De Ontwikkeling van de persoonsgerichte

Download Report

Transcript De Ontwikkeling van de persoonsgerichte

DE ONTWIKKELING VAN DE
PERSOONSGERICHTE
ONDERSTEUNINGSUITKOMSTEN
SCHAAL (POS)
Elise Bonte 1BaOA1
1. Inleiding
1.1 Kwaliteit van bestaan
 Mensen met een beperking: bevorderen van goede kwaliteit van bestaan
 Kwaliteit van bestaan: geëvolueerd
 Conceptueel model voor het meten van individuele kwaliteit van bestaan
 Sociaal concept om richting te geven aan de zorgpraktijk en kwaliteitsverbetering
 Criterium voor het beoordelen van de effectiviteit
 Internationaal gebruikt worden
 Leidraad voor organisaties om in beleid en praktijk strategieën toe te voegen om
de kwaliteit van bestaan te bevorderen
 Kwaliteit van bestaan wordt beïnvloed door persoonlijke- en omgevingsfactoren
 Subjectieve en objectieve indicatoren nodig om te evalueren
Beleid & management
 Ontwikkeling van een instrument van kwaliteit van bestaan voor mensen met een
verstandelijke beperking
 Gaat uit van het referentiekader van Schalock (8 dimensies)
 Ontwikkeld door Schalock en Verdugo
 Relevant voor gedragswetenschappers
 Gaat om hetzelfde als dat wat iedereen belangrijk vindt
 Vergroot als mensen zelf participeren in beslissingen
 Vergroot door mensen in de samenleving te accepteren en te integreren
 Multidimensionaliteit
 Componenten in het model van kwaliteit van bestaan
 Factoren
 Domeinen
 Indicatoren
 Bedoeling van ontwikkelen schaal:
 Inschatting van KVB van individuele persoon
 Subjectieve mening en geobjectiveerde inschatting over hoe de persoon zelf
zijn KVB ervaart
 Gebaseerd op het geschetste conceptueel model
1.2 Meten van kwaliteit van bestaan
 Actuele visie:
 Multidimensionaal
 Gebruik methodologisch pluralisme
 Incorporeren van een systeem
 Betrekken van mensen met een beperking in de ontwikkeling en implementatie
 Empirische basis:
 Observatie
 Beschrijving
 Concept mapping
 Combinatie van uitkomsten van kwalitatieve en kwantitatieve studies op gebied van
kwaliteit van bestaan
2. Methode van constructie
 POS werd ontwikkeld in verschillende stappen:
 Onderzoek en literatuur op het gebied van domeinspecifieke indicatoritems
 Parallelle versies maken van de schaal om subjectieve en objectieve
indicatoren te meten en zo de inhoud te vergelijken
 Elk item is op vier criteria beoordeeld: belang, relevantie, haalbaarheid en
verbetering
 Meerdere betrokken personen evalueerden elk potentieel indicator
 De auteurs ontwikkelden de parallelle formulering voor elk item
 Een pilotversie van de schaal werd afgenomen bij zorgaanbieders
 Cronbach’s alpha’s werden voor de pilotversie berekend om de interne
consistentie te bepalen
 Er werd een tweede pilotversie afgenomen van een aangepaste versie om
betrouwbaarheidscoëfficiënten te berekenen
 Het meetinstrument werd afgerond en er werd een online-versie ontwikkeld
3. Betrouwbaarheid en validiteit
3.1 betrouwbaarheid
Procedures voor afname van de POS
 Betrouwbaarheid bevorderen
 Procedures voor afname van de interviews ontwikkeld
 Afgenomen door professional
 Interviewer moet er rekening mee houden dat de antwoorden afhankelijk kunnen
zijn van: persoonlijke kenmerken, ervaringen, omstandigheden…
Interne consistentie
 Homogeniteit van items binnen het instrument
 Alle factorscores hebben een aanvaardbare interne consistentie
 De scores van de cliënten zelf vertonen een gelijkaardig patroon van interne
