg, don dienen goon 8 uur, maar 1 uur in do arboids
tijdadministratie opgenomen te worden. Voor hom aijn alle feestdagen (« 50%) van toepassing.
Voorbeeld:
Do werknomor hccft oon contract ^
• 60% on workt op maandagen, woensdagen en vrijde
i) 11 uur. In do oorste week van mei krijg
45
jocomponseerd. Op het arbeidstijdadministraticformulier wordt oen g in do Iaatste kolom inge
vuld, en onder kolom B komt 11 uur to staan.
Workt een parttimer op een feestdag, dan mooten in vorband mot de compensatiefoostdag het aantal
uren in de arbeidstijdadministratie opgenomen wordon die dc parttimer op deae feestdag heeft go
werkt, mot een maitimum van 8 uur.
Voorbeeld:
Do worknemor heeft een contract voor 50%, moor workt niet op vasto dagon in de week en 1 uur per
dag. Hij werkt op 3* paasdag 5 uur. Qp hct arbeidstijdadministraticformulier wordt op doao dag 5 uur
ondor kolom A of B ingevuld (afhankelijk van het soort vervoer/ In de oersto week van mei krijgt hij
deao foostdag gecompenseerd. Op hot arbeidstijdadministratieformulier wordt een g in de laatsto ko
jovuld, en onder kolom B komt 1 uur to staan.
Do ondorbrokingstoeslag is op alio rijdende worknemers van toepassing, inclusiefde parttiBaefe
De spaaruren en de jaarurenregeling aijn naar rato van toepassing op parttimers.
Do overuren dio door oon parttimer (rijdend werknemers) worden opgebouwd, aijn torug te vindon in
hct spaar of jaarurensaldo.
Dools orboidsfloschilrto modoworkors Pc
Ton aanaion van parttime medewerkers die in het kader van do wet WIA/WGA i
geldt ten aanaion van de spaar en jaarurenregeling dot aij niot meor uron mogen makon dan woartoo
sij volgens hun restcapaciteit in staat aijn. Van dit punt kan alleen in overleg met een arts van het UW\^
worden afgeweken.
Artikol 0
Dijsondero bepnlingon voor do M.U.P. krochten!
De M.U.P. ovoroonkomst is cen arbeidsovoreenkomst mot eon uitgestelde prcstatieplicht. Dc M.U.P
overeenkomst hooft een afroep ka rakter. De dagen on tijden waarop do M.U.P. kracht beschikbaar is
om op afroep workaaamhodon te vorrichton, worden in onderling overleg bepaald. Op voorhand ligt
aldus niet precies vost op welke dagen on tijden or daadwerkelijk arbeid verricht wordt. Op de werl
vor rust de vorplichting de M.U.P. kracht op to roepen als er werk voorhanden is.
Bij een M.U.P. ovoroonkomst liggen do arbeidstijden en de omvang van de arbeid vooraf niet vost. Dit
betekent dat wannoor er minder dan 15 uur per week wordt opgeroepen er een minimum loonaan
joldt. Doao loonaanspraok is 3 uur loon per oproep, ook als feitelijk minder uren gewerkt wor
den. Indien vastgesteld is dat een worknemor dric moondon aaneengesloten een vast arbeidspatrooi
hoeft, dient do arbeidsovoreenkomst omgoaot to worden in een parttime contract.. Eon M.U.P.
overeenkomst kan voor bepaalde of voor onbepaalde tijd worden afgesloten, met eon proeftijd van
oen maond.
flirtikol 15
Doloning!
1. Bij de indiensttreding dient oen werknemer to worden ingeschoald op do trede dio ovoroonkomst
met aijn ervaring. Deae ervaring is in de CAO vertaald naar en/aringsjaren opgedoon binnen de bo
drijfstak waorop deae CAO van toepassing is.
46
Een uitaondoring geldt voor do chauffeur die opeenvolgende soiaoonon bij doaolfdo werkgever hoeft
gewerkt. Hiorvoor geldt dat oon soiaoon ( minimaal 6 maandon of moor) golijkgosteld wordt aan oen
ervoringsjoar. Deae dienstverbanden moeten don ook als aansluitende dienstjaren in aanmerking
worden gonomon.
Artikel 10
Werkweek on componsntiorustdogon
Met het i
brengen van niet genoten rustdagen op het gewerkte uren saldo voor berekening
en partijen in de sector besloten busvorvoor tot oon aokoro horverdeling van de
ovorurontoosla
beschikbare orbeid te komen en aodoende werkgelegenheid te creëren en respectievelijk to behouden.
De beperking van dc overuurbetaling kan er toe leidon dat over oon jaar gemeten do arboid wordt ver
deeld ovor meerdere werknemers. Dc arbeidsbelasting por werknomor is dan mindor. Do compensatie
rustdagregoling staat immmers wel too dat men oon groot aantal uren maakt, doch er wordt maar een
beperkte aantal overuren in geld betaald. De andere uren krijgt men in tijd terug a 100%.
Artikol 20
Algomoon erkende notionole feestdagen
In lid 3 c van dit artikel is bepaald dat do compensatie feestdag, die ontstoot door het verrichten van
arbeid op een algemeen erkende nationale feestdag, dient to worden genoten vóór 30 opril van het
joar volgend op het jaar waarin dit recht is ontstaan. Ten oanzien van beide kerstdagen geldt echter dat
deae ook voordat aij ontstaan gecompenseerd mogen worden. Dc werknemer kan aan.het einde van
3n de jaarurenregoling ervoor kicaen do compon
:en om to laten aotton in bo
noemde vakantiedagen
flrtikuUl
Arbeidstijdt
groepsvervoer en openbaar vervoer (aantal arbeidsuren K 6/6), toerwagenritten, ongeregeld vervoer,
pendolven/oer, internationole lijndiensten (oantal arbeidsuren K S/6)
Groopsvervoer on oponboor ven/oor
In hot groepsvervoer en openbaar vervoer wordt uitgegaan van het werkelijk oantal gewcrj<le=i
(6/6). Deao uren wordon volledig uitbetaald.
Onder gewerkte uron worden verstaan:
alle uren tussen begin en einde dienst, doch hiervan worden af|
cn alle onderbrekingen van lor
ger don 60 minuton on maitimaol 1 onderbreking van korter dan 61 minuten (pauze).
Voorbeeld 1:
Arboidstijd
07.00 00.00
00.00 11.00
11.00 13
13.00 13.30
13.30 11.00
11.00 16.00
16.00 17.00
17.00 17.30
17.30 30.00
Onderbreking
workon
rust
erken
pauae
werken
rust
werken
onderbreking
werken
2
uur
0,5 uur
=8^
=4^
47
De tweede onderbreking van het werk van mindor dan 1 uur (van 17.00 17.30 uur) telt moe als ar
beidstijd, er mag immers slechts eenmaal óón onderbreking van mindor dan 61 minuten afgetrokken
Tor compensatie van rustperiodor
cr dan 1 uur ( on korter dan 8 uur) wordt per keer een onder
Por 13 uur diensttijd kon niet meer dan 1 onderbrekingstoeslag voorkomen
en per dog (31 ) niet meor dan 3 onderbrekingstooslagen. In voorbooid 1 worden dus 8,5 uur en 3
cn uitbetaald.
onderbrekih
Voorbeeld 3:
07.00 00.00
00.00
11.00
13.00
13.30
13,30
15.00
11.00
13.00
13.30
13.30
15.00
16.00
irkon
rust
werken
pauaeworkon
rust
werken
Arbeidstijd
=ê mif
1
Onderbreking
uur
1,5 uur
In dit voorbeeld moet slechts éénmaal oon onderbrekingstoeslag uitbetaald worden, omdat de totale
diensttijd niot meer dan 13 uur bedraagt. Indien do totale diensttijd méér dan 13 uren-bedrogen had,
wos het nodig geweest een tweede onderbrekingstoeslag uit tc betalen voor de tweede ondorbroking
van langer dan een uur.
Do ondorbroking
Onder oen onderbreking wordt vorstaan de tijd dat oen chauffeur op standplaats vrij over aijn tijd kan
beschikken on dus géén workaaamhodon verricht.
n n p n i l f f p h i j g r n n p f n i n w i n n i i n n n p o n ^ n n f V f OfOPr
Eenmaal per diensttijd wordt oen onderbreking van minder don 61 minuten niet geacht arbeidstijd te
aijn. Doao onderbreking hoeft niet noodaakolijkerwijs op standplaats doorgebracht to worden. Wel is
het noodaakelijk dat do chauffeur tijdens deae pauae de beschikking heoft over sanitair en beschutting.
Tevens is de chauffeur in doao tijd vrij om te gaan en staan waar hij wil on heeft hij derhalve geen
bemoeienis met bijvoorbeeld dc bus.
Diensttijd
Onder diensttijd moet worden verstaan: de tijd gelegen tusson het tijdstip waarop do dionst wordt
aangevangen en hot tijdstip waarop do dionst wordt beëindigd. De aanvang en hot oindo van een
dienst wordon weer begrensd door do tijd waarbij een werknemer vrij is om over zijn eigen tijd tc bc-schikken. Hot begrip totale diensttijd wijkt hiervan afin de ain dat het begrip totale diensttijd n
dienst aoals hierboven beschreven ook onderbrekini
I ongeregeld vervoer
Bij dit vervoer wordt uitgegaan van do 5;^6 regeling. Onderbrekingen langer dan 61 minuten op stand
plaats waarbij de worknemor vrij is om over aijn tijd te beschikken worden voor de loont
in aanmerking genomen.
Voorbeeld:
Een werknemer moot do volgende dagtocht rijden: Groep ophalen om 0.00 uur on weg
attractie. De werkgever draagt hem voPi/olgens op torug te keren noor standplaats. Hier is de chauffeur
om 13.00 uur. Do werkgever geeft hem vrij tot 16.00 uur, wont dan moet de chouffeur do groep opha
48
len om hen naor een restaurant to brongen. Aankomst restaurant: 17.30 uur. De chauffeur blijft bij de
groep tot na hot diner (30.00 uur) en brengt hen vervolgens terug. Hij is terug op standplaats om 33.00
V^oorbeeld arbeidstijdberekening:
13.00
12-00 16 00
16 00 17 70
17 30 20 00
22,00
werken
Arbeidstijd
3
uur
1 uur
- met
• t * < o r l / o r > .1
Ondorbroking
1 1/
±
—
WW-
-) 1 /
werken
3
uur
•4-UUf:
In tegenstelling tot de eerste onderbreking tolt de tweede onderbreking van 3 Vi. uur wel mee voor de
loonberekening, oangoaien dc werknemer hier niet vrij over aijn tijd kan beschikken on hij niet op
standplaats is. In dit voorbeeld dionen dus de volgende uren voor do loonberekening in aanmerking
genomen te wordon: O K 5/6 n 7 K uur.
Bij de uitvoering van meerdaagse reiaon is de arbeidstijd op de eerste en de laatsto kalenderdag: 5/6
van de diensttijd volgens tachograafschijf, dit met een minimum van 8 uur netto arbeidstijd per dag.
Voor de tussenliggende dagen geldt altijd 8 uur notto arbeidstijd, ook ols er niet gewerkt wordt.
Een meerdaagse reis, kan aowel in binnenland als hot buitonland plaatsvinden, is vervoer dat aich voor
de chauffeur uitstrekt over meor don 31 uur.
Voor de beoordeling of er sproke is van een meerdaagse reis moot gekeken wordon naar do activiteiten
van de chauffeur. Komt hij tussentijds niet terug op standplaats, moor overnocht hij in oon hotol, dan
aal er, ongeacht do plaats van de hotelovernachting, sprake aijn van een meerdaagse rois.
Hiervan is bijvoorbeeld sproke bij aogonoamdo vorkoopdemonstratioritton, waarbij do chauffeur moer
dan 31 uur van standplaats af is, over de dagon heen verschillende groepen vervoert en tus
schillende verkoopdemonstraticritton in niet terugkoort op standplaats.
In artikol 31A lid 3 staat dat de uren die een chauffeur tijdens een meerdaagse rois in opdracht van do
werkgever rijdt ten behoovo van oen onder reisgoaolschop, afaonderlijk moeten wordon vergocd,.voor
zovor ae bovon de 8 uur nctto uitkomen.
Volgens het voorbeeld van de moordaogso reis dat hierboven is aangehaald, wordt op de 7%
dergelijke extra rit gereden, die 13 uur duurt. Doordoor komt het totool aontol arbeidsuren die dag op
13 )(5/6 n 10 uur. Boven de normering van 8 uur moeten er dus 3 uur extra worden verg
eoattennle lijndiensten
Vfoor dit vervfoor goldt dat de betaalde arboidstijd 5/6 « do diensttijd is. Onder diensttijd wordt verstaan
; cn einde van de dionst. De diensttijd eindigt door hot bogin van oon
rusttijd (artikel 31), ook als dit onverhoopt mindor don O uur mocht aijn. Ondor diensttijd
wordt ook verstoan do reistijd van de chauffeur van de stondpioots noor de opstapplaats en omgo
Voorbeeld: (3 doogso pondelreis)
vertrek dag 1
:06.00 uur
18.00 uur
ruston om
arboidstijd
5/6 )t 13
49
vertrek dog 3
terugkomst
arboidstijd
arboidstijd totaal
03.00 uur
15.00 uur
5/6)(13
: 301
Vergi
Do aakelijko kosten aijn ovoroongokomon met do belastingdienst.
Ovorigo i
jo aakelijko kosten worden vergood ter tegemoetkoming in de beroepskosten die door do
chauffeur op een meerdaagse reis, met of aondor reislcidor, don wel een pendel of stodonreis moeten
In de voste kostenvergoeding aoals omschreven in ortikol 31, lid 1, aijn de onderstoondo kostenposten
opgonomon. Deac kostenposten, alsmede andere kosten, kunnen niet meor, met uitaondoring
bopaalde in artikel 31, lid 3, gedeclareerd worden.
Toelichtina op de bouwstenen!
Kosten voor! oport eten, consumptie en kleine wersnaporingon!
De kosten dio dc chauffeur tijdons de reis maakt voor koffie, thee, fruit, versnaperingen en derg
kunnon als aakolijke kosten worden aongomerkt. Daarnaast aijn de kosten van maaltijden opgenomen
die apart van het busgoaelschap op de ploats von bestemming worden genoten. Per reis is één lunch en
éón warme maaltijd als zodanig aangemerkt. Deae kunnen derhalve niet gedeclareerd worden. Indien
en mooltijd gedeclareerd wordt, aoals in artikol 31, derde lid is bopoold, dient dus oannemelijk
gemaakt to worden dat het een dorde maaltijd per rois botroft. Dit oonnemolijk maken, kon aon de
hand von bonnon, het roisschomo of r
Kosten van detailkaarten, londkaorton, boekon en dergelijke mot specifieke uitleg over do route en
bestemming kunnen ols aokelijke kosten worden aongomerkt. Golot op hot gebruik on do periodieke
wijaigingen is hot aannemelijk dat do chauffeur tenminste éénmaal por jaar deae kosten mookt. Onder
deae post vallen ook do afschrijvingskosten von in privé aangeschafte on (deels) aokolijk gebruikte novi
Bewassing on stomen:
Kosten, die de chauffeur onderweg maakt, om de werkkleding (is kleding mot oon logo von ten minste
70 cm'^ per kledingstuk) to wassen ofte stomen, kunnon ols zakelijke kosten worden aangemerkt.
Do kosten von een verplichte ontspiogelde aonnebril i
I verplichte twoodo bril of oon verplichte
tweode set lenaen kunnon als aokolijk wordon oangcmerkt. Uitgangspunt is dat do chouffeur doao kos
ton óónmaal per twoe jaar maakt.
Dc koston van het govon van fooien onderweg aan derden kunnen ols aokolijk worden
evenols do kosten voor hulp bij hot in en uitladen van de bussen. Indien or een ven
n derden
wordt betaald voor het bewaken van dc bus bij incidentele gelegonhedon kon doao ook ols aokolijk
wordon oong
50
Roprosentntiokoston!
Onder deae post aijn alio kosten berekend dio eon werknemer maakt in vorband mot hot (aokolijk) con
toct met relaties on collega's, bijvoorbeeld:
» De kosten in verband met het boaoeken von reünies on dergelijke bijeenkomsten;
t De kosten van attenties (bos bloemen, fles wijn, bonbons, cadeau, platen of goschonkenbon etc);
• Roiskoston (bijvoorböold do kosten van de met de oigon auto gereden kilometers (oontol kilomotors
maal € 0,10), taitikoston of kosten openbaar vervoor);
» Hot aendon en aanschaffen von kaartjes cn dergelijke tcr gelegenheid van bijaondere gebeurtenis
•
De kosten (inclusief fooien) van het aanbieden van drankjes, versnaperingen on dergelijke in cafó,
rostauront of oanvorwanto gelegenheid (bijvoorbeeld om problemen tusson reiaigers onderling, of
tussen reiaigors on het bedionond personeel, of do chauffeur te sussen).
ftnnnrhnf CD/mfn vnnr inrii?hu»;
In do bus wordt cen groto hoeveelheid films cn muaiek, in (bijna) alle variëteiten, oonwoaig geacht voor
de reiaigers. Omdat het niet (altijd) de oigon smook van de chauffeur betreft, is in deae kostons
tegemoetkoming van do kosten opgenomen. Daarbij is rekoning gehouden met het eventueel privé
Schado oon en vanwege diefstal van persoonlijke spullen;
Steeds vaker komt het voor dat spullen uit de bus of de hotelkamer worden gestolen of boschodigd en
steeds vaker blijken deac spullen nict door de algemene voraokoring te aijn gedokt. Om die reden is
deao post moogenomen aodat oen ieder aijn oigon verantwoordelijkheid, waaronder hot afsluiten van
voraokoring tor dekking von die schade, doorin
Intermediaire koston aijn koston die namens do workgover moeten worden betaald. Dit aijn kosten
aoals kosten ten gevolge von rcporotios aan de bus, tolgelden, parkeorgolden, kosten van hotels en
maaltijden voor de groep (bijvoorbeeld door poch niet tijdig op do plaats van bestemming aankomen),
en dergelijke kosten vooral vorooraaakt door calamiteiten. Voor ol deae kosten geldon de voorwaarden
aoals omschreven in artikel 31, lid 1.
bflosloton Busvervoer
In dit artikel is bepaald dot onder voorwaarden, bij een inaot in openbaor vervoor von tenminste 35
fte's per jaar de CAO Openbaar VoPi/oor van toepassing is. Hot bopolon van hot oontol fte's in openbaar
1) Het totaal aantal uron dat in het vorige kalenderjaar aan allo werknemers is uitbetoold voor
workaaamheden in het openbaar ver\roer (alleen het openbaar vervoor op oigon concessie, of het
openbaar vervoer via onderaanbesteding als ware hot oen oigon concessie volgens een eigen
complete dionstrogcling komt voor deae berekening in aanmcrkinglll) vastgesteld;
3) Van hot saldo onder 1) wordt het totale aantal uron ofgetrokkon dat in het vorigo kalenderjaar oon
ofroepchauffcurs op het ondor 1) genoemde openbaarvervoer word uitbetaald;
3) Vervolgens wordt von het saldo onder 3) het totale oontol uron afgetrokken dat op 30 april aan tijd
voor tijd uren is uitbetaald aan chauffours voor workaaamhodon in openbaar vervoer als ondor 1)
1) Het saldo onder 3) wordt von/olgens door 1830 uur gedoold. De uitkomst is hot aantal fte's dat in
het bedrijf voor openbaar vervoer als bedoeld in artikol 38 von de CAO wordt i
Komt het aantal onder 1) berekend uit op 35 fte's ofmeer, dan aal de CAO Openbaar Vervoer moeten
wordon toegepast.
51
Artikol 66
De portijen dic do CAO afsluiten kunnen dispensatio verlenen von CAO bepaling
kunnon daartoo een voraook indienen bij het secretariaat van het CAQ overleg (Postbus 10365, 3500 CJ
Don Haag). Deae veraooken worden behandeld in een vergadering van CAO Partijon. Een dergelijk ver
aoek kan betrokking hebbon op één of meer bopalingon von de CAO.
Een veraoek tot dispensatie aal alleen in behandeling wordon genomen indien hct indienen van het
disponsQtiovoraoek mot instemming plaatsvindt von dc OR (bij afwoaighoid van een OR de werkno
morsvcrtogonwoordiging of alle worknomors). Partijen kunnon de STQ hot dispensatieveraoek tor advi
Partijen aullon, indien aij dispensotie verlenen, deae dispensatie slechts afgeven voor do looptijd von de
CAQ. Wordt cr eon nieuwo CAQ ovoroongekomen, en hooft hot bedrijf nog steeds bohoofto oon dis
pensatie, don moet opniouw dispensatie aangevraagd worden.
Daarnaast kunnen partijen aan het verlonon van dispensatie overige voorwoorden verbinden.
Do procoduro voor hot oonvragon von dispensatio:
Hot bedrijf dat dispensatie wil aanvragen stuurt het schriftelijke dispensatieveraoek, mode ondertekend
door oen bevoegd vertegenwoordiger von de OR, dc werknomorsvortogonwoordiging, of ol aijn werk
nemers noor CAQ portijon.
Hot bedrijf dat om dispensatie voraoekt aal van de partijen bij de CAQ bericht ontvangen wannoor hot
disponsotieveraock door de partijen bij de CAQ aal worden besproken en over het door CAQ partijen
genomen besluit
Artikel 60
In artikel 60 von dc CAQ is de instelling, de werkwijae en dc bevoegdheid van de STO gerogold. De STO
is opgericht door werkgevers en werknemersorganisaties en gevestigd in Culemborg (tel.: 0315
178171, http://www.sto.nu). Dc STO heeft als voornaamste taak hot bovordoron van do naleving von
do CAQ en het houden van toeaicht daarop, woartoo namens CAQ Partijen in en buiton rechte kon
wordon opgetreden.
Kornbopolinflon uit de CAO \ ' het besloten busvervoer!
Eon von do voorwoorden om in aanmerking te komen voor het Keurmerk Touringcarbedrijf is naleving
von de CAO voor het besloten busvervoer. Bij de vaststelling of on in welke mate de CAO voor hot bo
sloten busven/oer wordt nageleefd, staan de kembepalingen van do CAQ centraal.
De CAO kont de volgende Uc
de tijdi
hetjuiste funct
de inschaling c.q. toepassing van de tredeverhoging;
do betaling van do overurentoeslag, c.q. dejuiste toepassing i Njooruren en spaarurenregeling;
1. de juiste toekenning van hot geldende oontol vokantiedogen, werkgelegenheidsdagen, vervangen
de vrije dogen;
5. doorbetaling van het loon tijdons arbeidsongeschiktheid;
6. de uitbetaling von vakantietoeslag)
7. do uitbetaling van toeslagen;
8. de juiste toopossing van de bepaling met betrekking tot accommodatie en de juiste toepassing van
do bepaling met betrekking tot dc rusttijd;
0. do orbeidsovereenkomst van de werknomor voldoet oon de voorwaarden ols gesteld in artikol 1
gever meldt do werknemers oon bij dc STQ vio het meldingsformulier ois var
dienstbetrekking
jodownload via do website van de STO;
jt voor een correcte oonsluiting bij het Pensic
/ervoor, of kan aantonen
52
jodisponsoordj
11. hot voeren van cen deugdelijke on inaichtolijki administratie tor controle van de punten 1 t/m 10,
het juist verstrekken van inlichtingon betreffende de naleving von de CAO voor het besloten bus
vorvoor, de FSQ CAQ on de Leerlingen CAO;
Contracten van M.U.P. krachten. Benodon de AOWgorechtigde leeftijd hebben M.U.P. krochten
mawimaal eon contract van 530 uur per jaar. Bovon de pensioengerechtigde looftijd mag oon
oproepcontract maitimaal 1010 uur por joor bedragen. Per joor aal dit worden i
uur over een periode van 5 joar. De huidige M.U.P. krochten in de sector boven de 65 joor bouwen
i/ijae in 5 joor af (aie ortikcl O lid 6).
