Les 2 - Begrippen, samenvatting en monohybride kruisingen

Download Report

Transcript Les 2 - Begrippen, samenvatting en monohybride kruisingen

Genetica
Dhr. Haanstra
Voorlopige planning
Week
43
Thema
Onderwerp
Opdrachten volgende les
3 Toets Thema 2
Basisstof 1 t/m 4 af
Opdr. 18 t/m 24 gemaakt
44
3 Basisstof 5 en 6 bespreken
Basisstof 7 bespreken
Maken Opdr. 33 t/m 39
Mk. Opdr. 51 t/m 60
45
3 Herhalen en bespreken
Verrijkingsstof 1
Mk. Verrijk. stof 1, opdr. 1 en 2
Extra oefenstof
Mk. Oefenopgaven Vragen 1 t/m 22
http://webh01.ua.ac.be/funmorph/raoul/gregor/g(2).html
46
Toets H.3
Thema 4, lz. basisstof 1
Mk. Opdr. 1
Genetica leer je door het te doen en te oefenen, geneticavragen gaan in
toetsen, PTA's en examens vaak over stambomen, deze zijn te oefenen op
de opgegeven website.
Wat gaan we doen
•
•
•
•
•
Korte herhaling vorige les
Terminologie genetica
Oefening monohybride kruising
Case: taaislijmziekte
Oefenopgaven
Eeneiige tweelingen
• Invloed van milieu en genotype op fenotype wordt onderzocht
m.b.v. eeneiige tweelingen.
• Fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken van een individu.
• Genotype: totaalpakketje genen.
Chromosomen en genen
Karyotype (karyogram)
• Chromosomen zijn opgebouwd uit DNA.
• De mens heeft 22x2+2 chromosomen.
• Chromosomen zijn paren zichtbaar in het karyogram. Dit
Karyogram bestaat uit gecondenseerde chromosomen gesorteerd
in paren (in een bepaalde fase is de mitose gestopt)  Filmpje
Termen (1)
•
•
•
•
Fenotype
Genotype
DNA
DNARNAEiwit
Algemeen:
• GenRNAEiwit
Fenotypische eigenschap van organisme (van een bepaalde soort)
(bijvoorbeeld oogkleur)
Specifiek:
• AllelRNAEiwit
Fenotypisch karakter van individu
(bijvoorbeeld blauw)
Voorbeeld
• Gen A
• Bepaalt een fenotypisch karakter
Termen (2)
•
•
•
Chromosomenpaar, chromosomen zijn homoloog
Locus
Genenpaar (bestaat uit twee allelen), genen zijn homoloog
Over het eerste allel t.o.v. het tweede allel
• Dominant allel  A
• Recessief allel  a
Varianten:
Onvolledige dominantie van een allel
Over een individu:
• Homozygoot voor een bepaalde (fenotypische) eigenschap  AA of aa
• Heterozygoot voor een bepaalde (fenotypische) eigenschap  Aa
Over het fenotype v/h individu
• Intermediair fenotype  voor heterozygoot: AwAR
Over het chromosoom:
• Autosoom
• Geslachtschromosomen (man: XY, vrouw: XX)  notatie: vb.: vrouwelijke heterozygoot: XAXa of Aa
mannetje bijvoorbeeld: XAY of A-
Kruisingen
• P: ouders (“Parentes”)
• F1: 1e generatie kinderen (“Filii”)
• F2: 2e generatie kinderen
Enzovoort…
Verschillende vormen
• Monohybride kruising: kruising tussen ouders
die heterozygoot zijn voor één erfelijke
eigenschap veroorzaakt door een genenpaar
• Dihybride kruising: hierbij wordt gelet op de
overerving van twee erfelijke eigenschappen
ieder veroorzaakt door een ander genenpaar
Speciale vormen van overerving
• Multipele allelen: verschillende allelen hebben
invloed op 1 erfelijke eigenschap
• Letale factoren: verhoudingen nakomelingen
verstoord doordat dubbele letale factor de dood
van de zygote veroorzaakt
• Gekoppelde overerving: allelen op 1
chromosomenpaar  gekoppelde overerving
(uitzonderingen door crossing-over)
• Polygene overerving: meerdere genenparen
bepalen een erfelijke eigenschap
Kansen en verhoudingen
• Kansen niet in procenten, deze gebruik je voor de
samenstelling van iets
• Kans op gebeurtenis 1: p1
• Als gemiddeld 50% van de kinderen genotype Aa
hebben, dan: pAa=0,5
• De verhouding heterozygote:homozygote is dan 1:1
• p niet verwarren met P !!!
– p: kans
– P: Parentes: generatie ouders
Kruisingstabel
P:
A
♀
A
♂
a
a
F1? En F2?
Taaislijmziekte
• Voorkomen: 1/2500
• De ziekte is “autosomaal recessief”
• Hoeveel mensen zijn drager van het defecte
gen?
Taaislijmziekte
http://www.youtube.com/watch?v=Ey5LTsI2koc
• Taaislijmziekte is een erfelijke ziekte die
voornamelijk voorkomt onder blanke
personen
• Ziektebeeld: Ophoesten van slijm, slijm is taai
• Aan dit taaie slijm in de longen kunnen
bacteriën en virussen goed hechten en zo
longinfecties veroorzaken.
• Taaislijmziekte komt bij 1 op de 2500 blanke
personen voor
Taaislijmziekte
• Voorkomen: 1/2500
• De ziekte is “autosomaal recessief”
• Hoeveel mensen zijn drager van het defecte
gen?
Monohybride kruisingen (Opdrachten)
• Opdrachten maken
Onderstaande link gaat naar een pagina met
daarop oefenvragen en uitleg over het
onderwerp
genetica:
http://webh01.ua.ac.be/funmorph/raoul/gregor/g(2).html