SKlas 3 herhaling hst 8,9,10 en 11

Download Report

Transcript SKlas 3 herhaling hst 8,9,10 en 11

   Terugblik Vandaag hoofdlijnen (restant) ◦ Hst 8 ◦ Hst 9 ◦ Hst 10 ◦ Hst 11 Vrijdag SO!!! ◦ Zorg dat je vrijdag je spullen bij je hebt!

 Lesboek + basisboek + werkschrift

 ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ We hebben het toen gehad over: Weer en klimaat (neerslag, orkanen en Köppen) Bewegende aarde (endogene/exogene krachten)  Plaattektoniek  aardbevingen/vulkanisme  Verwering, erosie en sedimentatie Natuurlandschappen (vegetatiegordels) Ecosystemen Bevolking en cultuur  Demografie, migratie, multiculturele samenleving

   Primaire sector (landbouw, mijnbouw) Secundaire sector (industrie, bouw) Tertiaire sector (diensten etc)

  ◦ Definitie bestaansmiddelen: ◦ De middelen waarmee levensbehoeften worden geproduceerd noem je bestaansmiddelen Hoe produceer je die bestaansmiddelen?

Met behulp van productiemiddelen:    Arbeid (mensen) Kapitaal (geld) Natuur (grondstoffen)

     Akkerbouw Tuinbouw ◦ Grove tuinbouw Veeteelt Bosbouw Specialisatie/mechanisatie/intensivering

   Intensieve veeteelt Extensieve veeteelt (ranches) Biologische landbouw (zo natuurlijk mogelijk)

  Landbouw en inrichting ◦ Herinrichting = ruilverkaveling Vaak aandacht voor Landbouw in combinatie met natuur

   Vervoer = mobiliteit ◦ Betekent verplaatsing van mensen en goederen.

◦ De transportvoertuigen noem je modaliteit(en):    Fiets Auto Vliegtuig  Vrachtwagen ◦  Schip etc. Afhankelijk van afstand kies je je modaliteit Massagoederen Stukgoederen ◦ Container

    Stad en dorp Stedelijk gebied ◦ Agglomeratie, stadsgewest (vb: Rijnmond), netwerkstad, metropool Landelijk gebied Adressendichtheid (is een voorbeeld)

    De stad: Urbanisatie Suburbanisatie Problemen v/d stad (Segregatie/integratie, etnische wijken) Herinrichting en re-urbanisatie (compacte stad + vele voorzieningen)

  Model van een stad ◦ Cityvorming ◦ CBD ◦ Oude woonwijken Grondprijs (hoe verder van het centrum, hoe goedkoper de grond) ◦ [onder voorbehoud, want centrum duur, dan volkswijken, richting suburbs weer duurder.]

  Ontwikkeling is een zeer belangrijk thema binnen AK.

Ontwikkeling geeft aan of een land arm of rijk is, maar hoe kun je dit bepalen?

 Dit gebeurd aan de hand van het ontwikkelingspeil Hoog ontwikkelingspeil = Rijk Laag ontwikkelingspeil = Arm

 ◦ ◦ 2 Ontwikkelingskenmerken (basiskenmerken): Inkomen (BNP/BBP)  BNP: Bruto Nationaal Product: betreft alle inkomsten door iedereen met eenzelfde nationaliteit.

 BBP: Bruto Binnenlands Product: betreft alle inkomsten binnen de staatsgrenzen van een land.

De eerste levensbehoeften (basisbehoeften)     Voedsel (kwalitatieve/kwantitatieve honger) Huisvesting Onderwijs (analfabeten) Gezondheidszorg (artsendichtheid)

 ◦ ◦ Het ontwikkelingspeil hangt verder ook nog sterk af van: ◦ Percentage beroepsbevolking in de 1 e sector ◦  Commercieel of zelfverzorgend Percentage beroepsbevolking in de 2 e sector ◦  Industrieel of ambachtelijk Percentage beroepsbevolking in de 3 e sector  Formele of informele sector (vluchtsector) Percentage stedelingen Tempo bevolkingsgroei

  Misschien wel het belangrijkste hoofdstuk van allemaal!!

Dit maakt de wereld zoals die vandaag de dag is en hoe processen (waarschijnlijk) in de toekomst zullen gaan plaatsvinden.

       Wat is globalisering ?

◦ Het voortdurende proces van internationale uitwisseling van geld, goederen en ideeën = globalisering MNO = Multinationale ondernemingen New Industrialised Countries (NIC’s) ◦ Tijgerlanden ◦ BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) Verschuiving van economisch zwaartepunt = global shift Koloniën De Handels- betalingsbalans is bij arme landen vaak negatief ◦ Handelsbalans: Waardeverhouding tussen invoer van een land en totale uitvoer.

◦ Betalingsbalans: Waardeverhouding tussen uitgaven en inkomsten van een land Tariefmuren (= belastingsmuur)

  Ontwikkelingssamenwerking ◦ Structurele- en Noodhulp ◦ ◦ Bilaterale hulp Multilaterale hulp Joint Venture (samenwerking tussen regering en particulier, vb: Ford + China)

       Kapitalisme Vrijemarkteconomie Ieder individu bepaalt alles voor zichzelf, de staat doet (bijna) niets VB USA: Eigen zorg (min 10.000,- p/j) Eigen opleiding (50.000,- p/j) Eigen woning Etc  Probleem? De zwakkere van de samenleving vallen buiten de boot!!!

      Communisme Planeconomie De staat bepaald wat goed is voor het volk, want het volk = de staat.

VB: Sovjet-Unie/Cuba Zorg (gratis) Opleiding (gratis) Woning (bijna gratis)  Probleem? De economie goed draaiende te houden (= uiteindelijke val van SU)

  Zijn er nog vragen? SO basisboeknummers klas 2