53
BIJLAGE 2
Loontabel rijdend personeel per 1-1-2014
trede
maandloon
minimum
€ 2.030,56
uurloon
€11,71
na 1 jaar
€ 2.030,56
€11,71
€ 15,81
€ 1.873,60
€ 468,40
€ 15,74
na 2 jaar
€ 2.030,56
€ 11,71
€15,81
€ 1.873,60
€ 468,40
€ 15,74
na 3 jaar
€ 2.149,11
€ 12,40
€ 16,74
€ 1.984,00
€ 496,00
€ 15,74
na 4 jaar
€ 2.223,89
€ 12,83
€ 17,32
€ 2.052,80
€ 513,20
€ 15,74
na 5 jaar
€ 2.297,45
€ 13,25
€ 17,89
€ 2.120,00
€ 530,00
€ 15,74
na 6 jaar
€ 2.314,78
€ 13,35
€ 18,02
€2.136,00
€ 534,00
€ 15,86
na 7 jaar
€2.332,10
€ 13,45
€ 18,16
€ 2.152,00
€ 538,00
€ 15,98
na 8 jaar
€ 2.349,13
€ 13,55
€ 18,29
€ 2.168,00
€ 542,00
€ 16,10
na 9 jaar
€ 2.366,14
€ 13,65
€ 18,43
€ 2.184,00
€ 546,00
€ 16,22
na 10 jaar
€ 2.402,62
€ 13,86
€ 18,71
€ 2.217,60
€ 554,40
€ 16,47
na Iljaar
€ 2.439,10
€ 14,07
€ 18,99
€2.251,20
€ 562,80
€ 16,72
na 12 jaar
€ 2.475,59
€ 14,28
€ 19,28
€ 2.284,80
€ 571,20
€ 16,96
na 13 jaar
€ 2.512,08
€ 14,49
€ 19,56
€ 2.318,40
€ 579,60
€ 17,21
na 14 jaar
€ 2.549,76
€ 14,71
€ 19,86
€ 2.353,60
€ 588,40
€ 17,48
na ISjaar
€ 2.588,00
€ 14,93
€ 20,16
€ 2.388,80
€ 597,20
€ 17,74
overuur
4 wekenloon
weekloon
€15,81
€ 1.873,60
€468,40
MUP-loon
€ 15,74
Loontabel niet-rijdend, technisch en administratief personeel per 1-1-2014
schaal
1
II
ill
IV
V
VI
VII
Vlll
trede 0
1.580,68
1.664,57
1.755,16
1.843,92
1.936,94
2.029,34
2.121,14
2.400,19
€9,12
€9,60
€ 10,13
€ 10,64
€ 11,17
€ 11,71
€ 12,24
€ 13,85
1.626,27
1.719,90
1.810,48
1.901,69
1.991,64
2.084,67
2.195,32
2.474,36
€9,38
€9,92
€ 10,45
€ 10,97
€ 11,49
€ 12,03
€ 12,67
€ 14,28
1.682,20
€9,71
1.773,39
1.864,59
1.956,39
2.046,36
2.141,20
2.270,70
2.549,76
€ 10,23
€ 10,76
€ 11,29
€ 11,81
€ 12,35
€ 13,10
€ 14,71
1.736,32
1.826,28
1.918,71
2.011,11
2.103,51
2.195,32
2.343,04
2.623,92
€ 10,02
€ 10,54
€ 11,07
€ 11,60
€ 12,14
€ 12,67
€ 13,52
€ 15,14
1.791,03
1.884,04
1.972,20
2.065,21
2.158,84
2.251,24
2.418,43
2.699,94
€ 10,33
€ 10,87
€ 11,38
€ 11,91
€ 12,46
€ 12,99
€ 13,95
€ 15,58
-
1.936,94
2.029,34
2.121,14
2.212,94
2.307,17
2.493,81
2.774,07
-
€ 11,17
€ 11,71
€ 12,24
€ 12,77
€ 13,31
€ 14,39
€ 16,00
1
2
3
4
5
Het uurloon van een MUP-kracht (rijdend personeel) dient gebaseerd te zijn op ten minste 5 ervaringsjaren van de bij de functie behorende loonschaal. Het uurloon dient vervolgens verhoogd te worden
met 8% vakantietoeslag en 10% voor vakantie- en werkgelegenheidsdagen. Heeft een MUP-kracht
aantoonbaar meer ervaring opgebouwd, dan dient zijn uurloon gebaseerd te zijn op zijn werkelijke
54
ervaringsjaren (zie daan/oor de laatste kolom van de loontabellen). Om misverstanden te voorkomen
wijzen wij u er op dat de uurlonen in de laatste kolom reeds zijn verhoogd met 8% vakantietoeslag en
10% verlofaanspraken.
Loontabel rijdend personeel per 1-7-2014
trede
maandloon
uurloon
overuur
4 wekenloon
weekloon
MUP-loon
minimum
€ 2.046,80
€ 11,81
€ 15,94
€ 1.889,60
€ 472,40
€ 15,87
na 1 jaar
€ 2.046,80
€ 11,81
€ 15,94
€ 1.889,60
€ 472,40
€ 15,87
na 2 jaar
€ 2.046,80
€ 11,81
€ 15,94
€ 1.889,60
€ 472,40
€ 15,87
na 3 jaar
€2.166,30
€ 12,50
€ 16,88
€2.000,00
€ 500,00
€ 15,87
na 4 jaar
€ 2.241,68
€ 12,93
€ 17,46
€ 2.068,80
€ 517,20
€ 15,87
na 5 jaar
€2.315,83
€ 13,36
€ 18,04
€ 2.137,60
€ 534,40
€ 15,87
na 6 jaar
€ 2.333,30
€ 13,46
€ 18,17
€2.153,60
€ 538,40
€15,99
na 7 jaar
€2.350,76
€ 13,56
€ 18,31
€ 2.169,60
€ 542,40
€ 16,11
na 8 jaar
€ 2.367,92
€ 13,66
€ 18,44
€ 2.185,60
€ 546,40
€ 16,23
na 9 jaar
€ 2.385,07
€ 13,76
€ 18,58
€ 2.201,60
€ 550,40
€ 16,35
na 10 jaar
€ 2.421,84
€ 13,97
€ 18,86
€ 2.235,20
€ 558,80
€ 16,60
na 11 jaar
€ 2.458,61
€ 14,18
€ 19,14
€ 2.268,80
€ 567,20
€ 16,85
na 12 jaar
€ 2.495,39
€ 14,40
€ 19,44
€ 2.304,00
€ 576,00
€ 17,11
na 13 jaar
€2.532,18
€ 14,61
€ 19,72
€ 2.337,60
€ 584,40
€ 17,36
na 14 jaar
€ 2.570,16
€14,83
€ 20,02
€ 2.372,80
€ 593,20
€ 17,62
na ISjaar
€ 2.608,70
€ 15,05
€ 20,32
€ 2.408,00
€ 602,00
€ 17,88
Loontabel niet-rijdend, technisch en administratief personeel per 1-7-2014
schaal
1
II
III
IV
V
VI
VII
Vlll
trede 0
1.593,33
1.677,89
1.769,20
1.858,67
1.952,44
2.045,57
2.138,11
2.419,39
€9,19
€9,68
€ 10,21
€ 10,72
€ 11,26
€ 11,80
€ 12,34
€ 13,96
1.639,28
1.733,66
1.824,96
1.916,90
2.007,57
2.101,35
2.212,88
2.494,15
€9,46
€ 10,00
€ 10,53
€ 11,06
€ 11,58
€ 12,12
€ 12,77
€ 14,39
1.695,66
1.787,58
1.879,51
1.972,04
2.062,73
2.158,33
2.288,87
2.570,16
€9,78
€ 10,31
€ 10,84
€ 11,38
€ 11,90
€ 12,45
€13,21
€ 14,83
1.750,21
1.840,89
1.934,06
2.027,20
2.120,34
2.212,88
2.361,78
2.644,91
€ 10,10
€ 10,62
€ 11,16
€ 11,70
€ 12,23
€ 12,77
€ 13,63
€ 15,26
1.805,36
1.899,11
1.987,98
2.081,73
2.176,11
2.269,25
2.437,78
2.721,54
€ 10,42
€ 10,96
€ 11,47
€ 12,01
€ 12,55
€ 13,09
€ 14,06
€ 15,70
-
1.952,44
2.045,57
2.138,11
2.230,64
2.325,63
2.513,76
2.796,26
-
€ 11,26
€ 11,80
€ 12,34
€ 12,87
€ 13,42
€ 14,50
€ 16,13
1
2
3
4
5
In 2014 wordt er vanuit gegaan dat een maandloon 173,33 maal het uurloon bedraagt. Eerder was
altijd 173,3 maal het uurloon het uitgangspunt. Dit heeft een gevolg voor de vaststelling van de uurlonen. Doordat de maandlonen nu gedeeld worden door 173,33 uur in plaats van 173,3 uur vallen de
55
uurlonen per 1-1-2014 een fractie lager uit dan wanneer de uurlonen per 1-1-2013 verhoogd zouden
worden met 0,6%.
56
BIJLAGE 3
Functieomschrijvingen voor niet-rijdende- en technische werknemers
Handleiding indelen van functies
- Algemeen;
- Indelingsprocedure;
- Aanloopfuncties;
- Problemen, vragen.
1.
Algemeen
In opdracht van CAO-partijen Besloten Busvervoer is door AWA/N een functieonderzoek uitgevoerd in
de bedrijfstak.
Doel van dit onderzoek was om een voorbeeld functiehandboek samen te stellen. Met behulp hiervan
kunnen werkgevers, functies binnen hun bedrijf in een salarisgroep indelen. Teneinde dit voorbeeld
functiehandboek samen te stellen zijn in een aantal bedrijven 13 veel voorkomende dan wel voor de
bedrijfstak kenmerkende functies onderzocht. De meeste van deze functies kunnen op verschillend
niveau worden uitgevoerd. Daarom is er voor gekozen de functies in opklimmend functieniveau (beknopt) vast te leggen in matrices. Ven/olgens is het functieniveau daarvan vastgesteld met behulp van
de ORBA-methode waarvan AWVN systeemhouder is.
Op basis van het functieniveau zijn de functies in functiegroepen (salarisgroepen) ingedeeld (groep I
t/m Vlll). Voor functies vallend onder de niveaumatrix Administratief medewerker geldt indeling I-a t/m
IV-a.
1.1
Indelingsprocedure
Opmerkingen vooraf:
•
Onder een functie dient te worden volstaan "het geheel aan werkzaamheden/verantwoordelijkheden welke door één persoon worden verricht.
•
Functiebenamingen zijn op zich niet maatgevend voor het niveau van functies. Bepalend voor
het niveau is de inhoud van een functie en niet de daaraan gegeven titel.
•
Bij het inschalen van functies in de CAO-salarisschalen gaat het om de inhoud van de functie. De
wijze waarop de functievervuller de functie uitoefent speelt geen rol bij het inschalen van de
functie (functiewaardering is dus geen beoordelingssysteem).
•
In geval er binnen een onderneming sprake is van een combinatie van functies (of delen daarvan)
dient de totaliteit ervan te worden vergeleken met één of meer geschikte voorbeeldfuncties. In
dien dit niet mogelijk is kan men het beste de vuistregel hanteren, dat het zwaarste onderdeel/de zwaarste onderedelen binnen een functie bepalend is/zijn voor het niveau. Let daarbij
op of het zwaarste functieonderdeel volledig wordt uitgeoefend.
•
Veelal zullen de in te schalen functies niet letterlijk overeenkomen met een van de voorbeelden,
soms zelfs met meer dan één voorbeeldfunctie en soms wellicht met geen enkele.
•
De te volgen procedure is als volgt:
1.2
1.3
1.4
1.5
Inventariseer de in de onderneming voorkomende en in te schalen functies. Schaal zoveel mogelijk functies tegelijkertijd in.
Vat zo beknopt mogelijk de taken samen die in elke functie zijn te onderscheiden. Ga hierbij met
name uit van verantwoordelijkheden en bevoegdheden per taak.
Tracht door kritisch lezen zoveel mogelijk met de in te schalen functies overeenkomende functiebeelden te vinden.
Maak een scheiding tussen gemakkelijk in te schalen functies (d.w.z. functies die in hun totaliteit
goed vergelijkbaar zijn met een voorbeeldfunctie) en moeilijk in te schalen functies (d.w.z. func-
57
ties die in hun totaliteit met meer dan één of juist met geen één voorbeeldfunctie goed te vergelijken zijn dan wel slechts op onderdelen te vergelijken zijn met een voorbeeldfunctie).
1.6
Deel eerst de gemakkelijk in te schalen functies in. Deel vervolgens de moeilijk in te schalen functies in; probeer bij deze functies de "kerntaak" te vinden, d.w.z. die taak waarom de functie is ingesteld. Ga ervan uit dat deze taak maatgevend en niveaubepalend is.
1.7
Vergelijk de in te schalen functies (in totaliteit dan wel op kenmerkende onderdelen) met de
bijgezochte voorbeeldfuncties.
1.8
Bepaal of de in te schalen functie qua niveau gelijk is aan, of lager of hoger dan de voorbeeldfunctie waarmee is vergeleken.
1.9
Stel (voorlopig) de salarisgroep vast van de in te schalen functie. Vergelijk nogmaals met functies
die qua niveau in de nabijheid liggen. Schaal de functie definitief in.
1.10 Leg de ovenwegingen (motivering) vast die tot een inschaling hebben geleid, zoals met welke
voorbeeldfunctie(s) is vergeleken en wat de "plussen"en de "minnen" zijn van de ingeschaalde
functie ten opzichte van de voorbeeldfunctie(s) waarmee is vergeleken.
1.11 Deel de medewerker mee in welke salarisgroep zijn/haar functie is ingedeeld en met welke
voorbeeldfunctie is vergeleken.
Aanloopfuncties
Het kan voorkomen dat een medewerker (nog) niet alle werkzaamheden uitoefent die in de functieomschrijving zijn aangegeven (bijv. wanneer een medewerker net in dienst is getreden) terwijl het wel de
bedoeling is dat hij/zij deze functie volledig gaat uitoefenen. In dit geval kan de werkgever besluiten de
medewerker (voorlopig) één salarisgroep lager in te delen dan de salarisgroep waarin de functie is ingedeeld die de medewerker uiteindelijk zal gaan uitoefenen. In dit geval is het raadzaam dat de werkgever en werknemer een termijn afspreken (bijv. een halfjaar).
Na het verstrijken van deze termijn wordt nagegaan ofde medewerker inmiddels de functie volledig
uitoefent. Bij volledige uitoefening van de functie kan de medewerker worden ingedeeld in de salarisgroep die overeenkomt met het niveau van de functie.
Problemen, vragen
Wanneer zich problemen voordoen bij het indelen of er vragen zijn over de werkwijze kan er een beroep worden gedaan op het secretariaat van CAO-partijen Besloten Busvervoer. Zo nodig kan tevens
nader advies worden ingewonnen bij AWVN.
Inschakeling van AWVN geschiedt door secretariaat CAO-partijen Besloten Busvervoer na samenspraak
met de betreffende aangesloten onderneming.
58
QJ
>
Q.
o
1o
c
ro
ro
>
00
Q.
Q.
ii
rofl
ro
£
00 . E
CO
Q.
ram a's;
onder he den
c
x:
cJ s
Q
QJ
QJ
a) o
4-» .—
c
-D
T3
t
O
C
> 00
N
ro
>
u.
QJ
QJ
oo 0 0
c _c
O
01
4.^
t
c
•e ? OJ QJ
•o £ =ii
01 . a
QJ - C
(rt (rt
o
a.
c
v_
QJ
01
T3
C
*^ *^
^
C 01
c- . Ï E c>
ro "o
ro ro
t;
ro
O
Q . QJ
:aj
oj
00
Q.
en
> Oü g E
= > =
^
Qj * ^
*- ro
tsl E
ro rst QJ
i : .£ QJ
ro c ob
.9P
CL ro
4-»
0 0 QJ
JS (rt
Si ^ ^
QJ ro
'QI
5
QJ
0 T3
c
O
ni
ro
-Q ro ro
a.
o ^ >
OJ
s-QJ
i <
=
E
QJ
Q.
O
"d
f
c
ro
>
ro QJ
> >
c
00
o
_QJ
>
c
c
^
U
=I
ro
c>
ro c
QJ
00
. c QJ
u TJ
L_
O
4 ^ QJ
QJ . C
IM
k_
QJ
E i
™
y •=»2
>
C
QJ
4-'
.c
u
ro
Tu.
J
dof
E
•o
OJ
m
Q.
QJ
J3
QJ
trt QJ
^
ro
E ^
c
O
O
ro >
t
C
01
01
Q. £ C
Q. ' c 3
3
QJ
.Q
en.
ro
Q.
01
OJ
™ & 5E
Ills
Q.
c
C 1 ^ cn
litvo
c
c
c
_ro
00
!UJ
01
to
ro
QJ
00
Igei
k_
t
ro
'3
k_
OJ
ann ingen,
QJ
O
O
c
o
c
01
QJ
(rt
an
>
c
c
JS
01
C Irt
>
O QJ " O
3
• f c T33 O
QJ 0 0 O . C
QJ
?i p 0 0 T 3
01
1
>
4-.
E £
•o ,
ro
c
LD
c
ro
Ste
5! ro
01
C J3
ter s e
QJ
<U c u
00 c ro
. c o ><rt
o T3
4-*
c
ro
C
QJ
ro c
^
> 5^
> E
3
c
£ cI
o
a; 00 ro
o Qb
U
01 O
00 T3
OJ
IM T 3
Qj 0 0
T3
>
i_
0) p
Si e o
QJ
QJ ^
QC > B
01
OJ
(5
c
ro
01
T3
00
t j
<u
c
c
eo
QJ IM
QJ
OJ
E
ro
ro
c
01
01
t
o
E
o
01
-s^ c
01
=
> ^
M J
Si £
>- ro
™ 8-.E ro
E x>
E QJ
g
l Qj
ro
TÏ,
O ro
4-*
—
•5 ?
QJ QJ
•S 00
dc c
« | t t Ï
Ö
O -S ? E>
:^
j a
cf rf
"J
QJ
TJ
k_
ro
Q.
0)
o
4-»
c
ro
>
01
c
c
JS
a.
ü
c
4-'
as
Q. Cro Ol
QC T 3
'c
c
ro
ro
00
c
O)
Irt
QJ Q T
4-» + J
l/l
0
QJ E
Q. 12 ™
a; c £
J C ro c
>—
.Q
Irt
c -° >
01
O
E
o
u
'.c
u
c
3
QJ
-a
QJ ro
Si a.
o " .2, o
o .Si
15
£E
c
ro
>
>
c
QJ
QJ
00 ro
.c
QJ
(rt
c T3
00 c c
C Qj O
IM
Q . a;
£ c: ^
'•u"D01
w op
01
QJ ro OJ
3
QJ
>.
c
k_
C
OJ
> .SP
_QJ
ro
c
•
00
^
01 p "(rt QJ
00 >
*;
OJ
01
(rt
c
c
OJ
(0
E
c
C
k.
O
Q.
OJ
QJ
00
a. ?.
10
c
> Op
4-1
3
ta
01
c
(rt t_
QJ QJ
OC
>
•> QJ
.!2 (rt
ro i _
.a
3
D.
o «IJ
(rt
o
QJ
•D
OJ
ro
4-"
OJ
.SP
ZI
01
>
O
2 £
Q. U
— ro
3 Q.
^
O
£ o = <
QJ N ro n j
k_
QJ
>
u
£ 01
QJ 0 0
u
c
c
QJ
O
QO
u
c
ro <->
00 3
bb
5 . O
> E ^
c
OJ
O
c
QJ
c
>
5
QJ C I - T3
01
c
QJ
00
ru k-
QJ
00
k_
QJ
•a
QJ 5 C rsl
ro :=»
> >
01
• • ro
00
s^
C
QJ
00
C
QJ
00
c
£
>
^ ro
QJ
00
CO
00 E
.c
o
(rt ( J
3
T3
QC
c
c
m
a.
.2, O
•= -SS£
k_
01
OJ
ro
2E
•O
01
T3
QJ
.C
c
:5 1
m£
c
QJ
C
01
TJ
QJ
.C
OJ
>
QJ QJ
0 0 4^:
t:
Q.
Q.
c
ë Q. 5!
00
t
O
9
a
ro i
'c
m
c
ro
ro
O
If
O
ro
T3
01
CL
c
01
00
C QJ
01 0 0
Q.
01
•o
•5
C
QJ
00
ro
"O
QJ
.-
ro
i-
E
E
O
00
00
01
CO
5
O
c
•5 E
O
c
ra
>
d- g,
QJ
Q.
QJ
O
k_
00
QJ
ö 'S?
c
Ü
= ^
t/i
0
U QJ
<rt DO
ra
ro
Q.
QJ
E
o
c aJ
fe a*
ii
™ ajE
lo c
c aj
c
01
o
^
£ a»
5 2
C
Q.
•=< O
QJ
CQ
c
C OJ
ro 4-1
c
0)
>
<=
QJ
3
o
1-
OJ
T3
|S
OJ
00
OJ
.Q
(rt
3
CQ
-L
Q.
-C
TJ
O ro
0 .y
c
>rt fe
ro ' 3
QJ •= c
ro
00
^
(rt
ro
a.
is
c
QJ
O
4-*
c
ro
>
ro
ro
ro
o
o
>
•a
00
QC
13
QJ
01
ro
c
ro
]QJ
<ti
d 1
> -S
01
O
k_
n n Q.
O
c
01
QJ
00 :=< cw
•a
1
§. E Öi aj
2 9- "F "2 ai
c
O
Q.
Q.
QJ
>- c
C
QJ "O
C QJ
00
c
QJ
01
J3
IM
01 01 ro
00
$ o
o
— c
1C QJ
ro QJ
u
_ DO
C
O :=
QJ O
s
_
^ 01 c
> ;=<
ro
ro
1 -2
QJ
QJ
QJ
P
aj . E
-• o
Q
•J
CO
•5
& s
CO (M . E
u
OJ
^
in
if
C OJ
QJ T J
T3
3
O
c
c
i-
k.
QJ QJ
QJ QJ
TJ TJ
C
C
c
c
ro ro
c
c
01
_QJ
QJ
QO
01
CO
QJ
QJ
J3
o
w
a.
c
01
c
(ra
_
ra
c
(_
01
QJ
TJ
c
—
.»
Io
01
TJ
C
c
QJ
c
01
CL
Q.
E
ro
> .t;
c
C
QJ
c _i.
01 o
ro
ra
4-»
£ ?
trt
4-»
•g
ro
01
W
W
«
0*
c
3
ro
>
c
c
'•a
O
Q.