consistentie als die van proxies of professionelen
Correlatie tussen beoordeling cliënt en proxy/correlatie tussen beoordeling twee
professionals
 Afname bij verschillende types van respondenten
 Overeenkomsten nagegaan
 Zelfbeoordeling: correlatiecoëfficiënt tussen cliënt en proxy
 Geobjectiveerde beoordeling: correlatie berekend tussen twee verschillende
professionals
 Correlatie in huidige studie is aanvaardbaar, dus instrument kan op een
betrouwbare manier afgenomen worden
Congruentie tussen zelfbeoordeling en geobjectiveerde beoordeling
 Laagste correlatie te vinden voor het domein emotioneel welbevinden
 Nood aan complementariteit en aanzet tot dialoog
3.2 validiteit
 Vraag of het instrument meet wat het moet meten
Inhoudsvaliditeit
 Refereert naar de constructie van het instrument en naar de representativiteit van de
items voor het te meten concept
 Cross-cultureel onderzoek
 Zorgvuldig besproken binnen expert- en focusgroepen
Concurrente validiteit
 Mate waarin de score van een persoon een bepaalde test correleert met een score
van die persoon op een andere test
 Bepaald door de afname van de geobjectiveerde beoordelingsversie
 Algemene correlatie tussen de POS en de GENCAT hoog, op domein materieel
welbevinden
4. Toepassingsmogelijkheden
 Meerdere doeleinden
 Kwaliteitsverbetering
 Persoonsgerichte ondersteuningsmethodiek
 Wensen en persoonlijke aspiraties met de persoon besproken en vastgelegd
 Ondersteuningsbehoefte van de persoon vastgelegd: ondersteuningsmethodiek
 Individueel ondersteuningsplan opgesteld
 Teruggekoppeld en kunnen worden gebruikt voor bijstelling van wensen,
ondersteuningsbehoeften en het ondersteuningsplan
 Geven informatie voer de kwaliteit van de organisatie
 Belangrijkste doel: KVB van de individuele cliënten zoveel mogelijk bevorderen
 Uitkomsten POS weergegeven in:
 Profielen voor een individu
 Locatie
 Gehele organisatie
 Van de individuele persoon, in relatie tot anderen
 Locatie, organisatie
 Onderzoek naar de predictoren van kwaliteit van bestaan
5. Conclusie
 Meten van kwaliteit van bestaan voor mensen met een verstandelijke beperking
 Gebaseerd op het conceptueel model van Kwaliteit van Bestaan
 Zowel subjectieve/ zelfbeoordelingsscores als objectie/ geobjectiveerde
beoordelingsscores
 Gebaseerd op een theoretisch kader
 Belang van het betrekken van stakeholders
 In de handleiding uitdrukkelijk richtlijnen opgenomen voor de training van interviewers en
voor de afname van de POS
 Bij de ontwikkeling ervan: rekening gehouden met de acht principes
 Gebaseerd op een valide conceptueel kader
 Theoretisch gebaseerd en inductief ontwikkeld
 Methodisch verantwoord zijn
 Inzicht moeten kunnen verschaffen
 Analyse van data en feedback
 Correlatiecoëfficiënten acceptabel zijn
 Concurrente validiteit aantonen
 Gesprek voeren over de mogelijke antwoorden
 Combinatie van zelfbeoordeling en geobjectiveerde beoordeling: confrontatie van
verschillende perspectieven
 Actieve betrokkenheid van de respondent + indirecte informanten
 Beide perspectieven in eenzelfde instrument te integreren
 Reële en open dialoog
 Eerste ervaring:
 Positief
 Kwalitatieve informatie
 Nuttig om door te spelen
 In toekomst behoefte aan kinder- en jongerenversie
 Bij ruimer gebruik van nadere ervaringen met de POS, ook in de internationale
context: aanpassingen nodig