Ontwikkelingssamenwerking - duurzame ontwikkeling

Download Report

Transcript Ontwikkelingssamenwerking - duurzame ontwikkeling

Vorming Stagestudenten 2013
Sessie vrijdagvoormiddag
Zin en onzin van Ontwikkelingssamenwerking
Het WAT van
ontwikkelingssamenwerking
Het WAT van
Ontwikkelingssamenwerking
Wat is het finaal doel van
ontwikkelingssamenwerking?
Stellingen – Akkoord of niet akkoord
• Armoede is een tekort aan geld.
• Niemand op de wereld mag honger
hebben.
• Iedereen op de wereld moet dezelfde
ontwikkelkansen krijgen als wij in België
hebben.
Gelijke kansen
• Visie VVOB : We streven naar een duurzame wereld met
gelijke kansen.
Amartya Sen :
Ontwikkeling draait om vrijheid.
Doel ontwikkelingssamenwerking is elimineren van
onvrijheden, mensen kansen geven zelf
ontwikkeling in handen te nemen.
Equity - Global Justice :
Evolutie?
Stellingen
• Iedereen op de wereld heeft het recht om
vlees te eten
• Iedereen op de wereld moet in staat zijn
zich een auto aan te schaffen.
Gelijke kansen
Vraagstelling :
• Wat is het finaal doel van
ontwikkelingssamenwerking?
» Honger uit de wereld helpen?
» Bannen van de ongelijkheid
» Iedereen gelijke kansen geven?
• Stel dat we erin slagen. Wat dan?
Gelijke kansen???
• 1.4 miljard mensen < 1.5 $ per dag
=> gelijke kansen als wij
=> recht op zelfde consumptiepatroon
 Graan : 2/3 van de mondiale graanoogst
 Vlees : 80% van de mondiale vleesconsumptie
 Olie : 1,25 x van de mondiale olieproductie
 Papier : 2x mondiale productie
 Auto’s : 1.8 x huidig mondiale autobezit
Gelijke kansen aan ons huidig
consumptiepatroon binnen de
hedendaagse productiemechanismen
is per definitie onmogelijk.
Ecologische voetafdruk
• De aardbol is beperkt : in beschikbare grondstoffen, in
draagkracht voor vervuiling. Om te voorzien in onze
levensstijl gebruikt elk individu, organisatie een stuk
aardoppervlak = ecologische voetafdruk (= oppervlakte
land nodig voor alles wat we consumeren en
produceren).
• Eerlijke aandeel = 1.6 ha.
• Wereldburger = 2.2 => aarde wordt uitgeput
• Belg = 4.9 ha
• Als iedereen leeft zoals wij hebben we 3 planeten nodig.
Conclusie
 Wetenschappelijk onmogelijk om gelijke kansen te
voorzien aan iedereen aan ons huidige welvaartspeil.
 Milieu valt niet te scheiden van
ontwikkelingssamenwerking
• Duurzame ontwikkeling :
– een ontwikkeling die tegemoetkomt aan behoeftebevrediging
van de huidige generaties, hier én elders ter wereld, nu en in de
toekomst
– Genoeg, altijd, voor iedereen.
Duurzame ontwikkeling
Armoedebestrijding en duurzame
ontwikkeling in het Zuiden +
Aanpassen van onze gedragspatronen in
het noorden
=> Reduceren van onze ecologische
voetafdruk, hier en in het Zuiden.
En Jij?
• Wat kan je als stagiair doen met het oog op
duurzaamheid?
=> Tijdens je stage + terug in België?
• Green seats :
– http://www.compenco2.be
• Rugzak:
–
–
–
–
Ecologische zeep en shampoo
Koop lokaal
Openbaar vervoer
Dialoog en bewustmaking
• Reis bewust :
– Gemeenschapstoerisme (cf. fragment video Soweto-tours)
Het HOE van
ontwikkelingssamenwerking
4 groepjes – 4 vragen
• Hoe hoog schat je ontw. organisatie X – Y – Z in (score op 10)
– Organisatie X besteedt meer dan de helft van haar middelen aan het loon
van haar eigen personeel waardoor maar weinig rechtstreeks naar de
eindbegunstigden vloeit.
– Organisatie Y geeft aan dat slechts 40% van haar middelen in het Zuiden
gebruikt wordt. De rest wordt hier in België uitgegeven aan lonen, studies,
drukwerk,...
– Organisatie Z: 100% van hun middelen gaan rechtstreeks naar de
doelgroep. De mensen die vanuit België betrokken zijn, hier en ter plaatse
doen dit volledig op vrijwillige basis, zelfs hun vliegtuigtickets en onkosten
betalen ze zelf.
• Kenmerken goed OS project (kwaliteitscriteria)
• Belangrijkste actoren binnen OS : 4 pijlers en telkens een
voorbeeld
• Kenmerken goede stagestudent
Het HOE van
Ontwikkelingssamenwerking
• Geef ze geen vis, maar leer ze vissen.
• Humanitaire hulp (noodhulp) vs.
ontwikkelingssamenwerking
• Ontwikkelingshulp vs. Internationale
samenwerking
=> Laat ons samen gaan vissen
Soorten organisaties/doel/aanpak
– Organisatie X besteedt meer dan de helft van haar middelen aan het
loon van haar eigen personeel waardoor maar weinig rechtstreeks naar
de eindbegunstigden vloeit.
– Organisatie Y geeft aan dat slechts 40% van haar middelen in het
Zuiden gebruikt wordt. De rest wordt hier in België uitgegeven aan
lonen, studies, drukwerk,...
– Organisatie Z: 100% van hun middelen gaan rechtstreeks naar de
doelgroep. De mensen die vanuit België betrokken zijn, hier en ter
