1.4 antwoorden

Download Report

Transcript 1.4 antwoorden

1.4 Resulterende kracht
𝐹𝑟𝑒𝑠 = 𝑚 ⋅ 𝑎 = 5,0 ⋅ 103 ⋅ 5,0 = 25 ⋅ 103 N of 2,5 ⋅ 104 N
Denk eraan dat je moet afronden op het juiste aantal significante cijfers. Als je er eentje
naast zit op een toets wordt het niet fout gerekend (als er niks bij staat) maar 25000 N is
dus wel fout.
Je weet zeker dat er op het schilderij een zwaartekracht naar beneden werkt. Omdat er een
even grootte maar tegengestelde kracht van de spijker (haakje, schroef,…) op het schilderij
werkt is de resulterende kracht op het schilderij 0 N. Er is dan geen vervorming of
versnelling/vertraging.
Als je fietst is er een wrijvingskracht. Om te fietsen met constante snelheid moet je deze
wrijvingskracht precies opheffen. Is je kracht groter dan versnel je; is je kracht kleiner dan
vertraag je. Maar de resulterende kracht is 0 N.
22
23
24
25 a
b
c
26
27
𝐹𝑟𝑒𝑠 = 3 ∙ 6,0 ∙ 102 = 18 ∙ 102 N
𝐹𝑟𝑒𝑠 = 200 − 3 ∙ 50 = 50 N naar links
28
29
𝑎=
𝐹𝑟𝑒𝑠
𝛥𝑣 6,0
=
= 2,0 m/s 2
𝛥𝑡 3,0
= 𝑚 ⋅ 𝑎 = 70 ⋅ 2,0 = 1,4 ⋅ 102 N of 14 ⋅ 101 N