Transcript Den Haag, 17 november 2016 Aan de voorzitter van de

Schriftelijke vragen
borstvoeding tijdens
werktijd
Gemeenteraadsfractie D66 Den Haag, Spui 70, 2511 BT Den Haag, [email protected], 070 3533728
Den Haag, 17 november 2016
Aan de voorzitter van de gemeenteraad,
De gemeente Den Haag heeft een vrouw die onder werktijd haar baby borstvoeding wilde
geven onterecht ontslagen. Dat oordeelt het College voor de Rechten van de Mens. De
vrouw wilde onder werktijd naar de opvang van haar dochtertje, op enkele minuten van
haar werk, om borstvoeding te geven. Ze kreeg echter geen toestemming. Haar
leidinggevende bood aan dat ze op de werkplek zou kunnen kolven, maar dat wilde de
vrouw niet. De onenigheid eindigde in het ontslag van de vrouw. Zij diende daarop een
klacht in omdat ze zich gediscrimineerd voelde op grond van haar geslacht. Het College
voor de Rechten van de Mens geeft haar nu gelijk1. De fractie van D66 is onaangenaam
verrast door deze casus en is van mening dat een vrouwelijke werknemer alle
gelegenheid moet krijgen om gedurende een bepaalde periode tijdens werktijd haar kind
op de door haar gewenste manier te voeden.
Met inachtneming van artikel 30 van het reglement van orde stelt de fractie van D66
daarom de volgende vragen:
1. Wat vindt het college van deze casus en de uitspraak door het College voor de
Rechten van de Mens?
2. Kan het college aangeven waarom in deze specifieke situatie de leidinggevende
niet heeft meegewerkt aan de meest efficiënte en gewenste oplossing voor de
werkneemster in kwestie?
3. Is het college bekend met andere vrouwelijke gemeentelijke werknemers die door
leidinggevenden in een soortgelijke situatie tot alternatieve oplossingen worden
gedwongen die geen recht doen aan het grondrecht om je kind onder werktijd een
aantal maal per dag borstvoeding te geven?
4. Kan het college er op toezien dat in toekomstige en soortgelijke situaties meer
adequaat wordt omgegaan met de invulling van dit grondrecht?
Hoogachtend,
Hanneke van der Werf
D66
1
https://www.mensenrechten.nl/berichten/zwangerschapsdiscriminatie-blijft-een-groot-probleem