Transcript PowerPoint-presentatie
Slide 1
Opgeblazen ego’s in behandeling
Prof. Wim Slot
ACK-Symposium
Korte lontjes en opgeblazen ego’s
Amsterdam 27 februari 2007
Slide 2
Wat gebeurt hier?
Slide 3
• Zelfwaardering is iets anders dan
narcisme
Slide 4
• Zelfwaardering: mate waarin iemand
zichzelf als een waardevol persoon in
relatie tot anderen beschouwt (Harter)
Slide 5
• Narcisme: het overdrijven van je
talenten en je prestaties, het vragen van
aandacht, bewondering en een
speciale behandeling. Narcisten zijn
weinig empatisch, gebruiken anderen
en vragen zich -merkwaardig genoeg voortdurend af wat anderen van hen
denken. (Thomaes)
Slide 6
Thomaes (2007)
hoge zelfwaardering
agressie
lage zelfwaardering
laag
narcisme
hoog
163 SCHOLIEREN (54% JONGENS) 10 - 13 JAAR
Slide 7
Thomaes (2007)
GEEN SCHAAMTE
SCHAAMTE
hoge zelfwaardering
agressie
lage zelfwaardering
laag
narcisme
hoog
laag
hoog
163 SCHOLIEREN (54% JONGENS) 10 - 13 JAAR
Slide 8
Implicaties voor behandeling
• Differentiëren tussen zelfwaardering en
narcisme
• Doelen formuleren die adequaat
zelfwaarde-gevoel bevorderen
• Bejegening, feedback en instructie
richten op deze doelen
Slide 9
Differentiëren tussen zelfwaardering en
narcisme
• In veel gezinnen en
behandelingssettings ontbreekt
positieve feedback
• Behandelaars proberen dat om te
buigen om zelfwaardering bij het kind te
vergroten
• Maar, niet iedere positieve feedback is
goed.
Slide 10
Infantiliserende feedback:
“High how are you today?”
“I like your tie”
“How are we all feeling today?”
Infantiliserende feedback leidt niet tot grotere
zelfwaardering en werkt averechts bij ‘opgeblazen ego’s
Slide 11
Ongedifferentieerde feedback, op de kaart staat niets om trots
op te zijn.
Kaart van: Marjan verdiende privileges: spelcomputer, buitenshuis
Punten
verdiend voor:
par
500
Opgestaan
W
500
Ontbijttaak
H
Naar school
H
1000
1000
Middagtaak
tafelgesprek
W
500
kamer netjes
W
500
kaart bijgehouden
Totaal verdiend
kwijtgeraakt door:
W
1000
5000
punten
M
Totaal kwijt
par
Slide 12
Beter: Gedifferentieerde feedback
Kaart van: Marjan verdiende privileges: spelcomputer, buitenshuis
Punten
verdiend voor:
500
Opgestaan
par
W
500 Ontbijttaak snel klaar H
500
Naar school
punten
500
kwijtgeraakt door:
kamer niet op slot
H
W
1000 Thea geholpen bij taak W
500 kamer netjes
W
1000 ruzie met P goedgemaakt M
5000
Totaal verdiend
H
500 laat thuis zonder melden W
1000 Belangrijke dingen
gezegd over school
par
1000
Totaal kwijt
Slide 13
Formuleer doelen die zelfwaardering
bevorderen en die niet leiden tot versterking
van narcistische gevoelens
• Ontwikkelingsgericht
• Toegespitst op ontwikkelingstaken die
op dat moment actueel zijn
• Volgens het Vygotsky: in het gebied van
de proximale ontwikkeling. ".
