Transcript brochure
Talis 2018 Teaching and learning international survey 2018 Deelnemers Argentinië (Buenos Aires)* Australië* België (Vlaanderen en Wallonië)* Brazilië Bulgarije Canada (Alberta) Chili China (Shanghai) Colombia Denemarken* Estland Finland Frankrijk* Georgië Hongarije IJsland Israël Italië Japan* Kazachstan Korea* Kroatië Letland Litouwen Malta Mexico Nederland* Nieuw Zeeland Noorwegen Portugal Roemenië Rusland Saudi Arabië Singapore Slowakije Slovenië Spanje Oostenrijk Tsjechië Turkije* Verenigde Arabische Emiraten (Abu Dhabi & Dubai)* Verenigd Koninkrijk (Engeland)* Verenigde Staten Vietnam* Zweden* De landen met een * nemen zowel aan het vo- als po-gedeelte van Talis 2018 deel. Talis2018 Teaching and learning international survey Talis in een notendop Talis staat voor Teaching and Learning International Survey en is een internationaal vergelijkend onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwik keling (OESO) onder leraren en schoolleiders over hun beroep en werkomgeving. Talis geeft leraren en schoolleiders de kans zich uit te spreken over hun vak en hun school en levert door (internationale) vergelijkingen waardevolle inzichten op. Aan Talis 2018 doen 44 landen mee 1. Nederland doet voor de derde keer mee in de onderbouw van het voortgezet onderwijs en voor de eerste keer in het basisonderwijs. •Talis 2018 is een samenwerking tussen overheden, OESO en leraren en school leiders, ondersteund door de International Association for the Evaluation of Educational Achievement (IEA). •Talis 2018 is het enige internationale onderzoek naar de leer- en werkomgeving van leraren en schoolleiders dat periodiek wordt herhaald, waardoor ontwikkelingen zichtbaar worden. •Talis 2018 maakt een vergelijking mogelijk tussen onderwijssystemen in ruim 40 lan den. Daardoor krijgen de deelnemende landen inzicht in welke landen voor dezelf de uitdagingen staan en kunnen zij leren van landen met een vergelijkbare of afwij kende onderwijsbenadering. •Talis 2018 biedt leraren en schoolleiders de mogelijkheid zich uit te spreken over hun eigen professie en werkomstandigheden en zo een bijdrage te leveren aan nationale beleidsontwikkeling. •Leraren en schoolleiders krijgen een terug koppeling van de resultaten van de eigen school, afgezet tegen andere scholen. •Talis 2018 wordt in Nederland ondersteund door AOb, AVS, CNV Onderwijs, FvOv, Onderwijscoöperatie, PO-Raad, VO-raad, het ministerie van OCW en het NRO. •Het onderzoek vindt plaats in de periode 2016-2018. De eerste resultaten worden in 2019 gepubliceerd. 1 Stand van zaken juli 2016, er kunnen nog enige wijzigingen optreden in de lijst van deelnemende landen en economieën. Waar richt Talis 2018 zich op? Talis 2018 richt zich onder andere op: •De opleiding en professionele ontwikkeling van leraren en facilitering daarvan vanuit de school. •Lesstijlen van leraren, hun didactische en pedagogische opvattingen. •Tijd die wordt besteed aan lesgrelateerde en niet-lesgerelateerde taken en werk beleving. •Belemmeringen die schoolleiders en leraren ervaren in het uitoefenen van hun beroep. •Het schoolklimaat, waaronder de mate van zeggenschap van leraren op het school beleid, de steun die wordt ervaren vanuit de leiding en collega’s, mate van collegiale samenwerking en deelname aan gezamen lijke professionaliseringsactiviteiten. •Leiderschap in de school, zoals leider schapsstijl, taken en autonomie van de schoolleider en (wijze van) beoordeling van leraren. •De wijze waarop leraren en scholen om gaan met verschillen tussen leerlingen als het gaat om hun capaciteit, gedrag en culturele/sociale context. De OESO publiceert in 2019 het eindrapport. Daarnaast brengt Nederland twee nationale rapporten uit: één voor het basisonderwijs en één voor het voortgezet onderwijs. Wie worden bevraagd? Leraren die lesgeven in het basisonderwijs (groep 3 t/m 8) en hun schoolleiders en