4;
ro ^
£
Y
•rt f ,
Irt 01
O -a
Q. O
O
JI
C TJ
QJ c
00 ra
ro _Q
QJ
T3
k_
(rt
O
3
.Q
CT
ij
QJ 0
0
T3
.C
'01 u
01 (rt
00 c
QJ ro
CO
QO
01
01
]QJ
>
QJ
QJ
13
QC
c
>t
QJ
QJ
o
?
£
c
aJ
DO TQJ
J
c >
ro ~^
> S
= J
_QJ "G
QJ (rt
1 üf
ro 01
C T3
01 3
CO O
3
01
>
E
o
C
c
c
ro
ra
a.
ra
Ü
lfl
OJ
t
.Q
M
3
CQ
"hi
QJ
_QJ
>
4-1
ro
ro
t
«
w
_c
C
QJ
CQ
C
00
QJ
01
00
4-»
•a
O. T J
C
c
QJ
O
c
x:
u
«2
*C
O
4-1
re
trt
c
01
C
OJ
E "E
ra )5
c
00 (rt
0)
k.
O
Q)
O
Q.
irt
00
c
ro
—,
ro
o.
00
OJ
.Q
(rt
3
OQ
C
>
C
v
_Q
ra
'3
C
QJ
C
aj
4-»
to
c
OJ
ra
4-1
OJ
op
'C
OJ
>
O
ë
3
Ei
QJ
Qj
QJ
DO
^
OJ
"5 -e
.£ 2
O
u
c
OJ
1/1
k.
~>
4-*
S
00
OJ
c
ro
1-
Q.
OJ
TJ
01
O
^
5
TJ
QJ
CQ
C
QJ
C
Ï
c
Ife
ro
ro
00
t
c
QJ
OJ
|QJ
(t
t
O
C2.
Q.
QJ
QJ
ro
QC
c
QJ
c
QJ
^
C
U
(rt
o
O
ro "o
01
k_
4-*
£ ™-QJQ
E
I
01 01
Irt
QJ
c
4-*
00 01
E
ro g c
•- •£ 3 ro
01
c -a S
e g o
^Irt 00
t ^r ,
^
ï^r QJ
^
_Dp
QJ
o
O
-o
>
C^ £ <=
—
iè
S
E ro QJ
ro ro
-Si t
> c
c ro
QJ >
00
TJ
c
ro
00
c:
ro
>
QJ
O
3
ro
0)
ro
a.
k-
OJ
QJ
O
5
c
ro
01
T3
01
tt
3
c
01
ro
o
>
"D
'Öj
TJ
£
-c
00
•fj
QJ
'QJ
c
ro
>
QJ
êfe t
>
c
ro
ro
l/l
00
t
c
QJ
QJ
•c
'ai
*;
O
CL
O.
^
c
QJ
TJ
^
>
ro
ro
ro
S
u
ro
c
OJ
£
S
2
. «. OJ
00
c
>
t_
T3
QJ
J3
QJ
QJ
k_
C -Q
4-»
QJ
00
>
(rt
u
T. ro
^
C P
ra ]=•
c
> ~
QJ
IH
C
u.
3
>
c
ro
.
>
trt
fe
ro ro
>
QJ
^
O)
C
QJ
QJ T J
QJ
TJ
c
3
Q.
.
c
t-
o
>
E
c
CL
IM
QJ
QJ
fe^ o
O
ro
E
C
Si,
aj
00 _2
QJ
01
4-4
trt
ro
C
QJ
tQJ
00
ro
\y
QJ C
Q. O
Irt
.
dJ C
00
c
3
Ll.
(ü
£ OO
L.
>
01
QJ
TJ
0)
P
ai< "
0 0 (4-
c •F'
k.
3
OJ
•a
c
ro
>
c
QJ
_^
ro
QJ
CO
C
ro
01
(rt
>
01
trt
4-*
QJ
-1
>
QJ
E
ro
ai
J--c
ci
U
t
O
trt
Q.
c
QJ
00
O
>
'•B c
•p -a o ^
QJ
s&1
Ll.
QJ
OJ
C
o
S i
>
QJ
(rt J2
TJ
QJ
.Q
4-*
o
oj
c
op OJ
OJ
4->
TJ
t/i
1-
QJ
QJ
3
trt
O
O. c
4^
.c
i r -Si _0|
00
O QJ QJ OJ
u
>
^
E
01 QJ
ro T J
QJ
,_
lli
QJ
QJ TJ
3
TJ
OJ
u
O
ro
ro
aj
ro
° Ï
Q.
QJ
C
01
DO
O
ro
,
0)
00
-t;
%
ro
C
>
01
00
trt
-
00
*;
ro
.£
^
OJ
ro
_
>
bn
C
CL O
3 QJ
01
it
3
QJ 01
TJ TJ
C
c
OJ
O
E Ï
E !!•
QJ
^
ro
ra ^
^
x : o) o)
o
QJ .
W
,£
^
*C
ro
>
Qj
ro
ra -Qj ^
^
TJ E
QJ
-Q
QO O
E
•= E
O
ro
4-i
QJ i t
00 D
c
QJ
-D
c
•2
c^
4-'
'—'01
4-1
00
OJ
Q.
C
QJ (rt
DO k_
ro O
O
k_
T J.
(rt
•5 E
c
fe
g
ro
£ ^s
it
00
c
3
-Q CO
CL <->
O
C
trt ro
>- ro
OJ
ro
-£ S g
£ ^
trt
01
Q
OJ
u
i_
k_
QJ
<
01
™
^
.a
'c
g
a.
QJ
C
(S
_aj
QJ
S 3
QJ
T3
c ro
2
c ro "rö>
Q. .aj £
ro >
QJ
00
01
OJ
ro
cc
BO
aj
fc_ ro
TJ
*£
QJ ro
o S g a
^
Qj
£ 5 0 c >
ii- 3
10
>
QJ
•5 ^
2 I
.
0)
Q
0)
u
Qj
OJ
.£3
(01 QJ
£ TCJ
la
—
>
=
'••
Jt:
k.
OJ
T3
OJ
01
CL O
01
O)
—
£ -ï
E
•a
I
01
C
4-»
c
c
•7 ro
QJ •—•
OJ
£
E S
QJ
>
TJ
ID
QJ
Q,
ro
*^
QJ
aI
oi
c
c
^
3
O
TJ
3
0)
•o
0)
QJ
2 .2
c
ro
ro
01
fe
O
O
QJ
2 -Q
3
ro
CQ
<rt
fe
O
4-»
t5
3
re
01
u
Irt
E
o
0)
>
c
OJ
c
OJ
j£
re
E
c
re
.Ï
00
(rt
u.
OJ
c
0)
(rt
O
Q.
OJ
.op
d
OJ
>
O
^
<u
«10
9; =
2 .g
•4-
OJ
E
-° 5
'4-t
TJ
4-t
(rt
QJ
jUJ
'c
<
OJ
c
n
n3
O
O
i_
4;
(U
—,
5 *^ .ë trtt
_
(rt
-.
(rt
c
QJ
<u
l•§ tS
-li
OJ
E
N
CJ ,--
1^ OJ
s
ro (u
> .c
E
"O
TJ
<
Iï
dl
(U
s i
Ci ^
OJ
01
>
5
^
(rt
trt
'c
ro
CL
OJ
O
(U
TJ
OJ
c
ra
>
4-t
OJ
'c
E
<
TJ
OJ
OJ
t_
OJ
OJ
•g
t
OJ
O
CL
CL
ro
-ü ra
5
OJ
cO
O
O
(rt
t_
OJ
CL
OJ
TJ
N
k.
OJ
. 2 >> (rt
ra
OJ
OJ
O
-ü
OJ
O
-CJ
4J
O
..
C
tu
ï-
_^
OJ
O
JD
00
ra
TJ
(rt
C
OJ
T3
3
O
.C
:=»
CÜ
3
OJ
(U
O.
OJ
.Q
QJ
1-
TJ
E
C
TJ
TJ
O
00 ^
£r OJ
O
ü TJ
OJ
'S
O
OJ
1-
CL >
CL C
ra
4J
nj
-Q
OJ
TJ
rö' OJ
O
4..»
C:
OJ
1
•O
fü
>
•
01
•O
0)
01
(rt
'E
1
•O
<
Ü)
c
u
Irt
E
O
01
c
3
CL
OJ
O
<u
5
<u
"O
OJ
2
TJ
<
t
Iï
OJ
01
OJ
-C
u
.S2
O
4-t
ra
trt
c
ra
00
t .
O
QJ
'^
'trt
O
O.
>
QJ
b£)
OJ
_^
QJ
JJ O,
01 ra
: 5 TJ
OJ
01
c
.,
OJ
-Si
^
2
ra ra
(rt
'k.
ë2
00
OJ
00
(rt
Z
i5
"
c
—
OJ
TJ
d
.§ '^
~
C
OJ
M
c
OJ
^
OJ
>
c
C
ra —
Ul
OJ
00
OJ
il
>
c
QJ
1QJ
TJ
OJ
-Q
C
O
U
S g
(rt
t
ro
-Q
OJ
>
> 0>1
OJ
OJ
00
OJ
QJ
00
-,
00
5
c ro TJ
.ro ü
00
43
O
t
O
O
>
(rt
c
ro
fD fD
fD "O
^ <= =
™ S{,
^
00 u
l/) (L) N
•— m l C i- Qi
cC >ï >O
O
.- ^ /-(
> t
60 S
ffl
<u
ra
go-a
u
^
11
OJ
OJ
5 P
OJ
> >
c
.E
>
ro .
CL OJ
CJ
O ro
c
ro
>
OJ
TJ
OJ
4J
.C
t00
Q)
f^
OJ
Q)
TJ
01
ra
-Q.
^
c
CL < r
>-
ro
S OJ
4Ï
CQ
OJ
fe
_^
c
2
O
O
C
^
c
OJ
00
OJ
>
00
c
: =
c
c
OJ
.t;
3
OJ
00
ro
tTJ
rnCQ
trt
(-
OJ OJ
CQ JU
tj
ro
tJ.
OJ
OJ
.—
(O
c
ra
>
S? tt
s §
D-
QJ
OJ
ro
t
ro
£ -C2
OJ
>
OJ
00
c
ra
>
(-
C
QJ
a|
c
01
ro O S
*
-CJ .4-»
c £
S) 3 S OJ E
O
OJ J,
IM
1-
O
01
Tl
OJ
OJ
u
O
OJ
CL
c
öi 9
ra C (u
ra
—• E ^
Q) ra OJ
TJ (/^
c
.OJ
c
Qi
.OJ
O
O
O
c
c
c -O
OJ
OJ
TJ
C
™ s ^SS "öi=
^ k.
c TJ
i_
c:
—
c
_- c ra
£ O > ro
vOJ tc
OJ
4.J
3
ro
ro
fe O
O " ° m- ü
0
OJ
3
QJ
(rt
5 5 ^ro(rt -RO^
flj
O)
c
-£ 3 QJ
OJ -S ï=
^
QJ
OJ
TJ
QJ
4-t
.c
.y
5 S! g S 5
S £•
OJ
ra
ro
O) S O
^
OJ SJ„ ë
OJ
*^
[O
c
ro
c
O
u
k.
00
O
N
c
.OJ
^
X
CJ.
. *^ fe
-c = 2
• O 2
ro TJ ro
>^ ir, S
C ?J QJ
o; S -CJ
4..»
OJ
OJ
m
OJ
•
OJ
ro £
c
QJ
S o; Si V
>
u
c
1
Si
=i E
QC
ra
ro
ra
4.»
™ .ro
>
> E
OJ
2 ^
ro
(/J SS
c c ro
trt
O» OJ
>
OJ
OJ -S
c
O) ^
l l OJ
^
S iS- C
QJ
= 5 =
c
ro
c
c
ro ro
OJ
_ >
c
E
OJ
-
> >
-P
4^
Ë
E
TJ
OJ ±1
5 OJ . 2
4-t
CL
OJ
>
QJ
1 .
00
OJ
tv =
S
O
0 0 OJ
0 - ^ 4 - *
00
CL •*
-= c
O S OJ
O
4-1
E
O >
CD ï l
<
01
_^
k.
OJ
>
OJ
QJ
O
J3
c
ra
5 O)
•= "
O) fe
t
O .SP ^ OJ (-
ts] TJ
^
c
ra ro
>
c
c ai
ra
n
J3
OJ
TJ
c
(U
C
TJ
ra
OJ
• -^
O)
c
OJ
O .!2
" ra
t
O
P
TJ
<U
M
öj
i-
OJ
i
>
<u
(rt
OJ
4..<
S
E
(rt
OJ
-^2
c '4-t "
O
ra ira
_
C -li
4.»
S > I r t ra c
c
OJ
'c >c <cl
BO
QJ S
O u t
> O ra
c T3 ra
UD
<u
•O
OJ
bo
t/l
0)
^
3
OJ
ao -Q ^
O F =
N
"j
OJ
Q.
t
TJ
* ° ïi
c
ra
4.J
^
3
9 ™
C
_
ka
OJ
OJ
2 p
ms
O
CL
CL
T3
UI
-C3
(rt
J.I
X4-tI
va
Iï
t
(rt
TJ
J,
C
O
ai
—
he
OJ
UJ
QJ
U
4-t
<U u <u
t r a c
C
•S 5
c
00
t
>
TJ
OJ
TJ
OJ
rH
rke
TJ
O
O
X
(U
=
ra <CL
u
O
QJ
4=
t-
tal
E
<
TJ
-O
_
C
OJ
O
'= ^
c
C
T3
.2
ra
(rt
c c
OJ
or
00
C
01
c:
OJ
c
>
ro co
E OJ
Q. t
O 00
QJ
jirt
5
E
trt
01
T3
01
t
E
E
o
u
c
jj
QJ
t
4.1
aJ
aj
trt
QJ
QJ
£^
00
£
O
ro
>
c
ra
ra
1-
QJ
IM
c P
QJ
O
.O
ro
C
QJ
QJ
S
QJ CL
C
QJ
_ >
O
QJ
OJ
S
ro
^
£
C
OJ
Ol
;
E
i_
S
01
QJ
^
C
QJ
C
3
QJ
>
00
QJ
00
c
ro
ro
c
QJ
c
QJ
- E
OJ
c
.zs
c
I^
01
00
ho 00 ^ <
ro ro
•n ro o c
00
OJ
OJ
. c
J3
~ ,
OJ
TJ
QJ
01
±
CL .E
01
C
QJ
i £
00
C
ro
QO
Qj
c
QJ
'
_:
E § 5
ro -g QJ
ë°
CL
^
£ ^ ID
CU
<u -o
3
c •>
ë £
i
QJ
00
c £ .E
O
^
4O^
-T5J
P
C
E
trt
d
511 9 roE
QJ
4=
E
O
1
TJ
TJ
O
I
p
o
o
k_
-Q.
i t c 01Ï
Irt Q. >
a; u. o
ro
c
Iïï
3
aj
<-j
<-
ra
QJ
Sa j
^
ro £
> 5 t
£ .a>l
t:
01
it
O
C
QJ c
> ro
O
>
C
c
QJ
QJ
ro Qj . t ;
> -a
3
C
C
Irt
01 ai
>
_
Qj
QJ
OJ
ai
QJ
C
c
01
TJ 12 TJ
"ai c S
00 JD -9
c > ra
^
ro
I
.E •£
fe O -ii ^ ™ ra I Q QJ ro
S
ai
a
c g E
trt
-o
.3!
C c <->
E
ra
00
QJ
u
aj ra .S2
> > c Q. c t i
O o TJ
Q:
PO
CL
:^ £ £
01
.Q
a- — ^
2 T
o
>
ra u
^ c
ro
c
'4-t
c trt 01
l-
QJ
TJ
QJ
>
4-t
S£
t_
V, b
k_
00
Q.
ro
QC
u
01
TJ
QJ
4-»
k.
OJ
.!£
kOJ
F. ro
ra
QJ
4-t
-C
U
OJ
T3
01
ra
t;
QJ
QJ
QJ
Ql
t
a. i^
ra 01
cc TJ
QJ
ro ro
^ E
c
ro
ra
E
E
o
u
O
ob Ê
o
il
"c 5
QJ
C
OJ
QJ
00
c
O O
.« u
trt f -
.E E
ro
QJ ï £
E S. c
_
O a. c
S 00
ra
o 01
CL
QJ
O
OJ
OJ
iDO
c
OJ
01
QJ
QJ
00
c
QJ
>
01
c
QJ
>
c
ro
>
c
t
LO
01
QJ
>
Ï
,- =
.S
T J .aj c
Si I
E §
QJ
QC
Ql
o "S
—
( — —QJ
QJ
E
T3
01
C
c
c
5
5
01 QJ
TJ
c
01
ti
aj
.aJ
".3
2
Q.
Si
ro
3
01
00
^
c
ro
k-
c
^
Q.
k.
OJ
O
QJ
O
OJ
QJ
'c
00
QJ
OJ
£
as
CL
ra
oc
c
4.1
<J
01
TJ
o>
3
OJ
T3
01
V
0*
OJ
.OJ
0>
kOJ
V
E
E
o
u
Ü
c
u
Irt
O
u
u
c
3
C
QJ
=
QJ
4-*
Irt
k.
01
01
C
01
XI
QJ
01
15
a.
LO
>
QJ
TJ
C
_:
c
>
ai
i_
-Si
>
E o
0 §
QJ
o
c
Q]
C
'c
01
QJ
E
E
o
u
t
CL
ro
QC
3
01
QJ
3
re
OJ
>
c
OJ re
k_
trt
OJ E .a
E
c re .ti
OJ
00
O
Irt
Q.
-O
00
c
c
'•u
01
DO
>
00
C
15 3;
01
>
QJ
c
01
> c .E
QJ
c
O
c
ro
.
Irt
ro
c
QJ
Qj
:a
trt
QJ
Es
O
c
J3
OC
QJ
>-
_ M QJ
01
t
O
'C
TJ -C
c
k_
I
01
TJ
C
O
it
c
O
QJ
>
Ul
>
1c
DO
O
QJ
CL
k_
k-
4-t
01
•E
§ 2 01
5 i: >
QJ
4-t
a;
>
O
QJ
TJ
ro
>
E
-
trt
ro
TJ
>
^
ro
TJ
£
-Si
-Q
>
QJ
u
0
QJ
>
c
aj
fe
4-t
Ql
"Ëo 00
ro
TJ
QJ
00
c c
ro ro
> >
c
01
QJ
c
QJ
_^
O ai
CD 5
QJ
O
£
OJ - Ü
C
QJ
fl
O
trt
trt
QJ
QJ
00
ro
c
O
01
QJ
C
TO
>
00
aj
00
°
01
'4^
01
O
CQ
c
oj
aJ £ ro
u
irt
01
QJ
TJ
J3
c
00
01
00
>
01
QJ
ai 'X
aj
01
QJ
-Q
QJ
trt
QJ
.C
=
£ aj
rM
>• P.ro
QJ
oj
3
£ "
>
00
01
.D
o ^
c
01
>
£ ig 1
O
M
>
ro
-C
C c
ro
01
TJ
3
C
O
ro
c
QJ
ro _
ra o
w
.Si
QJ
ti^
TT JJ
C
QJ
QJ
O
% •£
QJ
.S £ ^
QJ
00
01
00
S? C
£
• = • 0)
CL >
ro
._
O
>
OJ C
>
ro
O "5
00 •f. c
0
op QJ
^
ro
^
Q. TJ S
-o c
T J ro
c
ro > ro ro
t_ 0 0 ^ >
O c
c c
>
C
ro Si, ro
1- op ro
i ë-
c
O =
5 >S, a;
Irt
<-> E
c o
Irt
15 ;2 QJ
>
OJ
.Q
O
1£
>
ro
E
££
.c
c .E
ro
c
00 t t
QJ
>
01
Irt
c
E
QJ
5 aj
k.
?
ai
aj >
c
O
01
ro .E
>
fe i
k^
^ o
Si S)
S] I 12
.a; 5
£ ™
O Si
01
IÊ
QJ
00
QJ QJ
QO 0 0
QJ
ro
ro
4-'
§
c
il
c
>
c £ E
ro
_:
c
>
i_
O S
.E 2 o ^
-D
ro
OJ
TJ
C
QJ
QJ
C
ro
DO QC
c '4-t
c c ro
01 QJ
QJ u
0 0 P 3Ï ro
o
J3
T3
>
1I
fe J ro
'oi
QJ
01
01
00
il
ro
ro
t
QJ
TJ
c
.E 2
QJ
"u
^
i Bi
t
OJ
jx:
k_
OJ
•a
ot
fD
ra
c
c
ro
L.
ro
TJ
ro
> a;
c .*i
01
> i2
ra
ro
'u
01
c
QJ
E
ro
a-E
OJ
01
00
OJ
0 E
•a
t
01
E P c y
ro
CL
C
QJ
QJ . 0 0
ro
E
E
o
u
ro
=
£
QJ 5 2 !="
(rt
00
kOJ
cD QJ
00
C
QJ
O
IM
ID
CQ
k_
01
QJ
Q)
C
£
ro c QJc
o ^ c^ =rö g?
E (rt p
O r o .
01
£ i
-J.
QJ
00
c
01
ro
.n ra ^
QJ
00
1-
01
00 ! l
C
QJ
: = .£3
Si
1 i
'O)
QJ
QJ
QJ
TJ
.E §
c
I
E
ra
c
c QJ
_QJ ± t
QJ _ 3
T J Jrt
C
m
QJ
•D
ra
c
QJ
>
.cE
Qj
cfll
01
J=
••
c
aj
t
QJ
rsl
QJ
OJ
>
ro
c
5 -S
ra
Irt
c
QJ
00
I
t_
c
I^
s
^
2 =
-O
C
>
cra
3
ra
E
w
>
01
t_
cf >1
Ql
QJ i l
T J CL
00 QJ
k_
O
O
>
00
,c
£^
S? c
O ro
[Vl - c
5
QJ
00
c
t:
c
c
ra
>
c
£ c
01 01
0 -Si
c
4J
2
c
ro
3
O01
TJ
ra
QJ
Ji
QJ
>
ni
:aj
QJ
01
>
QJ
°£
QJ oi . y
co 00 N
CL
ro
>
c
Qj -O c O
T J C :QJ >
k.
t
ra
O
-SP
-Si 5
O
01
c
CL
O ra
S £
UJ
QJ
.c
u
ro
_QJ
QJ
u
c
O
u
3
c
ra
>
c
01
.SP
-Q
TJ
O
-CJ
c
ro
ro
O
I
ro
E
5 E
ra
QJ
k_
00
>
c
E 01
ro QJ O QJ
- c 00
00 .•t
QJ O . i i c .>
CD IM M
I .É
c
I
c
QJ
QJ A
4-1 fe
c
ro
>
i> iI
01
c
ro
c
c
(U
.S :ï
trt ro
ll
c: E
OJ IA
= Irt
t ) QJ
m O
^
w
c £ •O
-S
-n
ro t ï cQJ
TJ
> iï 00 •—
w
tS ^
IM
:=<
£°
c 01 O QJ QJ
QJ > Irt* O •O
ro
•3 ^r
ro -t;
ro aJ QJ
c O
E c- O.
kQJ OJ OJ ^
3 4.>
trt 4..I .Q
fe
u
ë
OJ
J
Si Qj TQp
-O ts
ra -Si T3
O
4..1 QJ C
QJ
-CJ
-Si i2
OJ
T
2roJ -Si£ £3
S. 2 tJ
ro
>
01
!A
tj^
2 .aj
C
OJ
"5 ttrt *;
QJ
ra
E
QJ
TJ 4-t
c QJ
O E
c
OJ
to
4-t
tu
op
k-
>
O
CL
•* ra
3
c
ro
"
c
> QJ
C TJ
01 QJ
S -E
00 QJ
fe "3
ro O
> T J TOJ
SO
U
O
£
ra
>
00
.aj
E
c c
Ln
iD
ro
E
c
ro
>
_QJ
01
c
O
c
QJ
CL
O
C
QJ
QJ
c
ro
Ol
E
£
ro
c
o
k_
00
ra
o
_:
QJ
QJ
ro
ë c
£ ^
OJ
00
ro
k_
ro
{D
01
S
ro
>
y
Irt
OJ
k-
ai
S
00
OJ
c
u
4-'
ro
_
^
ro
gj-
g
c
ro
QJ
ro • £
Q. —
01
QJ
ro
5
c
O
E
12
2i ^
<-> •kf
£ oi
IB
>
•
^
01
TJ
QJ
:° E
Si LO
•a
4-t
Irt
QJ
CO
(5
n
ü
ti
QJ
QJ
t
0»
0»
c
3
£
QJ
QJ
£
01
>
C
QJ
C
C
ra
01
c
£
c
QJ
QJ
4-t
QJ
00
c
ro
ro
3
01
•fe
c
O
QJ
-c
c
01
c
ro
ro
c
ai
QJ
.ii
v_
01
Qi
QJ
00
.£
5
_
.=
TJ
jj
QJ
.
o
P
QJ
00
4-!
