Schrijfvaardigheid en argumentatie

Download Report

Transcript Schrijfvaardigheid en argumentatie

Schrijfvaardigheid en argumentatie Vwo 4

Schrijfdoelen

Volgens het communicatiemodel

BOODSCHAP ZENDER

DE SCHRIJVER

Wat de schrijver met zijn boodschap bij de lezer wil bereiken = het schrijfdoel

ONTVANGER

DE LEZER

Schrijfdoelen

Wij onderscheiden de volgende schrijfdoelen:

- Amuseren (bij niet-zakelijke teksten)

Je wilt met jouw tekst een lezer vermaken .

- Informeren

Je wilt met jouw tekst een lezer meer informatie geven over een bepaald onderwerp, zodat de lezer wat leert over dit onderwerp.

- Opiniëren

Je wilt met jouw tekst een lezer de kans geven zelf een mening te vormen over een bepaald onderwerp. Dit doe je door meningen van andere tegenover elkaar te zetten en de lezer verder te informeren over een bepaald onderwerp.

- Overtuigen

Je wilt met jouw tekst een lezer overtuigen van het standpunt dat jij in jouw tekst inneemt en met argumenten ondersteunt.

- Activeren

Je wilt met jouw tekst een lezer aanzetten tot handelen.

Opbouw van een tekst

Een tekst bestaat uit drie delen. Ieder deel heeft zijn eigen functie:

Inleiding Middenstuk Slot

Opbouw van een tekst

Inleiding Een inleiding heeft over het algemeen twee functies: 1. De aandacht van de lezer trekken 2. Het onderwerp van de tekst introduceren

Hoe trek je de aandacht van de lezer?

a. Door een voorbeeld te geven (verhaaltje, anekdote, weetje).

b. Door terug te grijpen op de geschiedenis (hoe er in het verleden met het onderwerp is omgegaan).

c. Door in te spelen op de actualiteit ( je sluit aan bij iets wat nu in het middelpunt van de belangstelling staat. Let!! Hierdoor kan je tekst een minder lange houdbaarheidsdatum krijgen!) d. Door in te spelen op het belang van de lezer (Je laat aan je doelgroep zien dat het nut heeft om jouw tekst te lezen).

Opbouw van een tekst

Inleiding Hoe introduceer je een onderwerp?

1. Een of meerdere vragen stellen 2. Een probleem formuleren 3. Een mening of standpunt verkondigen (bij een overtuigende tekst!) 4. De opbouw van een tekst aan te geven

Opbouw van een tekst

Middenstuk

Het middenstuk is het grootste deel van de tekst. Hierin wordt de inhoud van je tekst uitgewerkt

deelonderwerpen komen hierin aan bod.

Bepaalde tekstsoorten hebben een vaste structuur voor het middenstuk. Je kunt je structuur verduidelijken door het gebruik van:

- Tussenkoppen - duidelijke alineaindeling

Opbouw van een tekst

Slot

Het slot bevat in ieder geval de hoofdgedachte van de tekst. (Bij een overtuigende tekst is dit dus wederom het standpunt). Je rondt in het slot jouw tekst af. Naast de hoofdgedachte kan het slot bestaan uit:

-Een korte samenvatting (meestal bij informatieve teksten) - een afweging (meestal bij opiniërende teksten) - een toekomstverwachting - een aansporing (meestal bij activerende teksten)

BELANGRIJK!

In het slot mogen geen nieuwe deelonderwerpen of argumenten meer gegeven worden! Die horen in het middenstuk.

Tekstsoorten

Aan de hand van de verschillende schrijfdoelen onderscheiden we ook verschillende tekstsoorten:

Informerende tekst -Instructie

Een reeks aanwijzingen; legt uit hoe de lezer iets moet doen.

-Nieuwsbericht

Over een actuele gebeurtenis; geeft objectieve en betrouwbare informatie.

Opiniërende tekst -Recensie

Een tekst waarin een recensent zijn oordeel geeft en je informeert over een onderwerp, zodat de lezer zijn mening kan vormen.

-Verslag

Een beschrijving van een gebeurtenis (evenement of wedstrijd). Bevat ook de mening van de schrijver over de gebeurtenis.

Overtuigende tekst -Betoog

Een tekst waarin een schrijver een standpunt in neemt t.o.v. een onderwerp en dit standpunt beargumenteert.

-Ingezonden brief

Schrijvers reageren op een gebeurtenis of tekst en geven hun beargumenteerde mening.

De overtuigende tekst: argumentatie

BOODSCHAP

DE SCHRIJVER DE LEZER

De overtuigende tekst: argumentatie

STANDPUNT: Mening van een schrijver of de positie die een schrijver inneemt t.o.v een bepaalde stelling STELLING: Illegaal downloaden van muziek moet harder worden aangepakt.

STANDPUNT SCHRIJVER: Positief: Ik vind dat het illegaal downloaden van muziek harder moet worden aangepakt. Negatief: Ik vind dat het illegaal downloaden van muziek niet harder moet worden

aangepakt/ versoepeld moet worden.

De overtuigende tekst: argumentatie

STANDPUNT: Mening van een schrijver of de positie die een schrijver inneemt t.o.v een bepaalde stelling

In een overtuigende tekst moet het standpunt van de schrijver beargumenteerd worden, zodat de lezer inzicht krijgt in de positiekeuze van de schrijver.

Middenstuk

In het middenstuk van een overtuigende tekst wordt de argumentatie uitgewerkt.

De overtuigende tekst: argumentatie

In schema kan een overtuigende tekst er als volgt uitzien:

STANDPUNT ARGUMENT 1 + ONDERSTEUNING ARGUMENT 2 + ONDERSTEUNING ARGUMENT 3 + ONDERSTEUNING

De overtuigende tekst: argumentatie

Om te laten zien dat je als schrijver geen eenzijdig beeld wilt geven, geef je ook enkele tegenargumenten:

STANDPUNT ARGUMENT 1 + ONDERSTEUNING Tegenargument 1 + weerlegging ARGUMENT 2 + ONDERSTEUNING ARGUMENT 3 + ONDERSTEUNING Tegenargument 2 + weerlegging Een weerlegging geeft aan waarom het tegenargument niet een reden is om het oneens te worden met het standpunt van de schrijver

De overtuigende tekst: argumentatie

Hoe ziet een alinea met een argument eruit?

Standpunt: Ik vind dat het illegaal downloaden van muziek niet harder moet worden

aangepakt/ versoepeld moet worden.

Alinea met argument 1

Door illegaal downloaden verdienen beginnende bands meer aan de verkoop van concertkaartjes.(argument 1) = KERNZIN De universiteit van Leuven heeft onderzocht dat 60% van nieuwe bands die zijn opgericht tussen 2007 en 2010 40% meer kaarten bij concerten verkopen in hun beginjaren, dan bands die zijn begonnen in de periode tussen 1995 en 2000 toen het illegaal downloaden van muziek nog geen rol speelde. (ondersteuning)

De overtuigende tekst: argumentatie

INDELING VAN DE TEKST

INLEIDING

STANDPUNT

ALINEA

ARGUMENT 1 + ONDERSTEUNING

ALINEA

ARGUMENT 2 + ONDERSTEUNING Tegenargument 1 + weerlegging

ALINEA

Tegenargument 2 + weerlegging

ALINEA

ARGUMENT 3 + ONDERSTEUNING M I D D E N S T U K

ALINEA