p 1.4 - akdc

Download Report

Transcript p 1.4 - akdc

Planning
•
•
•
•
Korte terugblik paragraaf 1.3 [5 min]
Korte uitleg paragraaf 1.4 [10 a 15 min]
Oefenopdracht atlas [10 min]
Zelfstandig werken paragraaf 1.4 en 1.5 [20 min]
• Huiswerkcontrole
Terugblik p1.3
•
1.
2.
3.
4.
•
1.
2.
Welke gebieden hebben veel potentie voor de
boeren?
Gebieden rond de stad (grote afzetmarkt)
Gebieden van de regio Noord-Frankrijk/België (Löss
gronden)
Poldergebieden (kleigronden)
Deltagebieden (vruchtbaar slib)
Welke gebieden hebben weinig te bieden voor de
landbouw?
Gebieden die klimatologisch of landschappelijk minder
aantrekkelijk zijn. (gebergtes, rotsbodems, droge
gebieden etc).
Regio’s met een prettig klimaat, veel landschappelijk
schoon en van groot historisch belang (boeren worden
verdrukt door migranten/toerisme).
Landbouw in Europa
§1.4 Van bergboer tot tuinder
Nederland vs Oostenrijk
•
•
•
•
•
•
•
•
Agrarisch grondgebruik (gegevens bosatlas):
Nederland: ~ 57% van het Opp.
Oostenrijk: ~ 41% van het Opp.
De meeste vormen van agrarisch grondgebruik komen
in beide landen voor. Zie fig 1.16. + gegevens GB 53e
 Blz: 231
Verschil Nederland tov Oostenrijk:
Nederland: Veel glastuinbouw
Oostenrijk: Meer bosbouw en wijnbouw
Opbrengsten in Nederland zijn groter door
intensiever bodemgebruik
Bedrijfsomvang
• Bekijk fig 1.18
• Verklaar het grote aantal
kleine landbouwbedrijven
in Nederland?
• Veehouderijen (varkens,
koeien en kippen)
• Verklaar het percentage 5
tot 20 ha bij de
Oostenrijkers?
• Ze hebben landbouw als
nevenactiviteit (vb: alleen
zomer, winter toerisme).
Kampeerboerderij
Omvang landbouwbedrijven
Economische betekenis
• Directe bijdrage van de landbouw aan
het BBP is slechts 2%;
• Maar: Nederland heeft een belangrijke
voedingsmiddelen
verwerkingsindustrie (DAN BBP 10%)
• NL = Netto exporteur van
landbouwproducten
• Oostenrijk = Netto importeur van
landbouwproducten
• Dit is belangrijk: Want export levert
geld op, import kost geld!
• Toch is er een verschuiving
waarneembaar in Oostenrijk (steeds
meer exporteren), waarom is dit?
• Geografische ligging/ toetreding
nieuwe EU-lidstaten.
Lage inkomsten en Europese steun
Willen we blijven eten! Dan moeten we boeren behouden: Dus
landbouwsubsidies/ inkomenssubsidies (+ doel EU! )
Boeren:
Hard werken,
Weinig geld voor
hun product(en)
Tussenhandelaren;
Kopen goedkoop in en
maken de producten klaar
voor de supermarkt
(toegevoegde waarde)
Supermarkt:
Inkoop duur en
daardoor
verkoop duur!
Winstmarges
klein, daardoor
veel
concurrentie
tussen SM
Landbouw en milieu
• In Oostenrijk vind je veel biologische landbouw
• Biologische landbouw wil zeggen duurzaam
produceren (beter voor het milieu)
• Hoe doen ze dat?
• Minder mest en bestrijdingsmiddelen gebruiken
• In Europa is er wetgeving betreffende
mestoverschotten. Heb je teveel mest uitgereden
over het land krijg je een boete! Je moet je te veel
aan mest weggeven/verkopen of vernietigen.
• Biologische pesticide/ bestuiving VB: Bijen
• Daling Co2 uitstoot.
Atlas opdracht
• Bekijk kaart 88 J. Verklaar het verschil tussen West- en Oost Europa.
• Griekenland zit momenteel flink in de eurocrisis. Verklaar aan de
hand van kaart 88C, waarom je dit van te voren had zien aankomen.
• Zijn er andere landen aan te wijzen behalve Griekenland?
• Waarom spelen de ‘Oost-blok’ landen geen rol in de Euro-crisis?
• Kun je een relatie leggen tussen landen die een eurocrisis (88c)
hebben en de landbouw (90A)?
• Kun je een relatie leggen tussen kaart 90D en kaart 90A ?
• Oostenrijk ‘valt’ niet op in de gegevens. Waarom hebben de makers
van de methode dan toch voor Oostenrijk gekozen?
• Antw: Praktisch hetzelfde (lijkt wat op NL), alleen zorgt globalisering
bij Oostenrijk voor andere processen dan bij NL! (je moet je bewust
zijn dat globalisering voor iedereen [ieder land] een andere
uitwerking heeft].
Nu
• Huiswerkcontrole paragraaf 3
• Aan de slag met opdrachten paragraaf 4 en 5 (33 t/m 38 +
slotopdracht b en c)
• Volgende keer paragraaf 5
Zoek de verschillen: vroeger (links) en nu (rechts)