Bekijk de presentatie
Download
Report
Transcript Bekijk de presentatie
Kinderen en jongeren rouwen ook
Door: Petra Penning
Orthopedagoog/GZpsycholoog/Trainer/Docent
Praktijk ‘Kind en Afscheid’ te
Badhoevedorp
[email protected]
Verbonden aan:
RINO-Noord Holland te Amsterdam
Deugdenproject Nederland
Een paar cijfers
Per jaar:
Verliezen 5000 kinderen een ouder
2000 kinderen een broertje of zusje
2250 kinderen overlijden
Bij het verlaten van de basisschool is ¾ van de
kinderen al geconfronteerd geweest met de dood
Dood is een ontwrichtende gebeurtenis voor het hele
gezin
Stichting Achter de Regenboog
Opgericht in 1993
KaraLeela Oderkerk i.s.m. een aantal netwerkleden
Taken nu:
Informatieve website
Informatie en advieslijn
Lotgenotencontact
Doorverwijzingen
Problemen uiten zich:
Somatisch: buik- en hoofdpijn , duizelig, eet- of
slaapproblemen, misselijkheid
Emotioneel: angsten, boosheid, verdriet, schuld,
stress, verward, kwetsbaar
Gedragsmatig: agressief, teruggetrokken, te lief,
claimend, zorgen voor gezinsleden
Cognitief: ongeconcentreerd, slechtere prestaties
Vier Rouwtaken
van J.W. Worden
1.
Realiseren dat het echt gebeurd is
2.
Ervaren van de pijn van het verlies
3.
Het aanpassen aan een leven en omgeving waarin
de overledene ontbreekt
4.
De overledene een nieuwe emotionele plek geven en
de draad van het leven weer oppakken
0. Het leren leven met verliezen (Uit ‘Het leven duurt
een leven lang”)
Kinderen gaan anders met
problemen om
1. Door de cognitieve en emotionele
ontwikkeling verandert de beleving
2. Ze uiten gedachten en gevoelens in gedrag en spel
en meestal niet met een ‘goed gesprek’
3. Kinderen voelen pijn ‘in stukjes’.
4. Kinderen zijn afhankelijk van volwassenen
Reacties zijn geen proces
Manieren van reageren op/ coping met een zeer
ingrijpende situatie
De reacties kunnen voorkomen; hoeft niet per se
Zijn geen fasen die je in bepaalde volgorde
doorloopt
0-2 jaar: Begrip
‘Weten’ niet dat iemand dood is maar registreren
wel alle gevoelens zoals onrust en angst, zijn zeer
sensitief
Registreren gescheiden te zijn van ouder(s)
0-2 jaar: Reacties
Vastklampen
Meer huilen
Zoekend gedrag
Regressie
Woedeaanvallen
Geagiteerd en nukkig reageren
0-2 jaar: Behoeften
Regelmaat in dagelijkse zorg en rituelen
Bij voorkeur een vaste verzorger (voor de
veiligheid)
Veel fysiek contact
Observatie spel en daarop inspelen
Uitleg in simpele woorden m.b.v. handpoppen
Maken van herinneirngen omdat het ontbreken van
levende herinneringen later problemen kan geven
2-5 jaar: Begrip
Zien de dood nog als iets tijdelijks
Denkt magisch; alles leeft, sprookjes
Egocentrisch; alles heeft betrekking op zichzelf
2-5 jaar: Reacties
Regressie (bedplassen, duimen, babytaaltje
brabbelen)
Angst voor donker, monsters vreemden, scheiding
van de ouder etc.
Nachtmerries
Stotteren
Hyperactiviteit en apathie
2-5 jaar: Behoeften
Wees helder en duidelijk over de dood, gebruik de
daarvoor bestemde begrippen
Gebruik prentenboekjes bij de uitleg over de dood,
gebruik ook knuffels en poppen
Praat over gevoelens zoals schuld
Zorg dat ze dagelijks goed bewegen en zich fysiek
kunnen uiten
6-12 jaar: Begrip
Begrijpen steeds meer dat de dood niet tijdelijk is
Zijn geïnteresseerd in wat de dood precies is, de
concrete details
Door de cognitieve groei realiseren zij zich steeds
meer dat zij niet het middelpunt van het leven zijn
6-12 jaar: Reacties
Verdrietig, bezorgd, schuldig, jaloers, angsten,
moeite met concentreren,
Gevoel van hulpeloosheid is vaak verstopt in
dwangmatig zorgen voor anderen of
bazig/controlerend reageren
Neiging om gevoelens te verbergen omdat die
‘kinderachtig’ zouden kunnen zijn
Psycho-somatische klachten zoals hoofd-en
buikpijn,
Ontwikkelen van een schoolfobie
Teruggetrokken of juist prikkelbaar gedrag
Moeite met veranderingen
6-12 jaar: Behoeften
Gebruik boeken bij de uitleg over de dood
Praat over leven en dood in het dagelijkse leven
(seizoenen)
Praat over de schuldgevoelens!
Stel ze gerust over de dagelijkse gang van zaken
Neem tijd en luister
Durf alles te benoemen en sta open voor de vragen
13-18 jaar: Begrip
Zijn in staat om abstract te denken over leven en
dood
Kunnen zich inleven zonder het meegemaakt te
hebben
Ontwikkeling in begrip van de kwetsbaarheid van
mensen
Hebben de neiging angst te ontkennen om
discussie te vermijden
13-18 jaar: Reacties
Willen onafhankelijk zijn van de volwassenen,
gericht op leeftijdgenoten (proces van losmaking
onder druk)
Boos en rebels, bang, depressieve symptomen,
teruggetrokken, apatisch
Bekritiseren het handelen van de volwassenen in
het omgaan met het verlies
Houden hun gevoelens vaak voor zich
Willen niet ‘anders’ zijn
13-18 jaar: Behoeften
Aanmoediging om vriendschappen en
activiteiten te blijven onderhouden
Ze parkeren vaak het verlies, stel ze gerust
daarin
Praat over (rol)veranderingen in het gezin
Stel redelijke grenzen
Geef ze niet veel extra verantwoordelijkheden
Laat ze zowel in woord als gebaar merken dat
je om ze geeft
3 Vragen van kinderen en
jongeren
1. Is het mijn schuld? Kan ik er iets aan doen?
2. Is het besmettelijk? Ga ik er ook aan dood?
3. Wie gaat er nu voor mij zorgen?
Aandachtspunten bij begeleiding
gezin I
Elk gezin heeft eigen gezinsstructuur en –cultuur
Verlies door dood geeft verandering van rollen
Kinderen nemen rollen over
Kinderen zijn deskundig
Aandachtspunten bij begeleiding
gezin II
Veiligheid, betrokkenheid en eerlijke communicatie
Regelmaat en structuur
Oog hebben voor alle sociale groepen
Kinderen drukken zich anders uit
Aandachtspunten bij begeleiding
gezin III
Belang van herinneringen en rituelen
Alert zijn en blijven op klachten
Oog hebben voor de onderlinge verschillen tussen
kinderen
Dood geeft veel reacties
Mogelijke werkvormen
Werken met gevoelens
Spelen met materialen waarmee kinderen zich
extra kunnen uiten
Bezig zijn met de dagelijkse activiteiten
Aandacht hebben
Mindfulness en yoga oefeningen
Mogelijke werkvormen (vervolg)
Spel Álle Sterren van de hemel’ , Niet hier, wel
dichtbij of Sterrenregen spelen
Zorgenboom maken
Voorlezen
Dromenvangers maken
Van Zorgenboom naar
Levensboom!