plaatse doen dit volledig op vrijwillige basis, zelfs hun vliegtuigtickets en
onkosten betalen ze zelf.
Oordeel niet mogelijk. Afhankelijk hoe ze antwoord hebben
op aantal kwaliteitscriteria.
VVOB : Kwaliteitsverbetering van
onderwijs
VROEGER: Uitsturen leerkrachten
NU: Versterken van de capaciteit van
partnerinstellingen rond onderwijs en vorming
(duurzaamheid – ownership – coherentie)
=> Via grote meerjarenprogramma’s
–
–
–
Meerjarenprogramma 2008-2013
Gefinancierd door DGOS (= Belgische ministerie van
Ontwikkelingssamenwerking)
Jaarprogramma/land ongeveer 1 miljoen euro
=> Technische assistentie via deskundig personeel
–
–
+/- 30 uitgestuurde coöperanten (expats)
+/- 100 lokale coöperanten
Thema’s van de VVOB - programma’s
Vanaf 2014:
Subsectoren
Componenten
• Vietnam
• Zambia
• Zimbabwe
• Cambodja
• Rwanda
• Zuid-Afrika
• DR Congo
• Ecuador
• Suriname
Projectcyclus: de levensloop van een project
Kwaliteitscriteria van een succesvol project
Vooraf:
• Relevant: geeft het project een antwoord op een reële problematiek van de doelgroep?
Veronderstelt doorgedreven context-analyse.
• Haalbaar: kunnen de doelen die het project zich stelt inderdaad bereikt worden
(effectiviteit)?
• Duurzaam: zijn de kansen groot dat de positieve effecten van het project ook na de
interventie blijven voortduren?
Tijdens en achteraf:
• Efficiëntie: worden de doelen op een zo vlot mogelijke manier behaald? (Kosten-batenanalyse / management en financieel kader)
• Monitoring en evaluatie: zijn we goed bezig? Is de relevantie / haalbaarheid /
duurzaamheid waar gebleken?
• Tijdens elke fase van de projectcyclus
• Met participatie van belanghebbenden : ownership
Eigenaarschap
• De lokale organisatie is baas van de ideeën en van de
middelen. Hij is verantwoordelijk voor de resultaten.
• Uitdagingen:
– Het “Rekenhof” van de donor wil een transparante boekhouding
– blijkt bij ‘budgethulp’ regelmatig een probleem te zijn
– Bestedingsdruk: de donor moét zijn geld besteden voor het
einde van het jaar, zoniet, volgend jaar minder geld! De donor
drijft het ritme op bij de ‘eigenaar’.
– De officiële PRSP’s zijn soms
• Op maat gemaakt van de mode-woorden (gender, HIV-Aids,
milieu, …)
• Geschreven door een kleine groep, zonder veel participatie
– De partner beschikt over weinig sterke mensen. De weinige
sterke mensen moeten voortdurend naar ‘overlegcomités’
De vier pijlers
1.
2.
3.
4.
Multilaterale (Unicef, Wereldbank,...)
Bilaterale (Overheid)
Niet-gouvernementele (NGO’s, VVOB)
‘Vierde pijler’ (rest)
1. Niet-domeinspecifieke organisaties (vakbonden, mutualiteit,
bedrijven, scholen, …)
2. Individuen, groepjes burgers die ‘iets doen’ (bvb. de stagiair of
toerist die na zijn reis iets wil doen…)
Voordelen vierde pijler (de burger en
zijn groepje)
• Democratie van de ontwikkelingssamenwerking:
iedereen mag meedoen
• Directe relaties: ontwikkelingssamenwerking is niet
alleen techniek, maar ook relatie
• Sensibilisering via kennissen en vrienden (niet via
algemene mailings)
• Je kan je talenten volop gebruiken
• Geloof in ontwikkelingssamenwerking
• Innovatie en creatief denken
• “Er blijft weinig of niets aan de vingers plakken”
Nadelen vierde pijler (de burger en zijn
groepje)
• Weinig logical framework
–
–
–
–
–
Contextanalyse (bvb. wie is hier nog mee bezig?)
Relevantie – effectiviteit – efficiëntie – haalbaarheid …
Hypothesen
Duurzaamheid
Monitoring en evaluatie (wat meten, hoe meten, …)
• Financiële transparantie (bij de partner? Overheads?)
• Partnerschap evenwichtig?
• Wie is de held ?
• Harmonisatie …?
 Veel naïviteit: het kan rap verzuren
 Zoek wegen om samen te werken met ngo’s!
Helpt hulp?
• Jazeker, maar enkel als er uitvoerig en open over
nagedacht is, met de belanghebbenden,
– Op voorhand
– Tijdens de uitvoering
– Als ‘het project’ afgelopen is
• Als de lessen uit mislukkingen ‘meegenomen’ worden:
ontwikkelingssamenwerking is per definitie risico durven
nemen
• Het is heel veel techniek, maar ook (en vooral) een zaak
van goede relaties bouwen en onderhouden
Waarom hulp?
• Morele motieven
– Individuele mogelijkheden vergroten (Sen, HDI)
– Recht op ontwikkeling (geen gunst; verantwoordelijkheden zijn
duidelijk)
– Betere wereld: ‘het goede leven’, duurzaamheid, minderheden
• (Verlicht) eigenbelang
– Geld: goed voor eigen economie / werkgelegenheid
– Invloed: plek aan de onderhandelingstafel
– Rust: stabiliteit; minder migratie, minder terrorisme, … (cfr.
ontstaan Europese sociale zekerheid)
– Algemeen belang = mondiaal overleven, in een wereld vol
onderlinge afhankelijkheid