•' '
Irt
£
•a -!5
TJ
ro
•-
4-t
>
^
QJ
C
m
g .aj S.
fe
4^ ro
ro tó
CL u
o TJ
5
QJ
QJ
QJ
§ >
01
TJ
01
™ I£
QJ
QJ
T J _QJ
ro QJ
k_
k_ T J
TJ
3
.Q
OJ
QJ
.2 _^
CL
1^
c
c
QJ
C
01
00
•= -ci
^op trt
c
ro
TS
>
C
QJ
00
OJ
QJ
^
O
tsl
U
QJ
c
—
aj
c .Ï
S? :feÖ: Si
O
ro
>
O
OJ
TJ
QJ
-C
E
ro
ro
c
t—
QJ
00
C
ro
>
c
ra
QJ
>
tu
-1
c
QJ
Qj
k-
ro
C
QJ
ro
01
TJ
00
O
M
QJ
>
ro
<
QJ
01
k_
c
ro
01
00
^
Q.
trt
c
op
01
TJ
_
QJ
TJ
£
oj
CL
01
OJ
-
3
>
c
2) ^
01
c
trt
-a
^
O
C
"E
ro
TJ
-11
>
QJ
tu
6 "c
c a;
ro
QJ
C
QJ
00
00
.^2
ro
C
g
>
u
>
QJ J 3
TJ
C
O
CL
Ql
ra
!2
£ «
i|
>^
15
c
QJ
c
g?l § I
c
^ £
O
O
Ll
CL
O
^1
: ^
O
ro
15 :=.
QJ
^
c
E
j 2 _g
t
TJ
C
QJ
TJ
3
O
O
4-t
_0!
QJ
TJ
c
ra
CL QJ
O
CD
3
re
01
QJ
00 . c
73 01
3
4..I
>
2 >-O
01
-Q
QJ
00
k_
QJ
3
c
£
o
Si
g
00
'>
ro
TJ
C
C
QJ
C
QJ
U
c
t^
QJ
O .E, TJ
trt
ro
_ro
CL
k_
01
_c
rö
I ^E
QJ
01
o
o
o
>
=
00
QJ
00
k.
O
M
E
fe
o
>
=
QJ
00
k.
O
M
^
>
£
Si
-F,
LJ
'k-
>
c
'c
&
QJ
O
k.
01
>
LJ
c
3
a: 15
OJ
>
E
o
DO
CL t
CL 01
OJ
l/l
ro
O
ir
_QJ
" "i
o.
c
ro
ro
01
U)
u
k.
c
O
t
3
01
4-t
3
aj
.fe
Q.
QJ
OO
c
C
QJ
c: s f
H-
u
Ü)
01
r-
01
-Q
'—.
OJ
TJ
£
2
01
ro
O
trt
TJ
4-»
J3
QJ
CL
t_
CL
c
OJ
k_
OJ
E
C
QJ
to
re
4-t
re . ü
k-
c
OJ 00 Irt
O
Q.
tu
op
OJ
>
O
op
TJ
OJ c
TJ re
C 4-1
OJ Irt
k_
re
IM
01
CQ
E
o
c
OJ
TJ
0)
iO
iD
c
_
01 ra
QJ _ro
CL
k_
01
TJ QJ
•a
n
QJ 01
TJ J=
Qp U
TD 4."
O 01
S
00
OJ
£ E
•S ^
^
OJ
QJ
c
O .E _QJ
ro
4-»
—
I-
QJ
k.
OJ
$
^
E
QJ
.CJ
OJ
"O
01
>
O
CU
IE g
_c
ra
'N
re
00
QJ
4-t
ro oi
c '.^
ro
£
QJ
re
^'
QJ
c
C
QJ ^ £0
S
aj >
ro TJ c
TJ
O
tt
T>
c
ro
c
01
QJ
•a
01
"E
k.
QJ
T3
C
TI
C
ro
ra
ro
ro
00
a; .Q
M
QJ QJ .fe
c
'k.
01
ro o op TJ fe
c _~
>i ,
•o c •5 ro
>
op ra c c >
£ c
TJ
01
00
c
ai
5 ro
01
2
4-"
C
-c .a;
u c
c
ro
ro
E
^
c
QJ
n
u
re
c
Irt
E
o
0>
^
CL QJ
ra QJ
QC 15
1 §
u;
...
ra
k_
ro
ro
4—.
LJ
trt
c
1
>
•a
£ c =
O
.fe, QJ
^,
ro 01
00 00
"
>
c
rt,
00
=
>
^ oQaiIJ ro
££c
QJ £2 O
-C g ^_
QJ QJ
CD CQ
oi
t (2
£ ™E
ro > aJ
fe ^ 4Irtk-
QJ
4..I
>
c
.£ >
<
4-»
t/l
3
u
t tra
~
"c
>
E -d
4J
trt
ro
_ro
CL
4-.»
QJ
-Si
kQJ
ro
k_
QJ
00
QJ TJ
"O QJ
o
c
trt
01
>
•a
c 00
-O
01
c
ra
•a
c c>
ro
c>
01
k_
QJ
O
01
5 £
.£ -g,
ife, =5
1 ro
k_
QJ tt
QJ
C
'ro E.
>
01
ro
> <
op o
£
ai, S
QC
^
OJ
TJ
T3
C
re
3
re
OJ
-C
OJ
u
00
t i QJ
CL t
00
rtl
OJ
-CJ
£ £
OJ
•o
0)
E
S ro
2 . CL
CL QJ
0)
Sl £
.•^
op
00
O
°rM 2O
.
QJ
>
>
_QJ
>
op
u
(rt
'C
c O
OJ 4-t
re
k_
OJ
E
c
OJ
(rt
C
f—
_QJ .
re
4-1
00
'irt
O
Q.
k-
O
tu
re
c
k-
4~t
OJ
.op
d
01
>
O
2! E
5 0 c
5 -£
rtl
^
OJ 5^ OJ
CO 3 . c
iD
c
01
01
TJ
ro
ro
01
01
-Si
trt
U
c
01
ts fe
^
-2 QJ
O
k_
^k_
01
- =^
OJ
4-1
re
re
01
00
QJ
O
5
01
fN
^i
ro ro
.H
QJ
ti
CL
O
00
TJ
aj
'QJ
4.^
QJ
Q.
8
t
Q.
ro
QC
•
01
00
QJ
01
iD
OJ TT
QJ
TJ
!S
>
E
QJ
00
QJ
TJ
C
O
c
c ro
ro >
01 £
00
^
k.
k.
^
QJ
QJ I
CL
O
.
il
QJ
TJ
QJ E
DO £
£ ai
£
fe §
>
Z)
c
01
QJ
OJ
QJ
C
5 5
•401
4-t
QJ
£
o
4.4
'3
LJ
01
DO
k_
01
TI
C
k.
01
_ro
CL
% S
QJ
t i
TJ
QJ
QJ
QJ
* i TJ
[rt
4-»
re
re
0»
"€
E
o
0>
c
3
•401
c
01
01
c
ro
>
c
01
QJ
•g
01
-C
.y
QJ
3
t-
QJ
-Si
4..*
QJ
C
0
5
QJ
c
ra
>
c
C
ro
>
g
01
k_
QJ
O
3
O
.CJ
>
£
o
c
01
.Si
QJ
O
Iro fetl
00
TJ
<
i I
CL
>
^
-C
LJ
>
C
01
01
QJ
ci
>- c
:=< 01
Qp fe- Q
TJ
OJ
£
>
c
£l
* ; ro
ro E ro
ro O IM
£ if
£
ro
TJ
QJ
Irt
QJ
™
1
cl
S|
tt 01
01
4-J
s:
LJ
k_
QJ
>
•
Jrt -o
trt
<
>
c
O
E
c
^ 7 •
I-
01
(J
S
TJ
TJ
01
ro
QJ
QJ
QJ op fe
1i
£ ro
c .c
O
O
u
•5 oi
>
QJ
C
TJ
TJ
TJ
~
£
ro ;rt
ro M
ro >
a- ro £
aj
= fe
c
Ë
trt
C
QJ
fe ro j3
^
QJ k.
O
QJ
.*i TJ
01
= ,
=
3 C
4.- • =
-C -C
U _ro
iZ
.C
CL
-CJ
Irt
o
C
O
O
trt
c
QJ
k01
00 CL
O c fe
ro
ro
I ^
Irt
C kQJ 01
00 CL
c c
=5 ro
3 •* c
01
OJ
_-
ID
il
^
^
00
c
c
ro
01
QJ
=
c
•= o
c
CL
QJ
T3
01
TJ
ë £ob QJ
ro
—
\ro
TJ
3
O
c
OJ
00
tJ ^
3
QJ
00
3
<
Ql
O
c
£
— trt
C
00
o
i.
QJ
4-t
Irt
Irt
01
TJ
-Q
~
fe ro j3
C
QJ
Si, £
00
C
E
>
•
01
00
01
CD
t_
01
£
C
c
ro
>
c
01
00
4-1
QJ
°-
k_
QJ
TJ
c
Q.
k_
TJ
S- ro 1
£ = fe
>
c
3
QJ
u •=
QJ
JO
Irt
a
k_
OJ
4-t
Ire
u
j^
ro
o«
o.
Ü)
c
ro ro
ra Q.
oi
g £ >
o
>
c
k.
OJ
.ic
k_
OJ
c
ro
>
c
01
TJ
01
QJ
op
<
>
k_
ro
TJ
3
c
c
ro
>
QJ
CL
t
CL 01
ro QJ
QC iO
00
£
op
ro
_ro
'OI
w
C
ro TJ
a;
£
c
n j Irt
£ ro op
ro > c
TI
3
O
g
c DO c c
ro C ro ro =. g
>
-Q
>
> >
c ro
c
k_
ro ro
00
0
en
Q.
ro
4..
c
c
de len de
k_
1
S
if *^
j«:
3
01
TJ
del
OJ
CL
on
CQ
k_
ro ro
ro O-
01
4-t
en
CO
1/1 (/)
41;
ra
k_
t^
'3
CL
to
01
Ji
kQJ
4.J
'I
11
Qj - s ;
0 0 QJ
g
ro
ra
ro
c
01
TJ
t_
01
01
LJ
=£
QJ
•5 ^, ^
> .£
QJ 5b
0 0 ro
rö ro Qc £ c
ra QJ ro
> > >
C
QJ c
QJ
=
c
O
O -Si .aj fe
k_
OJ
^
c
ro
QJ
c
QJ
T3
OJ
Sl
* i ro
8 S
£ if
™I
tt QJ
-a
trt
c
< o
aj
T3
C
QJ
00
tTJ
01
TJ
-a
~
aJ
£
C (D trt
c ro Qp
ro > c
^ ro Ë
•£ - fe
C
Ë
trt
C
QJ
k_
QJ
TJ
J5
= ,
=
-C
_C
O
trt
k.
fe ro j3
1^
QJ
QJ
O
3
C
LJ
ro
iï
^
c
•=
c
o
01 QJ
00 CL
CL Ql
ra QJ
3
re
OJ
>
a: 15
OJ
.c
u
trt
c
kZ
0
c
4-1
re
Irt
'E
re
00
k_
0
_0J
'm
0
CL
OJ
.Si
re
.SP
'•B
OJ
.S£
tu c
TO ro
4-»
Ï E
re
OJ
op
OJ
>
O
5 o c
5 -ifrt, -S^
^j
OJ Si OJ
CO $
J=
00
QJ
t
CL
TJ
OJ
QJ
aj m
QJ
>S
QJ
DO
c
.
£ £
ë-
QJ
IM
ro Q.
i t
SSI
QJ
4_i CO
ro ro
ro D.
k.
OJ
QJ C
§ ?
4-t
"3
Q.
•4-
.k^
QJ
^
(/)
c
ra
raC
t
ro
QJ —
ro
QJ .-fe
c
.fe 3
ro
3 CL
o (rt
c
LO C ^
JJ
QJ ro QJ QJ
-D > i- O
C
c 3 >
ro QJ
>
>
c
01
ro =
t_
g •5. .SP
QJ
»
QJ
JQ
QJ ro
^
O
O
3
J ^
c
01
k_
ikk erin
pui
01
01
ISJ
ro c
> QJ
I12 o-Si
>
•
CL
01
O
1-
T3
QJ C
DO
c
"rt !<1
ro ro
ro Q.
S
QJ
TJ TJ
3 QJ
QJ
trt
QJ
ï SP £
£l
s ?I ™
~ ££ro
I. c l
>
•
Iif S
<
< o
k_
01 c
OJ
§ 2
+-*
'5
^
4-4
01 ^
U C
CL
00
^Ï
ro ro
S :§
00
0»
QJ T J
t QJ
'3
Q.
LO
Ü
c
CL QJ
ro 01
QC 15
'>
g
£ c
ro QJ
> Si
S
01
'3
ro QJ
^ 01
4-»
QJ
QJ
roO
IM
£ - £ if
£ Si
m
00,
™
I
cl
I=
tt QJ
•5i -a
ro QJ
-ii
Si g
£ ro
J5 CL
t 2
CL
Ï c
I 2
TJ TJ
3 QJ
QJ
-a
£ ro
l
-o I ro
I•fe
£ ro
I if ro01
k. QJ
QJ
01 ( J
:=<
QJ op fe
trt
>
£ 1E
01
I-
01
O
'3
CL
trt
CL
I ^i .
-2
-Q
trt ' 3
trt c
(4-
01
0
4-t
'3
trt
4-1
E
o
0)
u
c
3
k_
3
01
00
£
ra
c
QJ
00
c
ro
ro
c
0
.c
u
roQJ
\-
TJ
3
0
-C
01
TJ
C
01
00
—
3
>
c
01
k_
3
01
00
c c
c QJ
CL
ro
CL
trt
£
c Tro
J
DO 01
c £
ro
'c
QJ
(4-
01
0
4-t
'3
trt
4-t
c
QJ
00
c
ro
ro
c
0
.c
u
ro
c
k.
01
QO
< o
O u
>
Irt
3
re
OJ
u
Irt
01
c £
ro
"c
QJ
c
ro
QJ
00
>
t^
I
tt QJ
ly s •irt
-a
" 2 Irt c
-Si
c
TJ
0 0 QJ
c
ro
QJ
c
•fe ro
SroOQJ-Cro
> ££ 15
£ if
—
c —
c
c 01
roCL
01
QJ
QJ
C
k_
c
:=<
DO
c
k_
c
TJ
3
0
-C
01
T3
C
01
c
>
'01
k . QJ
00
-D -a
op
TJ
3
O
op
'c
^ £
ro
ro
ro QJ
QC 1 5
C
01
£ o
QJ O
00 >
aJ r-
"Qi S
(rt M g
> •5
CL
'ï^
Q . QJ
.•fe ra
3 ro
(rt c
co .E
4-t ^
Jrt
(4- QJ
QJ DO
O C
-Si o
-
^
c ro
JU c
00
TJ
c c
^
QJ TDO
J
t QJ
c
P
c
bO
.E £
ds
Iif S*^
CO
k_
ro CL
- 1
.E-S
>
I ^
01
QJ
g
CL
4...
trt
QJ
.CJ
01
00
c
QJ
U
01
op
c
>
•rt !<!
trt
roc
0
>=
Ql
TJ
3
O
'QJ
c
g
00
op
op
'c
00
QJ
ra
QJ
ro
TJ
CL
DO
.
01 C
O OJ T J
3
QJ ro O
00 >
QJ QJ c
O 0 0 01
QJ
C
TQJ
J
c
3
CL
(rt
c
CO
\-
00
O C
- C QJ
QJ
3
TJ
01
C
00
QJ
C
^
C QJ
VU
I :§
4-, 0 0
c
c
Id
rö
trt
01
-Q
6 ^
ro ">
_0|
u
rM
^Ï
QJ
-C
-C
J^
leur
QJ
* ^
van
14-
0
0
lexz
trt
> o
4-.
'3
Q.
to
jrko
S -5
>
CL
COI
QJ 0 0
> a j
£
Q. \-
c
ro
(00
L.
OJ
)0A
i1f Q§
J
U
£ -5-
Ver org
QJ
•rt Ü
-7^
4-»
ro 0 0
ro 01
QJ
TJ
C
01
van
O ro
-Si
me
trt
Ver org
'3
CL
X 3
-° E
V. verl
u £
CL
1
na
twe
iD
>
c
OJ
k_
OJ c .Si
re .ti
c
OJ
00 trt
o
O a.
c
OJ
c
OJ
.Si
ro
ro
OJ
op
'u.
OJ
>
O
op
OJ c
•a ro
s=. ^
5 if «i
^J
n",
^
OJ Si OJ
CO S . c
c
ro
o
ai 01
S «rt
ra
& § I
k_
6 c-
IS
aJ
ra
ro
^
QJ
00
QJ
TJ
t
oi
0
£
4.1
.=
-C
4.4
C
QJ
>
>
c
01
0
ro
c
<
'43- *
00
F £
^
01
4.4
C
O
12
£
E
>
c
01
Qj
trt
(rt
Si Si« ^
QJ
< ^>
c
—.
c 0
Jrt
ISI
c
QJ
> £
£ >
_0I
QJ
DO
01
t_
C
C
OJ
t_
QJ
01
2
rö 3
ro
£ >
QJ
JZ
C
trt
Cl.
« . • c—
'^J
CL
01 c
u
tn
(rt
00
C
C
c
ro
cQJ c01
4.J
•fe
=
ro ro
trt (D
QJ
CL >t
CL QJ
ro ai
oc 15
(rt
Si
JZ
QJ <->
QO trt
_
ro
trt
TJ
c
'k.
ma
CM
4.4
k.
C TJ
QJ 0
00 0
.£=>!?
^ 6 ^
5 g fe
^ £
O
CL
01
TJ
00 .•fe
5 1
0)
k.
ro
odi
>
c £
01 Si
fc
"5. 3
i t 01
3
OJ
+-*
c
O
i
c
ro
. ro
9r
<01
01
>
QJ
£
Ji
OJ
DO
>.
QJ
•i3
01 QJ ro
TJ
QJ 4-»
SZ
c
^
Q.
C
.E 5
£
ro
ro 8 £
IM
_
„
_^
—
-.
T3
ro
QJ
QJ
it
£
c
ro
ro
fe I
S ë O> QJg £!S -2^
QJ
QJ QJ .Si
QJ T J QJ
c
C
-I >
c
c
£ c
QJ
Si
c
U
QJ
CL
(rt
C
QJ
00
Ji
01
c
QJ
2
O
>
3
01
c
4-»
o
£ ^C
c ro
ra
QJ
c
00
QJ
00
c
ro
>
01
•a
QJ
QJ
2
00 £
fe
O
^
trt
t
01 O
CO J l i
QJ
Nl
aJ
op ,
TJ
01
•
k_
4.4
c
O
5
*4-
>
k_
4 J
k.
aJ fe OU
u £
c
QJ
c £ £
ti 2
fe o .£M
C
O
5 O TJ
t i 5 !SJ
O irt
CL -fe *-
Q . ra QJ
ra i 5
Ol
QC CL
Eë
CL
01
o
I
c
ro
QJ
TJ
ro c
•> QJ
c ,
QJ
01
QJ
c
O
01
-C
3
QJ
01
c
™ i I
ro t
ti 2
ro
M
fe O .E
QJ
O TJ
9
<rt + j
tQi ^•fe QJt
Q . ro QJ
ro -TO OJ
QC CL 1 5
>
•
\y
VJ
if
^-'
c
ro
01
c
re
.c
u
3
QJ
2
u
>
5
2
4-t
01
._
c
c i £
0»
E
k_
C
O
.
Ü)
c
3
OJ
OJ
>
u
Irt
"€
E
o
0>
c
3
O
ra
Wl
'c
ra
00
k.
O
QJ
'4-J
0
CL
•=
ro
o
•i^ fe aj
QJ
^
.
.!2 £
15 ro
ro
C
c
„
.i:
QJ
TJ
QJ
TJ
C
O
•trt
4-t
QJ
-C
ro
01
c
QJ
ro > .fe
01
QJ
^
ai 5 "2
2 So o
c
ro
>
QJ QJ
w!
*^
C
„
CL
O
5 •= -r
C
01
O
QJ
> >
QJ
00
C
ro
ro
trt
o
c
QJ
QJ
pg
QJ
DO
^
^
c
w
TJ
c
QJ
QJ
^
^
QJ
op
Wl
QJ
t_
£ ">g '>
k_
C
OJ
Ji
c
QJ
k_
c
QJ
TJ
01
QJ
1QJ
ro
ra
Ö
ro •£
CL E
00 i f
1 I
il
ra
£ g
DO QJ
.£ g
c —
.OJ
3
oi > aj
o
r3
£
| . ^ &
S |
1^
O
-c
OJ
§
Irt
TJ
3
O
.c
01
TJ
.a
C
QJ
QJ
DO
c
ra
-Si
>
01
01
•JT
O
Irt
_^
«rt
._-
•- if
_QJ
QJ
CL
c O
O C
c TQJ
J
QJ
QJ
I
QJ
ra
1
QJ
o
a
c ra
c
5
S 5
SrJ2
00
01
.c g
c —
3
.ai
>
Ö
c
—
01
£ .aj-
•p .E
§ ra £
^4 CL ra
o
2 S £
ra
c
^
.•fe
3
01
-C
Ji
TJ
c
O
> ro
£
12
01 k.
C
QJ
-a
fe '•s aj
IM
=
ro
>
g
t>
o
00
c
i5 fe
01 fe
QJ
•^
:=< (D
Si a.
c £
Sf £
QJ
-o
£
•3 ca
01
QJ
k.