Slide 14
Ontwikkelingsgericht: kijk of kind voldoende
voldoende vaardigheden heeft om
ontwikkelingstaken te vervullen
ontwikkelingstaken
vaardigheden
Slide 15
kinderen
Cicchetti & Lynch, 1995
ontwikkelingstaken:
•Fysiologische regulatie
vaardigheden: (voorbeelden)
Slikken, adequaat op prikkels reageren,
slaap / waak ritme opbouwen
•Motorische ontwikkeling
Fles vast houden, rollen, kruipen, lopen
fijnere motorische vaardigheden
•Affectregulatie en differentiatie
gevoelens herkennen, een naam geven
•Vorming gehechtheidsrelaties
•Vorming van een autonoom zelf
•Symbolische ontwikkeling
•Verwerking van sociale informatie
•relaties met leeftijdgenootjes
•Functioneren op school
Opvoeder gebruiken als veilige basis,
ouder aankijken,
Zelf initiatieven nemen, exploreren,
contactleggen met andere kinderen
Woorden leren, napraten. ‘Alsof-spel’
met stimulerend speelgoed spelen
Nieuwsgierig naar wat een ander ,
bedoelt, vraag stellen
Spelletjes doen met anderen, simpele
conflicten aangaan / oplossen
Luisteren, een tijdje stil zitten
Slide 16
Adolescenten
Slot & Spanjaard (2000)
ontwikkelingstaken:
•autonomie t.o.v. ouder(s)
•Onderwijs/werk
•Vrije tijd
•Woonsituatie
vaardigheden: (voorbeelden)
‘geven en nemen’ in discussies met
ouders
Stage lopen/ kiezen voor studie
Hobby kiezen, plannen van vrije tijd
eigen huishouden opbouwen
•Omgaan met autoriteit
Op zelfbewuste wijze gezag dulden,
onderhandelen
•Gezondheid
Gerichte keuzes bij eten en drinken,
risico’s op letsel inschatten
•Lichaam/uiterlijk
•Soc. contacten/vriendschappen.
•Intimiteit, seksualiteit
Ontspannen zijn als je bekeken wordt
Iets voor de ander doen, vertrouwen
tonen
Versieren, aanvoelen welke intimiteit de
ander wenst
Slide 17
veerkracht
• Zelfvertrouwen
• Positief
temperament
• IQ
• Goed Uiterlijk
Slide 18
Vygotskys gebied van de proximale ontwikkeling:
doelen, instructie en feedback hebben betrekking op
ontwikkelingen waar het kind ‘net’ aan toe is. Met
enige inspanning haalbaar, maar niet te makkelijk
te makkelijk
te moeilijk
Slide 19
Zowel doelen die te makkelijk zijn als te moeilijke
doelen kunnen tot schaamte (en dus ook agressie)
leiden. Zeker bij Narcissus.
te makkelijk
te moeilijk
Slide 20
Slide 21
Ga op zoek naar de taken en
vaardigheden waar veranderingen
kunnen / zullen plaatsvinden die
voor het kind van belang zijn
te makkelijk
te moeilijk
Slide 22
ontwikkelingstaken:
•autonomie t.o.v. ouder(s)
•Onderwijs/werk
•Vrije tijd
•Woonsituatie
vaardigheden: (voorbeelden)
‘geven en nemen’ in discussies met
ouders
Stage lopen/ kiezen voor studie
Hobby kiezen, plannen van vrije tijd
eigen huishouden opbouwen
•Omgaan met autoriteit
Op zelfbewuste wijze gezag dulden,
onderhandelen
•Gezondheid
Gerichte keuzes bij eten en drinken,
risico’s op letsel inschatten
•Lichaam/uiterlijk
•Soc. contacten/vriendschappen.
•Intimiteit, seksualiteit
Ontspannen zijn als je bekeken wordt
Iets voor de ander doen, vertrouwen
tonen
Versieren, aanvoelen welke intimiteit de
ander wenst
Slide 23
Schaamte en agressie
• Agressief gedrag dat de jeugdige geen
enkel voordeel lijkt op te leveren: vaak
wordt het schaamte element over het
hoofd gezien.
