Doorlopende leerlijnen taal en rekenen doe je zo

Download Report

Transcript Doorlopende leerlijnen taal en rekenen doe je zo

Informatiebijeenkomst over Taal
Georganiseerd door het Steunpunt Taal&Rekenen VO
Uitgevoerd door CPS, onderwijsontwikkeling en advies
Lydia van Deelen
managing consultant CPS
Verschenen in 2008
2
Programma
1. Referentieniveaus: Wat, waarom,
hoe en de gevolgen?
2. Bewustwording d.m.v. opdrachten
3. Taalbeleidsplan: eerste aanzet
3
Wat: de referentieniveaus
4
Wat: uitleg fundamenteel- en
streefniveau
• F-spoor, fundamentele kwaliteit,
functioneel gebruik
• S-spoor, streefkwaliteit, formaliseren,
generaliseren en abstraheren
(=verdiepen)
• Doelen per leeftijdscategorie:
12, 16 en 18 jaar
5
Wat: Opbouw referentieniveaus taal
• vier fundamentele niveaus
• met een opklimmende moeilijkheidsgraad
• elk fundamenteel niveau omvat het voorgaande niveau
• voor het behaalde fundamentele niveau is het volgende
niveau het streefniveau
6
Referentiekader
Waarom: voordelen van
referentiekaders
• efficiëntere en effectievere onderwijsprogramma's
• inhouden in diverse sectoren sluiten beter aan (voorkomen
herhalingen, of erger, hiaten)
• duidelijker wat uw leerlingen moeten kennen en kunnen
• er is 1 kader met 1 taal voor alle sectoren
• handvat om taal- en rekenbeleid op uw school opnieuw te
doordenken.
• voor het vervolgonderwijs is eenvoudiger vast te stellen waar
• remediëring nodig is,
• onderhoud volstaat,
• doorgewerkt kan worden richting beoogde eindniveau.
7
Hoe: de taaldomeinen
• Mondelinge taalvaardigheid
• Leesvaardigheid
• Schrijfvaardigheid
• Begrippenlijst en taalverzorging.
8
voorbeeld van één domein
9
Hoe: de referentieniveaus
• Wat moet iedere docent weten en
kunnen?
• Hoe ziet dat er in de praktijk uit?
• Oefening met teksten.
10
CPS-aanpak: de vier B’s
• Bewust
van de noodzaak van verandering
• Belang
ervaren van het nut van de verandering
• Betrokken
door vanuit eigen verantwoordelijkheid de verandering
vorm te geven
• Bekwaam
om de juiste en effectieve interventies uit te voeren
11
Bewust : de cijfers 1
Bevindingen inspectie – po 2006/2007
• In groep 4 van het basisonderwijs leest
25% van de kinderen niet goed.
• 25% van de leerlingen verlaten het
basisonderwijs met een leesniveau
AVI 6 terwijl AVI 9 noodzakelijk is.
12
Bewust: de cijfers 2
leesvaardigheid
• 25% van de kinderen verlaat groep 8 van de
basisschool op het leesniveau van groep 6
(Inspectie van het onderwijs 2007, 2008);
• Een derde van de basisschoolleerlingen scoort
onvoldoende voor begrijpend lezen op het einde
van de basisschool (Cito 2008);
• 24 % van de kinderen in de brugklas van het vmbob/k kan niet zelfstandig de voor hen bestemde
lesboeken lezen; datzelfde geldt voor 17% van de
leerlingen van het vmbo-t en voor 18% van de
leerlingen van het havo en vwo(Hacquebord e.a.
2004).
13
Bewust: de ervaring
Leesniveaus primair onderwijs
AVI 6
In …… hadden we ….
We liepen daar met een
…… vol …..en een …….
Op een groot plein zagen we……….
………… …………
Ze rookten ….. ……..
In het hotel gingen we gelijk
….. Over onze ….…. Dat was ……..
14
AVI 9
In Barcelona hadden we
vakantiepret.
We liepen daar met een
picknickmand vol sigaretten en
een routeboek.
Op een groot plein zagen we
tweehonderdentien
verschrikkelijke militairen.
Ze rookten geërgerd sigaretten.
In het hotel gingen we gelijk
emailen over onze vakantie.
Dat was ideaal.
Bewust: een oefening
De Singaporetest (ontwikkeld door de VU)
Bedenk voor jezelf:
Hoeveel procent van de woorden van
een tekst moet je kennen om de tekst
goed te begrijpen?
15
Singaporetest (1)
60% versie
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - .
We hebben geen - meer. Singapore is maar - - met een - - -. We - met - - dat we niet - kunnen.
- - ik - een - met een - aan - -, het - er -.
Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar
dat is een niet meer te - - geworden.
16
Singaporetest (2)
70% versie
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - .
We hebben geen - meer. Singapore is maar een
klein - met een sterk - -. We - met - - dat we
niet anders kunnen.
- - ik - een huis met een - aan beide -, het - er -.
Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar
dat is een niet meer te - - geworden.
17
Singaporetest (3)
80% versie
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me.
We hebben geen - meer. Singapore is maar een
klein - met een sterk groeiende bevolking . We met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik een huis met een - aan beide - , het liefst er -.
Voor de meeste mensen is dit nog steeds de wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - geworden.
18
Singaporetest (4)
90% versie