QJ
(rt
"O
•5 % £ 01
2
>
£
5 M
* i .£
•g -3
-Si
CL
O
(rt
2 S £
^
.c
I
a 01
•- g
^—
.c 3
£ c^
t£
ai £
trt
ro
>
c
QJ
>
01
DO
01
DO
2
00
QJ
tn
c ro
ra ,
9- i ^ OJ
O
.•fe
01
C .tl
~
^ ra
ra g
ISI
a
-Ï
CL
o
roc
00
C (4--
5 1 tt
a;
4-1
-C
3
O
(rt
._-
i i
TJ
g
y -c ro
ro Ql ro
00 S
L_
%ë
f -
c
trt
01
00
=I £
01
.!=
3
>
kJ
01
C
01
4.4
4-t
01
OJ ro
ro
ro
- if
00 fe
c g
c —
E
ro
k_
aJ .Qp w.
M
C
^-2
k.
2
0
Ji
_QJ
01
CL
O
C
QJ
c
QJ T J
01
01
-a
01 ' i J
rro
m
g
TJ
-C
fe
k_
01
(rt
>
OJ §
aj
Dp -o
fe
2! 2 •£
<.
c01
QJ
fe >ö ^
TJ
QJ
g
QJ
I
01
£ o
1
01
•*=
ro
01
TJ
01
QJ
•S" c
._-
c
n
k_
QJ
DO
c
fe -g
3
k-
0
aJ fe
>I i i >
QJ
C
0
£
c
>
C
.aJ S
01 £
QJ
Jrt
k.
4-»
QJ
M il
Si
ro i f
c
ak-
>
k_
TJ
c01
k_
C
QJ
ro
>
k.
c
00
01
t - _D
^
01
C
O
C
QJ
>
QJ T J
>
k.
US
ren
OJ
QJ
TJ
C
QJ
4j
*k.
c
c
QJ
trt
QJ
-C
LJ
trt
01
O
* 4
c
_QJ
QJ
00
QJ
"S rö
O
3
£
C
QJ
c0
01
.!2 ra £
Irt Q . (D
J5 QJ ro
ra
C
QJ
IÏ
TJ
01
(5
C
QJ
"oi
ct o
>
ro
< >
4-t
(rt
00
ro
c
Si QJ
O
*01-
o
QJ
Qi
Q-. •fe
Q
ro
ro J 2
QC CL
4-*
I £
"I "
4-1
c
ro
'k.
k.*
QJ
ty\
iD
OJ
-Q
C
QJ
fe O .£
3
0)
-c
c
<
01
>
4-t
ro
c
•g ro £
ro c
QJ
t- ro ro
rM QJ
00
c
ro
van
fe €.a
QJ
™I "
'01
QJ
00
QJ
TJ
C
d
_>.
k_
TJ
QJ 0
00 0
BA
3
QJ
c
QJ
01
trt
va
u
g
in
"O
3
o
on
c
ro
.ro
u
OJ
Q.
to
^ fe
00
are
LJ
01
1
.Si
ro
CL
na
V
if
trt
•i3
'del
c
LJ
o
Ü
QJ
O
QJ SZ
1
00
01
TJ
>
01
4-»
fe §
>
LJ
QJ
c
QJ
ro
4..'
01
op
' k .
OJ
>
O
g
aJ
,
•g
.SP
01 T J
fe c
ra ra c
5 tt -S
rM
01
CQ
c
C
O
^
QJ
-C
-I
> ;S
£ 2
QJ
QJ-
•fe
2
01
QJ
ro
k.
QJ
3
ca.
15
3
Q)
.!2
01
2 1
4-»
ra
CL
QJ
O
4-*
ëu fe
fe
c
O
E
o
c
ro
OJ
Qi
O
o
P
O
(rt
CL ro
ro -TO
QC CL
>
4.4
QJ
'c
C
ro
ro
DO
c
'•u
joj
t
~ fe ai
ro
g
—
CL 3
Irt
fe - c
ro
' u
QJ
trt
TJ
Wl
O
QJ
01
k_
k_
ro
>•
QJ
C
° S
I
01
Jfe -^3 QJ
:§
2 -g
1- ro c
m
a;
C2- ro
QJ ro
IM
ra
CL
01
O
CL
c
ra
QJi_
c
O
E
2
..
c
C
O
ro
p
ro -fe
J i
OJ
^ 2
(rt
•fe
ro i S
•C CL
ra
ro
DO
c
'•u
Si
t
01
QJ
CL
01
O
4-4
OJ
ë=
4-'
3
01
4-1
c
O
E
c
O
E
o
w
aj
C-J
. .
C
4-»
j«:
ro P
ro -fe
0)
è O
p
QJ
O
oro
QC
0»
ut
c
u
Irt
E
o
01
c
3
4.4
C
O
O
iS•fe
-TO
CL
3
re
OJ
k_
OJ
Irt
Ë .Si
E re .•e
c
OJ
00
O
(rt
C2.
o
-C
>
c
:=<
CQ
01
00
: =
QJ
00
C
QJ
Ol
£ c
c
fe 5
C
01
a . QJ
DO
QJ
iff
^
£ o
QO
01
-O
.E
QJ
4-»
01
2
eu
01
CD
0
J i
o
01
f5 •£
CL C
QJ ra
i_ ro
•
ni
^
Soif .3!
ro Ï
4-4
^
(JÜ C>
01
rsl QJ
QJ
aj -Q
> 01
TJ .C
3
U
O .!2
-C C
QJ
if OJ
^
QJ
0
Ï
kQJ
01
k.
QJ
O
00
-c
LJ
LJ
QJ
E (Z ^
^ O CL
£ C O
>
>
r-
QJ
' 3
QJ
tn
->•
QJ
TJ
O
5 •
Irt
C
c
.aJ
"
rS
ro
3
M
5
Wl
£ TJ .!2
fe 3
C
01 O ro
C
ro ro
C
QJ
00
QJ
-CJ
aJ fe
c
ro
g,^ 15
c
ro
£ £ SP
a; QJ
ISJ
01
00
tj
il
£ rö
QJ
*^
01
aJ fe
>
*
3
00
c
- n
. =
01
C
01
TJ
TJ
CL
OJ
t_
TJ
O
O
JI
•Si fe >c
fe 1
c
01
I
01
•*3
<^ >
aj
£
ra
ki.
QJ
if
o
QJ
1
4-'
fe
il
01
k-
01
I
c
01
aj TJ
3
aj
ra . c
Is E
CL TO
01 ra
ïi
TJ
C
tn .fe
ro QJ
^
tC--
01
01
+4
QJ
01
^
aj
2 c LJ E ro .ti.
oo.g
™g
£ro CL
o c J _i
QJ
01
15 ^
c O rö 5
aJ o
s1
k_
01
ro
ro
4^
Irt
IM
J ^
trt
QJ
Irt
<
fe
g
•5 T
Eë
01
>
k.
OJ
TJ
C
0
aj
ll
?, ro
QJ ^
O
>
LJ
>
QJ
cQJ
1
QJ
QJ 4.4
'3
c
ro
>
>
c
QJ
«
fe •§
>
QJ
-C
4-*
^
'c
4-1
T J
c
'oi
t
OJ
01
15
aj §
-C
2
E
01
ro
^J
TJ
3 fe
QJ
-C
c
O
•S" c
-O
C
QJ
k-
01
I
01
C
QJ
TJ
01
QJ
k.
=
ro
g
>
QJ
C
O
ro
O
DO
^
QJ
3
fe
OJ
J i
re
4-4
c
k.
OJ
M
•^
ro
-5 £
C
ro
o
1st
2^
=
t
c£ -Qb
ë" Sf O
QJ
QJ
k-
I 2
«- ro
V c
QJ
>
QJ
4-4
trt
QJ
00
OJ
QJ
S
2 I •5 ? § 5
Irt CL ro
00 J2
-
QJ
2 "o
>I 1 i
4..*
OJ
c
ro
ro
DO
TJ
£
c
CL
0
C
OJ
ra
CL
Wl
f—
•D
OJ
DO
^P
.c
p
g
0 1 4 ^ * ;
-s;
"rt
c
QJ
QJ
O
TJ
DO
O
aoJp fe
I
g
01
TJ
P
QJ - 3
QJ
QJ
DO
DO
TJ TJ -C
01
QJ
ra
.c
u
QJ
k.
QJ
ro if
c
re
ra
4.4
>
fS 1
E
o
>
c
OJ
t01
>
•o 2
k_
IM
-Si
k-
15
ro
3
OJ
r3
ro
00
00
QJ
ro
ro
rö
> OJ
>
00
£
no
no
O
QJ
£ 5
t_
C
_QJ
15
>
4-4
QJ
TJ
QJ
OJ
4.4
3
OJ
m
£
C
01
a S
C
01
TJ
c~
QJ
X
_aj
CO
QJ
C
ro
c
op ra
Irt
c -c
aJ fe
c
ne
4-4
c
ro
" 3
_>.
3
4-4
QJ
c01
4.4
0
° I
o
o
tz
01
>
QJ
DO
QJ
DO
C
ro
Wl
c
QJ
IM
g
-Si
fe
01 ro
c
OJ
Jx:
re
4-1
OJ
.SP
01
>
O
-p
p
oefen
OJ
3
OJ
Jli
c
c>
Wl
QJ
ro
ro
O
C
i
•.3
U
C
ro
>
<
c
o
LJ
QJ
4-»
tui
QC
o.
O
ro
-c
«
QJ
g,
2 >
c
wi
ra
QJ
U|J
Si
t
t
O
CL
CL
ro
S o
—•
c
s I
-c
> £ O
led.
01
QJ
ro •fe
ro
2
QJ
ro QJ
Q. o TJ
-Q * ; QJ
QJ
-CJ
cro
oe
.•fe
ro
ro
CL
C
£
itv
Wl
Qp
k.
QJ
TJ
isc
t:
OJ
LJ
OJ
C
ro
Zi
01
01
01
ndi
C
ro
ro
00
c
c
ro
ro
4-1
j«:
00
C
Wl
c
'\-
C
01 ro
QJ >
TJ C
01
QJ
4-t
k-
ro
is
^
.E ë rö -a
x:
u
E
2
y
CL
k.
>
c
an
O
trt
DO •=
QJ
00
0
0
OJ
00
QJ
CL
epara
rkzaar
(4QJ
1
C o
aj 4i
1_
c
ra
i_
ra
CL
c
de
>
_QJ
c
s!
ro
c
ide
ro -c
J i
QO
c
•4-*
•c
gel
ll
£o
t_
Q.
J i
i_
01
QJ
QJ
me
c
O
ra
_ra
OJ
4-t
ro
Q.
Ins
2 ^
3
QJ
4.4
-P
ra
t_
p
QJ _ :
DO QJ
.E 2
O
-P
CL
O
P
QJ _ .
DO QJ
P irt
3
O
-P
'S
—
CL
O
P
01 _ .
DO
flj
.E 2
^
O
-P
QJ
CL
O
0 0 4.4
E .a;
ë CL
o o
-p
aj
TJ
«
ra
SP
TJ
c
4->
C
E
^
o aj
k.
OJ
5
.c
O
>
ï|
ro
trt O3
4-t
U
01
£5
O
c
re ^
t
QJ
01 OJ
B;^
a. P
Q. TJ
re 01
cc m
em
.. c
£
ra trt
ra ra
^
4-»
QJ C
— re
t
>
QJ 4.4
QJ OJ
O
c
OJ
re
-r:
3
O
O
..
c
re I-J
re ^
f
S2
OJ
OJ 01
t wi
O ^t=,
CL P
CL T J
re 01
OC m
Qt
a.
ü
c
3
re
>
01
u
01
-C
LJ
(rt
Irt
E
o
0»
c
3
'P
O
4 J
OJ
ra
.(rt
.OJ
E Ëre' 3
c
Ql
'tA
aa
k.
O
O CL
c
c
>
OJ
BO
01
BD
k_
c
C
re
4.4
OJ
c
01
c
Si -
f
O 01
>
"3
•.E
C
OJ
1 c
trt c
>
QJ
O
(rt
OJ 01
k- . a
c
LJ
4-1
Ql
g
c
OJ
>
ov
ids
OJ
-CJ
OJ
>
BO
01
01
BD
c
>
01
C
01
01 J r
BO
OJ
BO
01 ro
k. (rt QJ C
01 o i 01 =
.
o '4= Q ro
i_ 01
o
1-
C
•e Ü
15 "5
QJ l o j
:5
.2 <=
>
rbe
he
c
k_
01
a.
c
E
OJ
k_
OJ
.c
c
Ol
N
4 ^
ra
c
OJ
TJ
Ó
<
.a
ë
3
u
OJ
TJ
c
ro
>
c
/aar
"O
01
C
re
•E
(rt
u
M
S? o
C 01
OJ OJ
T J :=<
o
01
BD
OJ Sl
01
QJ O
(rt
C k_
QJ QJ
> CL
.CJ
C
5
li
Ol
re .c
01 > c
0! c 5
E
01 >
CJ >- <(rt 01 C
1_ S Ol
OJ •— 4.4
01
4r;
Sl
c s £ re
.=
O bO
00
E TJ
rö > .E
ï
re
C L 01
P
c re
c > 01
re' wk .l OJ 0BO1 13
re >
.n
C
4.4
OJ
=
t j 15
4.1 QJ
OJ 2- T J
C ^ oi
QJ Ql - S <ids
ari<
enk mst
pe
persoileelsa
uee ouder
ewa ke n van
-Q
01
Ql
w
OJ
01
OJ
OJ
C
re c
^ '5
J= O
OJ OJ - t l
O 5 i QJ
trt oc trt
go S
c
Ql
C o
01 O
c c
> >
•
(rt
QJ
TJ
4-^
trt
OJ
C
(-
o
t!
c
c
Q)
(rt
01
ki
.c
01
trt
k_
o •£
3
> Ol
C
00
OJ T3 . E
>
c
01
"oi
E
CIO
c
>
g
Ji£
>
OJ
>
o
<
»o
^
iJ
c
Qi
01
TJ
01
1
k_
re
re
=
O
P
, s:
É
'M
c
ra ra
>
ffil Öj
E
,
c
Tï 0 1
ra
to
c
£
ra
<u
ra_ro >
•öi
E
01 re
4.4
QJ
C
.cj
OJ
BO
BO OJ ^ E
OJ . a OJ
BO
ro01
3
C C Wl
4-4
OJ
4 ^
re4 - '
> (O
'c
OJ
k_
c
OJ
TJ
Q}
4-»
op OJ
~ c
•c ro
TJ
OJ
-CJ o j
= c
O 01
g
BO
k_
S is
<n
Q.
> a ^Si OJ
BO c
CL o:
QJ
S -S
BO
c
^
.=
.QJ
01 *
trt QJ •P"
TJ
OJ
OJ
Si Qi
tïï '5
i_
to
g I
3
QJ
-CJ
I-
•S °
.
Qi
ro
01 OJ
O c
re
c
o
OJ
01
re
01
CL
ro ir
> 01
c -c
c
01
>
•I§ t°- ^
•
_ro
o
> Ó
01 o
^ Ji
ro
'k_
c
(U
OJ m
CL ™
01 01
OJ
Jrt
0»
1
igj
g
g?£ >
O 01
M
IM
•
.gj
retko_ "
>
01
Ql O
OJ
01
JB
-a (- c
n
c
QJ
•
c
re
>
c
OJ
rö •«.CJ
=
3
QJ
3
>
en
re
? ro
C
O
c
TJ
^
CL • P
Q. TJ
re Ol
OC m
O
c >
k.
OA
OJ 01
t : wi
BO OJ
01
ken van per so nelee
?•
01
TJ
01
OJ
tj
.Q
01
TJ
Idoss
ro ^
f .i
c
k_
i»-
QJ
'IM
01
TJ
TJ
IBA
01
'5
01
4-t OJ
01 -CJ
en
en
OJ . -
01
4-t
1
QJ
TJ
010 1
BA
u
So
OJ
01
a IS
c
1 ; OJ
. tlO E TJ
go 3
o 'aa
aa c > '5
IM
k_
c
= Ti
0 1 'c
OJ (rt
4.4
€'
OJ
01
O
TJ
O
to
c
C .CJ 01
OJ i f
aa ^
a.
OA
c
01
k_
o
E >
3
OJ
re
c
OJ trt
ra
c
re
>
OJ
c tor t
k_
•§ ^ -s
eo
k_
01
c ?J "
o a. OJ (rt ^
P.J
c >
QJ
E
c
01
Sf £
_0J
:aj
C
01
c
c kE
ro _
TJ
•D
aa
>
c
a! .9;
ro QJ
> O
Ol
c
an
01
i ; .c
OJ
c
• .
ro
01
TJ
tr; ts
01
TJ
C
OJ
ren
4-t
list
ft
c
4-1
ere
on
OJ
ra
w
50
'4->
u
•Si.
rö
0 1 ro.4i
c
O
>
O
M
4-t
o
f .i
1
'tz
trt
f
1-
O
4., OJ
OJ Sl
OJ
OJ 4J
OJ OJ
i3
3
>
01
TJ
TJ
>
OJ 01
> Q.
CL T J 01
O '^ c
t
— re
^ £
Uitl
.
TJ
g.15
'5 c
— re
t >
c
4=^
-Siï ^ S. Ö
en
CL ' C
CL T J
re QJ
QC m
O
trt
1-
4-t
Si
•g
5 IS!
(11
O OJ re O
go ••§ OJ
D. E > <
01
O p. S
c
re
OJ T J U
|M oo BÖ
J 21 S
o
oj c c C
01 T01
ro
>
c • > QD aa
c
I°
^
OJ
OJ
re
£
!2 01 c
OJ " a .01
a. 3
OJ Q g
01
TJ
.CJ
tio
c
-Si c ro
•.<u oi (rt
OJ
'k- 4 J
JD 2 T J
E
ro
(rt o5
> B D OJ
-cj c 4-»
tuo.
OJ 5; 4J -£
k_
Qi
(rt
> ^C0 )
£
> OJ
OJ
D
^QJ
oi 5 BOJ
Q. a> BO a; I'SJ
C
C
c
QJ
4-»
>
>
3 or o
01 Wl
•' C
01 01
k_
OJ
>
5 S .OJ
c
u
01
>
(O
'c
E
re
^1 S
re :=•
.c
Si
T J QJ
-a
C "wi •CJ
4-*
c
01
Wl 1 ^
01
3
- a a.
o aa
™
ro
.5 ^
BD
01 c
OJ OJ
^
C QJ
OJ T J
c Si
>
OJ +4
BO e
. E Qj
T) >
3
.OJ
(U
!l Ë I
c O
re<
>u
(U
-a
ra
to
>
BO
'u.
01retQ
ao
>
Ol 3
TJ O
C -C
01
BD
01
'5
ra ra re rara
4-*
c
re (rt Qi ra to
re re
c
aa CL
OJ o
2
O
01 c - croOJ
i i QJ
— re
t > CD (rt c
01 4-»
01 01
o
*4-
OJ
en
01 QJ
%^
bo CL
>
OJ ~
c
o t j
01 2 OJ
en
QJ
£ 12
OJ
£ E
Ve
f
-n
tn O
^ t_i
01 i n
CL - g
C 01
TJ
o
n, ar
re to
re re
01
O
ISJ
4-t O
n vai
re
c
01
01
c
O
c >»=
0 S
C
re
trt
O
k.
ro
01
a . 01
0 a.
ling
k_
OJ
C
OJ
OJ
- . BD
ao
c
ro QJ
r v
oi
OJ 4=
-Qj
4-t
nee
Si
4.1
OJ
01
ao
>
01
>
12 3 c
o
erst
c
£
'rö' TJ
CL
01
O - : i Si
o
ek
•5
TJ
01ro _ -
-Si
Ql
01
erk
>
(rt
(rt
01
g
°f
t.b.
O
1^
4.4
^
lOA
QJ
01
C
O
(rt
Qj
CL
fll
I
m
ing
Ë
o
Irt
pu
re
re
c
o
O
O
pl(
BD
C
re
H.
ve
re i :
> t
C
ist
C
TJ
OJ
iver
g
min
M Ï A
5J
re ••^
>
c
u
•QJ
OJ S
^ §
-S2 "g
01 ^
!= 01
01 - c OJ Qi
Wl * t .
j 2 ro ro BD
^
IM
o c
aa
o
c
01
•o
01
ro
.
O
QJ
C
QJ
>
•öi e
c
QJ
C
QJ
—
QJ
E
c£
>
S
!C°
s
Ql
CL
ngroopaproeodurc
Algemeen
1.1
Procoduro
Bij do toopossing von vorgolijkondorwijs inschalen van funetios door do werkgever bootaot voor
do functievervuller do mogolijkhoid in beroep to goon togon iiet resultaat van de inschaling (do
solorisklasso) van do door hom/haar uitgeocfonde functieTen behoove van hot boroop is hot noodaakelijk dat schrifteiijke functie informotie beschikbaor
is. Doao informatie diont tenminste eon duidelijke omschrijving van do kornta(o)k(en) te bevotten
en door dc werkgever goaccordoord to aijn.
runctieformulioron waarop dc bonodigdo informatie kon wordon ingevuld, aijn verkrijg
hct secretariaat von CAO portijon besloten busvervoer.
Do werkgovor is verantwoordelijk voor het beschikbaar aijn van doao informatie.
jrond; do inschaling door do werkgever van do door do functiovervuller uitgeoefende
functie is nict in ovoroenstomming mot do functieomschrijving,.
1.1
l.a
1.3
1.^
1.5
Do functievervuller moldt het starten von do beroepsprocedure oon dc werkgever.
Dc functievervuller maakt aijn/haar boawaar tegon de inschaling von dc door hom/hoor uitgooo
fende functie schriftelijk kenboor bij do bestuurder von de vokorgonisotio woarbij hij/aij is aongo
sloten on veraoekt hem do boroopsproccdure in werking to stollen.
Do bestuurder von do vokorgonisotio stolt de deskundige van dc vakorganisatie van do AWVN in
kennis von hot beroep.
De deskundigen von do vokorgonisotio en do AWVN toetsen geaomenlijk dc verstrekte functie
informotie op duidelijkheid on vragen aonodig nodere schriftelijke toelichting op do functie
informotio op bij dc werkgever.
Do deskundigen van de vokorganisotio on do AWVN stollon aonodig geaomenlijk ter ploatso oen
eadcraook in en horen de functievervuller die in boroop is gegaan, dions directe chc^eB^ëe
1.6
De deskundigen van do vokorgonisotio on do AWVN brongon binnen 10 wokon een bindend ad
vies uit oon do werkgever omtrent do inscholing von do door de functievervuller uitgeoefende
1.7
Invoering von cen nieuwo inscholing von do door do functievervuller uitgeoefende functie go
schiedt mot terugwerkende kracht tot het moment dot de functievervuller hct storten von dc bo
roepsproceduro bij de werkgever hooft gemold.
