Transcript Hoe maak je een draaiboek
Slide 1
Wat is een draaiboek?
Dat is een document waarin de organisatie van een
activiteit is beschreven.
Slide 2
Bijvoorbeeld:
-
Welke activiteit gaat er
plaatsvinden?
Met welk doel wordt dit
georganiseerd?
Wanneer gaat dit gebeuren?
Voor welke doelgroep is het
bedoeld?
Hoeveel geld is er nodig?
Welke materialen en
gereedschappen heb je nodig?
Wie zorgt er voor de spullen?
Welke medewerker voert welke taak
uit?
Wie ruimt op?
Slide 3
Stap 1
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
6. Doel van de activiteit:
7. De voorbereiding: (schema)
8. De uitvoering: (schema)
9. Het opruimen: (schema)
Bekijk met welke doelgroep je de activiteit gaat
uitvoeren.
Een doelgroep kan zijn:
•
Baby’s
•
Dreumesen
•
Peuters
•
Kleuters
•
Schoolkinderen
•
Pubers
•
Adolescenten
•
Volwassenen
•
Ouderen
•
Personen met een handicap
Schrijf op met welke aantal personen deze
activiteit uitgevoerd kan of gaat worden.
Slide 4
Even een test!
Vraag:
Je moet voor je stage een
groepje kleuters voorlezen. Je
gaat een boek uitkiezen. Maar
hoe oud zijn kleuters
eigenlijk?
(Klik op het juiste antwoord)
4 tot 6
jaar
of
2 tot 5
jaar
Slide 5
Jammer, je antwoord is fout!
Om meer over de verschillende doelgroepen te weten ga je dit eerst beter
uitzoeken. Ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
hst 2 “De doelgroep”
Kijk nog wel eerst deze PowerPoint af!!!
Slide 6
Heel goed! Je antwoord is juist
Maar om nog meer over de verschillende doelgroepen te weten ga je dit eerst
beter uitzoeken. Ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
hst 2 “De doelgroep”
Ga verder met deze PowerPoint!!
Slide 7
Stap 2
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
Bedenk welke activiteit je wilt gaat
uitvoeren.
Bijvoorbeeld
• dansen
• knutselen
6. Doel van de activiteit:
• tekenen
• lezen
7. De voorbereiding: (schema)
8. De uitvoering: (schema)
• poppenkast spelen
• spelletje doen
• koken
9. Het opruimen: (schema)
• computeren
Slide 8
Weer een test!
Vraag:
Bij een kinderdagverblijf ga je
een knutselactiviteit geven. Je
wilt dat de peuters een Zwarte
Piet gaan knippen. Kan een
peuter van 2 jaar knippen?
(Klik op het juiste antwoord)
ja
nee
Slide 9
Jammer, je antwoord is fout!
Om meer te weten wat de verschillende doelgroepen kunnen en welke
activiteit je kan uitvoeren met de doelgroep, ga je naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
hst 3 “Welke activiteiten?”
Kijk nog wel eerst deze PowerPoint af!!!
Slide 10
Heel goed! Je antwoord is juist
Om een activiteit te bedenken moet je dus eerste weten wat de doelgroepen
kunnen. Wil je meer weten? Ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep; hst 2.
hst 3 “Welke activiteiten?”
Ga verder met deze PowerPoint!!
Slide 11
Stap 3
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
Bedenk wat het thema van de activiteit is.
Een thema kan zijn:
1. Een seizoen (winter, lente, zomer,
herfst)
2. Een feestdag (Kerst, Pasen,
moederdag…)
6. Doel van de activiteit:
3. Een onderwerp van een themaweek
(gezonde voeding, kunst, circus…)
7. De voorbereiding: (schema)
Let op:
8. De uitvoering: (schema)
-
Zoek dus een activiteit die past bij het
thema!
-
Als er geen thema is vul je niets in.
9. Het opruimen: (schema)
Slide 12
Weer een test!
Vraag:
Je gaat in een
bouwspeeltuin een
knutselactiviteit geven aan
kinderen van groep 5. Je
gaat knippen en plakken.