leraren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs en hun schoolleiders. Scholen en leraren worden via een steekproef door een onafhankelijk instituut geselecteerd voor deelname aan Talis. In Nederland zijn dat 150 scholen voor voortgezet onderwijs en 200 scholen voor het basisonderwijs. Binnen elke school worden 20 leraren geselecteerd. Indien er 20 of minder leraren werkzaam zijn, 3 4 Talis2018 Teaching and learning international survey Frank Kraus, vestigingsdirecteur Talis 2013 “ Het Talis schoolrapport heeft voor ons goede ideeën opgeleverd en dat wens ik iedere school toe ” worden alle leraren van die school benaderd voor deelname. Op welke manier? Op elke school zorgt een schoolcoördinator ervoor dat de geselecteerde leraren een uitnodigingsbrief krijgen met een code waarmee ze de vragenlijst online kunnen invullen. Eventueel kunnen de vragenlijsten ook op papier worden ingevuld. De invultijd van de vragenlijst bedraagt ongeveer 45 minuten. Alle antwoorden in dit onderzoek worden uiteraard geheel vertrouwelijk behandeld. Op geen enkel moment worden de namen van individuele leraren, school leiders of scholen bekend gemaakt, tenzij daar uitdrukkelijk toestemming voor wordt gegeven. Door een schoolcoördinator in te zetten, blijven de namen van de leraren ook voor het Nederlandse Talis-team onbe kend. De schoolcoördinator is de enige persoon die weet wie een uitnodiging heeft gekregen en wie de vragenlijst heeft inge vuld. De schoolcoördinator weet niet welke antwoorden de leraren hebben gegeven. Voorafgaand Tijdens vooronderzoek, de zogenaamde field trial, die in het voorjaar van 2017 plaats vindt, worden de vragenlijsten en de proce dures getest. Hiervoor worden 15 scholen voor voortgezet onderwijs en 15 basisscholen benaderd, die zijn geselecteerd door de OESO. Binnen elke school worden 20 leraren gevraagd de vragenlijst in te vullen, evenals de schoolleider. Als een school minder dan 20 leraren heeft, worden alle leraren geselecteerd. Uitkomsten van Talis 2013 Aan Talis 2013 hebben ruim 100.000 leraren en 10.000 schoolleiders deelgenomen uit 33 landen, waaronder ongeveer 2.000 leraren van bijna 130 scholen voor het voortgezet onderwijs in Nederland. Mede dankzij de medewerking van veel scholen, de VO-raad, de Onderwijscoöperatie en de werknemers organisaties is in Nederland een respons bereikt van bijna 80%. De belangrijkste bevindingen uit Talis 2013 zijn: •In Nederland is ruim 90% van de leraren in de onderbouw van het voortgezet onder wijs tevreden met hun baan. De werk tevredenheid is groter onder leraren die vinden dat de feedback die zij ontvangen hun didactisch handelen positief beïn vloedt. Van leraren die het krijgen van feedback vooral als een administratieve plicht zien, is de werktevredenheid lager. •Internationaal gezien vindt ongeveer 30% van de leraren dat het beroep van leraar gewaardeerd wordt door de maatschappij. In Nederland is dat met 40% iets hoger. Het blijkt dat leraren die een rol hebben in het besluitvormingsproces op hun school, vaker van mening zijn dat hun beroep maatschappelijk gewaardeerd wordt. •De omvang van de klas heeft maar een heel klein effect op de werktevredenheid. Niet het aantal leerlingen is doorslag gevend, maar het type leerling dat in de klas zit. Leraren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs die lesgeven aan klassen met relatief veel leerlingen met Talis2018 Teaching and learning international survey Stellingen over schoolcultuur en zeggenschap, Maatschappelijke status leraarsberoep en werk percentages schoolleiders en leraren in Neder tevredenheid in Noordwest-Europa land die er mee eens zijn % Leraren die denkt dat het leraarsberoep wordt gewaardeerd door de maatschappij % Leraren die al met al tevreden zijn met hun baan Leraren Schoolleiders 90 80 80 70 70 60 60 50 50 40 40 30 30 20 20 10 10 0 0 a Deze school geeft de medewerkers de mogelijkheid om deel te nemen