74
BIJLAGE 4a
Model Administratieformulier jaarurenregeling
Naam:
Salarisnr:
Maand
Diensttijd
A
Toeslagen
C
D
B
E
Ingangsdatum jaarurenregeling:
Onkosten
F
1
2
3
4
5
G
H
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
Totalen
1) gewerkte dagen
bij: deze periode
nieuw saldo
2) ziektedagen
bij: deze periode
nieuw saldo
3) maximaal aantal te werken dagen
af: deze periode
nieuw saldo
4) vakantiedagen
af: genoten deze periode
nieuw tegoed
5) werkgelegenheidsdagen
af: genoten deze periode
28
29
30
31
Totaal
nieuw tegoed
6) compensatie feestdagen
bij: niet genoten deze periode
€
x5/6
€
€
€
km
x6/6
saldo
af: genoten deze periode
Netto
nieuw tegoed
totaal netto uren (A+B)
af: tekort rustdagen a
7) compensatie rustdagen
uur
bij: tekort deze periode
saldo gewerkte uren
af: standaard contracturen
saldo overuren
saldo
af: gecompenseerd deze periode
nieuw tegoed
U
iaarurenafspraak
u
saldo gewerkte uren
in ko-
diensttijd x 5/6
niet gewerkt wegens:
diensttijd x 6/6
B = bijzonder
verlof
onregelmatigheidstoeslag
onderbrekingstoe-
C = compensatie rustdag
F = feestdag
lo
m
B
u
u
in mindering te brengen saldo
4/8 u
8u
U
nieuw saldo jaaruren
75
slag
bruto onkostenvergoeding
netto onkostenvergoeding
aantal km voor reiskosten
) OW/EM
2006
G = compensatie feestdag
4/8 u
R = rustdag
V = vakantiedag
W = werkgelegenheidsdag
Z = ziektedag
Ou
4/8 u
8u
'
8u
35% toeslaguren
blj: deze periode
saldo
af: uitbetalen
eindsaldo deze periode
76
BIJLAGE 4b
Model Administratieformulier spaarurenregeling
Naam:
Salarisnr:
Dienst
tijd
Maand
A
Toeslagen
B
C
D
Onkosten
E
F
diensttijd x 5/6
6
diensttijd x 6/6
1
onregelmatigheidstoeslag
2
onderbrekingstoeslag
3
bruto onkostenvergoeding
4
netto onkostenvergoeding
5
aantal km voor reiskosten
6
7
8
9
10
niet gewerkt wegens:
in kolom
B
C = compensatie rustdag
4/8 u
F = feestdag
8u
G = compensatie feestdag
4/8 u
R = rustdag
Ou
T = spaaruren-
11
12
13
4/8 u
dag
V = vakantiedag
4/8 u
W = werkgelegenheidsdag
8u
Z=
zi
e
k
14
15
16
8u
Tegoeden
17
18
vakantiedagen
19
20
saldo
21
22
nieuw tegoed
23
24
werkgelegenheidsdagen
bij: opgebouwd deze periode
af: genoten deze periode
bij: opgebouwd deze periode
25
26
saldo
af: genoten deze periode
27
28
nieuw tegoed
29
30
compensatie feestdagen
31
Tot
a
a
1
saldo
bij: niet genoten deze periode
1
€
x
€
€
€
af: genoten deze periode
x
nieuw tegoed
Nett
0
compensatie rustdagen
bij: tekort deze periode
77
saldo
totaal netto uren (A+B)
af: tekort rustdagen a....
uur
af: gecompenseerd deze periode
saldo gewerkte uren
nieuw tegoed
verfi!
ic
!ü
af: standaard contracturen
e
spaar
ur
e
n
(max. 100 u)
overuurtoeslag 8i
vriiwillige spaaruren
(> 100 u)
saldo overuren
Opmerkingen:
saldo vorige periode
bij: deze periode
af: toegekend deze periode
u
u
u
u
u
u
u
u
totaal
u
u
uitbetalen
af: uitbetalen
u
eindsaldo deze periode
u
+
u
u
u
© OW/EM 2006
78
Toelichting op de urenverantwoordingstaat
(Van toepassing op de SPAARURENREGELING alsook de JAARURENREGELING)
Het registratieformulier dient per chauffeur, per maand (of per 4 weken) ingevuld te worden. Het
formulier bestaat uit een schema met 9 kolommen en daarnaast een toelichting op de verschillende
kolommen alsmede de mogelijkheid om bepaalde saldi bij te houden voor verschillende soorten vrije
dagen die een chauffeur nog tegoed heeft.
In de eerste kolom van het schema, onder maand, vult men het nummer van de maand in waarop de
registratie betrekking heeft; 1 voor januari, 2 voor februari enz. tot en met 12 voor december.
Direct achter de dagen van de maand, reeds genummerd van 1 tot en met 31, geeft men met een "z"
de zaterdagen en zondagen en de feestdagen die eventueel in de maand voorkomen aan.
Kolom A
In de tweede kolom onder A dienen de bruto uren (de werkelijk gewerkte uren)
ingevuld te worden die zijn besteed aan de soorten vervoer die onder de 5/6 regeling
vallen. Dit zijn: toerwagenritten, ongeregeld vervoer, pendelvervoer, de eerste en de
laatste dag van een meerdaagse reis (Let op: minimaal 8 uur netto !!) en de overige
werkzaamheden, die op verzoek van de werkgever worden uitgevoerd, zoals het
schoonmaken en klein onderhoud aan de eigen bus voor zover voorafgaand of na
afloop van een rit die onder de 5/6 regeling valt. Onder aan de kolom komt het totaal
aantal bruto uren te staan. Dit aantal moet vermenigvuldigd worden met 5/6. Het
netto aantal uren is het resultaat.
Kolom B
In de derde kolom onder B dienen de uren ingevuld te worden die zijn besteed aan
werkzaamheden die onder de 6/6 regeling vallen. Het gaat hierbij om uren besteed
aan: groepsvervoer, openbaar vervoer, de tussenliggende dagen van een meerdaagse
reis a 8 uur en overige werkzaamheden (als het schoonmaken en klein onderhoud aan
de eigen bus gekoppeld aan een rit die onder de 6/6 regeling valt, of bijvoorbeeld een
garagedienst, schoonmaken van meerdere bussen en dergelijke).
Kolom C
In de vierde kolom onder C dienen de van toepassing zijnde onregelmatigheidstoeslagen uit artikel 33 of artikel 43 ingevuld te worden. Let op de toeslagen
voor het toervervoer. Deze worden per uur berekend, maar moeten vergeleken
worden met de hele (meer dan 4 uur netto) of halve (4 uur netto of minder) toeslagen.
Kolom D
In de vijfde kolom onder D moet de eventueel
onderbrekingstoeslag (artikel 32) worden ingevuld.
Kolom E
In de kolom onder E dient de geldende bruto kostenvergoedingen aangegeven te
worden. Het bedrag dat hier moet worden ingevuld is € 3,50 bij een meerdaagse reis
zonder reisleider bij één chauffeur. Bij een driedaagse stedenreis dient de vergoeding
op de tweede dag standaard € 16,50 te bedragen.
Kolom F
In de kolom onder F dienen de geldende netto kostenvergoedingen aangegeven te
worden. De bedragen die hier kunnen worden ingevuld zijn:
€ 10,75 bij meerdaagse reis zonder reisleider, één chauffeur
€ 7,16 bij meerdaagse reis zonder reisleider, twee chauffeurs
€ 5,73 bij meerdaagse reis met reisleider, één of twee chauffeurs
€ 5,73 bij pendelvervoer, per chauffeur, per dienst
Kolom G
In de kolom onder G dient het aantal kilometers dat in aanmerking komt voor een
vergoeding van de kosten van woon/werkverkeer in het kader van artikel 36 lid 3
genoteerd te worden.
van
toepassing
zijnde
79
Kolom H
c=
In de laatste kolom onder H dient aangegeven te worden, als er niet of slechts een
halve dag gewerkt is, wat de reden daarvan is. Er zijn verschillende lettercodes
mogelijk:
compensatie rustdag. Als in het verleden in enige maand te weinig rustdagen genoten
zijn en er wordt een niet genoten rustdag gecompenseerd, moet een c ingevuld
worden in de laatste kolom en onder kolom B 8 uur worden ingevuld (Bij een halve
compensatie rustdag 4 uur).
f=
feestdag. Als op een feestdag niet door de chauffeur wordt gewerkt moet in de laatste
kolom een f en onder kolom B 8 uur ingevuld worden.
Wordt op een feestdag wel gewerkt, dan ontstaat een compensatie feestdag en mag
geen f in de laatste kolom ingevuld worden II In dat geval moet het aantal gewerkte
uren onder kolom A of kolom B ingevuld worden, en het dient het saldo compensatie
feestdagen aangepast te worden.
g=
compensatie feestdag. Als in het verleden op een feestdag is gewerkt is een
compensatie feestdag opgebouwd. Wanneer deze aan de chauffeur wordt teruggegeven in vrije tijd dient in de laatste kolom een g en onder kolom B 8 uur ingevuld te
worden (Bij een halve compensatie feestdag 4 uur).
r=
rustdag. Per maand heeft een chauffeur recht op rustdagen gelijk aan het aantal
weekenddagen dat valt in die betreffende maand. Wordt een rustdag genoten, dan
moet in de laatste kolom een r ingevuld worden. De andere kolommen blijven leeg, er
wordt nergens 8 uur ingevuld.
t=
spaaruurdag. (alleen van toepassing op de Spaarurenregeling). Indien vrijaf wordt
gegeven in het kader van opgebouwde spaaruren moet in de laatste kolom een t
ingevuld worden en onder kolom B 4 of 8 uur.
V=
vakantiedag. Indien vrijaf wordt gegeven in het kader van vakantie of bijvoorbeeld een
snipperdag, moet in de laatste kolom een v en in de kolom onder B 4 of 8 uur ingevuld
worden.
w=
werkgelegenheidsdag. Wanneer de werknemer vrijaf geniet in het kader van een
werkgelegenheidsdag dan dient in de laatste kolom een w en in de kolom onder B 8
uur ingevuld te worden.
z=
ziek. Indien de werknemer ziek is, dient in de laatste kolom een z en in de kolom onder
B 8 uur ingevuld te worden. Is een werknemer ziek op een eerder overeengekomen
werkgelegenheidsdag, dan komt in de laatste kolom naast een z ook een w te staan.
Wanneer de werknemer ziek is op een rustdag, dient naast een z ook een r in de laatste
kolom ingevuld te worden. In dat geval dient onder kolom B geen 8 uur ingevuld te
worden.
Het is mogelijk om compensatierustdagen, compensatie feestdagen, spaaruurdagen, vakantiedagen in
halve dagen op te nemen. Wenst de werknemer een halve vrije dag op te nemen dan moet dit
samenvallen meteen halve kalenderdag.
Wordt een halve dag vrijaf gegeven, dan dient in de laatste kolom een 1/2 c, 1/2 g, 1/2 t of een 1/2 v
ingevuld te worden, afhankelijk van het soort dag dat het betreft, en dienen 4 uur voor de
loonberekening in aanmerking genomen te worden.
Het is niet mogelijk om halve rustdagen, halve werkgelegenheidsdagen, of halve feestdagen toe te
kennen aan de chauffeur.
80
Een halve vrije dag kan alleen gegeven worden als niet meer dan 5 uur groepsvervoer, of 6 uur
toervervoer (5 uur netto arbeidstijd) is verricht op dezelfde dag.
81
BIJLAGE 5
VOORWAARDEN AFGIFTE GENEESKUNDIGE VERKLARING VAN Medibus of rechtsopvolger STAOBB
Wanneer een werknemer werkzaam in het besloten busvervoer in het bezit wil komen van een
geneeskundige verklaring van Medibus, dan dient hij zich te laten keuren door een arts van een
gecertificeerde Arbodienst.
Op verzoek van iedere gecertificeerde Arbodienst zal Medibus of rechtsopvolger STAOBB aan die
Arbodienst door de Arbodienst op naam te stellen passen toesturen wanneer de Arbodienst zich aan
de volgende voorwaarden houdt:
A.
De Arbodienst moet aan Medibus of rechtsopvolger STAOBB aantonen dat zij gecertificeerd is;
B.
De Arbodienst moet schriftelijk aan Medibus of rechtsopvolger STAOBB toezeggen dat:
1. tenminste wordt voldaan aan de door Medibus of rechtsopvolger STAOBB vastgestelde
minimum keuringseisen, zijnde:
Keuring voor rijdend werknemers, onderzoek t.b.v. geneeskundige verklaring:
De periodiciteit van de keuring is 1 x per 5 jaar.
Inhoud onderzoek:
- Vragenlijst:
• persoonsgegevens;
• toekomstige werkzaamheden (groepsvervoer, lijndienst, buitenlandse reizen);
• arbeid in vorige bedrijven;
• eerdere ondergane keuringen, afwijkingen, zo ja welke, fysieke/psychische klachten,
handicaps, aandoeningen zoals oogafwijkingen, hoge bloeddruk, suikerziekte, epilepsie,
etc;
• ziekenhuisopnames, behandelingen;
• verzuimindicatie gedurende de laatste twee jaar.
- Biometrie:
• lichaamslengte en gewicht (overgewicht ja/nee);
• RR pols;
• visus en blikveld;
• gehoorfunctie.
- Evaluatie:
• bespreking onderzoeksresultaten met de werknemer, advies aan betrokken werknemer;
• eventueel afgifte geneeskundige verklaring.
Optioneel, wanneer de arts naar aanleiding van het voorafgaande onderzoek daartoe aanleiding ziet: - laboratoriumonderzoek: HDL, LDL; Triglyceriden en cholesterol.
2. Aan Medibus of rechtsopvolger STAOBB binnen een maand na afgifte van de pas, de volgende
gegevens worden doorgegeven: het nummer van de pas, de naam (voor- en achternamen) en
geboortedatum van de werknemer aan wie de pas wordt afgegeven.
3. Medibus (of rechtsopvolger STAOBB) passen alleen afgegeven zullen worden aan werknemers
die ten aanzien van de keuringseisen genoemd onder 1 voldoen aan de normen die door het
CBR in de regeling eisen geschiktheid 2000 voldoen.
82
BIJLAGE 6
Reglement Ongewenst Gedrag van de sector Besloten Busvervoer
Inleiding
Het reglement Ongewenst Gedrag maakt deel uit van een beleid dat is gericht op het voorkomen en
bestrijden van alle vormen van ongewenst gedrag op of in verband met het werk. Dit beleid bestaat uit
de volgende aspecten: een gedragscode inzake ongewenst gedrag, preventie op de werkplek, voorlichting over ongewenst gedrag en het voorkomen daarvan, een vertrouwenspersonen en een klachtencommissie en een reglement. Het reglement geeft aan wat onder ongewenst gedrag op het werk moet
worden verstaan. De regeling bevat voorts de procedure die bij het indienen van een klacht moet worden gevolgd. Tevens bevat zij een omschrijving van de taken en bevoegdheden van de klachtencommissie, de vertrouwenspersoon en de bemiddelaar.
Reglement
Overwegende dat het wenselijk is een regeling te treffen inzake het voorkomen en bestrijden van ongewenst gedrag op het werk in de sector besloten busvervoer;
Besluit het bestuurvan de stichting Medibus (bestaande uit de organisaties FNV Bondgenoten, CNV
Bedrijvenbond en KNV Busvervoer):
Artikel 1
In de sector besloten busvervoer wordt een reglement ongewenst gedrag ingevoerd.
Het werkingsgebied betreft:
De werkgever en werknemers van elke in Nederland gevestigde onderneming, die besloten busvervoer
verricht in de zin van de Wet Personenvervoer (2000).
Uitgezonderd zijn:
De ondernemingen op welke de collectieve arbeidsovereenkomst Openbaar Vervoer van toepassing is.
Artikel 2
Definities:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. Ongewenst gedrag: al het gedrag waarbij de persoonlijke integriteit van werknemers en werkgevers
in de sector niet wordt gerespecteerd. Te denken valt daarbij met name aan:
• discriminatie op grond van ras, huidskleur, levensovertuiging, geslacht of seksuele geaardheid.
• verbaal of fysiek agressief gedrag, waaronder pesten
• seksuele intimidatie: ongewenst lichamelijk, verbaal of non-verbaal gedrag van seksuele aard of
anderszins op geslacht gebaseerd gedrag, dat afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en
mannen op het werk.
b. Werkgever: iedere natuurlijke- of rechtspersoon, wiens onderneming valt onder de werkingssfeer
van deze overeenkomst;
c. Werknemer: ieder, die in dienst is van een werkgever voor bepaalde of onbepaalde tijd;
d. Uitzendkracht: iedereen die in een gezagsverhouding voor een werkgever werkzaamheden verricht
hoewel er geen sprake is van een dienstverband tussen betrokkene en die werkgever
e. Leerling/stagiaire: ieder die leer- en of werkervaring opdoet bij een werkgever zonder dat er sprake
is van een dienstverband met die werkgever
f. Sollicitant: ieder die solliciteert naar een functie bij een werkgever.
g. Vertrouwenspersoon: de vertrouwenspersoon ongewenst gedrag als zodanig aangewezen door het
bestuurvan Medibus
h. Bemiddelaar: persoon die door de vertrouwenspersoon of door de klachtencommissie als zodanig
wordt verzocht op te treden. De bemiddelaar streeft naar een informele oplossing in overleg met alle bij de kwestie betrokken personen. Er wordt geen bemiddelaar ingeschakeld indien sprake is van
een terugkerend probleem.
i. Melding: het wenden van een persoon als genoemd onder c tot en met fvan dit artikel ter zake van
83
j.
k.
I.
m.
n.
ongewenst gedrag tot de vertrouwenspersoon,
Klacht: een bij de klachtencommissie schriftelijk ingediende gemotiveerde klacht van een persoon
als genoemd onder c tot en met fvan dit artikel, tegen één of meer andere personen betreffende
ongewenst gedrag;
Melder: de persoon als genoemd onder c tot en met fvan dit artikel die zich ter zake van door hem
of haar ervaren ongewenst gedrag heeft gewend tot de vertrouwenspersoon.
Klager: de persoon als genoemd onder c tot en met f van dit artikel die een klacht indient of heeft
ingediend bij de klachtencommissie;
Beklaagde: persoon tegen wie de klacht is gericht;
Medibus: de Stichting arbeidsomstandigheden in het besloten busvervoer
Artikel 3
De persoon als genoemd in artikel 2 c tot en met f die met ongewenst gedrag is geconfronteerd kan
zich ter zake wenden tot de vertrouwenspersoon dan wel een klacht indienen bij de klachtencommissie. Een klacht dient uiterlijk binnen twee jaar na de (laatste) confrontatie met ongewenst gedrag ingediend te zijn, tenzij er sprake is van zeer ernstige feiten, het een en ander ter beoordeling door de
klachtencommissie.
Artikel 4
1. Het bestuur van Medibus is bevoegd tot benoeming en ontslag van één of meer vertrouwenspersonen.
2. De vertrouwenspersonen kunnen te allen tijde hun functie neerleggen. Zij delen dit schriftelijk mee
aan het bestuurvan Medibus en aan de klachtencommissie.
3. De vertrouwensperso(o)n(en) legt/leggen jaarlijks achteraf over de verrichtte werkzaamheden verantwoording af aan het bestuur van Medibus en sturen het verslag tevens toe aan de klachtencommissie.
Artikel 5
Een vertrouwenspersoon heeft in ieder geval de volgende taken;
a. Het fungeren als aanspreekpunt voor personen die op het werk met ongewenst gedrag worden
geconfronteerd;
b. Het opvangen van en het verlenen van nazorg aan die personen;
c. Het informeren van die personen over de mogelijkheden om een klacht in te dienen;
d. Het op verzoek begeleiden van personen die overwegen een klacht in te dienen bij de klachtencommissie;
e. Het adviseren van melders en klagers over eventueel verder te nemen stappen;
f. Het op verzoek van melder ondernemen van stappen gericht op het zoeken naar een oplossing;
g. Het in overleg met melder benaderen van een bemiddelaar om te proberen via informele weg een
oplossing te zoeken;
h. Het hulp bieden aan de klager bij het indienen van klachten en of bij het doen van aangifte bij de
politie
i. Het in alle gevallen zorgvuldigheid betrachten met het oog op de belangen van de direct betrokkenen en van alle andere eventueel bij het ongewenst gedrag betrokken personen;
j . Alleen met schriftelijke toestemming van degenen die zich tot hem wenden, actie ondernemen in
concrete gevallen van het beweerde ongewenste gedrag;
k. Het nemen van andere stappen die nodig zijn ter bestrijding van ongewenst gedrag;
I. Het signaleren van probleemgebieden of tendensen die kunnen leiden tot problemen;
m. Het leveren van een bijdrage aan het algemene beleid ter bestrijding van ongewenst gedrag in zijn
algemeenheid;
n. Het bijhouden van een registratie van de meldingen en de behandeling ervan, ten behoeve van het
archief. De gegevens worden na 5 jaar vernietigd;
O. Het verzorgen van een jaarverslag;
p. Het jaarlijks voeren van een evaluatiegesprek met de klachtencommissie
84
2. De vertrouwenspersoon heeft de bevoegdheid om op eigen initiatief in- en externe deskundigen te
raadplegen, voor zover dit voor de opvang van belang is.
3. De vertrouwenspersoon kan zich desgewenst tegenover een klager beroepen op verschoning
4. Het bestuur van Medibus kan nadere instructies omtrent de taken of werkwijze van een vertrouwenspersoon geven.
Artikel 6
1. Alvorens een klacht in te dienen bij de klachtencommissie wordt door de vertrouwenspersoon, in
overleg met de klager, bezien of en in hoeverre er bemiddeling mogelijk of gewenst is. Het is de klager die hiertoe uiteindelijk beslist.
2. Bemiddeling vindt plaats door een persoon, in wie zowel klager als beklaagde vertrouwen stelt, en
geschiedt voorts op basis van vrijwilligheid.
3. De bemiddelaar streeft naar een informele oplossing, waarbij hij met inachtneming van de nodige
vertrouwelijkheid bevoegd is die personen te horen en die informatie in te winnen, die hij noodzakelijk acht.
4. Indien de bemiddeling slaagt, dan worden het bemiddelingsresultaat en de in verband daarmee
gemaakte afspraken op schrift gesteld.
5. Indien de bemiddeling mislukt, dan is klager alsnog bevoegd tot het indienen van een klacht bij de
klachtencommissie.
Artikel 7
1. Er is een klachtencommissie ongewenst gedrag
2. Het bestuur van Medibus is bevoegd tot het benoemen en ontslaan van de leden van de klachtencommissie.
3. De klachtencommissie is belast met het onderzoek van een bij haar ingediende formele klacht en
het daaromtrent uitbrengen van een advies aan de werkgever van de beklaagde.
Artikel 8
1. De klachtencommissie bestaat uit een voorzitter en twee leden alsmede twee plaatsvervangende
leden.
2. De voorzitter en de leden worden benoemd en ontslagen door het bestuur van Medibus.
3. De leden van de klachtencommissie worden benoemd voor een periode van 4 jaar en zijn terstond
herkiesbaar.
4. Leden van de klachtencommissie kunnen te allen tijde hun functie neerleggen. Zij delen dit schriftelijk mee aan het bestuurvan Medibus en aan de klachtencommissie.
5. Ten minste één vrouw maakt deel uit van de commissie.
6. Een lid van de klachtencommissie wordt in ieder geval vervangen, indien deze direct of indirect betrokken is geweest bij het ongewenste gedrag waarover een klacht is ingediend.
Artikel 9
1. Het bestuur van Medibus voegt aan de klachtencommissie een ambtelijk secretaris toe.
2. De secretaris van de klachtencommissie is belast met het bijeenroepen van de klachtencommissie,
het opstellen van de agenda, het verslag en het jaarverslag, het voeren van de correspondentie van
en aan de commissie, alsmede met de voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot het ontvankelijk verklaren van een klacht.