Het is net lente geworden!
Wat laat je ze maken?
(klik op het juiste antwoord)
Een narcis
Een eikel
Slide 13
Jammer, je antwoord is fout!
Let op:
Voor je een activiteit uitvoert zoek je eerst goed uit WAT er bij het thema
past. Om meer te weten ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
hst 4 “Thema’s”
Ga verder met deze PowerPoint.
Slide 14
Heel goed! Je antwoord is juist
Voor je dus een activiteit uitvoert zoek je eerst goed uit WAT er bij
het thema past. Om meer te weten ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
hst 4 “Thema’s”
Ga verder met deze PowerPoint.
Slide 15
Stap 4
Titel
1. Doelgroep en aantal
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
6. Doel van de activiteit:
Bedenk welke techniek je gaat uitvoeren
bij de activiteit.
1.
2.
7. De voorbereiding: (schema)
3.
8. De uitvoering: (schema)
4.
9. Het opruimen: (schema)
Een techniek bij knutselactiviteiten
kan zijn: knippen & plakken, kleien,
borduren, werken met papiermaché.
Een techniek bij een dans -of
gymactiviteit kan zijn: hip hop
dansen, buikspieroefeningen,
volleyballen.
Een techniek bij het koken: stoven,
braden, grillen, snijden.
Soms is er geen techniek bij een
activiteit. Dan laat je dit weg.
Let op: Als er geen techniek is vul je niets in.
Slide 16
Stap 5
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
6. Doel van de activiteit:
7. De voorbereiding: (schema)
8. De uitvoering: (schema)
Bedenk hoeveel tijd je nodig hebt
voor het uitvoeren van je
activiteit.
1. Bij een dans, gym, lees,
computer, spelletjes -of
kookactiviteit: probeer je activiteit
eerst uit en neem de tijd op.
2. Bij een knutselactiviteit: Maak
zelf een voorbeeld en kijk hoe
lang jij erover doet. (let op: een
kleuter doet dat langzamer)
9. Het opruimen: (schema)
Spreek af waar de activiteit gaat
plaats vinden. Wat is een
handige ruimte?
Slide 17
Stap 6
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd:
6. Doel van de activiteit:
Als je een activiteit met een
doelgroep uitvoert, wil je dat de
personen er iets van leren. Dat is
het doel van je activiteit.
Een doel kan zijn:
1.
De kleuter leert netjes te
knippen en plakken (lichamelijke
ontwikkeling - motoriek)
7. De voorbereiding: (schema)
2.
8. De uitvoering: (schema)
3.
9. Het opruimen: (schema)
De peuter kan vertellen door
een liedje wat er in de herfst
gebeurt. (geestelijke ontwikkeling)
De ouderen heeft weer contact
met een ander bij een spel.
(sociale ontwikkeling)
4.
Het kind leert netjes met de
hand te naaien (lichamelijke
ontwikkeling - motoriek)
Slide 18
Een vraag:
• Wat is het doel van
balspel voor een
kleuter?
(klik op het juiste antwoord)
De kleuter ontwikkelt zijn motoriek.
of
De bal moet in het doel komen.
Slide 19
Jammer, je antwoord is fout!
Let op:
Voor je een activiteit uitvoert bedenk je wat de doelgroep van deze
activiteit leert. Wat kan de doelgroep leren, welke doelen heeft
hij/zij? Om meer te weten ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
Hst 5: “Het doel”.
Ga verder met deze PowerPoint
Slide 20
Heel goed, je antwoord is juist!
Voor je activiteit uitvoert, bedenk je dus eerst wat het doel is. Wil
je toch meer weten WAT de doelgroep allemaal kan leren? Ga
naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
Hst 5: “Het doel”
Ga verder met deze PowerPoint
Slide 21
Stap 7
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
6. Doel van de activiteit
7. De voorbereiding:
8. De uitvoering:
9. Het opruimen:
(Zet dit in een schema)
Wat moet je allemaal doen voor je
de activiteit kunt uitvoeren?