Slide 24
Schaamte en agressie in groepen
• Behandelingsvormen in groepen bevatten
(onbedoeld?) elementen die schaamte
opwekken
– Verwijzingen naar ongemakkelijke
bijverschijnselen van rijping
– Verwijzingen naar iemands afkomst
– Vernederende instructies
– Geen (eervolle) uitweg bieden uit ongemakkelijke
of conflictueuze situaties.
– Als jongeren toegeven of inbinden: suggereren dat
ze dat doen omdat het van ‘de leiding’ moet
Slide 25
Interventies bij agressieve incidenten
in groepen*
• Benadrukken van controle en zelfwaarde,
voorkomen van schaamte
– Controle: “jij bepaalt wat er nu gaat gebeuren”
– Zelfwaarde: “Ik snap dat je boos bent. Dat
respecteer ik”
– Voorkomen van schaamte door ‘toeschouwers’
weg te sturen, of door getuigen van het incident
naderhand in te praten, of als de jeugdige die
agressief was terugkomt in de groep, de groep
eerst voorbereiden en instrueren.
*Slot & Spanjaard (2003)
Slide 26
3 kernzinnen*
• “Jij kunt het”
• “Jij bent belangrijk”
• “Jij hebt goede ideeën”
*: Chamberlain & Bank
Slide 27
Slide 28
Behandeling van ernstig antisociaal gedrag.
Voorbeeld: Functional Family Therapy (FFT)
Slide 29
Functional Family Therapy
Sexton& Alexander 2003
Ouders en kinderen leren:
1. Nieuwe betekenis geven aan: conflicten,
intenties, emoties en handelingen
2. Vaardigheden leren om risico’s te verminderen en
protectieve factoren te mobiliseren
3. Vaardigheden om probleemsituaties het hoofd te
bieden
4. Het toepassen van deze vaardigheden in andere
situaties en op latere tijdstippen
5. Weten wat te doen tijdens terugval
6. Gebruikmaken van netwerk en steun in de buurt
Slide 30
FFT hanteert een fasering
maak probleemgedrag van het kind tot een
onderwerp dat het gezin aangaat. (family issue)
Slide 31
Wat gebeurt hier?
Opgeblazen ego’s in behandeling
Prof. Wim Slot
ACK-Symposium
Korte lontjes en opgeblazen ego’s
Amsterdam 27 februari 2007
Slide 2
Wat gebeurt hier?
Slide 3
• Zelfwaardering is iets anders dan
narcisme
Slide 4
• Zelfwaardering: mate waarin iemand
zichzelf als een waardevol persoon in
relatie tot anderen beschouwt (Harter)
Slide 5
• Narcisme: het overdrijven van je
talenten en je prestaties, het vragen van
aandacht, bewondering en een
speciale behandeling. Narcisten zijn
weinig empatisch, gebruiken anderen
en vragen zich -merkwaardig genoeg voortdurend af wat anderen van hen
denken. (Thomaes)
Slide 6
Thomaes (2007)
hoge zelfwaardering
agressie
lage zelfwaardering
laag
narcisme
hoog
163 SCHOLIEREN (54% JONGENS) 10 - 13 JAAR
Slide 7
Thomaes (2007)
GEEN SCHAAMTE
SCHAAMTE
hoge zelfwaardering
agressie
lage zelfwaardering
laag
narcisme
hoog
laag
hoog
163 SCHOLIEREN (54% JONGENS) 10 - 13 JAAR
Slide 8
Implicaties voor behandeling
• Differentiëren tussen zelfwaardering en
narcisme
• Doelen formuleren die adequaat
zelfwaarde-gevoel bevorderen
• Bejegening, feedback en instructie
richten op deze doelen
Slide 9
Differentiëren tussen zelfwaardering en
narcisme
• In veel gezinnen en
behandelingssettings ontbreekt
positieve feedback
• Behandelaars proberen dat om te
buigen om zelfwaardering bij het kind te
vergroten
• Maar, niet iedere positieve feedback is
goed.
Slide 10
Infantiliserende feedback:
“High how are you today?”
“I like your tie”
“How are we all feeling today?”