aan besluitvorming omtrent de school. ur op ed -E N W eg rw oo Zw en d an nl N em en D Fi ar (V nd la En ge nd ke K) ) (B er en la er Vl aa ed N en 90 n 100 nd 100 Op deze school heerst een cultuur van samenwerking die wordt gekarakteriseerd door wederzijdse steun. Aandeel leraren vo in Nederland en in Noordwest-Europa dat binnen 1 jaar heeft deelgenomen aan professionele ontwikkeling naar onderwerp en percentage dat een positief effect op hun lesgeven rapporteert Positief effect Nederland Deelgenomen ICT t.b.v. lesgeven Leerlinggedrag en klassenmanagement Lesgeven aan leerlingen met speciale behoeften NW-Europa ICT t.b.v. lesgeven Leerlinggedrag en klassenmanagement Lesgeven aan leerlingen met speciale behoeften 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 5 6 Talis2018 Teaching and learning international survey gedragsproblemen, zijn minder tevreden met hun werk. Een positief werkklimaat binnen de school kan wel compenseren tegen lagere tevredenheid. •Een positief werkklimaat is afhankelijk van goede onderlinge relaties. Goede rela ties binnen de school zijn dus belangrijk; schoolleiders en leraren spelen daarbij een belangrijke rol. •Leraren in de onderbouw van het voort gezet onderwijs, zowel in Nederland als in andere landen, hebben de meeste behoefte aan bijscholing op het gebied van ICTvaardigheden en ‘omgaan met verschillen’ /differentiatie in onderwijsaan bod. De belangrijkste belemmering voor Nederlandse leraren om deel te nemen aan professionalisering is dat scholingsacti viteiten niet goed passen in het rooster van leraren (38%) en dat volgens leraren het aanbod van geschikte opleidingstrajecten tekort schiet (39%). •Ongeveer een kwart van de Nederlandse leraren (24%) vindt dat de best presterende leraren de meeste waardering krijgen; internationaal gezien vindt 38% van de leraren dit. •De gemiddelde werkweek van leraren in de onderbouw van het voortgezet onder wijs in Nederland is 35,6 uur. Dat is lager dan het internationale gemiddelde van 38,3 uur. In Nederland werken echter veel leraren part time. Wanneer alleen gekeken wordt naar leraren met een full time aanstelling (≥ 0,9fte), komt de gemiddelde werkweek van Nederlandse leraren op 41,2 uur. Dat is iets meer dan het Talisgemiddelde van 40 uur. •Nederlandse leraren besteden gemiddeld 42% van hun tijd aan lesgeven. Dit is gelijk aan het internationale gemid delde. Nederlandse leraren zijn relatief gezien tijdens de lessen iets meer tijd kwijt aan orde houden in de klas (Nederland: 16%; Talis: 13%) en aan administratieve taken (Nederland: 10%; Talis: 8%). Een groot deel van de Nederlandse leraren (64%) moet lang wachten voordat zij met hun les kunnen starten. Internationaal gezien geldt dit voor 29% van de leraren. •Bijna driekwart van de schoolleiders in de onderbouw van het voortgezet onderwijs (71%) geeft aan dat het bieden van goed onderwijs gehinderd wordt door een tekort aan gekwalificeerde en/of goede leraren. Internationaal geldt dat voor 38% van de schoolleiders. Angèle van der Star, schooldirecteur basisonderwijs “ Zoals je in je school leert van je eigen collega’s, kun je ook van collega’s in andere landen leren ” Talis2018 Teaching and learning international survey Talis 2013 en het basisonderwijs Talis is in 2008 begonnen als een vragenlijst onderzoek in de onderbouw van het voort gezet onderwijs (ISCED 2). Vanaf Talis 2013 is het tevens mogelijk om dit onderzoek in het basisonderwijs (ISCED 1) en de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en (eerste drie niveaus) van het mbo (ISCED 3) uit te voeren. Tijdens Talis 2013 deden er tien landen mee aan de module voor het basisonderwijs, Nederland deed toen alleen mee met de basismodule, namelijk de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Nederland ontbreekt dan ook in de onderstaande resultaten voor het basisonderwijs. In 2014 is een apart rapport uitgebracht over de resultaten