Bijvoorbeeld:
1. Bij bijvoorbeeld een
kookactiviteit: recepten zoeken,
boodschappenlijst maken,
boodschappen doen, alles
klaarzetten, groepjes maken.
2. Bij een sportactiviteit: een ruimte
regelen, sport uitzoeken, regels
bedenken, groepjes indelen,
materiaal regelen.
3. Bij knutselen: opdracht zoeken,
voorbeeld maken, materiaal
kopen / klaarzetten.
Slide 22
De voorbereiding.
Activiteit (wat
moet je doen?):
Tijd:
Wordt
voorbereid
door:
Benodigd
materiaal:
Kosten:
1. Ruimte reserveren
of bespreken
5 minuten
Hanane
Handvaardigheid
lokaal
geen
2. Materiaal kopen
30 minuten
Michelle
Verf, prikpen,
kwasten,
wasknijpers, touw
€50,00
3. Voorbeeld maken of
oefenen van de
activiteit
……………
4. Schema maken van
de activiteit(en)
uitvoering
5.
6.
Eindverantwoordelijk voor de voorbereiding: Hanane ………
Slide 23
Stap 8
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
6. Doel van de activiteit:
9. Het opruimen:
Bijvoorbeeld:
• Start van de activiteit: Voorstellen en
aanwezigen opschrijven. (10
minuten)
•Uitleggen van de activiteit aan de
doelgroep (10 minuten)
7. De voorbereiding:
8. De uitvoering:
Beschrijf precies vanaf het begin tot
het einde van de activiteit wat je gaat
doen. Schrijf daar ook bij hoe lang dit
gaat duren.
(Zet dit in een schema)
• De doelgroep gaat het eerste deel
van de activiteit uitvoeren (15
minuten)
• Uitvoering deel 2 (10 minuten)
• Afsluiting of afronding van de
activiteit met de doelgroep (15
minuten)
Slide 24
De uitvoering.
Activiteit (Wat je
moet doen):
Tijd:
Wordt
voorbereid
door:
Benodigd materiaal
of gereedschap:
Kosten
1. Opstarten van de
activiteit (iedereen
komt bij elkaar) +
uitleg
13.00 –
13.15
Achmed
Namenlijst, inschrijflijst
-
2. Start activiteit
groep A / ruimte 1
13.15 –
13.30
Klaas
Knutselspullen
(zoals:….)
-
3. Start activiteit
groep B / ruimte 2
13.15 –
13.30
4. Start activiteit
groep A / ruimte 2
13.30 -
Drankje en hapje
€1,50 pp
5. Start activiteit
groep B / ruimte 1
6. pauze
Eindverantwoordelijk voor de uitvoering: Achmed ………
Slide 25
Stap 9
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
Het opruimen van de spullen na de
uitvoering is niet het leukste, maar wel
belangrijk. Het hoort er bij. De
doelgroep waarmee je werkt kan je
daarbij helpen.
Beschrijf HOE je dit gaat aanpakken.
6. Doel van de activiteit:
Bijvoorbeeld:
7. De voorbereiding:
• Wijs kinderen aan die de voetballen
verzamelen.
8. De uitvoering:
9. Het opruimen:
(zet dit in een schema)
• Maak tweetallen die de lijmpotten en
scharen van de tafelgroepjes halen.
• Laat een groepje vegen.
Slide 26
Het opruimen.
Wat je moet
doen:
Tijd:
Wordt voorbereid
door:
Benodigd
materiaal of
gereedschap:
1. schoonmaken
14.00 –
14.10
Fatma + groepje 1
(wastafel) Kwasten en
verfschotels
2. Werk ophangen
14.00 –
14.10
Achmed + groepje 2
Lijn + wasknijpers
3. Lokaal vegen
…………
….
4. Tafels
schoonmaken
…………
……
5. ……………….
6.
Eindverantwoordelijk voor het opruimen: Fatma …………..
Kosten
Slide 27
Nu is jouw draaiboek klaar!
Succes met de uitvoering van de activiteit.
Wat is een draaiboek?
Dat is een document waarin de organisatie van een
activiteit is beschreven.
