Klik hier voor de presentatie van Kees Vernooy

Download Report

Transcript Klik hier voor de presentatie van Kees Vernooy

SAMENWERKEN AAN EEN GOEDE
LEESVAARDIGHEID VOOR ELK KIND!
Dr. Kees Vernooy
Lector hogeschool Edith Stein
Den Bosch
16 april 2012
Motto
Goed leren lezen is een
mensenrecht! (Lyon)
Elk kind een lezer
(Slavin 14 november 2011)
Ruth Rendell in Het Stenen Oordeel.
De kunst van lezen en schrijven is een van de
hoekstenen van onze beschaving. Analfabeet
zijn betekent mismaakt zijn.
Vernooy (2012)
Er is maar één basisvaardigheid en dat is
leesvaardigheid.
Leesvaardigheid
- is nodig voor vrijwel alle vakken
- 85% van het schoolcurriculum doet een beroep op
leesvaardigheid
Als lezen zo belangrijk is ….
moeten alle partijen die met lezen te maken
hebben op een afgestemde manier
samenwerken om van elk kind een goede lezer
te maken.
Wat kenmerkt
een goed begrijpende lezer?
• Vlot en vloeiend lezen
• Goede woordenschat
• Gebruik van leesstrategieën
Hoe word je een goede lezer?
• De meeste kinderen: goede, evenwichtige
leesinstructie; de leerkracht is de sleutel voor het
leessucces van kinderen (Expert Panel on Early
Reading, 2003).
• Veel lezen, waarbij volgens een meta-analyse van
Guthrie en Humenick (2004) twee zaken van
belang zijn:
– De aanwezigheid van veel boeken voor leerlingen;
– Zelf mogen kiezen wat je wilt lezen (Allington 2012).
Marilyn Jager Adams
‘Als we willen dat kinderen goed leren lezen,
moeten we hen veel laten lezen. Als we willen
dat kinderen veel lezen, moeten we hen goed
leren lezen.’
Elk kind een lezer?
• Een kwart tot een derde van de leerlingen is in
groep 8 zwak (Van den Broek 2010);
• Nederlandse kinderen zijn geen gemotiveerde
lezers; bijna 50% van de kinderen leest thuis
nooit (PISA 2009).
Dit is een probleem zowel voor kinderen als voor
de samenleving.
Wat zegt onderzoek?
• Maximaal 2 á 3 % zwakke lezers (Allington 2009);
• Kinderen die slecht starten met lezen blijven
vrijwel altijd een zwakke lezer;
• Op veel scholen nemen na groep 6 de
leesresultaten af (Hacquebord e.a. 2010): de
leesvaardigheid van zwakke lezers neemt af als ze
niet meer lezen (Willms en Murray, 2007).
• Het is een mythe/fundamentele fout om na groep
5 geen leesonderwijs meer te geven (Garbe e.a.
2009).
Wat zegt de wetenschap nog meer?
Toename woordenschat hangt vooral van
lezen af (Cunningham & Stanovich, 1998).
De meeste woordenschat wordt door lezen
verworven!
Veel lezen doet er veel toe!
Laat kinderen veel lezen
“Recent vonden we, dat de omvang van het
lezen van leerlingen in de school één van de
belangrijkste verschillen in ervaringen was in
meer of minder effectieve klassen.” (Allington,
2003)
Wat moet er gebeuren?
• Leesonderwijs moet de 1e prioriteit van elke school zijn
en scholen moeten daar voldoende tijd aan besteden;
• Scholen moeten leesonderwijs blijven geven en beter
omgaan met verschillen tussen leerlingen;
• Stilleesbeleid: een must! Maar: bij het stillezen horen
ook informatieve boeken;
• De motivatie voor lezen moet beter worden;
• We moeten leerlingen meer samen laten lezen
(tutoring, PAL). Dat is motiverend (Woolley 2009;
Egbertsen 2012);
• We moeten ouders en bibliotheek actief en expliciet bij
de leesontwikkeling betrekken.
Wat is het meest belangrijk?
• Goede taal-/leesprofessionaliteit van de
leerkracht; minstens 30% van de resultaten
hangt van de leerkracht af.
• Leerkrachten die effectief kunnen omgaan
met verschillen.
De effecten van goed lesgeven
(Bevindingen van een meta-analyse)
Percentage of Achievement Variance
> 30%
Teachers
Students
Home
Peers
~5-10%
Schools
Principal
~5-10%
Hattie (2003, 2005)
~50%
Dr. Alan E. Farstrup (2008)
De goed opgeleide en deskundige leerkracht is
een voorwaarde voor leessucces van de
leerlingen.
Maar … laat leerlingen ook samen
lezen
• Leerlingen kunnen elkaar helpen. Peertutoring heeft een effectgrootte van 0.55!
• Heel veel onderzoek toont, dat tutoring met
(jonge) kinderen heel effectief kan zijn (Berrill
2009, Egbertsen 2012).
• Tutors moeten getraind worden en vanuit
goede inzichten en een goede structuur
werken; bovendien moeten ze regelmatig
feedback op hun werk krijgen.
En … betrek ouders bij het
leesonderwijs
• Ouderlijke betrokkenheid bij het leren van
