p 1.1 - akdc

Download Report

Transcript p 1.1 - akdc

Overleven in Europa
• Mededelingen:
• Toets hst 4 (arm en rijk) + hst 1 en 2 (Overleven in Europa) in week 49.
• Planning:
• (Bespreken toets)
• Introductie Landbouw in Europa
Landbouw
• Akkerbouw
• Tuinbouw
• Grove tuinbouw
• Veeteelt
• Bosbouw
• Specialisatie/mechanisatie/intensivering
Landbouw
• Ongeveer 2/3 van de
oppervlakte van Nederland
wordt gebruikt voor de
landbouw.
• Op de zandgronden in
Nederland is vaak sprake van
een gemengd (boeren)bedrijf.
• Wat word hiermee bedoeld?
De zandgebieden
• Zijn landschappelijk erg aantrekkelijk:
• Veel toeristen en recreanten.
• Zandgronden zijn voor boeren onhandig:
• Lage delen vaak drassig
• Hoge delen verdrogingen en verstuivingen.
• Zand is vanwege de korrelstructuur van nature relatief
onvruchtbaar. Alleen met stalmest, compost of kunstmest kun
je de gronden gebruiken.
• In het verleden werden kosten nog moeite gespaard om de
gronden te ontginnen!! (volgende dia)
Akkers: Essen, engen of enken
Voorbeeld: Den hout, de brink
• https://maps.google.nl/maps?q=den+hout+brink&hl=nl&ie=U
TF-8&ei=jh16UqfpD8qV0QXu8oDACg&ved=0CAoQ_AUoAg
• Zelfvoorziende landbouw
• Grote bevolkingstoename, problemen zandgronden. (heide
raakte op).
• Oplossing:
Kunstmest
Later in de geschiedenis
• Later in de geschiedenis worden enorme heidevlaktes
ontgonnen ten behoeve van de landbouw.
• Door enorme landbouwmachines neemt de arbeidsproductiviteit
toe.
• Dit heeft gevolgen: Er zijn minder arbeiders nodig in de primaire
sector.
• Afname % werkzaam in de beroepsbevolking van de primaire
sector  verschuift naar secundaire en tertiaire sector.
• Verdere landbouwmechanisatie en schaalvergroting heeft veel
boeren doen stoppen.
• Tegenwoordig sprake van ontmenging en specialisatie en
intensivering.
• En opkomst van niet-grondgebonden landbouw.
Voor nu:
• Instaptoets
• Maken opdracht p1.1: 6 t/m 11 + Terugblik
•
•
•
•
•
•
53ste druk  54ste druk
GB 20  33
GB 44  32
GB 32/33  38/39
GB 59  54
GB 69  66
• Maken opdracht p1.2: 14 t/m 17 + Terugblik
• GB 77  78
• GB 24  37
• GB 32  38
Paragraaf 1 + 2 in het kort (hoef je
niet te kennen).
• Geschiedenis van de landbouw:
• Vroeger:
• Kleinschalig
• Zelfvoorzienend
• Nu (na 1945):
• Grootschalig
• Gespecialiseerd
• Dit komt door subsidies van de EU.
• EU had tot doel:
• Oorlog te vermijden
• Nooit meer honger in Europa
• Dit wilde men bereiken door economische samenwerking
(streven naar gelijke spreiding van de welvaart)
• WTO wil in de toekomst vrijhandel dus de EU moet
stoppen met subsidies.
• Dit zal nooit gebeuren! (zie doel van de EU!)
Landbouw in Europa
§1.3 Gedaanteverandering van
cultuurlandschappen
Europese cultuurlandschappen
•
•
•
•
Wat is een cultuurlandschap?
Landschap ingericht door de mens!
Bekijk afbeelding fig. 1.9
De titel suggereert dat het cultuurlandschap aan
het veranderen is.
• Wat verandert er aan het cultuurlandschap in
Europa?
Wat verandert er aan het
cultuurlandschap?
Boerenbedrijven: Kansen en
bedreigingen rond de grote steden.
Kansen: Grote afzetmarkt voor
landbouwproducten
Bedreiging: Concurrentie om de ruimte
(stad wil uitbreiden)
Tweedeling in Europa?
•
•
1.
2.
3.
4.
•
Er zijn gebieden met veel kansen
voor boeren, maar er zijn ook
gebieden met weinig kansen voor
de landbouw.
Welke gebieden hebben veel
potentie voor de boeren?
Gebieden rond de stad (grote
afzetmarkt)
Gebieden van de regio NoordFrankrijk/België (Löss gronden)
Poldergebieden (kleigronden)
Deltagebieden (vruchtbaar slib)
Algemene trend: Ruilverkaveling,
schaalvergroting en intensivering
Ruilverkaveling
Landbouw
• Schaalvergroting
• Specialisatie/mechanisatie/intensivering
Tweedeling in Europa?
•
1.
2.
Welke gebieden hebben weinig
te bieden voor de landbouw?
Gebieden die klimatologisch of
landschappelijk minder
aantrekkelijk zijn. (gebergtes,
rotsbodems, droge gebieden
etc).
Regio’s met een prettig klimaat,
veel landschappelijk schoon en
van groot historisch belang
(boeren worden verdrukt door
migranten/toerisme).
Hoofdstuk 1 is goed te doen als
zelfstudie
• Vanaf hoofdstuk 2 zal ik meer gaan uitleggen.
• Ik wil deze les dan ook starten dat je zelf aan de slag gaat met
paragraaf 3.
• M opdr. 22 t/m 27, 29 t/m 32
• Klaar; ga door volgens de studiewijzer
• Vragen kun je uiteraard altijd stellen!!! Daarvoor word ik
betaald!!