Slide 2
Bijvoorbeeld:
-
Welke activiteit gaat er
plaatsvinden?
Met welk doel wordt dit
georganiseerd?
Wanneer gaat dit gebeuren?
Voor welke doelgroep is het
bedoeld?
Hoeveel geld is er nodig?
Welke materialen en
gereedschappen heb je nodig?
Wie zorgt er voor de spullen?
Welke medewerker voert welke taak
uit?
Wie ruimt op?
Slide 3
Stap 1
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
6. Doel van de activiteit:
7. De voorbereiding: (schema)
8. De uitvoering: (schema)
9. Het opruimen: (schema)
Bekijk met welke doelgroep je de activiteit gaat
uitvoeren.
Een doelgroep kan zijn:
•
Baby’s
•
Dreumesen
•
Peuters
•
Kleuters
•
Schoolkinderen
•
Pubers
•
Adolescenten
•
Volwassenen
•
Ouderen
•
Personen met een handicap
Schrijf op met welke aantal personen deze
activiteit uitgevoerd kan of gaat worden.
Slide 4
Even een test!
Vraag:
Je moet voor je stage een
groepje kleuters voorlezen. Je
gaat een boek uitkiezen. Maar
hoe oud zijn kleuters
eigenlijk?
(Klik op het juiste antwoord)
4 tot 6
jaar
of
2 tot 5
jaar
Slide 5
Jammer, je antwoord is fout!
Om meer over de verschillende doelgroepen te weten ga je dit eerst beter
uitzoeken. Ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
hst 2 “De doelgroep”
Kijk nog wel eerst deze PowerPoint af!!!
Slide 6
Heel goed! Je antwoord is juist
Maar om nog meer over de verschillende doelgroepen te weten ga je dit eerst
beter uitzoeken. Ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
hst 2 “De doelgroep”
Ga verder met deze PowerPoint!!
Slide 7
Stap 2
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
Bedenk welke activiteit je wilt gaat
uitvoeren.
Bijvoorbeeld
• dansen
• knutselen
6. Doel van de activiteit:
• tekenen
• lezen
7. De voorbereiding: (schema)
8. De uitvoering: (schema)
• poppenkast spelen
• spelletje doen
• koken
9. Het opruimen: (schema)
• computeren
Slide 8
Weer een test!
Vraag:
Bij een kinderdagverblijf ga je
een knutselactiviteit geven. Je
wilt dat de peuters een Zwarte
Piet gaan knippen. Kan een
peuter van 2 jaar knippen?
(Klik op het juiste antwoord)
ja
nee
Slide 9
Jammer, je antwoord is fout!
Om meer te weten wat de verschillende doelgroepen kunnen en welke
activiteit je kan uitvoeren met de doelgroep, ga je naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
hst 3 “Welke activiteiten?”
Kijk nog wel eerst deze PowerPoint af!!!
Slide 10
Heel goed! Je antwoord is juist
Om een activiteit te bedenken moet je dus eerste weten wat de doelgroepen
kunnen. Wil je meer weten? Ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep; hst 2.
hst 3 “Welke activiteiten?”
Ga verder met deze PowerPoint!!
Slide 11
Stap 3
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
Bedenk wat het thema van de activiteit is.
Een thema kan zijn:
1. Een seizoen (winter, lente, zomer,
herfst)
2. Een feestdag (Kerst, Pasen,
moederdag…)
6. Doel van de activiteit:
3. Een onderwerp van een themaweek
(gezonde voeding, kunst, circus…)
7. De voorbereiding: (schema)
Let op:
8. De uitvoering: (schema)
-
Zoek dus een activiteit die past bij het
thema!
-
Als er geen thema is vul je niets in.
9. Het opruimen: (schema)
Slide 12
Weer een test!
Vraag:
Je gaat in een
bouwspeeltuin een
knutselactiviteit geven aan
kinderen van groep 5. Je
gaat knippen en plakken.
Het is net lente geworden!
Wat laat je ze maken?