Infantiliserende feedback leidt niet tot grotere
zelfwaardering en werkt averechts bij ‘opgeblazen ego’s
Slide 11
Ongedifferentieerde feedback, op de kaart staat niets om trots
op te zijn.
Kaart van: Marjan verdiende privileges: spelcomputer, buitenshuis
Punten
verdiend voor:
par
500
Opgestaan
W
500
Ontbijttaak
H
Naar school
H
1000
1000
Middagtaak
tafelgesprek
W
500
kamer netjes
W
500
kaart bijgehouden
Totaal verdiend
kwijtgeraakt door:
W
1000
5000
punten
M
Totaal kwijt
par
Slide 12
Beter: Gedifferentieerde feedback
Kaart van: Marjan verdiende privileges: spelcomputer, buitenshuis
Punten
verdiend voor:
500
Opgestaan
par
W
500 Ontbijttaak snel klaar H
500
Naar school
punten
500
kwijtgeraakt door:
kamer niet op slot
H
W
1000 Thea geholpen bij taak W
500 kamer netjes
W
1000 ruzie met P goedgemaakt M
5000
Totaal verdiend
H
500 laat thuis zonder melden W
1000 Belangrijke dingen
gezegd over school
par
1000
Totaal kwijt
Slide 13
Formuleer doelen die zelfwaardering
bevorderen en die niet leiden tot versterking
van narcistische gevoelens
• Ontwikkelingsgericht
• Toegespitst op ontwikkelingstaken die
op dat moment actueel zijn
• Volgens het Vygotsky: in het gebied van
de proximale ontwikkeling. ".
Slide 14
Ontwikkelingsgericht: kijk of kind voldoende
voldoende vaardigheden heeft om
ontwikkelingstaken te vervullen
ontwikkelingstaken
vaardigheden
Slide 15
kinderen
Cicchetti & Lynch, 1995
ontwikkelingstaken:
•Fysiologische regulatie
vaardigheden: (voorbeelden)
Slikken, adequaat op prikkels reageren,
slaap / waak ritme opbouwen
•Motorische ontwikkeling
Fles vast houden, rollen, kruipen, lopen
fijnere motorische vaardigheden
•Affectregulatie en differentiatie
gevoelens herkennen, een naam geven
•Vorming gehechtheidsrelaties
•Vorming van een autonoom zelf
•Symbolische ontwikkeling
•Verwerking van sociale informatie
•relaties met leeftijdgenootjes
•Functioneren op school
Opvoeder gebruiken als veilige basis,
ouder aankijken,
Zelf initiatieven nemen, exploreren,
contactleggen met andere kinderen
Woorden leren, napraten. ‘Alsof-spel’
met stimulerend speelgoed spelen
Nieuwsgierig naar wat een ander ,
bedoelt, vraag stellen
Spelletjes doen met anderen, simpele
conflicten aangaan / oplossen
Luisteren, een tijdje stil zitten
Slide 16
Adolescenten
Slot & Spanjaard (2000)
ontwikkelingstaken:
•autonomie t.o.v. ouder(s)
•Onderwijs/werk
•Vrije tijd
•Woonsituatie
vaardigheden: (voorbeelden)
‘geven en nemen’ in discussies met
ouders
Stage lopen/ kiezen voor studie
Hobby kiezen, plannen van vrije tijd
eigen huishouden opbouwen
•Omgaan met autoriteit
Op zelfbewuste wijze gezag dulden,
onderhandelen
•Gezondheid
Gerichte keuzes bij eten en drinken,
risico’s op letsel inschatten
•Lichaam/uiterlijk
•Soc. contacten/vriendschappen.
