Kostensimulatie hervorming DKO. Wat denkt het personeel

Download Report

Transcript Kostensimulatie hervorming DKO. Wat denkt het personeel

10
BranDpunt 5 // JANUARI 2017 // DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS (DKO)
Kostensimulatie hervorming
DKO. Wat denkt het
personeel ervan?
Sylvie Vanspeybroeck
Half december 2016 gaf het kabinet Onderwijs een toelichting bij
de gevraagde kostensimulatie van de hervorming deeltijds kunstonderwijs. In dit artikel lezen jullie het standpunt van het nationaal
sectorcomité en de feedback van de ledenvergadering van 12 januari 2017 in Antwerpen. Eerst volgt de toelichting bij het simulatiemodel zoals het kabinet ze aan de onderwijsverstrekkers en de
vakorganisaties gegeven heeft.
Toelichting simulatiemodel
onderwijsverstrekkers
en vakorganisaties
In de periode van december 2015 tot juli 2016 werd een cocreatief proces gelopen met de onderwijsverstrekkers en
twee directeurs met als doel een nieuwe opleidingenstructuur
voor het DKO. De vakorganisaties deden op hun eigen vraag
niet mee, maar kregen wel op verschillende overlegmomenten
info over de stand van zaken van de werkgroep. Zij konden
ook altijd feedback bezorgen na terugkoppeling met hun achterban. Midden juli kwam er een akkoord over de vorm van de
opleidingenstructuur.
De nieuwe structuur maakt nieuwe zaken mogelijk. De budgettaire gevolgen zien we in de voorliggende simulatie. De hervorming moet budgetneutraal gebeuren, wegens de huidige
budgettaire context. Daarom zijn een aantal verschuivingen
nodig. Die zijn gebaseerd op de besprekingen en de feedback
van de vakorganisaties.
In het simulatiemodel worden twee principes gehanteerd
• Om de nieuwe zaken in de opleidingenstructuur te kunnen
omkaderen, moet er met omkadering geschoven worden.
De verschuivingen gebeuren altijd binnen het ‘eigen domein’. Concreet: de nieuwe eerste graad muziek wordt
gecompenseerd binnen het domein muziek.
• Er zijn geen verschuivingen over de cesuur van de Bachelor-Master-verloning. Zo wordt er niet ingegrepen op de
wedde van de leraar.
Overzicht per studierichting
Enerzijds moeten de nieuwe structuuronderdelen gecompenseerd worden, anderzijds kwamen er verzuchtingen tot meer
omkadering voor bepaalde onderdelen naar boven. Verder werden er ook suggesties tot verschuivingen gedaan.
Hier vind je een schematisch overzicht per studierichting.
muziek
• Nieuwe onderdelen:
- Eerste graad
- Bijkomend leerjaar voor volwassenen in de
tweede graad (conform principe van het competentiegericht instromen)
- Verschillende trajectsnelheden in derde graad
mogelijk
• Opmerkingen tijdens dialoogtraject:
- Bijkomende omkadering in de tweede graad
nodig omdat meeste leerlingen met een instrument zullen starten op acht- in plaats van
negenjarige leeftijd (er kan al instrumentinitiatie gegeven worden vanaf zes jaar)
- Wenselijk om de groepsgrootte van de lessen
AMV te verlagen, om meer leerlinggericht te
werken en het vak meer toe te spitsen op de
instrumentkeuze van de leerlingen.
• Voorstel tot verschuiving:
- Grotere groepsgroottes in de derde graad
(minder omkadering)
- Grotere groepsgroottes van AMC en muziekgeschiedenis (minder omkadering)
WOORDKUNST
• Nieuwe onderdelen:
- Eerste graad
- Volwassenen kunnen afhankelijk van hun competenties ook in de tweede graad starten
- Kenneropleiding (theoretische opleiding)
• Opmerkingen tijdens dialoogtraject:
- Lagere groepsgroottes in de tweede graad
• Voorstel tot verschuiving:
- Grotere groepsgroottes in de derde graad
(minder omkadering)
BranDpunt 5 // JANUARI 2017 // DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS (DKO)
DANS
• Nieuwe onderdelen:
- Volwassenen kunnen afhankelijk van hun
competenties ook in het eerste leerjaar van
de tweede graad starten
-Choreografie-opleiding
-Kenneropleiding
• Opmerkingen tijdens dialoogtraject:
- Verhoging studieomvang van derde en vierde
graad
• Voorstel tot verschuiving:
- Grotere groepsgrootte in eerste graad (minder
omkadering)
BEELDENDE KUNST
• Nieuwe onderdelen:
- Kenneropleiding
- Invoeren van een traag traject in de vierde
graad
• Voorstel tot verschuiving:
- Verschuiving binnen vierde graad en specialisatiegraad
is, geldt volledig het principe van de open-end financiering en
vervalt het solidariteitsmechanisme.
Overgangsmaatregelen
Het kabinet wil de omkaderingsverliezen per academie
compenseren. Academies kunnen omkadering verliezen (of
winnen) door nieuwe rekenregels: wegingsfactoren, omkaderingscoëfficiënten. Het kabinet stelt voor om deze overgangsmaatregelen samen met de sector vorm te geven.
Wat zegt het personeel?
Het personeel heeft het héél moeilijk met het voorliggende simulatiemodel. Er zijn nog té
veel vragen en onzekerheden. Enkele voorbeelden.
- We vrezen dat de huidige geboden kwaliteit niet zal kunnen behouden blijven. Met de
voorgestelde groepsgroottes in bijvoorbeeld het domein woord vragen we ons af of er
alleen maar groepsvakken kunnen gegeven worden. Welke vakken vallen dan weg?
Wanneer algemeen gesproken de kwaliteit van de (groeps)vakken in het gedrang
komt, is dit volgens ons ook nefast voor het voortbestaan van hogere graden.
- We vrezen voor de tewerkstelling van collega’s in de huidige tijdelijke projecten. Wat
zijn hun rechten wanner de projecten opgaan in het reguliere systeem? Voor wat
betreft de structuur zien we ook niet hoe iedereen na de voorgestelde verschuivingen
terug aan het werk kan in het DKO.
- We kennen de vakken en de opties en de manier waarop geteld zal worden nog niet.
- Zijn er middelen voor vorming voorzien? Wat met de specifieke situatie in Brussel?
Algemeen
De globale kostprijs TO BE is lager dan AS IS, wat geldt voor
alle domeinen. Het gaat over een verschil van 93 voltijds equivalenten. Dit is echter geen besparing zegt het Kabinet. De
lestijden worden geherinvesteerd in de academies in functie
van verdieping en verbreding, bijvoorbeeld teamteaching in
het domein overschrijdende initiatie, terugkommomenten,
masterclasses, interdisciplinaire teamteaching, innovatie.
Dit ook op vraag van de sector tijdens het dialoogtraject. De
middelen hiervoor zijn het gevolg van de beperkte omkadering
voor zittenblijvers in de vierde graad (zowel binnen de lang- als
kortlopende trajecten) tot 50%.
De andere lestijden voor projectmatig aanbod dienen voor de
samenwerking tussen scholen en academies. Hiervoor worden
alle lestijden van de huidige tijdelijke projecten, muzische
vorming, kunstinitiatie gebruikt.
Financiering
De open-end financiering van het DKO blijft behouden voor de
opleidingenstructuur. Voor de financiering van de verdieping
en verbreding wordt de omkadering vastgeklikt en evolueert
die open-end mee. Voor de specialisatiegraad wordt de omkaderingscoëfficiënt gebaseerd op het aantal leerlingen dat
in de hogere graad zit. Het voorstel is om de coëfficiënt op
20% te plaatsen (Dit is het gemiddeld aantal leerlingen dat
doorstroomt van de huidige hogere graad naar de specialisatiegraad).
Voor programmatie blijft de open-end financiering behouden.
Maar voor de in oprichting zijnde structuuronderdelen (graden
van studierichtingen) wordt een solidariteitsmechanisme
voorgesteld. Hierbij zou de kostprijs van deze oprichtingen verdeeld worden over alle academies. Eens de oprichting voltooid
11
Draagvlak bij personeel
noodzakelijk
COC gaat in op de vraag van het kabinet naar feedback op het
simulatiemodel. Een hervorming kan maar slagen wanneer je
diegenen die ze moeten uitvoeren, meehebt. Het personeel
kan niet opdraaien voor de hervorming.
COC vraagt ervoor te zorgen dat de voorstellen in de praktijk
realiseerbaar zijn: hoe kan je leraren die tot nu met volle overgave en kennis van zaken met succes hun werk gedaan hebben ertoe brengen om met evenveel enthousiasme in een heel
ander verhaal te stappen?
COC vraagt dat alle aspecten van de hervorming met hun gevolgen op het personeel in het DKO rijmen met de intenties van
de minister om het lerarenberoep aantrekkelijker te maken.
COC wil dat het voor het hoogopgeleide personeel van het DKO
mogelijk blijft dezelfde kwaliteit te leveren waarover de minister vorig jaar terecht haar trots uitte in de conceptnota. Dat
komt ook de vele leerlingen ten goede!
We houden jullie op de hoogte van verdere ontwikkelingen.