(klik op het juiste antwoord)
Een narcis
Een eikel
Slide 13
Jammer, je antwoord is fout!
Let op:
Voor je een activiteit uitvoert zoek je eerst goed uit WAT er bij het thema
past. Om meer te weten ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
hst 4 “Thema’s”
Ga verder met deze PowerPoint.
Slide 14
Heel goed! Je antwoord is juist
Voor je dus een activiteit uitvoert zoek je eerst goed uit WAT er bij
het thema past. Om meer te weten ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
hst 4 “Thema’s”
Ga verder met deze PowerPoint.
Slide 15
Stap 4
Titel
1. Doelgroep en aantal
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
6. Doel van de activiteit:
Bedenk welke techniek je gaat uitvoeren
bij de activiteit.
1.
2.
7. De voorbereiding: (schema)
3.
8. De uitvoering: (schema)
4.
9. Het opruimen: (schema)
Een techniek bij knutselactiviteiten
kan zijn: knippen & plakken, kleien,
borduren, werken met papiermaché.
Een techniek bij een dans -of
gymactiviteit kan zijn: hip hop
dansen, buikspieroefeningen,
volleyballen.
Een techniek bij het koken: stoven,
braden, grillen, snijden.
Soms is er geen techniek bij een
activiteit. Dan laat je dit weg.
Let op: Als er geen techniek is vul je niets in.
Slide 16
Stap 5
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
6. Doel van de activiteit:
7. De voorbereiding: (schema)
8. De uitvoering: (schema)
Bedenk hoeveel tijd je nodig hebt
voor het uitvoeren van je
activiteit.
1. Bij een dans, gym, lees,
computer, spelletjes -of
kookactiviteit: probeer je activiteit
eerst uit en neem de tijd op.
2. Bij een knutselactiviteit: Maak
zelf een voorbeeld en kijk hoe
lang jij erover doet. (let op: een
kleuter doet dat langzamer)
9. Het opruimen: (schema)
Spreek af waar de activiteit gaat
plaats vinden. Wat is een
handige ruimte?
Slide 17
Stap 6
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd:
6. Doel van de activiteit:
Als je een activiteit met een
doelgroep uitvoert, wil je dat de
personen er iets van leren. Dat is
het doel van je activiteit.
Een doel kan zijn:
1.
De kleuter leert netjes te
knippen en plakken (lichamelijke
ontwikkeling - motoriek)
7. De voorbereiding: (schema)
2.
8. De uitvoering: (schema)
3.
9. Het opruimen: (schema)
De peuter kan vertellen door
een liedje wat er in de herfst
gebeurt. (geestelijke ontwikkeling)
De ouderen heeft weer contact
met een ander bij een spel.
(sociale ontwikkeling)
4.
Het kind leert netjes met de
hand te naaien (lichamelijke
ontwikkeling - motoriek)
Slide 18
Een vraag:
• Wat is het doel van
balspel voor een
kleuter?
(klik op het juiste antwoord)
De kleuter ontwikkelt zijn motoriek.
of
De bal moet in het doel komen.
Slide 19
Jammer, je antwoord is fout!
Let op:
Voor je een activiteit uitvoert bedenk je wat de doelgroep van deze
activiteit leert. Wat kan de doelgroep leren, welke doelen heeft
hij/zij? Om meer te weten ga naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
Hst 5: “Het doel”.
Ga verder met deze PowerPoint
Slide 20
Heel goed, je antwoord is juist!
Voor je activiteit uitvoert, bedenk je dus eerst wat het doel is. Wil
je toch meer weten WAT de doelgroep allemaal kan leren? Ga
naar:
Kennis Encyclopedie; activiteiten met de doelgroep;
Hst 5: “Het doel”
Ga verder met deze PowerPoint
Slide 21
Stap 7
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
6. Doel van de activiteit
7. De voorbereiding:
8. De uitvoering:
9. Het opruimen:
(Zet dit in een schema)
Wat moet je allemaal doen voor je
de activiteit kunt uitvoeren?
