Schriftlezing: Psalm 145:1-13, Openb. 5:1

Download Report

Transcript Schriftlezing: Psalm 145:1-13, Openb. 5:1

Schriftlezing: Psalm 145:1-13, Openb. 5:1-14 Tekst: Matth. 6:14b. Thema: Aanbidding. Zingen: Ps. 145:2 en 5, Ps. 99:8, Gez. 5:1 en 9, Ps. 72:10 en 11, Ps. 150:1

Hoofdpunten van de preek

Jezus leert ons in dit gebed dat het altijd gaat om God. Dat is ware aanbidding. Want van U Alle gebeden – de eerdere gebedspunten – worden met recht en reden aan God gevraagd. Hij kan, wil en zal onze gebeden verhoren. Aanbidding heeft alles met God te maken. Daarom kunnen we onder alle omstandigheden God loven. Macht We bidden tot God. Van Hem is het Koninkrijk… Hij heeft het voor het zeggen, altijd en overal! Mensen en omstandigheden maken niet de dienst uit, maar betwisten wel Gods macht. We hebben daarom te maken met de machten van zonde en dood. Daarom ‘moeten’ we bij Jezus zijn. Hij moet als koning heersen totdat Hij alle vijanden onderworpen heeft. Kracht Gods macht bestaat niet alleen op Bijbelpapier, maar blijkt. Jezus genas de zieken, verloste de bezetenen en vergaf de zonden. Tekenen van Gods koninkrijk. Jezus stond op uit het graf. Gods kracht is sterker dan de dood. Gods kracht blijkt ook uit Zijn Woord: het is een kracht van God tot zaligheid. Dode zondaren worden levend. Gods kracht zal uiteindelijk blijken in de wederkomst van Jezus. Met grote kracht en heerlijkheid. Ieder mens zal Hem met eigen oog zien. Heerlijkheid In het gebed (en alles van het christenleven) gaat het om God. We bidden om brood – zodat we zullen leven om God te eren. We bidden om vergeving – zodat we als kinderen de Vader zullen eren. God verhoort gebeden alleen om deze reden: Zijn Naam te verheerlijken. Schepping en herschepping zijn daarop gericht, zodat God tot in alle eeuwigheid verheerlijkt wordt. Mini_HC52_128 21-1-2017 HG Sommelsdijk