van Talis 2013 in het basisonderwijs. We geven hier een paar voorbeelden als illustratie. Voor het basis onderwijs is gerapporteerd over zes landen, namelijk Denemarken, Finland, Noorwegen, Vlaanderen (België), Mexico en Polen. Hieruit kwam onder andere naar voren dat de gen der ongelijkheid met betrekking tot leraren in het onderwijs het grootste is in het basis onderwijs. Bijna 8 van de 10 leraren zijn vrouw in de deelnemende landen, variërend van 67% in Mexico tot 85% in Polen. Er bestaan echter grote verschillen in de mate waarin vrouwelijke leerkrachten doorstromen naar de functie van schoolleider. In Polen is 86% van de leerkrachten vrouw tegenover 72% van de schoolleiders, terwijl dit in Denemar ken respectievelijk 76% en 37% is. Basisscholen in Vlaanderen hebben vaker last van tekorten aan ondersteunend perso neel dan basisscholen in Polen of Mexico. Daarnaast wordt het basisonderwijs over het geheel genomen vaker gehinderd door tekorten aan middelen (lesmateriaal maar ook personeel) dan het voortgezet onderwijs. Deze tekorten verzwakken de kwaliteit van het onderwijs, met name op scholen met een groot aandeel leerlingen uit gezinnen met een lage sociaal- economische status. Leraren in het basisonderwijs nemen door gaans deel aan professionele ontwikkeling: negen van de tien leraren ondernemen meer dere activiteiten binnen een jaar. Redenen waarom leraren in het basisonderwijs niet deelnemen aan deze activiteiten zijn: conflic terende werkschema’s (53%), de kosten (44%) en gebrek aan motivatie voor deelname aan professionele ontwikkeling (41%). Het aandeel leraren in het basisonderwijs dat deel heeft Aandeel vrouwelijke leraren versus het aandeel genomen aan professionele ontwikkelingsactiviteiten in de vrouwelijke schoolleiders in het basisonderwijs. afgelopen 12 maanden (ten tijde van Talis 2013). % vrouwelijke leraren werkzaam in het basisonderwijs % vrouwelijke schoolleiders werkzaam in het basisonderwijs nd er en (B ) en Po l aa Vl en o eg ke ar em en D rw ) (B en er nd eg rw Po l aa Vl o ic ex N oo M an nl Fi ke ar em en ic 0 ex 10 0 n 20 10 en 30 20 en 30 d 40 n 50 40 oo 60 50 N 70 M 70 60 an 80 nl 90 80 Fi 90 d 100 100 D % deelname aan professionele ontwikkelingsactiviteiten 7 Talis2018 Teaching and learning international survey Ineke Walraven, lerares basisonderwijs “ Door Talis krijgen beleidsmakers te horen hoe het echt gaat in het onderwijs “ Het totale aantal gemiddelde werkuren in een week onder leraren basisonderwijs (Talis 2013). Inclusief lesgeven, plannen van de lessen, nakijken, bijwonen van vergaderingen, samenwerken met andere leraren en alle andere taken die betrekking hebben op de taken van de leraar. 45 40 35 30 25 20 15 10 5 ) (B n er en le aa N en oo nd rw Po eg en o ic ex M nl Fi em ar ke an n d 0 Vl D 8 Top 3 belemmeringen voor effectiviteit van schoolleiders basisonderwijs, aandelen schoolleiders per land (Talis 2013) Grote workload en verantwoordelijkheid Tekort aan financiële middelen Landelijke wet- en regelgeving Denemarken Finland Mexico Noorwegen Polen Vlaanderen Gemiddeld 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Talis2018 Leraren in het basisonderwijs lijken gemid deld genomen vrij zeker over hun capacitei ten in de klas en zijn tevreden met hun baan. De mate waarin leraren gedifferentieerd les geven verschilt tevens per land. Terwijl 82% van de basisschoolleraren in Noorwegen aan geeft dat ze ander werk geven aan leerlingen met andere capaciteiten, is dit veel minder gebruikelijk in de andere vijf landen. Teaching and learning international survey Over alle zes de landen genomen bedraagt de gemiddelde werkweek 37 uur, variërend van 31 uur in Finland tot 41 uur in Vlaanderen (België). Tot slot heeft meer dan één op de vier leraren, ondanks hun baantevredenheid, bedenkingen over de keuze van hun baan en slechts een op de drie denkt dat de maat schappij het beroep van de leraar