kinderen heeft voor kinderen van alle
leeftijden en culturen positieve effecten;
• Des te eerder de ouderlijke betrokkenheid
begint, des te sterker het effect ervan is.
Keith & Lichtman (1994, Smerekar e.a. (2001) en Cotton &
Wikelund (2004).
Kijk wat er gebeurt als kinderen thuis lezen!
Leesniveau
Aantal minuten per dag
thuis lezen
90th
37 min.
50th
10th
11 min.
1 min.
In één jaar lezen de
beste lezers 2.25
miljoen meer woorden
dan de zwakke lezers
Trelease from Anderson, et al, “Growth in Reading and How Children Spend Their Time
Outside of School.” Reading Research Quarterly, Summer 1988.
Meta-analyse Sénéchal (2006)
The Effect of Family Literacy Intervention On Children’s Acquisition of Reading
1. Ouderlijke betrokkenheid heeft een positieve invloed op
het leren lezen van het kind. De effectgrootte was .68 en
dat is een redelijk groot effect.
2. De drie vormen van ouderbetrokkenheid die Sénéchal
vond, verschilden in effectiviteit:
Ouders die specifieke leesvaardigheden aan hun kinderen
onderwezen - een directe factor - waren twee keer zo
effectief dan ouders die naar het lezen van hun kinderen
luisterden en zes keer effectiever dan ouders die hun
kinderen aanmoedigden door hun kind voor te lezen
Indirecte factoren).
Ouders ondersteunende feedback bieden, veranderde de
effectiviteit van de aanpakken niet.
Vervolg Sénéchal
3. De ouderlijke betrokkenheid had een
positieve invloed op kinderen in groep 1 – 5.
De interventies waren zowel effectief voor
kinderen met leesproblemen als voor zich
normaal ontwikkelende lezers. De sociaaleconomische achtergrond van de gezinnen
beïnvloedde het positieve effect van de
interventies niet.
OECD (november 2011)
Onderzoek in 14 landen toont:
Kinderen die veel tijdens het leren lezen lazen met
hun ouders, profiteerden daar op 15 jarige
leeftijd zelfs nog van.
Deze kinderen hadden op 15 jarige leeftijd een
leesvoorsprong van een half jaar.
Het onderzoek liet verder zien, dat het niet om
hoogopgeleide ouders ging.
Conclusie
Ouders met welke achtergrond dan ook kunnen
hun kinderen met het leren lezen helpen.
De effectiviteit van die ouderlijke hulp hangt af
van de soort ouder-kind activiteiten.
Het is verder van belang dat scholen en
bibliotheken rekening houden met die
effectiviteitsverschillen.
Waar hebben ouders vooral ondersteuning
bij nodig?
• De keuze van teksten/boeken
• De wijze van helpen
Partnerlezen: sterk!
Zin voor zin lezen
– Partners geven na het lezen van een zin de beurt
door
– De tweede lezer herleest eerst de door de eerste
lezer gelezen zin en leest vervolgens de nieuwe
zin.
– Deze aanpak versterkt de aandacht (taakgerichte
leestijd) en het corrigeren van fouten
Samen beter lezen
Eerste stap: Samen hardop lezen
- voor er met het lezen begonnen wordt, bespreekt de ouder met het kind de tekst
- kind en ouder lezen tegelijkertijd hardop de tekst, waarbij de ouder zich aan het
leestempo van het kind aanpast;
-als het kind een woord niet correct leest, leest de ouder het, het kind zegt het woord
vervolgens, waarna er weer gezamenlijk verder wordt gelezen.
Tweede stap: Alleen lezen
- als de tekst gezamenlijk gelezen is, leest het kind, als het over voldoende
zelfvertrouwen beschikt, deze vervolgens alleen;
- aarzelt het kind bij het lezen van een woord of maakt het kind tijdens het alleen
lezen een fout (leest een ander woord, spreekt het woord niet goed uit), dan
wacht de ouder 4 seconden om het kind in de gelegenheid te stellen zichzelf te
corrigeren;
- het kind herleest het fout gelezen fout;
- ouder en kind lezen de tekst weer samen hardop als het kind dat wenst.
Volgens Topping is het van belang, dat 'paired reading' vijf keer per week plaatsvindt.
De ouder als model van een goede lezer
• Ik doe het voor
• Wij doen het samen
• Jij doet het
Een effectieve aanpak
• Nodig ouders met een kind wat
leesmoeilijkheden heeft na schooltijd uit.
• Model hoe je als ouder het beste je kind kunt
helpen.
• Laat ouders met hun kind aan de slag gaan.
• Nodig ze uit om over 5 weken terug te komen.
• Deze aanpak werkt.
Rol bibliotheken
• Goede boeken voor het stilleesbeleid
• Goede boeken om thuis te lezen
• Ouders leesondersteuningsmethodieken
bijbrengen
Tot slot:
Lezen stopt nooit!
.