Artikel 10
1. Een klacht wordt schriftelijk door klager, eventueel door tussenkomst van een vertrouwenspersoon,
ingediend bij de klachtencommissie en bevat:
a. de omschrijving van de klacht;
b. de naam van de beklaagde(n);
c. de beschrijving van de door de klager ondernomen stappen;
d. een dagtekening en ondertekening door de klager.
85
2. De schriftelijke stukken die betrekking hebben op de ondernomen stappen worden aan de klachtencommissie overlegd.
3. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen.
Artikel 11
1. Per klacht komt de voorzitter met twee (plaatsvervangende) leden bijeen.
2. De klachtencommissie beslist binnen twee weken nadat de klacht is ingediend of de klacht ontvankelijk is en doet daaromtrent mededeling aan klager.
3. Indien de klacht ontvankelijk wordt verklaard zendt de klachtencommissie een afschrift van de
klacht alsmede de aan haar overlegde stukken aan beklaagde.
4. De klachtencommissie stelt tevens de werkgever van de klager en beklaagde in kennis van het feit
dat er een klacht is ingediend en wie de klager en beklaagde is. De klachtencommissie vertrekt geen
informatie over de concrete inhoud van de klacht.
Artikel 12
1. Nadat de klacht ontvankelijk is verklaard worden de klager en de beklaagde door de klachtencommissie gehoord.
2. Van het horen wordt een verslag gemaakt.
3. Klager en beklaagde kunnen zich tijdens het horen door een raadsman of -vrouw laten bijstaan.
Klager kan zich ook doen bijstaan door een vertrouwenspersoon.
4. De klachtencommissie nodigt, indien zij dit in het belang van het onderzoek noodzakelijk acht, andere personen dan klager en beklaagde uit om te worden gehoord.
5. Bij de uitnodiging aan klager, beklaagde en eventuele andere personen wordt mededeling gedaan
van de samenstelling van de klachtencommissie. Voorts wordt een kopie van het reglement meegestuurd.
6. De klager en de beklaagde worden buiten eikaars aanwezigheid gehoord, tenzij de klachtencommissie anders bepaalt.
7. Aan de klachtencommissie wordt op haar verzoek alle informatie ter beschikking gesteld welke van
belang kan zijn voor het onderzoek, zulks ter beoordeling van de klachtencommissie.
8. De klachtencommissie stelt indien noodzakelijk een onderzoek ter plaatse in. Dit onderzoek kan
worden opgedragen aan de voorzitter of aan een ander lid van de klachtencommissie. Van het onderzoek wordt een verslag van bevindingen gemaakt.
9. De klachtencommissie kan gebruik maken van in- en externe deskundigheid.
10. Een ieder die door de klachtencommissie wordt opgeroepen om te worden gehoord is verplicht
hieraan gevolg te geven, tenzij er sprake is van een situatie van overmacht. Het laatste is ter beoordeling van de voorzitter van de klachtencommissie.
11. Een ieder die bij een onderzoek omtrent ongewenst gedrag betrokken is of wordt, is verplicht volstrekte geheimhouding te betrachten omtrent hetgeen met hem of haar is besproken c.q. aan de
orde is gesteld.
12. De zittingen van de klachtencommissie zijn niet openbaar.
Artikel 13
1. De klachtencommissie brengt binnen vier weken na ontvankelijkverklaring van een klacht een met
redenen omkleed schriftelijk advies uit aan de werkgever van de beklaagde, houdende de al dan
niet gegrondverklaring van de klacht en de mogelijk te treffen maatregel of sanctie, zoals bijvoorbeeld berisping, waarschuwing, overplaatsing, ontzegging toegang gebouwen en terreinen, ontslag.
2. De klachtencommissie verklaart de klacht gegrond indien aannemelijk is gemaakt of geworden dat
de door de klager gestelde feiten ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.
3. Indien de termijn van vier weken niet haalbaar is maakt de klachtencommissie dit schriftelijk en met
redenen omkleed kenbaar aan klager en beklaagde en geeft tevens de termijn aan waarbinnen het
advies zal worden uitgebracht.
4. De beslissing inzake het uit te brengen advies wordt genomen in voltallige samenstelling, als bedoeld in artikel 11, eerste lid van deze regeling.
86
5. Het advies wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
Artikel 14
1. Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie neemt de werkgever van
de beklaagde een beslissing naar aanleiding van het advies.
2. Klager en beklaagde worden door de werkgever van de beklaagde binnen vier weken na ontvangst
van het advies van de klachtencommissie schriftelijk in kennis gesteld van het met redenen omkleed
besluit. Hetzelfde geldt voor de klachtencommissie. Tevens worden klager en beklaagde in kennis
gesteld van het advies van de klachtencommissie. Het een en ander geschiedt in vertrouwelijkheid.
3. Indien de werkgever van de beklaagde afwijkt van het advies van de klachtencommissie dient dat in
het besluit als genoemd in lid 2 uitdrukkelijk gemotiveerd te worden en derhalve kenbaar te worden
gemaakt aan de klager, beklaagde en de klachtencommissie.
4. Wanneer naar de mening van de klachtencommissie het advies ten onrechte niet wordt overgenomen zal de klachtencommissie daarvan in haar jaarverslag melding maken aan het bestuurvan Medibus.
Artikel 15
1. De klachtencommissie brengt jaarlijks aan het bestuur van Medibus geanonimiseerd verslag uit over
het aantal behandelde klachten, de aard daarvan en de ter zake gegeven adviezen.
2. Dit verslag zal tevens aan de vertrouwenspersonen worden toegestuurd.
Op basis van de verslagen als genoemd in artikel 4 lid 2 en artikel 15 lid 1 komen de
klachtencommissie en de vertrouwensperso(o)n(en) eenmaal per jaar bijeen ter evaluatie van het
functioneren van de klachtenregeling. Van deze bijeenkomst zal verslag worden uitgebracht aan het
bestuurvan Medibus.
Artikel 16
1. Klagers, vertrouwenspersonen, bemiddelaars, voorzitter en leden van de commissie mogen niet
wegens het indienen van hun klacht of uit hoofde van hun functie als vertrouwenspersoon, bemiddelaar, voorzitter of lid van de commissie benadeeld worden in hun positie binnen de sector besloten busvervoer.
2. Tot beëindiging van het dienstverband van een vertrouwenspersoon, de bemiddelaar, de voorzitter
of een lid van de klachtencommissie, anders dan op eigen verzoek, wordt niet eerder overgegaan
dan nadat is vastgesteld dat het voorgenomen ontslag op generlei wijze in verband staat met het
uitoefenen van de functie van vertrouwenspersoon, bemiddelaar, voorzitter of lid van de klachtencommissie.
Artikel 17
Het bestuur van Medibus biedt aan een vertrouwenspersoon, een bemiddelaar en de leden van de
klachtencommissie de faciliteiten die nodig zijn voor de uitvoering van de opgedragen taken.
Artikel 18
Alle betrokkenen besteden de uiterste zorg aan de vertrouwelijke behandeling van de gegevens die bij
de behandeling van de klacht ter kennis komen.
Artikel 19
Beklaagde en of klager is ten alle tijden bevoegd een civiele procedure te starten bij de burgerlijke rechter.
Artikel 20
Deze regeling kan worden aangehaald als de Klachtenregeling Ongewenst Gedrag Besloten Busvervoer.
87
rni I rain/r onnnngovrnrrNifOMCT roNPC gciiOLiNC CN onpcNiNc voon HCT pcyLOTCN BUS
Doao ovoreonkomst is von toopossing op:
De werkgevers on de werknemors von olko in Nederland gevestigde onderneming, dio besloten busver
voor vorricht in dc ain von do Wot Personenvervoer (Stootsblod 3000, 311).
Uitgoaondord aijn:
de ondornemingen op wolke dc colloctievo orbeidsovcrocnkomst Oponboor Vervoer von toopossing
is, voor aover in de betrokken orbeidsvoorwaorden hct salaris on do salorisborokoning met inbegrip
von do vokontietoeslog voor chauffeurs dio besloten busvervoer verrichten, aodonig is gerogcld dat
i/cau orvon ovoroonkomt mot do desbotroffende regelingen in de CAO Besloten Busvervoer.
Er is eon Stichting fonds Scholing & Ordening voor het Besloten Busvervoer, ofgekort f.S.O., wolke is
opgericht door portijon bij dcao CAO on woorvon do stotuton on hot reglement oon deao overeenkomst
aijn gehecht cn geocht wordon doorvon decl uit to mokon.
ARTIKCL !1
Vgrplichtincon ^
1. Do werkgever is oon dc Stichting fonds Scholing on Ordening voor het Bosloten Busvervoer oen
joarlijkse bijdroge von 1,1596 van het loon ols bodoold in ortikol 16 von de Wet finonciering sociolo
veraokeringon, derholvo aondor toepassing van oon fronchise, verschuldigd.
Vaststelling von do bijdragen geschiedt op basis von dc bopalingcn van dc rolovanto wetgeving ao
als doao goldon ton tijde van hot tot stond komen van deae collectieve orbcidsovcroonkomst. Wor
don die bopolingon gewijaigd, don wordt op veraoek von de moeste gerede partij bij doao collectieve
arbeidsovereenkomst bcaien of cr aanleiding is deae bepalingen to wijaigon en ao ja in wolko ain.
2. Een on onder goldt ook, voor aovor op hot loon goen premie wordt ingehouden. Is hct loon in aijn
geheel niot premieplichtig, bij voorbooid omdat workncmors ouder don 65 joor aijn, don wordt te
hunnen oanaion do fictie gehanteerd dot hun loon wel premieplichtig is.
ARTIKCL n
\fartrtollinB e
1. De werkgever is verplicht op de tijdstippon, op dc wijao on over do tijdvokkon ols door do Stichting
bopoold, do gcgovons to vorstrckkon dic do Stichting nodig hooft om de door do werkgever volgens
ortikel 3 verschuldigde bijdrago vost to stellen.
3. De werkgovor is verplicht do ovor oen kalondorjaar verschuldigde bijdroge te voldoon binnon 1
kon na dagtekening van de dosbotrcffondo nota von de Stichting.
3. Bij niot tijdigo betaling von do'
jo of hct van hom gevorderde voorschot is de
over door hct enkele verloop van do termijn in verauim. De Stichting is dan bevoogd tc vordo
rento over hot vorschuld
mooton aijn;
van dc dog of dot hot verschuldigde bedra
88
i von dc buitongcrochtelijko invorderingskosten, onverminderd do overige kosten von
vervolging verschuldigd volgons dc wetDo rente wordt berekend noor hot porcontogo von do wettelijke rente ols bodoold in do artikelen
110 en lao von bock 6 von hct Burgerlijk Wetboek, dat goldt op do datum waarop de ronte door het
fonds wordt gevorderd. Do buitongcrochtelijko invorderingskoston worden vastgesteld op 1596 von
hot verschuldigde bedrog, met oen minimum von € 50, .
ARTIKCL ?
Inhoudingplicht, inning en odmtniitratio on kosten gerechtelijke invordering
Do workgover houdt bij elko loonbetoling 0,35 96 von hot premieplichtige loon, aools bodoold in ortikol 3
van deae overeenkomst, in op het loon van de werknomor.
ARTIKCL (j
Besteding ontvongen gelden
1. Do op grond von ortikcl 3 tor boschikking komende golden worden oongewend tcr (me
de)financioring, dan wel subsidiëring van:
0. de koston tor aoko von:
1. hct in stand houden van het fSO fondsj
2. het bijeenkomen von sociolo portners von de sector bosloton busvervoer waorin
disponsoticvoraookcn on vragon ovor de inhoud von do CAO voor hct besloten busvervoer
worden besproken on beontwoordj
3. geaomenlijke voorlichting tor aoko von orbeidsvoorwoarden, to woton:
hct nemen von moatrogclcn tor bovordering von do kennis von de orbeidsvoorwoarden ondor
dc gebruikers von do arbcidsvoorwoordonj
hot telefonisch en schriftolijk informotie verstrekken over dc inhoud von dc CAO voor het
Besloten Busvervoer aon dc hole bedrijfstok;
hct veraorgen van olgomono publiciteit oongoondo do orbeidsvoorwoordon in het besloten
busvervoer;
1. hot beantwoorden van vragon inaoke dc intorprotatio von do CAO voor hct Besloten Busvervoer;
5. hct (doon) vorrichton en publiceren von ondoraook noor dc gevolgen von bij het CAO overleg
gemaokte ofsproken, mot het doel do belangen te dienen von ollo werkgevers on werknemers in
hct bosloten busvervoer;
6. hot ontwikkolen cn bohoron von eon functiowoordoringssystoom on hot (doon) vorrichton von
ondoraook en publicatie op hct gebied von functiowoordoring.
b. dc koston tcr aoko von:
Dc octiviteiten op hot gobiod van oploidingen on orboidsomstondighodon von worknemers, to
1. hot ontwikkelen, stimuleren cn bovordoron von vakopleidingen en cursussen ton behoove von dc
worknemers vallende ondor dc werkingssfeer van do CAO;
3. het verlenen van bijdragon oon werknemers of werkgevers en/of opleidingsinstituten voor
vakopleidingen cn cursussen ton behoovo von werknemers vollende ondor de ^
C.^.O;
3. het (doen) verrichten en publiceren von ondoraook tor bevordering von een i
vokbekwoomheid bij hot werknemors in do sector bosloton busvervoer;
1. het geven von voorlichting over oon goode vakbokwoomheid in de sector besloten busvorvoor;
5. hot promoten von do beroepen von rijdend, niet rijdende on technische worknomers in en
buiten de bedrijfstok.
6. hot gevon von voorlichting over het terugdringen von aiektcverauim on over hot voldoen oan
wottelijko verplichtingen ton aanaion van arbeidsomstandigheden on goaondhoid;
7. het oonbiodon van diensten gericht op het bevorderen von de veiligheid, geaondhoid en orboids
89
8. het (doen) verrichten von ondoraock on publicatie gericht op hot bevorderen von veiligheid,
geaondhoid on orboidsomstondighodcn;
0. hot vorder inhoud gevon oon wettelijke bepalingen met betrekking tot do vijfjaorlijkso
jc verklaringen genoomd in do Wet Personenvervoer en dc medische keuring
jen van het rijbewijs;
10. het moken von risico invontarisotios on ovaluoticlijston.
c. do kosten ter aoko von:
Dc workaoomheden die tot doel hobbon de naleving von de CAO besloten busvervoer en do CAO
fonds Scholing cn Ordening te bovordoron.
d. do kosten tor aoke von:
de workaoomheden die tot doel hebbon het imago van de arbeid in hot bosloten busvervoer te
vorbetoren, te weten;
1. hot woord vooron, adviseren on begeleiden met betrekking tot de afhandeling van
calamiteiten woorbij touringcorchauffeurs aijn betrokken;
3. het ontwikkelen on vorstrokUon van instrumenten, ols handleidingen, voorlichting(smateriaol)
on hulpmiddelen, tcr preventie von colomiteiton cn tor verbetering von dc veiligheid van
werknemers tijdons de beroopsuitoofoning;
3. hct doen von publicaties gericht op verbetering von do veiligheid on kwaliteit von de
boroopen van rijdend, niet rijdende en technische personeel;
1. hot promoten van het beroep van touringcorchouffour;
e. dc ton laste van dc werkgevers en werknemersorgonisoties komondo kosten, teraake von:
1. vorming, scholing, oploiding cn onderwijs. Het betreft dc volgende octiviteiten von do
werknemers on werkgoversorgonisotics;
hot veraorgen van voorlichting mot betrekking tot arbeidsvoorwaarden cn
arbeidsomstondigheden on relevonte socioie wetgeving aon werkgevers en werknemors in
do bedrijfstak bosloten busvervoer;
het bevorderen en implementeren von bedrijfstakopleidingen gericht op de employability
van worknomers tor verbetering van do arbeidsmarktpositie;
het bevorderen en implomontoren von oploidingen voor bedrijven mot botrokking tot
medoaoggenschop cn orbcidsvorhoudingon op ondernemingsniveau tor verbetering von
de bedrijfsvoering;
het bevorderen on implomontoren von vokoploidingen mot botrokking tot de
internationale en notionole rijtijdenwotgoving tcr verbetering von dc noleving;
het (doen) vorrichton on publiceren von ondoraook noor do orbeidsmorkt cn
orbcidsmorktontwikkelingen.
2. hot beoordelen von orboidsroglomcntcn;
3. do ontwikkeling en instondhouding van activiteiten op het gebied von hot bevorderen von de
naloving van wet on regelgeving en relevante ontwikkelingen met botrokking tot
arbeidsrecht, sociolo zekerheid on pensioenen.
ARTIKCL 7
Stichting voor Informotie on Ordening von do bedrijfstak Bosloton Busvervoer
*
1. Om con goed sociaol en economisch klimaat in de bedrijfstak to bevorderen is
ingesteld de Stichting voor Informatie on Ordening von de bedrijfstak Besloten Busvervoer (STO).
3. Dc onder 1 genoemde Stichting diont cr op toe to aicn, dot do bepolingcn von de CAO Bosloton Bus
vervoer on dc CAO fonds Scholing en Ordening volledig wordon nogeleefd on is door dc bij doao
CAO betrokken portijon gemachtigd al datgene to vorrichton dot doortoo nuttig on noodaokelijk kon
90
3. Woor in doao CAO sproke is von bevoegdheid von de STO tot het nemen von beslissingen, geldt dot
de dosbotrcffonde uitsproken schriftelijk ter kennis worden gebrocht von do betrokkenen.
1 Tot de bevoegdheid von de STO behoort in het bijaonder hot opvrogcn von gegevens met betrekking
tot de wijao waorop de werkgever do CAO Besloten Busvervoer en do CAO fonds Scholing on Orde
ning nolecft. De werkgever is verplicht de door de STO gevroogde gegevens binnen de door do STQ
gestoldo tormijn te verstrekken. Blijft de werkgever, no daortoo door do STQ to aijn esommecrd,
in gebreke of blijkt uit dc verstrekte gegevens dot dc CAO Bosloten Busvervoer en/ of do CAO fonds
Scholing on Ordening nict (volledig) wordt nageleefd cn/of volhordt de
workgover bij de niet
naleving van de CAO Bosloten Busvervoer en/ of CAO fonds Scholing on Ordening, op de door do
STO bij sommotie vermelde punton, don is dc STO bevoogd, namens partijen bij de CAO, in en bui
ten rechte op to trodon, ter verkrijging van mootregelen togen dc werkgever, wooronder mede
wordt begrepen hot vorderen von vergoeding
von de schode, die de STO dan wel partijen lij
ü
1. Partijen bij deae CAO dragen hun bevoegdheid tot hot instellen von vorderingen als bedoold in arti
van do Wet op do collectieve arbeidsovereenkomst cn artikol 3, viorde lid, van do Wet op hot
algemeen verbindend en hot onverbindend verkloren von bepalingen van collectieve arbeidsover
eenkomston met inachtneming van het gostoldo onder III ovor aon dc STO voor aovor hot betreft do
vorderingen ter aoko van do schado die aij aclf lijden.
3. Indion oen werkgovor no ingebrekestelling door of nomens de STO gedurende
tenminste 11
dogen nalatig blijft do vanwege do STO vcraochto gegevens met betrokking tot de wijao waarop hij
dc CAO Besloten Busvervoer en/ of de CAO fonds Scholing on Ordening nolecft te verstrekken,
don wol onjuiste gegevens verstrekt, is hij verplicht door dot enkele feit oon de STO eon forfoitaire
schadevergoeding to betalen. Do STO kon besluiten gehoel of gedeeltelijk afte aion van hot innen
van doac schadevergoeding indien bijaondcre omstondigheden daartoo aanleiding geven.
3. Indion oen werkgovor na ingebrekestelling door of namens de STO gedurende
ten minste 11
dagon volhardt in het niet nolcvon von dc CAO Bosloton busvervoer en/ of do CAO fonds Scholing
on Ordening-op do in de ingebrekestelling vcrmoldo punten, is hij onverminderd hot gostoldc on
dcr 3 verplicht oan de STO cen door deao Stichting to bopolon schodevergoeding to betalen. Bij hot
bepolon von dc schadevergoeding wordt in ieder govol rokoning gehouden met de oard, de omvong
on de duur von do niet noloving, olsmede met do loonsom von de onderneming von do betrokken
werkgever. Doarnaast kan rekening gehouden wordon mot de mote waorin die workgover alsnog
ochtorstollige verplichtingen jegens aijn werknemers nakomt don wel aokorhoid stelt voor eon cor
recto naloving von de CAO Besloten Busvervoer en/ of do CAO fonds Scholing on Ordening.
1. Do STO handelt bij do toepassing von de leden 3 en 3 do vaststelling von do schodevergoeding
dooronder bogropon overeenkomstig het in sub IV von dit artikel gestelde.
5. Dc door de STO verkregen bedrogen uit hoofde van dc toepassing von de lodon 3 en 3, worden toe
gevoegd oon do geldmiddelen von do STO.
lèè
iid tot hot voststellen von oen schodevergoedingsoctie (ols bedoold in de Wet A W en
VO) is in beginsel godolegeerd oon do STO.
3. Voordat do STO cen ingobrekostolling oon oen bopoaldo werkgever stuurt inaoko eon niot naleving
von motoriëlo CAO Bosloten Busvervocrbopolingon stolt aij hiorvon portijon in konnis.
91
Elk dor partijen kan afaonderlijk binnen veertien dogen kenboor mokon dot aij ten aanaion von de
betreffende werkgovor aolf het rocht op vordering von schodevergoeding wonst to hanteren, woor
door do dclogotio bodoold in II lid 1 ten oonaicn von desbetreffende vordering vervalt voordat de
STO aclf de octie reeds in gong heoft gcaot.
^ r t i j e n niot binnon voortion dagen reageren, is de STO nog steeds bevoogd do actie in te stel
len, aondor dot portijon dot nog kunnen doorkruisen.
5. Indion ccn of meor von do partijen besluiten aelfstandig oen vordering in te stellen, dienon aij de
STO tc melden dat ten oonaicn von do desbetreffende werkgever een octie wordt ingesteld, waar
door de delegatie als bodoold in II lid 1 ton aonaion von dc dcsbotrcffendo vordering vervalt.
6. Do STO bohooft ten aanaion van het voornemen een ingebrekestelling to doen uitgoon tcr zoke van
de verplichting von de werkgovor om informatie tc verschaffen nict voorof melding tc doen oon por
tijen. Do molding als bedoeld ondor lid 3, aiot oldus uitdrukkelijk op oen vordering tot naleving von
de motoriëlo CAO Bosloten Busvervoorbopaling
m
1. Do forfoitoirc schodevergoeding (S) gonoemd in artikel 7 sub II lid 3 CAO fonds
Scholing on Ordening wordt ols volgt berekend:
Sn A } { W i ( € l , 0 0 waarin
A n de laotste voor do betrokken werkgever vostgesteldc joorlijkse premieafdracht fSO
(werkgevers on werkncmorsdool), of bij gebreke daarvan 1,1596 van de jaarlijkse loonsom in de
ondernoming, of bij gebreke daarvon eon door dc STO forfoitoir vost to stollen bedrag, gebaseerd op
eefl^hatting von de lootstelijk voordo botrokkcn werkgever vooronderstelde premieofdrocht fSa»
fonds, mot dien verstande dat A ten minste € 113,15 aal bodragon.