waardeert. Wat is er in Nederland gedaan met de resultaten van Talis 2013? Goede leraren vormen de sleutel voor kwalitatief hoogstaand onderwijs en goed presterende leerlingen. Daarvoor zijn goed opgeleide en deskundige leraren onontbeer lijk. Maar zij kunnen het niet alleen. Er is ook een professionele schoolorganisatie nodig, die het leraarschap aantrekkelijk maakt. Het ministerie van OCW stimuleert deze ontwikkelingen, samen met de PO-Raad en VO-raad. Zo hebben de resultaten van Talis 2013 belangrijke input geleverd voor het Sectorakkoord in het voortgezet onderwijs, met name als het gaat om de afspraken over de ruimte die leraren krijgen voor profes sionele ontwikkeling, de begeleiding van starters en het strategisch personeelsbeleid. Deze onderwerpen zijn tevens opgenomen in het Bestuursakkoord primair onderwijs. Daarnaast is een deel van de ambities vertaald in cao-afspraken met de bonden. Talis 2013 laat zien waar de mogelijkheden liggen voor verbetering, zoals bijvoorbeeld de begeleiding van startende leraren en de verdere professionele ontwikkeling van leraren, al dan niet in teamverband. Over deze onderwerpen zijn inmiddels concrete afspraken gemaakt met zowel de po- als de vo-sector. Talis brengt echter niet alleen op landelijk niveau discussies op gang over welke maatregelen doorgevoerd zouden kunnen worden om het onderwijs te ver beteren, maar ook op schoolniveau. Resultaten uit Talis 2013 die als input voor beleid hebben gediend zijn onder andere: •Het is belangrijk om beginnende leraren een goed inwerkprogramma aan te bieden en hen te stimuleren om daar ook daad werkelijk aan deel te nemen. De bege leiding moet enerzijds gericht zijn op het voorkomen van uitval uit het beroep en anderzijds op het doorgroeien in vaardig heden. Deze begeleiding is voor ver betering vatbaar. Daarom is in het Sector akkoord VO en het Bestuursakkoord PO afgesproken dat schoolbesturen ervoor zorgen dat startende leraren een effec tief inwerk- en begeleidingsprogramma volgen. •Leraren moeten de gelegenheid krijgen om zich voortdurend te blijven scholen. Zodat de leraar zijn of haar expertise kan benutten voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en het bieden van maatwerk aan leerlingen. Belemmerin gen voor deelname dienen zoveel mogelijk weggenomen te worden. Met de VO-raad is afgesproken dat schoolbesturen rand voorwaarden scheppen (tijd, netwerk vorming) voor de ontwikkeling van scholen als professionele leergemeenschappen met een verbetergerichte leercultuur. Deze randvoorwaarden kunnen gericht zijn op het stimuleren en mogelijk maken van samenwerking tussen (teams van) leraren, vormen van peer review, intervisie en ontwikkeling, praktijkgericht onder zoek, netwerkvorming binnen en buiten de school en het creëren van ontwikkel tijd voor docenten(teams). In het po zijn cao-afspraken gemaakt ten aanzien van tijd voor professionalisering en ruimte voor peer review. • Goed opgeleide schoolleiders zijn belang rijk voor de kwaliteit van het onderwijs. 9 10 Talis2018 Teaching and learning international survey Niet alleen de initiële opleiding van schoolleiders is belangrijk, zij moeten ook de gelegenheid krijgen om zich geduren de hun loopbaan verder te ontwikkelen. Om de kwaliteit van schoolleiders te ver beteren, is met de VO-raad afgesproken dat alle startende schoolleiders een basis opleiding volgen. Schoolleiders kunnen zich professionaliseren via de VO-acade mie. Het Schoolleidersregister PO is tevens onderdeel van het Bestuursakkkoord PO, dat als doel heeft gesteld dat in 2018 alle schoolleiders po zijn geregistreerd en voldoen aan alle registratie-eisen. • Samenwerking tussen leraren is belangrijk. Deze activiteiten moeten worden gestimu leerd omdat daarmee het vertrouwen in eigen kunnen van leraren wordt versterkt. Uit Talis 2013 blijkt dat slechts 43% van de Nederlandse schoolleiders actief samen werking tussen leraren