Transcript A2 - Antwoorden - Hoofdstuk 1

!
4
Globalisering verandert het wereldsysteem
1
a
b
1 relatieve, 2 het stoomschip, 3 de trein, 4 steeds meer met elkaar verbonden, 5 relatieve
Veel kleren die je koopt, zijn in andere landen gemaakt; op televisie zijn steeds meer zenders
uit andere landen te zien; we eten vaak dingen die uit andere landen komen.
2
a
b
c
C, F, G, H
De lonen in die landen zijn veel lager.
De arbeiders in de rijke landen.
3
Het wereldsysteem verandert
Hoe was het eerst?
Wat is er gebeurd?
Periferie: leverde vooral
grondstoffen.
Centrum: maakte vooral
eindproducten.
Multinationals: verplaatsen
Economische groei
maakindustrie naar (semi)periferie. semiperiferie: vooral BRICMaakindustrie centrum: verdwijnt.
landen groeien snel.
Economische groei
centrumlanden: is traag
4
a
b
c
d
5
a
b
c
d
6
a
b
c
d
7
a
b
c
d
Hoe is het nu?
Bijvoorbeeld: laptop, kleding, tafel, koffiebekers.
Koffieboon.
Gebrande koffiebonen
Globalisering
B
De eurozone en de overige rijke landen
Ja. De bijdrage van de rijke landen aan de groei van de wereldeconomie daalt, terwijl die van
opkomende landen juist toeneemt.
Door de stijgende welvaart en door de groei van de wereldbevolking stijgt de vraag naar
energie en grondstoffen.
Om Europa centraal te stellen in het wereldhandelsverkeer.
Noord-Amerika, West-Europa en Azië
Afrika. Dit is het armste continent.
China
Het uurloon groeit in Mexico en China veel sneller dan in centrumland VS.
Daar waren de lonen veel lager.
GB 180C-D1/GB 196C-D1
De lonen in China stijgen veel sneller dan in Mexico. Mexico ligt veel dichter bij de VS, dus
zijn de transportkosten veel lager.
© NOORDHOFF UITGEVERS 2014
ANTWOORDEN 2VWO OPDRACHTENBOEK – 1 ONTWIKKELING
1
!