Transcript bijlage-agf - CNV Vakmensen

Vakmensen
Seniorenregeling:
Wat willen de werkgevers?
De medewerker die op 1 januari 2017 50 jaar of ouder is krijgt de keuzemogelijkheid om te kiezen
tussen behoud van de huidige in de cao vastgelegde senioren-, en de dienstjarendagen of een 80-9090 regeling. De medewerker kan dan 5 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 80 procent werken
tegen 90 procent salaris en 90 procent pensioen-opbouw. Als hij/zij daarvoor kiest kan er geen
senioren- of dienstjarenverlof meer worden opgenomen. Het is dus een ruiling van verlof tegen
korter werken en een lager inkomen. Werknemers die op 1 januari 2017 jonger zijn dan 50 jaar
hebben die keuze niet. Voor hen zou dan automatisch de nieuwe 80-90- 90-regeling gaan gelden.
Wat willen de vakorganisaties?
Iedere medewerker krijgt vanaf 1 januari 2017 de keuzemogelijkheid (vanaf 50 jarige leeftijd) tussen
behoud van de huidige in de cao vastgelegde senioren- en dienstjarendagen of een 80-90-100
regeling waarbij de medewerker 7 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd ervoor kiest om 80 procent
te gaan werken tegen 90 procent salaris en 100 procent pensioenopbouw. Ook in dat geval is er geen
aanspraak meer op de senioren- en dienstjarendagen maar dat is verklaarbaar omdat men er langer
van kan profiteren (nu al 7 jaar) tegen een normale pensioenopbouw. Uit de reacties van leden blijkt
dat dit wordt omarmd.
Wat is afgesproken ?
We zijn blij dat de werkgevers in onze lijn meedenken, ook al ligt het nog iets uit elkaar. We hebben
om zgn. maatmanberekeningen gevraagd. Wat betekent dit nou voor een medewerker met
bijvoorbeeld een netto maandsalaris van € 1.800,-. Reken de consequenties uit en maak zo helder
wat het de medewerker "kost". We willen allemaal zekerheid over ons inkomen want pas dan kan je
als medewerker een keuze maken.
De uitkomst van deze berekeningen wordt de volgende keer besproken.
Inzetbaarheidsbudget (IB):
Wat willen de werkgevers?
Werkgevers deden nog geen concreet voorstel maar zij willen hier wel iets mee gaan doen. Hun
gedachten gaan uit naar een budget wat in een fonds van de onderneming wordt gestort. Door niet
te kiezen voor een persoonlijk budget voor iedere medewerker is het de verwachting dat er meer
geld beschikbaar zal komen omdat er werknemers zijn die geen behoefte hebben aan een dergelijk
inzetbaarheidsbudget. De medewerker die er wél gebruik van maakt heeft dan een hogere
bestedingsmogelijkheid.
Wat willen de vakorganisaties?
Voer per 1 januari 2017 een inzetbaarheidsbudget (IB) in voor iedere werknemer met een contract
voor bepaalde en onbepaalde duur. Dat zou moeten oplopen tot € 1.500,- per jaar of -wat CNV
Vakmensen betreft- tot 8% van de loonsom. De werknemer mag dit budget ook besteden voor nietfunctiegerichte ontwikkeling, gezondheid of tijd ten behoeve van de persoonlijke ontwikkeling. Het
IB kan maximaal 10 jaar gespaard worden. Na 10 jaar vervalt het IB. We noemen dat een
voortschrijdend systeem. De voorstellen zijn besproken. We wachten de reactie van werkgevers af.
Regeling overwerk ouderen:
Wat willen de werkgevers?
Vakmensen
Wijzig de huidige cao-bepaling waarin staat dat werknemers van 50 jaar en ouder niet verplicht
kunnen worden overuren te maken (artikel 15 lid a) naar "10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd".
Dat zou op dit moment dus pas opgaan voor 57 jaar en ouder.
Wat willen de vakorganisaties?
Handhaving van de huidige bepaling.
Flexibel en gezond roosteren:
Wat willen de werkgevers?
Wijziging mededelingstermijn: 28 dagen roosters (artikel 10, lid 3c). Het voorstel van de werkgevers
is om op bedrijfsniveau hierover afspraken te maken met de Ondernemingsraad. Worden er geen
afspraken gemaakt, dan geldt de Arbeidstijdenwet (28 dagen termijn).
