Transcript 2B. Casus evenementen

Omgevingswet:
omgevingsplan en integratie
gemeentelijke verordeningen
(sessie 1M)
Marco Lurks en Daan Corver (VNG)
Het omgevingsplan
• Gemeenteraad stelt één omgevingsplan vast, waarin
regels over de fysieke leefomgeving worden
opgenomen en geeft uitvoering aan de
maatschappelijke doelen van de wet (art. 2.4 en 1.3)
• Delegatie van delen van het omgevingsplan aan B&W
mogelijk (art. 2.8)
Functies en activiteiten
•
Het omgevingsplan bevat voor het gehele
grondgebied van de gemeente een evenwichtige
toedeling van functies aan locaties en andere regels
die met het oog daarop nodig zijn (art 4.2)
•
In het omgevingsplan kunnen met het oog op de
doelen van de wet regels worden gesteld over
activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben
voor de fysieke leefomgeving (art 4.1)
Reikwijdte omgevingsplan
• Nu: Bij AMvB kunnen gevallen worden aangewezen
waarin regels over de fysieke leefomgeving niet in
het omgevingsplan, waterschapsverordening of
omgevingsverordening worden opgenomen
• Straks: driedeling regels over de fysieke leefomgeving
die (1) in het omgevingsplan moeten, (2) daarin
kunnen, en (3) niet mogen worden opgenomen.
Rechtskarakter omgevingsplan
• Fysieke leefomgeving (incl. gebiedsgerichte
milieuregels)
• Regel, werkingsgebied en omgevingswaarde
• Inherente afwijkingsbevoegdheid
• Appellabel
• Verbeelding op elektronische wijze
Inhoud omgevingsplan
Meldingsplicht
(art. 4.4 Ow)
Vereenvoudigd
kostenverhaal
Overgangsrecht op
maat
Faseren onderzoek
Verleggen
beoordelingsmoment
Dynamische opzet
Open normen
(hst 12 Ow / afd. 13.6)
Nader
afwegingsmoment
Maatwerkregels (milieu
/ duurzaamheid)
Zorgplicht
Vaststellen
omgevingswaarden
Gelijkwaardigheid
(art. 2.11 Ow)
Positieve verplichtingen
(art. 4.7 Ow)
Beleidsregels
Vergunning
omgevingsplanactiviteit
Delegatie
Voorafgaand
Voorbereidingsbesluit
(art. 2.8 Ow)
Maatwerkvoorschrift
(art. 4.5 Ow)
Integratie
verordeningen
(art 2.4 en 2.7 Ow)
Verschijningsvorm van regels
• Activiteit niet regelen (dus toegestaan)
• Activiteit toestaan, eventueel onder voorwaarden
• Activiteit toestaan met maatwerkvoorschrift bevoegdhd.
(art. 4.5)
• Activiteit verbieden zonder voorafgaande melding
(art. 4.4)
• Activiteit ‘absoluut’ verbieden
• Activiteit verbieden, met beoordelingsregels die
aangeven wanneer een afwijkactiviteit in ieder geval
wordt of kan worden (oud)
Introductie
omgevingsplanactiviteit (opa)
• Omgevingsplan kan ‘expliciet’ bepalen dat voor
een activiteit vergunning nodig is (binnenplanse
vergunning). Geldt ook voor activiteit bouwen
(knip).