stimuleert om nieuwe lespraktijken te ontwikkelen en lesobservaties bij elkaar te doen. Dit belang van gezamenlijk leren wordt in Nederland inmiddels wel steeds meer onderkend. De Stichting LeerKRACHT heeft bijvoorbeeld een schoolverbeteringsaanpak ontwikkeld waarbij gezamenlijk leren centraal staat. Daar nemen ook steeds meer scholen aan deel. Talis 2013 heeft tevens bijgedragen aan ontwikkelingen op schoolniveau. Het onder zoek is vooral aanleiding geweest voor deel nemende scholen om discussies te voeren over professionele ontwikkeling. Een school heeft aangegeven dat leraren na het bespre ken van Talis 2013 (en het specifieke school rapport wat zij als terugkoppeling ontvingen), bij elkaar in de klas zijn gaan kijken; dit had den zij niet gedaan als ze niet geïnspireerd waren geweest door Talis. Ook gaf een school aan dat zij door Talis 2013 meer stil staan bij de wijze waarop zij dingen aanpakken; hierdoor zijn zij meer bottom-up gaan werken. Verbeter de carrièrestructuur voor leraren De OESO heeft in mei 2016 de Education Policy Review van Nederland uitgebracht. In deze review heeft de OESO veelvuldig gebruik gemaakt van data afkomstig uit Talis 2013. In het rapport staat onder andere dat in Nederland de carrièrestructuur voor leraren nog onderontwikkeld is. De versterking van de functiemix heeft wel beloningsvariatie gebracht, maar geen variatie in carrière mogelijkheden. 1Scholingsvouchers voor specialisatie in een bepaalde track zoals leraar-ontwerper, leraar-mentor/ coach, leraar-onderzoeker en ict-specialist; 2Extra tijd voor docenten om zich bezig te houden met specialistische werkzaam heden, bijvoorbeeld behorende bij een bepaalde track; 3Het toevoegen van posities in hogere salarisschalen Dit thema maakt een belangrijk onderdeel uit van het advies dat in juli 2016 is uitgebracht door de studiegroep Duurzame Groei 2. Voor dit advies, dat bestemd is voor een volgend kabinet, is onder andere gebruik gemaakt van gegevens uit Talis 2013. Carrièrepaden voor leraren zouden beter kunnen worden gefaciliteerd aan de hand van: Volgens dit advies is ook een intensiever startersprogramma noodzakelijk om de begeleiding van startende leraren op het gewenste niveau te brengen. Hierin kan worden voorzien door middel van een driejarig programma met meer onder steuning vanuit de lerarenopleiding en een getrainde coach vanuit de school. 2 Kiezen voor duurzame groei; rapport Studiegroep Duurzame Groei, juli 2016. Dit rapport is tot stand gekomen op basis van de inbreng van ambtelijke werkgroepen. Daarnaast zijn externe deskundigen geconsulteerd. Talis2018 Teaching and learning international survey Anita O’Connor, schooldirecteur Talis2013 “ Talis biedt stof tot nadenken en leidt tot creatieve ideeën voor mogelijke ontwikkelingen en verbeteringen ” Planning Talis 2018 Januari - oktober 2016 Februari - april 2017 Maart - mei 2018 Zomer 2019 Ontwikkeling vragenlijsten Test van vragenlijsten en procedures (field trial) Dataverzameling (main survey) Publicatie eindrapport en nationale rapporten Meer informatie en contactgegevens De organisatie van Talis in Nederland wordt verzorgd door Ecorys, MOOZ Onderzoek en Erasmus Universiteit. Het kernteam bestaat uit Eva van der Boom, Linda Dominguez Alvarez en Sophie Rohlfs. Colofon Voor meer informatie over de uitvoering van Talis in Nederland, zie www.talis2018.nl. Hier vindt u ook een link naar de Talis 2018 pagina van de OESO http://www.oecd.org/ edu/school/jointalis2018.htm. U kunt tevens een mail sturen naar [email protected]. Vormgeving hettypeeters.nl Colofon Redactie en coördinatie: Ecorys Nederland en MOOZ Onderzoek Vormgeving: Hetty Peeters Redactie en coördinatie Ecorys Nederland en MOOZ Onderzoek Oplage @@@ stuks v.l.n.r. Linda Dominguez Alvarez, Eva van der Boom, en Sophie Rohlfs 11 Bovenstaande organisaties steunen de deelname van Nederland aan dit onderzoek en zijn actief betrokken.