Bijvoorbeeld:
1. Bij bijvoorbeeld een
kookactiviteit: recepten zoeken,
boodschappenlijst maken,
boodschappen doen, alles
klaarzetten, groepjes maken.
2. Bij een sportactiviteit: een ruimte
regelen, sport uitzoeken, regels
bedenken, groepjes indelen,
materiaal regelen.
3. Bij knutselen: opdracht zoeken,
voorbeeld maken, materiaal
kopen / klaarzetten.
Slide 22
De voorbereiding.
Activiteit (wat
moet je doen?):
Tijd:
Wordt
voorbereid
door:
Benodigd
materiaal:
Kosten:
1. Ruimte reserveren
of bespreken
5 minuten
Hanane
Handvaardigheid
lokaal
geen
2. Materiaal kopen
30 minuten
Michelle
Verf, prikpen,
kwasten,
wasknijpers, touw
€50,00
3. Voorbeeld maken of
oefenen van de
activiteit
……………
4. Schema maken van
de activiteit(en)
uitvoering
5.
6.
Eindverantwoordelijk voor de voorbereiding: Hanane ………
Slide 23
Stap 8
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
6. Doel van de activiteit:
9. Het opruimen:
Bijvoorbeeld:
• Start van de activiteit: Voorstellen en
aanwezigen opschrijven. (10
minuten)
•Uitleggen van de activiteit aan de
doelgroep (10 minuten)
7. De voorbereiding:
8. De uitvoering:
Beschrijf precies vanaf het begin tot
het einde van de activiteit wat je gaat
doen. Schrijf daar ook bij hoe lang dit
gaat duren.
(Zet dit in een schema)
• De doelgroep gaat het eerste deel
van de activiteit uitvoeren (15
minuten)
• Uitvoering deel 2 (10 minuten)
• Afsluiting of afronding van de
activiteit met de doelgroep (15
minuten)
Slide 24
De uitvoering.
Activiteit (Wat je
moet doen):
Tijd:
Wordt
voorbereid
door:
Benodigd materiaal
of gereedschap:
Kosten
1. Opstarten van de
activiteit (iedereen
komt bij elkaar) +
uitleg
13.00 –
13.15
Achmed
Namenlijst, inschrijflijst
-
2. Start activiteit
groep A / ruimte 1
13.15 –
13.30
Klaas
Knutselspullen
(zoals:….)
-
3. Start activiteit
groep B / ruimte 2
13.15 –
13.30
4. Start activiteit
groep A / ruimte 2
13.30 -
Drankje en hapje
€1,50 pp
5. Start activiteit
groep B / ruimte 1
6. pauze
Eindverantwoordelijk voor de uitvoering: Achmed ………
Slide 25
Stap 9
Titel
1. Doelgroep en aantal:
2. Activiteit:
3. Thema:
4. Techniek:
5. Tijd en plaats:
Het opruimen van de spullen na de
uitvoering is niet het leukste, maar wel
belangrijk. Het hoort er bij. De
doelgroep waarmee je werkt kan je
daarbij helpen.
Beschrijf HOE je dit gaat aanpakken.
6. Doel van de activiteit:
Bijvoorbeeld:
7. De voorbereiding:
• Wijs kinderen aan die de voetballen
verzamelen.
8. De uitvoering:
9. Het opruimen:
(zet dit in een schema)
• Maak tweetallen die de lijmpotten en
scharen van de tafelgroepjes halen.
• Laat een groepje vegen.
Slide 26
Het opruimen.
Wat je moet
doen:
Tijd:
Wordt voorbereid
door:
Benodigd
materiaal of
gereedschap:
1. schoonmaken
14.00 –
14.10
Fatma + groepje 1
(wastafel) Kwasten en
verfschotels
2. Werk ophangen
14.00 –
14.10
Achmed + groepje 2
Lijn + wasknijpers
3. Lokaal vegen
…………
….
4. Tafels
schoonmaken
…………
……
5. ……………….
6.
Eindverantwoordelijk voor het opruimen: Fatma …………..
Kosten
Slide 27
Nu is jouw draaiboek klaar!
Succes met de uitvoering van de activiteit.