Opmaaksjabloon powerpointpresentaties VTS

Download Report

Transcript Opmaaksjabloon powerpointpresentaties VTS

Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
Trainer B Voetbal (UEFA B)
Algemeen Gedeelte
Trainingsmethodiek
Snelheid
2009 - 2010
1
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
Inhoud
1.
2.
3.
4.
Situering
Prestatiebepalende factoren
Overzicht
Methodiek
2
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
1. Situering
• snelheid = neuromusculaire eigenschap
• definitie uit fysica
snelheid is de verhouding van de afgelegde weg tot de tijd
v (snelheid) = s (afstand) / t (tijd)
vb: Usain Bolt: 9.58 op 100m = 10,44 m/s = 37.58 km/u
• = de eigenschap die toelaat bewegingen in een zo kort
mogelijke tijd uit te voeren.
3
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
2. Prestatiebepalende factoren
•
capaciteit van het neurologisch systeem
•
•
•
snelle afwisseling van spanning en ontspanning
spiervezelsamenstelling (fast twitch fibers/ snelle spiervezels)
techniek en coördinatie
•
•
intramusculaire coördinatie: meer spiervezels laten werken
intermusculaire coördinatie: betere samenwerking tussen spieren
of spiergroepen
 belang van snel voetenwerk (basistechnieken (oa. Coerver,
kappen en draaien,…)) snel en soepel uit te voeren
4
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
2. Prestatiebepalende factoren
• lenigheid
• voorrekking roept rekkingsreflexen op
• opwarming
• stijging lichaamstemperatuur geeft een gunstig effect op snelheid
• wilskracht
• maximale inzet en concentratie
• antropometrie
• lichaamsbouw, ‘spurterstype’, biomechanica
5
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
3. Overzicht
• 2 energiebronnen voor snelheid:
– adenosinetrifosfaat (ATP)
– creatinefosfaat (CP)
• werking:
– ATP-voorraad in de spier voor explosieve arbeid (2 sec)
– CP-voorraad in de spier wordt omgezet ATP (6 sec)
 de totale capaciteit van het fosfaatsysteem (ATP+CP) laat max.
6 tot 7 sec explosieve inspanning toe
6
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
3. Overzicht
• explosief vermogen
= maximale explosiviteit van een voetbalactie, d.w.z. een grotere
hap ATP uit het fosfaatsysteem nemen
vb: 9 sprint 1x in de diepte
– startsnelheid (= versnellen van de omzetting ATP in energie)
– versnellingsvermogen (= CP sneller omzetten in ATP)
• explosieve capaciteit
= maximale explosiviteit 90 min. kunnen volhouden, d.w.z. de
omvang van het fosfaat-systeem vergroten
vb: 9 sprint 10x in de diepte tijdens de volledige wedstrijd
– snelheidsuithoudingsvermogen (vergroten fosfaattank)
– herhaald kort sprintvermogen (vergroten fosfaattank)
7
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
3. Overzicht
• aandachtspunten
– snelheidstraining = 4 snelheidsvormen
– volledig herstel is cruciaal
Rust = Arbeid x 10
• tijdens de voorbereidingsperiode is de volgorde van trainen
van belang:
1. snelheidsvoorbereidende oefeningen
2. explosieve capaciteit (vanaf 2de – 3de week)
3. explosief vermogen (vanaf 3de – 4de week)
8
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
4. Methodiek
verschillende onderdelen bij snelheid:
1. reactievermogen
2. startsnelheid
3. versnellingsmogelijkheid en –vermogen
4. maximale bewegingssnelheid (basissnelheid)
5. snelheidsuithoudingsvermogen
6. herhaald kort sprintvermogen
9
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
4.1. Reactievermogen
• 5 stadia:
- prikkel in receptororgaan
- doorsturen naar centraal zenuwstelsel
- verwerking en ontstaan van prikkel voor spier
- doorsturen van prikkel naar juiste spieren
- spiercontractie
vb: 9 maakt een loopactie, waardoor ruimte ontstaat en wordt daarin aangespeeld. Het
reactievermogen is de tijd die de speler nodig heeft om het ‘zien’ van de diep
gespeelde bal om te zetten in de beslissing om diep te spurten en dit om te zetten in de
contractie van de spieren.
• de oefenvormen moeten
- maximale inzet hebben
- zeer kort zijn: < 1’ tot enkele seconden
- maximaal 25 herhalingen bevatten
- rust van 1’ tot 2’ voorzien
10
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
4.1. Reactievermogen
• trainen van eenvoudige reactie (100m)
– herhaald inoefenen van een bepaalde reactievorm (starten op een startschot,
richtingsverandering op signaal)