•Intimiteit, seksualiteit
Ontspannen zijn als je bekeken wordt
Iets voor de ander doen, vertrouwen
tonen
Versieren, aanvoelen welke intimiteit de
ander wenst
Slide 17
veerkracht
• Zelfvertrouwen
• Positief
temperament
• IQ
• Goed Uiterlijk
Slide 18
Vygotskys gebied van de proximale ontwikkeling:
doelen, instructie en feedback hebben betrekking op
ontwikkelingen waar het kind ‘net’ aan toe is. Met
enige inspanning haalbaar, maar niet te makkelijk
te makkelijk
te moeilijk
Slide 19
Zowel doelen die te makkelijk zijn als te moeilijke
doelen kunnen tot schaamte (en dus ook agressie)
leiden. Zeker bij Narcissus.
te makkelijk
te moeilijk
Slide 20
Slide 21
Ga op zoek naar de taken en
vaardigheden waar veranderingen
kunnen / zullen plaatsvinden die
voor het kind van belang zijn
te makkelijk
te moeilijk
Slide 22
ontwikkelingstaken:
•autonomie t.o.v. ouder(s)
•Onderwijs/werk
•Vrije tijd
•Woonsituatie
vaardigheden: (voorbeelden)
‘geven en nemen’ in discussies met
ouders
Stage lopen/ kiezen voor studie
Hobby kiezen, plannen van vrije tijd
eigen huishouden opbouwen
•Omgaan met autoriteit
Op zelfbewuste wijze gezag dulden,
onderhandelen
•Gezondheid
Gerichte keuzes bij eten en drinken,
risico’s op letsel inschatten
•Lichaam/uiterlijk
•Soc. contacten/vriendschappen.
•Intimiteit, seksualiteit
Ontspannen zijn als je bekeken wordt
Iets voor de ander doen, vertrouwen
tonen
Versieren, aanvoelen welke intimiteit de
ander wenst
Slide 23
Schaamte en agressie
• Agressief gedrag dat de jeugdige geen
enkel voordeel lijkt op te leveren: vaak
wordt het schaamte element over het
hoofd gezien.
Slide 24
Schaamte en agressie in groepen
• Behandelingsvormen in groepen bevatten
(onbedoeld?) elementen die schaamte
opwekken
– Verwijzingen naar ongemakkelijke
bijverschijnselen van rijping
– Verwijzingen naar iemands afkomst
– Vernederende instructies
– Geen (eervolle) uitweg bieden uit ongemakkelijke
of conflictueuze situaties.
– Als jongeren toegeven of inbinden: suggereren dat
ze dat doen omdat het van ‘de leiding’ moet
Slide 25
Interventies bij agressieve incidenten
in groepen*
• Benadrukken van controle en zelfwaarde,
voorkomen van schaamte
– Controle: “jij bepaalt wat er nu gaat gebeuren”
– Zelfwaarde: “Ik snap dat je boos bent. Dat
respecteer ik”
– Voorkomen van schaamte door ‘toeschouwers’
weg te sturen, of door getuigen van het incident
naderhand in te praten, of als de jeugdige die
agressief was terugkomt in de groep, de groep
eerst voorbereiden en instrueren.
*Slot & Spanjaard (2003)
Slide 26
3 kernzinnen*
• “Jij kunt het”
• “Jij bent belangrijk”
• “Jij hebt goede ideeën”
*: Chamberlain & Bank
Slide 27
Slide 28
Behandeling van ernstig antisociaal gedrag.
Voorbeeld: Functional Family Therapy (FFT)
Slide 29
Functional Family Therapy
Sexton& Alexander 2003
Ouders en kinderen leren:
1. Nieuwe betekenis geven aan: conflicten,
intenties, emoties en handelingen
2. Vaardigheden leren om risico’s te verminderen en
protectieve factoren te mobiliseren
3. Vaardigheden om probleemsituaties het hoofd te
bieden
4. Het toepassen van deze vaardigheden in andere
situaties en op latere tijdstippen
5. Weten wat te doen tijdens terugval
6. Gebruikmaken van netwerk en steun in de buurt
Slide 30
FFT hanteert een fasering
maak probleemgedrag van het kind tot een
onderwerp dat het gezin aangaat. (family issue)
Slide 31
Wat gebeurt hier?