wat kun je beter niet doen?

Download Report

Transcript wat kun je beter niet doen?

Hooghartige heren
en
Drammende dames
Arjan Videler
Willy Garenfeld
Hans Vlek
Als ik sterf
dan liefst
zoals
Sarah Bernhardt.
Theatraal
groots,
ontroerend.
En dan
weer opstaan
voor de bloemen.
Persoonlijkheidsstoornissen
Herkenning en omgang
in de palliatieve zorg
Programma
•
•
•
•
•
Persoonlijkheidsstoornis
Verschijningsvormen in de palliatieve zorg
Tragiek van persoonlijkheidsstoornissen
Casuïstiek
Conclusies
“Persona”
Persoonlijkheid
Persoonlijkheidsstoornis
As-I
As-II
As-III
As-IV
As-V
Psychische stoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen
Lichamelijke ziekten
Psychosociale stressoren
GAF- score, een cijfer voor
psychosociaal functioneren
Persoonlijkheidsstoornis
Persoonlijkheid
Adaptief
- Autonoom en competent functioneren
- Effectief en efficiënt reageren op de omgeving
- Een subjectief gevoel van tevredenheid
- De mogelijkheid tot (zelf) verwerkelijking
Persoonlijkheidsstoornis
Disadaptief
- Starre patronen te weinig adaptatie
- Vicieuze cirkels van gedrag
- Gedrag waardoor tegendeel van oorspronkelijk doel
bereikt wordt
- Verminderde draagkracht waardoor spanning en
labiliteit
Drie clusters
A
Vreemd,
Excentriek,
Denkstoornissen
B
Dramatisch,
Emotioneel,
Impulsief
C
Angstig,
Gespannen
VERSCHILLENDE
PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN
Willem van der Does
“BUITENBEENTJES”
 “LASTPAKKEN”
 “ANGSTHAZEN”
Cluster A
paranoïde PS
schizoïde PS
schizotypische PS
De “buitenbeentjes”
De “buitenbeentjes”
Deze mensen kenmerken zich door
– Zonderling gedrag de “einzelgängers’’
– Apart / excentrieke gedrag
– Achterdocht en wantrouwen
– Koele en afstandelijke houding in het contact
– Vreemde denkpatronen
– Weinig interesse in de omgeving
– Beperkte sociale vaardigheden
Cluster B
narcistische PS
antisociale PS
borderline PS
theatrale PS
“Lastpakken”
“Lastpakken”
Dit zijn mensen die zich kenmerken door
–Het uiten van veel verschillende emoties
–Onvoorspelbaar gedrag
–Impulsiviteit
–Kunnen veel aandacht vragen
–Doen een groot beroep op hun omgeving
–Negatieve houding t.o.v. van de buitenwereld
–Grensoverschrijdend gedrag
Cluster C
afhankelijke PS
ontwijkende PS
dwangmatige PS
“Angsthazen”
“Angsthazen”
Dit zijn mensen die zich kenmerken door
– Angst voor contacten met anderen
– Angst voor confrontaties/
conflicten/ ruzies
– Angst voor sociale situaties
– Angst om te falen
Volwassenen
• Borderline en cluster C:
goed psychotherapeutisch te behandelen
• Toepasbaarheid bij ouderen onduidelijk
(Van Alphen, Videler, Van Royen en Verhey, 2009)
Beloop persoonlijkheidspathologie
Beloop persoonlijkheidspathologie
Beloop persoonlijkheidspathologie
Laat ontstane persoonlijkheidsstoornis
Levensfasegebonden factoren leggen de
onderliggende kwetsbaarheid bloot
• Verborgen afhankelijkheid
Laat ontstane persoonlijkheidsstoornis
Levensfasegebonden factoren leggen de
onderliggende kwetsbaarheid bloot
• Van gezond naar storend narcisme
“Ik ben niets en toch ben ik het enige waar ik aan denk”
Laat ontstane persoonlijkheidsstoornis
Levensfasegebonden factoren leggen de
onderliggende kwetsbaarheid bloot
• Isolement
Persoonlijkheidsverandering
• Door somatische oorzaak
- Cerebraal (cva, maligniteit, dementie)
- Stemmingsontregeling
- Medicatie
- Psychologische reactie op somatische aandoening
• Persoonlijkheidsaanscherping
• Persoonlijkheidsuitdoving
Persoonlijkheidspathologie
• Openbaring is afhankelijk van context
• Beperkte coping bij veranderende omstandigheden
• Dus juist ook in terminale fase
Persoonlijkheid en terminale fase
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Verlies autonomie
Afhankelijkheid
Controleverlies
Afscheid nemen
Onzekerheid / Angst
(Toekomst ?, Pijn ?, Benauwdheid ?, Dood)
Ondraaglijkheid
Moeite met uitstel
Wilsbeschikking
Familie
Wensenboekje
- Personalia
- Contactpersonen
- Levenbeschouwing of geloofsovertuiging
- Afscheid van overledene
- Uitvaart / Crematie
- Zakelijke gegevens / contactpersonen
Herkennen en omgang?
46
Cluster?
Tragiek van persoonlijkheidsstoornissen
Patiënt
Verzorgende
Fenomenologie in de palliatieve zorg
• Persoonlijkheidspathologie in de zorgrelatie
• Wat is je eigen allergie
Omgangsadviezen cluster A?
A
…wat kun je beter niet doen?
…wat kun je beter wel doen?
B
C
53
Cluster A “buitenbeentjes”
Niet doen
1.Gesprekken over
emoties voeren
2.Meegaan in irreële
gedachten
3.Doorbreken van
bepaalde rituelen
4.Onverschillig gedrag
proberen tegen te gaan
5.Motiveren voor sociale
activiteiten
Wel doen
1.Zakelijke houding over
praktische zaken
2.Voorzichtig bijstellen van
te irreële gedachten
3.Gewoonten, rituelen
zoveel mogelijk laten
4.Pseudo-depressief gedrag
accepteren
5.Motiveren voor individuele
activiteiten
Omgangsadviezen cluster B?
A
…wat kun je beter niet doen?
…wat kun je beter wel doen?
B
C
55
Cluster B “lastpakken”
Niet doen
1.Uitingen van trots de
kop indrukken
2.Claimend gedrag
negeren
3.Meegaan in uitspeel
gedrag
4.Problemen allemaal
zelf willen oplossen
5.Te amicale houding
aannemen
Wel doen
1.Oprechte bewondering
uiten
2.Aandacht structureren
qua tijdstip /personen
3.Goede afspraken maken
binnen het team
(samen consequent zijn)
4.Eigen beperkingen onderkennen, advies vragen
5. Neutrale zelfverzekerde
houding
Omgangsadviezen cluster C?
A
…wat kun je beter niet doen?
…wat kun je beter wel doen?
B
C
57
Cluster C “angsthazen”
Niet doen
1.Verantwoordelijkheid
te veel overnemen
2.Gewoontes en regels
willen veranderen
3.Negatieve gedachten
bevestigen
4.Willekeurig afspraken
maken
5.Creatieve vermogens
benadrukken
Wel doen
1.Zelfstandigheid bevorderen met kleine stapjes
2.Controle zoveel mogelijk
bij betrokkene laten
3.Accent op het vergroten
van het zelfvertrouwen
4.Afspraken maken op
vaste tijdstippen
5.Iemands nauwkeurigheid
positief benoemen.
Conclusies
• Persoonlijkheidsstoornis is ook op latere leeftijd
relevante diagnose
• Persoonlijkheid(sstoornis) betrekken in zorgplan