– analytische methode waar de beweging wordt ontleed en met vereenvoudigde
oefenvormen geoefend (rechtstaande start)
– ontwikkelen van de tijdsperceptie: bij startoefeningen moet de atleet zijn tijd
schatten en vergelijken met de gemeten waarde
• trainen van gecompliceerde reacties (doelman)
– begin met eenvoudige situaties
– belangrijkste methode is de wedstrijdvorm
– verander de moeilijkheidsgraad dmv meerdere ballen, aantal tegenstrevers
variëren, afmetingen van het terrein veranderen, uitvoeringssnelheid
verhogen,…
11
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
12
4.2. Startsnelheid
Duur
Intensiteit
Rust tussen
herhalingen
Herhalingen
Rust tussen
reeksen
Reeksen
1x 100% per 30”
30”
4-6
2’-4’
2-4
5-15m
1”-2”
75% van de inspanningen in een wedstrijd duren niet langer dan 4”
kracht in de eerste passen: krachttrainingsprogramma (explosiviteit)
vb: 9 maakt een loopactie, waardoor ruimte ontstaat en wordt daarin aangespeeld. De
startsnelheid is de tijd waarin hij, nadat de hersenen de opdracht hebben gegeven om
samen te trekken en de contractie begint zijn lichaam dmv deze contracties kan
verplaatsen in de eerste passen.
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
4.2. Startsnelheid
vb tussenvorm
13
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
14
4.2. Startsnelheid
vb tussenvorm
2’
O
2
1
X
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
15
4.3. Versnellingsvermogen
Duur
Intensiteit
Rust tussen
herhalingen
Herhalingen
Rust tussen
reeksen
Reeksen
100%
1’
4-6
4’
1-2
5-15m
3”-6”
vb: innervatieoefeningen, dribbelen, skippings, lopen met vliegende starts,
sprintfartleks, bergaf lopen, variabele methode, oefenvormen gericht op pasfrequentie
en paslengte
vb: 9 maakt een loopactie, waardoor ruimte ontstaat en wordt daarin aangespeeld. Het
versnellingsvermogen is de mate waarin hij vanaf de inzet van zijn beweging snelheid
kan opbouwen tot op zijn maximale spurtsnelheid.
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
4.3. Versnellingsvermogen
vb tussenvorm
16
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
17
4.3. Versnellingsvermogen
vb tussenvorm
K
4
3
TR
2
2
1
X
O
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
18
4.4. Maximale bewegingssnelheid
Duur
Intensiteit
Rust tussen
herhalingen
Herhalingen
Rust tussen
reeksen
Reeksen
100%
3’-6’
4-6
6’-12’
2-4
5-15m
max 6”
• techniektraining is onderdeel van snelheidstraining
• de oefenvormen moeten:
– met maximale snelheid kunnen uitgevoerd worden
– volledig geautomatiseerd zijn - bewegingen moeten dus zonder
nadenken correct kunnen uitgevoerd worden
– kort tot zeer kort van duur zijn zodat vermoeidheid niet kan
spelen
– gevarieerd zijn
vb: bergaf sprinten, sprinten met valscherm, sprinten met rem aan de boot, normaal
sprinten, combinaties, …
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
4.4. Maximale bewegingssnelheid
vb tussenvormen
Opgelet: werken aan maximale bewegingssnelheid
impliceert dat de uitvoerder van de oefening tegen
weerstand na enkele meters wordt losgelaten, zodat
een supramaximale bewegingssnelheid wordt
bereikt.
Zoniet wordt hoofdzakelijk op kracht getraind.
19
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
20
4.5.Snelheidsuithoudingsvermogen
Duur
Intensiteit
Rust tussen
herhalingen
Herhalingen
Rust tussen
reeksen
Reeksen
100% 2’
2’
4-6
6’
1-2
30m-60m
4”-8”
vb: 9 maakt een loopactie, waardoor ruimte ontstaat en wordt daarin aangespeeld. Het
snelheidsuithoudingsvermogen is het vermogen om in de loopactie, eens op
topsnelheid, die topsnelheid zo lang mogelijk aan te houden.
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
21
4.5.Snelheidsuithoudingsvermogen
vb: tussenvorm
X2
X1
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
22
4.6. Herhaald kort sprintvermogen
Duur
Intensiteit
Rust tussen
herhalingen
Herhalingen
Rust tussen
reeksen
Reeksen
10-15m
90-100%
10”
4-8
2’-4’
2-4
1”-2”
A x 4-5
als trainingseffect wordt een toename van de ATP- en CPvoorraad in de spieren beoogd
vb: 9 maakt een loopactie, waardoor ruimte ontstaat en wordt daarin aangespeeld. Het
herhaald kort sprintvermogen is het vermogen om 5’ later dezelfde inspanning
opnieuw te kunnen leveren.
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Snelheid
23
4.6. Herhaald kort sprintvermogen
vb: tussenvorm
K
X2 X1
TR