• Omgevingsplan wordt eenvoudiger en beter
leesbaar
• Vergunning niet meer altijd als buitenplanse
afwijking
• Binnenplanse vergunning is geen afwijking:
afwijkactiviteit wordt ‘omgevingsplanactiviteit’
Beoordelingsregels
omgevingsplanactiviteit
• Voldoet een activiteit aan ‘binnenplanse’ beoordelingsregels:
=> vergunning wordt verleend
• Voldoet een activiteit niet aan binnenplanse
beoordelingsregels:
=> vergunning kan toch worden verleend in afwijking van
het omgevingsplan in het belang van ‘een evenwichtige
toedeling van functies aan locaties’
• B&W wijken ‘vrij’ af van regels van de gemeenteraad
• Duale verhoudingen en mechanismen (art.169, vierde lid,
Gemeentewet: voorhang waarbij raad en wensen en
bedenkingen kenbaar kunnen maken)
Handvatten voor het
omgevingsplan
Aanleiding: bundeling lopende initiatieven
• Chw-pilots: bestemmingsplan verbrede reikwijdte
• I&M: ‘prototype’ omgevingsplan
• Geonovum: digitale standaarden
• andere initiatieven o.a. markt, IenM, VNG, BZK
• 3 uitdrukkelijke wensen VNG:
1) Interbestuurlijk gevalideerde voorbeelden + modellen
omgevingsplan;
2) Afstemmen inhoud & digitale eisen;
3) Toets bruikbaarheid wettelijke regels.
Staalkaarten: voor 11 gebiedstypen
Staalkaarten: 3 ‘gebiedsprocessen’
Conserverend
Transformatie
Herstructurering
Bouwstenen: voor ‘de rest’
Bouwstenen: welke onderwerpen?
• activiteiten zoals kappen van bomen en het aanleggen
van een uitrit (beide vaak in de APV geregeld);
• vergunningen zoals de standplaatsvergunning en de
ligplaatsvergunning;
• verordeningen zoals de monumentenverordening, de
verordening werkzaamheden kabels en leidingen en
de beheerverordening gemeentelijke
begraafplaatsen;
• maar ook aan een algemeen stelsel van
grondexploitatieregels met deelvarianten uitgewerkt
voor verschillende typen van gebiedsontwikkeling en
thema’s zoals water.
De ‘handvatten’: het totaalplaatje
a)
b)
c)
d)
e)
f)
g)
h)
i)
j)
k)
l)
Centrum Stedelijk
Buiten Centrum
Groen Stedelijk
Centrum Dorps
Industrie
Bedrijven
Kantoren en publieksintensief
LG: Stedelijk uitloopgebied
LG: Agrarisch
LG: Verweving van functies
LG: Hoofdfunctie natuur
…
Bouwstenen
Enkele verschillen omgevingsplan en
(autonome) verordeningen
• regels over de fysieke leefomgeving v. het
belang van de gemeente
• beroep v. exceptieve toetsing
• ’afwijkvergunning’ v. algeheel verbod
• geen directe rol burgemeester in stelsel Ow
• eigenzinnigheden eigen gemeentelijke
vergunningenstelsels
• Uitvoeringsregelgeving
• Lex silencio positivo nooit van toepassing
Casus
‘’ de kapvergunning ‘’
Artikel 1.3
(maatschappelijke doelen van de wet)
Deze wet is, met het oog op duurzame
ontwikkeling, de bewoonbaarheid van het land en
de bescherming en verbetering van het
leefmilieu, gericht op het in onderlinge
samenhang:
a. bereiken en in stand houden van een veilige
en gezonde fysieke leefomgeving en een goede
omgevingskwaliteit, en
b. doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen
van de fysieke leefomgeving ter vervulling van
maatschappelijke behoeften.
Artikel 16.64 (beslistermijn)
3. Met toepassing van artikel 28, eerste lid,
laatste zinsnede, van de Dienstenwet is
paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet
bestuursrecht niet van toepassing op de
voorbereiding van de beslissing op de aanvraag.
Artikel 2.8 (delegatie)
De gemeenteraad [kan] de bevoegdheid tot het
vaststellen van delen van het
omgevingsplan[…] delegeren aan het college
van burgemeester en wethouders[…].
Artikel 5.8 (bevoegd gezag
gemeente aanvraag één activiteit)
Het college van burgemeester en wethouders
beslist op de aanvraag om een
omgevingsvergunning die betrekking heeft
op één activiteit, tenzij op grond van artikel
5.9, 5.10 of 5.11 een ander bestuursorgaan is
aangewezen.