Nascholing en accreditatie

Download Report

Transcript Nascholing en accreditatie

Nascholing en accreditatie
Om het diploma Kynologisch instructeur geldig te houden, dient nascholing te worden
gevolgd.
Voor de gevolgde nascholing worden punten gegeven:



15 punten voor een dagdeel.
30 punten voor een dag.
Uitzonderingen zijn door de (interim) CKI aangegeven puntenwaardering voor een
nascholingsmoment.
Herbenoeming is mogelijk na het behalen van 90 nascholingspunten, evenredig verdeeld
over 3 jaar.
Waar moet nascholing aan voldoen:
1. In eerste instantie moet de nascholing gericht zijn op het up to date houden van de
opgedane kennis.
2. Verder moet de nascholing gericht zijn op gedragshoudingen en leerprocessen van de
hond.
3. Nascholing kan ook gericht zijn op onderwijstechnieken.
Verder kan nascholing bestaan uit:
 Het verbreden van algemene kennis van opvoeden van honden voor zover dit een
aanvulling is op reeds opgedane kennis tijdens de cursus kynologisch instructeur of een
aanverwante cursus.
 Uitbreiding van kennis door het volgen van seminars die specifiek gericht zijn op het vak/
interessegebied waarin de kynologisch instructeur les geeft (jacht, IPO, SpH., behendigheid, flyball e.d.).
 Uitbreiding van kennis tot algemeen nut voor een vereniging zoals Dieren E.H.B.O.,
Fysiologie, cursussen over welzijn en stress bij honden, cursussen over lichamelijke
problemen bij sporthonden, medische basiskennis, de rol van de hond in de
maatschappij of de levensbehoeften van de hond.
 KK1 of KK2
Nascholing wordt door de CKI per geval beoordeeld en indien van het gewenste niveau,
geaccrediteerd.
Uiteraard mag de nascholing niet in strijd zijn met het Kynologisch Reglement, de Wet dieren
en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten.
Van de gevolgde nascholing dient een bewijs van deelneming te worden overlegd welke
getekend is door de organisator of trainer van de betreffende nascholing en de Kynologisch
Instructeur.