W n is hct aantal wokon dot do werkgever in gebreke blijft,
3. De schadevergoeding ols bedoold in artikol 7 sub II lid 3 CAO fonds Scholing en Ordening wordt
berekend op do wijao als hierboven ondor lid 1 vermeld. Tot oonpossing von de schodevergoeding
kon door do STO worden besloten oan de hond van dc factoren bedoeld in artikel 7 sub II lid 3 CAO
fonds Scholing en Ordening, dit ter beoordeling van dc STO.
3. Do schode vergoeding dient tor dekking von de kosten die de STO maakt on de to deaer aake verkro
gon middelen worden toegevoegd aon do geldmiddelen von de STO, tot dokking van de koston die
do STO moet moken als gevolg von hoor toeaichthoudende taak ten aanaion von de wijao waarop do
CAO Bosloten Busvorvoor en/ of do CAO fonds Scholing on Ordening wordt ne
Do STO behoeft nict aan to tonen dot aij de schade in dc omvong als door haar gevorderd ook
i/erkelijk heeft |
U
Bij alle schadovorgocdingsoctios von de STO wordon dc gronden en de duur von dc gestolde mootregc
lon schriftelijk kenbaar gomaakt.
ARTIKCL O
Duurvan do overeenkomst
Deae overeenkomst is aangogoon voor dc duur von vijfjaar, ingoondo 1 opril 3011 on eindigend 30 sep
tember 3013.
92
ARTIKEL O
[ overeenkomst
1. Wonncer geen der partijen uitoriijk drio maanden voor het einde van deae ovoroonkomst por aan
getekend schrijven aon ollo ondero portijen te konnon hoeft gegeven dot aij dcao overeenkomst
wenst to beëindigen, wordt doac ovoreonkomst geacht stilzwijgend voor de tijd von óón joor te aijn
verlengd; indion de ovoroonkomst stilawijgend wordt voriongd, wordt dit aangemeld bij do Arboids
inspectie, OH artikel 1 von do Wet op do loonvorming.
Deao wijao von vorionging geldt voor elke volgende poriode von oen joor.
ovol eon der portijen uiterlijk drio moondon voor het einde van doao overeenkomst bij oon;
kend schrijven oan hoor wederportij te kennen heoft gegeven, dot aij deae overeenkomst niot wenst
te vorlongen, verplichten do partijen aich in overleg to treden teneinde cen nieuwe CAO aan to
Aldus overeongekomon on getekend in acsfout te 's Grovenhogc.
Portij ter one aijde:
Portij ter andoro aijde:
Busvorvoor Nederlond
f NV Bondgenoten
CNV Vakmensen
P. Hofstra
(vooraittor)
D. Paas
(bestuurder)
J.J. Jongejan
(voorzitter^
(socretoris)
(bostuurdor)
93
COI i.caicvcflnDciDgovrnccNKOMCTvfoon wcnicNCMcng DIC TCVCN? LCCRLINC ZIJN IN IICT KA
nen VAN DC ncnocpgDccn.cincNDC i ccnwcc ciiAucccun TOURINCCAR ncigLciPcn.
lapril 3013
31 december3013
1. Busvervoer Nederlond govostigd to's Gravenhogo
partij ter ene aijde; cn
3. Q. f NV Bondgonoton gevestigd te Amsterdom;
b. CNV Vokmonsen gevestigd te Houten;
partij ter andoro aijdo;
is de navolgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten:
Artikel 1
Werkingssfeer
Doao overeenkomst is van toepassing op alle leerlingen dio ccn onderwijsovereenkomst hebbon ton
behoeve van de berocpsbogoleidendc leerweg Chauffeur Touringcor Reisleider (CTR) mot oon doartoe
bevoegde onderwijsinstelling en een proktijkovcroonkomst hebben met een vergunninghouder in hot
besloten busvervoer wolke mede is ondertekend door het KBB Tronsport cn Logistiek in hot koder van
de oploiding CTR.
Artilcol 2
Alflomeen
Do bepolingen von de CAO voor hot besloten busvorvoor aijn op dc werkr
overeenkomst von toepassing, mot inochtneming von do hior navolgende ortikelen.
]dervon deae
Artikol 3
Arboidsovoreenliomst
1 Hot is olloon mogelijk oon werknemer op grond von dcao arbeidsvoorwoorden in dienst tc ncmcn,
indion de wcrknemor beschikt over een geldige onderwijsovereenkomst mot oon doortoo bevoegde
onderwijsinstelling en cen proktijkovcroonkomst welke mode is ondertekend door het KBB Trons
port en Logistiek in hot kodervon do CTR opleiding.
3 Bij oonstelling von oon worknomor diont de orbeidsovereenkomst schriftolijk te worden oongegoon.
De arbeidsovoreenkomst dient ten minste de volgende punton to omvotton:
5, woonploots on geboortedatum van de werknomor;
sdotum von het dienstverbond;
• do einddatum von het dienstverbond;
• do functie: leerling in het kodor von de Icerlingstolsolopicidin
• hot functieloon;
• hot oontol uron por betalingsperiode waarvoor dc orbeidsovereenkomst'
me€te=het gomiddold oantol dogen per week dot orboid aol wordon verricht;
• do betalingstermijn van hot loon;
• do proeftijd (indien ovoroongokomon);
• do standplaats;
94
•
de voorwaarden voor tussentijdse opaogging.
3 Het aantal arbeidsuren wordt in onderling overleg vastgesteld, met een minimum van 30 on oen
maximum van 33 uur por betalingsperiode per weck.
1 Hct functieloon wordt overeenkomstig do loonschaal in artikol Q, noor roto von hot oontol controc
tueel overeengekomen uren vastgesteld.
5 Goon proeftijd kon worden overeengekomen indion direct voorafgaond oon het dienstverbond de
werknemer gedurende minimool 3,5 moond stage heoft gelopen bij het leerbedrijf.
6 De orbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor bepoolde tijd, voor de duur dat de werknemer bo
schikt over oon onderwijsovereenkomst in hot kador von dc CTR opleiding-en over een proktijkover
eenkomst wolke mode ondertekend is door het KBB Tronsport cn Logistiek in het koder von de CTR
Artikel fl Overuren
1 Overuren aijn uren woormee dc gomiddcldc wekelijkse orbeidstijd von 33 uur wordt i
Overuren dienon per betalingsperiode van eon kolcndcrmoond of 1 weken berekend te worden,
mot inachtneming von do tijd voor tijd regeling aools in ortikel 5 vos
3 Voor iedor overuur wordt vergood het uurloon vermeerderd met 35%,
Artikol S
SpoDruron/jnarurenregoling
Do inhoud van deae regeling stoot vermeld in de CAO Bosloten busvervoer onder ortikel 30 en 30.
Artikol 6
Boöindij
De arbeidsovereenkomst eindigt:
• wonnoor do leerling niet longer beschikt over ccn onderwijsovereenkomst en oon proktijkovcreen
komst in hot kodervon do CTR oploiding?
op do datum waarop hot tweede schooljoor van de werknemer eindigt;
door tussentijdse opaogging, waarbij goldt dot doao schriftolijk geschiedt, met
inachtneming van do wettolijko rogels cn met inachtneming von een o p z e g t c r m ^ I óón moand.
Voor werknemers in hot kador van deae overeenkomst met cen dienstverbond van 33 uur goldt
gomiddeld een vierdoogse werkweek, in die ain dot aij olko kolenderweek rocht hobben op twoe vrije
dogen en gemiddeld óón dog in de wook noor school goon. Alleen bij controcton vanaf 30 uur on tot on
mot 31 uur kon een werkweek van gomiddeld 3 dogen worden overeengekomen.
Artikol 8
gchool on OHomcndngen
jcver stolt do werkr
jonhoid de school on examondagen bij te wonen.
3 Minimool 13 uren voorafgaand oon dc oonvong von eon school i respectievelijk exomondog dient de
worknemor op stondpioots vrij over aijn tijd te kunnen beschikken.
95
Artikol O
Beloning
1 De volgende boloning is von toepossing op basis von con dienstverbond voor 33 uur per weck won
neer do leerling nog niot beschikt over eon rijbewijs D
1 1"2011
Uurloon in €
Maandloon inC
30 jaar
j
jaar
O
AO
O j' l u
1.176,36
^2 j ] ] r
g >I3
1 7 3013
Leeftijd
Uurloon in €
Maandloon in€
30 jaar
2 Q25^02
^^^2^21
n
213^67
AO
1 1 2013
Uurloon in €
Maandloon in€
30 jaar
2 Q22^19
21 joor
I.IDOTSS
4
^
3 Dc voli
]n toepassing op basis van cen dienstverband voor 33 uur per weck,'
• de leerling beschikt over hot rijbewijs D.
1 1 3011
Uurloon in €
Maandloon in €
22 joor
2 2^)5 g2
9-99
2.20:,,-.
2 y 2012
Uurloon in C
Maandloon in €
31 jaar
12:3,0:
96
1 1 3013
Uurloon in €
=
Moondloon in €
31joar
2 251,32
_a.2 joar
10.11
1.103,65
3. Indion do leerling gosloogd is voor hot CTR examen, aol hij vonaf dc dag na aijn Iaatste examenvak,
met terugwerkende krocht worden ingeschaald conform de CAO voor het besloten busvervoer (bijlago
1 behorende bij artikol 16 van de CAO voor hot besloten busvervoer). Inschaling geschiedt alsdan op
basis van O (nul) ervaringsjaren.
Artikel 10
Ti
jeaoemd in de CAO bosloton busvorvoor aijn op de werknemer in het kador van deae
overeenkomst van toepassing.
Artikol 11 Reiskosten
Do fiscaal gefaciliteerde vori
is in deae van toepassing
Artikol 12 Vakantio
1 Het vokontiojoor volt samen met het kalenderjaar. Het vorlofsaldo van worknomors die lator aan de
oploiding beginnen of eerder mot de oploiding stoppen wordt aang
3 De werknemer mot een dionstvorband op basis van 33 uur por weck hoeft recht op 31 vakantieda
gon per jaar. Dij oen contract voor minder dan 33 uur por week, bouwt do werknemer naar rato va
3 Dc leerling is verplicht ton minsto 3 weken vakantie op te nomen in de aomermoandcn waa=d#
' overeenlcomst
Deae ovoreonkomst treedt in werking mot ingang van 1 opril 3013 tot on mot 31 docomber 3013.
Aldus overeongekomon en getekend in nogenvoud te 's Gravenhage.
Partij tor ene aijdo:
Partij tor anc
Busvervoer Nodorland
f NV Bondgenoten-
P. Hofstra
(vooraittor)
B. Paos
(bestuurder)
C.Cohn
(secretaris)
-CNV VoknaotwQO
J. J. Jongejan
(vooraittor)
p. Boescken
(landelijk ondorhondoloar)
97
niJLiftcc O
Klachtonreglement bosloten busvervoer
1.
Voor do definitie von do in dit reglement gehontcordo begrippen 'werkgever', 'werknomcK,
'werkgoversorgonisotic', 'worknomorsorgonisatio', 'bosloton busvervoer', 'onderneming' en
'STO', wordt vorwoaen noor artikol 1 en 3 van do CAO voor het Bosloten Busvervoer.
3.
Iedere werkgever, iedere werknemer, iedere werkgeversorgonisotie cn iedere werknemcrsorga=
nisotie hcoft de mogelijkhoid bij STO eon klacht in to dienen.
Uitsluitend klachten die botrokking hobbon op hot niot naleven van de kérnbepalingen van de
CAO voor het Besloten Busvor\'oer worden in behandeling genomen.
Dc CAO kent dc volgende kcrnbopalingen:
0. de tijdige botoling van het juisto functieloon;
b. do inscholing c.q. toopossing von de tredeverhoging;
c. de botaling von de overurentoeslag, c.q. do juisto toepossing von jooruren on
spoorurenrog
d. dc juiste toekenning van het geldende oontol vokontiedagon, werkgclegenheidsdogen, ver
0. doorbetaling von hct loon tijdons arbeidsongeschiktheid;
g. do uitbotoling van toeslogen;
h. do juisto toopossing von do bopoling met botrokking tot accommodatie en de juiste toepas
sing van do bepaling mot betrekking tot dc rusttijd;
1. dc arbeidsovcroonkomst van de werknemer voldoot aan dc voorwaarden als gesteld ifvartiUd
1 van de CAO. De werkgever meldt dc worknomers aan bij de STO via hct meldingsformulier
eis van dionstbotrckking dot kon worden gedownload vio dc website von de STO.
j . de werkgever aorgt voor eon correcte oonsluiting bij hot Pensioenfonds Vervoer, of kan aan
tonen dat hij is gedispenseerd,
k. hot vooren van oen dougdolijko on inaichtolijko administrotie ter controle von do punten
a t/m j , het juist vorstrckkon van inlichtingen betreffende do naleving van dc CAO voor
hot bosloton busvoPi/oor, de fSO CAO en de Loorlingon CAO
I. Contracten van M.U.P. krochten. Beneden de o AOWgorechtigde leeftijd hebben M.U.P.
krachten maximaal een contract von 530 uur per joar. Bovon de pensioengerechtigde leoftqë
mag oen oproepcontract maximaal 1010 uur per joor bedrogen. Per jaar aal dit worden
afgebouwd mot 308 uur over oen periode van 5 jaar. De huidige M.U.P. krochten in do sector
boven do 65 joor bouwen op gelijke wijao in 5 joar af. ( aio artikol Q lid 6)
Een klacht met betrekking tot het niot naleven ^
kernbepaling(en) van do CAO
diont betrekking te hebben op oen recente periode; indion de klacht uitsluitend betrekking
op con poriode gelogen mccr don 13 moandcn vóór hot indienen von do klocht, wordt deae niet
in behondeling genomen.
Indion do klacht uitsluitend betrekking hcoft op het individuele belon,
wordt geklaagd, wordt oen dorgolijko klocht niet in bchandelini
door wie
Vnonicme klachten wordon niot in bchandclin
Voor hot indienen van een klocht dient verplicht gebruik gemaakt tc wordon van oen klachten
formulier*. Dit formulier kan schriftelijk of telefonisch worden opgevraagd bij de STO of gedown
load worden van de website von do STO. Stukken tor onderbouwing von de klocht kunnen dcs
gewenst ols bijlago aan hot formulier worden toeg
98
8.
Ontvangen persoonsgegevens wordon door do STO strikt vertrouwelijk behandeld; do anonimi
toit doorvon wordt gewoorborgd.
Q.
Dc ontvangst van oon klacht wordt binnen 15 werkdagen na ontvangst schriftelijk bevestig
het in behandeling nemen van een klacht wordt do klocht opgenomen in een register en krijgt
deae ccn registratienummer. Indien con klocht niet in behondoling wordt genomen ontvangt de
klogcr oon gomotivoorde ofwijaing cn/of oon verwijaing noor cen ondere instontie.
10.
Indion een klacht door de STQ in behandeling wordt gonomon aal in dc ontvangstbevestiging
worden aangegeven wolko actie do STO naor aonlciding von dc ontvangen klocht goot onderne
men. Afhonkelijk von de ornst en omvang van do vermeende niet naloving, oen en andor tor be
oordeling von de STO, ontvangt de klogcr eon von do volgende mededelingen:
a. dc klacht is ontvangen on aal worden moogenomen bij ccn regulier bcdrijfsonderaock van dc
5T0;
b. de klacht is ontvangen on or aal oen specifiek ondoraook worden ingesteld.
11.
Indien dc STO besluit tot hot instellen von con regulier bedrijfsonderaock, ols bedoeld in artikel
10 sub O, wordt do klocht in het kodervon hct reguliere ondoraook ondoraocht. Indien een over
treding von een (of moer) kcrnbepaling(on) wordt goconstoteord, aol do STO maatregelen treffen
dio leidon tot het naleven van de botroffendo kornbcpaling(cn) (vorweaen wordt i
gen von do forfoitoirc schadevergoeding, aools bodoold in artikol 60 van dcao U
kodor corrocticmoatrogolen met terugwerkende krocht opleggen. De STO aol de klogor informe
ren over de gevolgde procedure.
13.
Indien dc STO besluit tot het instollon von oon specifiek ondoraook, ols bodoold in ortikol 10 sub
b, wordt de ondernoming waarover goklaogd is schriftelijk medegedoold dot er oen klocht ont
vongen is. Doarbij aol tovons wordon oongegeven van welke kcrnbepaling(en) overtreding in hct
geding is. Do onderneming aal in oorste instontie verzocht worden om schriftelijk tc reageren. Aé»
honkolijk von do rooctie van de ondernoming stelt de STO een nador ondoraook in. Indion over
treding van cen (ofmeer) kernbopaling(en) wordt geconstateerd aal de STO maatregelen troffen
die loidon tot hot nolcvon von dc botroffendo kornbcpaling(cn) (verweaen wordt noor het opleg
gon von do forfoitoiro schodevergoeding, aools bedoeld in ortikel 60 von doao CAO). Do STO kon in
dit kador correctiomaotrcgolon mot terugwerkende kracht opleggen. De STQ aol do klager infor
meren over de door de STO vastgostolde constateringen cn de noor aonleiding doorvon door de
STO gonomen corroctiemaatregclon.
13.
Do door de klogor on do onderneming woorover wordt gckloogd gemookte koston teraake de
behandeling von de klacht aijn voor oigen rekening.
11.
In ollo gevollen waorin dit roglcmont niot vooraiot beslist dc STO.
99
Klachtenformuller (* vorplicht invullon)
Gogovona klager!
±
Adres:
Postcode on woonploots:
Telefoonnummer:
Emoilodres:
Ikhob oen klacht (
Bedrijf:
Adros:
Postcode on woonploots
nnripniiforp vnn riff Irinchf
Eventuolo biila
Bijl OQO 2
-^-r
Dotum ontvongst klocht:
Toegekend rcgistrotionummor:
Datum ontvangstbevestiging:
Voorgestelde actie:
Resultaat ondoraook:
Datum ofhondeling:
-
100
BIJLAGE 10
Geschillenregeling
1.
2.
3.
Geschillen over de uitleg en toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen door
partijen daarbij en door werkgevers en werknemers op wier dienstbetrekking deze collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, worden voorgelegd aan de geschillencommissie CAO Besloten Busvervoer.
Samenstelling en werkwijze van de Geschillencommissie zijn geregeld in het reglement van die
commissie.
I
De Geschillencommissie beslist op verzoek van werkgever en werknemer bij wege van bindend
advies.
Naleving
1.
Partijen verplichten zich de naleving van deze CAO door hen zelf en door de bij hen aangesloten
werkgevers en werknemers zoveel mogelijk te bevorderen.
Reglement Geschillencommissie CAO Besloten Busvervoer
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
De Geschillencommissie bestaat uit één voorzitter, één plaatsvervangend voorzitter, vier leden en
vier plaatsvervangende leden.
CAO-partijen gezamenlijk benoemen de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter gezamenlijk.
Zij moeten voldoen aan de eisen tot benoeming als lid van de rechtelijke macht.
De CAO-partij aan werkgeverszijde benoemt twee leden en hun plaatsvervangers. CAO-partijen
aan werknemerszijde benoemen tezamen twee leden en hun plaatsvervangers.
Doet zich een vacature voor, dan wordt door de tot benoeming in die vacature bevoegde partij
(en) zo spoedig mogelijk in die vacature voorzien.
De Geschillencommissie kan zich desgewenst door een secretaris doen bijstaan. De benoeming
van de secretaris behoeft de goedkeuring van CAO-partijen.
De kosten verbonden aan de werkzaamheden van de Geschillencommissie, inclusief die van het
secretariaat, zijn voor rekening, voor de ene helft van de CAO-partij aan de werkgeverszijde en
voor de andere helft van de CAO-partijen aan werknemerszijde tezamen.
Een verzoek tot het uitbrengen van bindend advies wordt door de meest gerede partij aan de Geschillencommissie gedaan bij met redenen omkleed verzoekschrift waarin de punten waarop bindend advies wordt gevraagd, duidelijk worden omschreven en de gronden voor het verzoek naar
behoren en onder overlegging van de voor de beoordeling van belang zijnde stukken worden verwoord. Het verzoekschrift wordt per post toegezonden aan:
Geschillencommissie CAO Besloten Busvervoer
T.a.v. de secretaris
Postbus 154
4100 AD Culemborg
Voldoet het verzoekschrift niet aan de gestelde eisen, dan wordt de verzoekende partij door de Geschillencommissie in de gelegenheid gesteld om dat gebrek binnen een aan te geven termijn te herstellen. Gebeurt dat niet of in onvoldoende mate, dan kan de Geschillencommissie het verzoek nietontvankelijk verklaren.
8.
De Geschillencommissie stelt degenen die in het verzoekschrift als wederpartij zijn aangeduid, in
de gelegenheid schriftelijk op het verzoekschrift te reageren. Bij haar verweerschrift dient de be-
101
9.
10.
11.
12.
13.
14.
trokken partij de naar haar oordeel relevante en nog ontbrekende bescheiden overte leggen. Bij
het toezenden van het verzoekschrift wordt aan de wederpartij (en) een termijn voor het indienen
van het verweerschrift gesteld. Die termijn bedraagt normaliter vier weken en kan worden verlengd indien daar tijdig en op redelijke gronden, zulks ter beoordeling van de Geschillencommissie,
om wordt verzocht.
De Geschillencommissie kan de uitoefening van zijn in de voorgaande leden bedoelde bevoegdheden aan haar voorzitter en/of haar secretaris delegeren.
De Geschillencommissie beslist op basis van het verzoekschrift en het verweerschrift of al dan niet
een verdere schriftelijke behandeling van de zaak gewenst voorkomt, en zo ja: in welke vorm. De
Geschillencommissie bericht partijen daarover zo spoedig mogelijk.
Na afronding van de schriftelijke fase van het debat wordt door de Geschillencommissie een dag
bepaald voor de mondelinge behandeling van het geschil. Zulk een behandeling vindt niet plaats
indien blijkt dat noch de Geschillencommissie zelf noch één der partijen daaraan behoefte heeft.
Bij het bepalen van een dag voor de mondelinge behandeling wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de verhinderdata van partijen. De mondelinge behandeling vindt plaats te 's- Gravenhage dan wel in een andere, na overleg met partijen, door de Geschillencommissie te bepalen
plaats in Nederland.
De Geschillencommissie streeft er naar binnen zes weken na de mondelinge behandeling uitspraak
te doen dan wel, indien zodanig behandeling uitblijft, binnen zes weken na de daartoe strekkende
beslissing. De Geschillencommissie kan, indien de zaak daarvoor vatbaar is, bij wege van bindend
advies einduitspraak doen, maar zij kan ook één of meer maatregelen van instructie bevelen. Na
afronding van die instructie geldt het in de eerste zin van deze bepaling gestelde opnieuw. De Geschillencommissie beslist bij gewone meerderheid van stemmen.
Bij haar einduitspraak beslist de Geschillencommissie gemotiveerd over de zaak ten gronde. Daarnaast beslist de Geschillencommissie in die uitspraak over de kosten van de behandeling van de
zaak, met inbegrip van die van de eventueel aan partijen verleende rechtsbijstand. De Geschillencommissie zendt aan elk der procespartijen een exemplaar van haar einduitspraak toe. CAOpartijen die geen procespartij zijn, ontvangen een afschrift van de uitspraak.
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Geschillencommissie naar bevind van
zaken.
102