We moeten omhoog, zei een - uit Singapore
tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is
maar een klein eiland met een sterk groeiende
bevolking . We - met zo’n ruimtegebrek dat we
niet anders kunnen. - - ik iedereen een huis met
een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor
de - mensen is dit nog steeds de ideale manier
van wonen, maar dat is een niet meer te - geworden.
19
Singaporetest (5)
100% versie
We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore
tegen me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is
maar een klein eiland met een sterk groeiende
bevolking. We kampen met zo’n ruimtegebrek dat we
niet anders kunnen. Net zoals ik wil iedereen een
huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er
omheen. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de
ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer
te realiseren droom geworden.
20
Belang:
Zonder taalvaardigheid geen diploma
Een slechte leesvaardigheid is van grote
invloed op kennisvergaring, maar ook op
gedrag, motivatie en schooluitval.
85% van de drop-outs in het VO kan niet
of slecht lezen.
21
Betrokken:
wat betekent dit voor mij?
strategisch niveau
tactisch niveau
operationeel niveau
22
Bekwaam:doorlopende
leerlijnen taal en rekenen doe
je zo!!
Strategisch niveau
 Hoe past het taal/rekenbeleid in het schoolplan?
 Welke keuzes maken we om de referentiekaders te implementeren?
Tactisch niveau
 Wat moet er worden gedaan, geregeld en afgesproken om de
referentieniveaus effectief in te voeren?
 Wie gaat wat en hoe doen op welk moment op welk niveau?
Operationeel niveau
 Wat betekent de invoering van de referentiekaders voor onze
vaksectie, voor mij als docent (kennis, overdracht en monitoring)?
 Wat hebben de leerlingen nodig om het bij hen passende
referentieniveau te halen?
23
Bekwaam: kenmerken van
effectief onderwijs zijn:
Kees Vernooy (2005-2006)
24
• 1. het stellen van toetsbare, hoge doelen
• 2. voldoende tijd inruimen en extra tijd voor
risicoleerlingen
• 3. doorgaande lijn in het aanbod
• 4. het geven van kwalitatief goede instructie
• 5. convergente differentiatie als uitgangspunt
• (alle leerlingen laten profiteren van
groepsinstructie, maar vooral tijdens
verwerking rekening houden met verschillen)
• 6. monitoring, vroegtijdig signaleren en
reageren
Bekwaam: datamuur een
instrument om de klas in te delen
(stap 1: inventariseren)
• Risicoleerlingen – instructieafhankelijk
• Leerlingen waaraan je twijfelt - instructiegevoelig
• Goede leerlingen - instructieonafhankelijk
In ieder geval: de klas in kaart!
In te zetten instrumenten:
taalgerichte vakdidactiek en convergente differentiatie
25
Bekwaam
Een voorbeeld: leesstrategieën
• Kijk naar de Spaanse en Nederlandse
tekst en merk de waarde van
leesstrategieën op.
26
Taalbeleid: plan van aanpak: stap 1
Nulmeting over stand van zaken
• digitale scan op CPS site www.cps.nl: Taal in
kaart en Rekenen in kaart);
• leerlingengegevens (lvs en toetsuitslagen);
• docentenpeiling (enquête, teambesprekingen,
ADV’s etc.);
• peiling ouders en andere externe betrokkenen
(gemeenten, OCW).
27
Plan van aanpak: stap 2
• Visieontwikkeling (SWOT)
• Taal – en Rekenbeleidsplan schrijven
(prioritering en activeitenschema’s);
28
Stap 3: intervisie
• Interview elkaar in tweetallen over de
taalsituatie van uw school.
• Noteer kernachtig de antwoorden op de
vragen.
29
Stap 4: swot analyse
• Maak met behulp van de gegevens uit
het interview en de gegevens uit de
scan een SWOT analyse van de
taalsituatie op uw school. Denk hierbij
aan de achtbaan.
30
Stap 5: Taal – rekenbeleid (smart)
Hoe zorgt u dat doelen in het beleidsplan SMART worden
geformuleerd?
 Wat? (onderwerp, thema)
 Formuleren van activiteiten (gebruik werkwoorden)
 Wie gaat ‘wat’ doen
 Deadlines aangeven: wanneer gebeurt het, moet het af
zijn?
 Aantal te besteden uren
Denk er ook aan het gewenste resultaat van de activiteit te
beschrijven: wat is er af als het af is?
31
Stap 6: implementatie (taal)beleid en
monitor (PDCA)
32
plan
do
act
check
Samengevat
• Kennis van de referentieniveaus is een zaak
voor allen binnen de school.
• Beleid vraagt om uitvoering op drie niveaus
(strategisch-tactisch en operationeel)
• De B’s zijn essentieel: bewust-belangbetrokken en bekwaam
• Planmatige aanpak en monitoring bij
implementatie (taal)beleid zijn vereist
(PDCA)
33
Heeft u vragen en/of
opmerkingen dan kunt u
contact opnemen met
Lydia van Deelen, taalspecialist
[email protected], 06-55898565
www.cps.nl
CPS
Onderwijsontwikkeling en advies
Plotterweg 30
3821 BB Amersfoort
Postbus 1592
3800 BN Amersfoort
T [033] 453 43 43
F [033] 453 43 53
E [email protected]
www.cps.nl