Flexibele normale diensttijd: Ze stellen een ruimere bandbreedte van 32-44 uur op jaarbasis voor
met een gemiddelde arbeidsduur van 38 uur per week. Nu staat er een bandbreedte van 34-42 per
week (artikel 10, lid 3a). Een beroep op meer flexibiliteit van medewerkers! De gemiddelde
diensttijd gedurende een periode van 3 of 6 maanden dient uit te komen op 38 uur per week.
Uitbreiding bereidheid om maximaal 35 zaterdagen per jaar te werken: Ook in schalen A en B
moeten mensen bereid zijn om maximaal 35 zaterdagen per jaar te werken. Zie artikel 11 onder 3.
Wisselende ploegendiensten: De definitie "wisselende ploegendiensten met een structureel
karakter" (artikel 12, lid 4) wil men aanpassen. Dit soort bepalingen gaan nog uit van een 2-ploegendienst en belemmeren volgens de werkgevers de invoering van bijvoorbeeld een 5-ploegendienst.
Voorstellen overuren: Meer ruimte voor bedrijven om overuren niet (meer) uit te betalen in euro's,
maar in tijd voortijd.
Toeslagenrooster: Men wil de toeslag voor het werken op zaterdagavond en zondagavond
omdraaien. Dat betekent dat er een toeslag komt van 75% op de zaterdagavond vanaf 19.00 uur tot
zondag 19.00 uur. De toeslag voor het werken op zondag vanaf 19.00 uur wordt dan 40%. Volgens de
werkgevers is de zondag/zondagavond sociaal minder belastend geworden dan de zaterdagavond.
De sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen geven dit aan, eist de klant een 24/7 behandeling en zo
wordt er ingespeeld op inspelen op de toekomst. Werkgevers stellen dat de zaterdag steeds drukker
wordt, mogelijk hier en daar zelfs de drukste dag in de week.
Wat willen de vakorganisaties?
CNV Vakmensen vindt het fundamenteel dat medewerkers meer zeggenschap krijgen over de
invulling van de roosters. Eerst dienen hierover afspraken te worden gemaakt, die ook in de praktijk
blijken te functioneren. Daarom vooralsnog niet morrelen aan toeslagen op onaangename uren,
zoals op bijvoorbeeld de zaterdag(avond), de zondag etc. We zien natuurlijk die maatschappelijke
ontwikkelingen wel maar we leggen de drempel hoog door de zaterdag en zondag nog niet als een
'gewone' werkdag te gaan beschouwen. We willen ook een onderbouwing waaruit blijkt dat het
wijzigen van allerlei bepalingen op het gebied van roostering en toeslagen gezonder is voor de
werknemers. Waarom is het voor de bedrijfsvoering nodig dat mensen zich flexibeler opstellen?
Hoeveel en welk type bedrijf redt het niet meer zonder een 3-, 4-, of 5-ploegendienst of met de
huidige bepalingen? Op vele onderwerpen ontbreekt onderbouwing. Wordt vervolgd!
Beloning;
Wat willen de werkgevers?
Vakmensen
Minimum jeugdloon: werkgevers willen met de vakorganisaties in gesprek over de gevolgen van het
wetsvoorstel voor de groep werknemers die het betreft in relatie tot de cao voor de Groothandel in
Groenten en Fruit. Per 1 juli 2017 gaat het minimum jeugdloon nl. in stappen omhoog. Wat dat
"gesprek" behelst is nog onduidelijk.
Loonstijging: werkgevers doen (nog) geen loonbod en zien de loonontwikkeling in onderlinge
samenhang met de moderniseringsvoorstellen, zoals hiervoor omschreven. Daarmee is een
eventueel loonbod een sluitstuk van de onderhandelingen voor een nieuwe cao. Ze hebben
toegezegd om de eerstvolgende keer (8 november a.s.) wel met een loonbod te komen.
Wat willen de vakorganisaties?
CNV Vakmensen wil een fatsoenlijke en structurele loonsverhoging. Medewerkers willen zich
gewaardeerd voelen en een goede beloning is daarvoor een indicatie. We gaan uit van een
loonsverhoging van 2,5% en afschaffing van de jeugdschalen.