Waarom zo? - Windesheim

Download Report

Transcript Waarom zo? - Windesheim

Kennis en kracht voor jeugd in
IJsselland
Jos Baecke en Jack de Swart, 6 maart 2014
Transitie en transformatie
http://www.youtube.com/watch?v=l-CK6Hd1rLE&feature=youtu.be
Transitie en transformatie jeugdzorg
Twee thema’s (Jos)
1. Waarom zo?
2. Veranderen?
Transitie en transformatie jeugdzorg
Waarom zo?
Evaluatie Wet op de jeugdzorg (2009)
Knelpunten in wet
• Recht op jeugdzorg sluit niet aan op ‘eigen kracht denken’
• Indicatiestelling werkt in jeugdzorg niet effectief
• Geen (financiële) prikkels voor integrale aanpak
> Vraagt om aanpassing wet
Knelpunten buiten wet
• Beschikbare expertise
• Ontbreken effectieve interventies
• Cultuur niet gericht op samenwerking
> Vraagt om transformatie
Mogelijke scenario’s
1. Aanpassen wet (2010) + transformeren
Overzichtelijk proces (geleidelijk), klaar 2015
2. Aanpassen wet (2010) + transformeren + evt. nieuw stelsel (2016)
Stap voor stap, klaar 2018
3. Nieuw stelsel (Jeugdwet) + transformatie
Transitie en transformatie tegelijk
Complex proces, klaar 2018
Filmpje benadrukt verbinding transitie-transformatie. Waarom?
Inhoudelijk prima, maar organisatorisch lastig.
Conclusie
• 1 januari 2015 hooguit een ‘basisscenario’
• Overgangsperiode zeer gewenst (tot 2018?)
Transitie en transformatie jeugdzorg
Veranderen?
Enkele constateringen
• Troef is ‘preventie en vroegsignalering’ (onderbelicht)
• Focus ligt op hulpverlening (veel geld en complex)
• Nieuwe werkwijzen bevatten nog veel aannames
• Professionaliseren vergt tijd
Een hulpverlener is nog geen trajectbegeleider
• Speerpunt ‘lokaal verbinden van domeinen’
gaat niet vanzelf, zie bijvoorbeeld:
- samenwerking onderwijs – jeugdhulp niet soepel
Efficiencywinst?
• In potentie kan veel worden verbeterd in jeugddomein
• Om te vernieuwen moet je eerst investeren
Vooraf opgelegde bezuinigingen bemoeilijken proces ernstig
• Beleidsdoorwerking van preventie vergt tijd
• Nieuwe loketten boren nieuwe doelgroepen aan
• Gemeenten moeten ook leren in nieuwe rol
Conclusie
• Partijen hebben elkaar hard nodig in veranderproces in de
komende jaren (partnership)
• In het verlengde hiervan:
‘Aanbesteden is vooralsnog een brug te ver’
Twee thema’s (Jack)
1. Kenmerken en competenties voor de generalist in
de zorg voor jeugd
2. Beschikbare kennis over interventies
1. Kenmerken en competenties voor de
generalist in de zorg voor jeugd
Kennisoverzicht (Barnhoorn et al., 2013)
•
•
•
•
•
RMO, 2012 (Naar een sterke eerstelijnszorg jeugd- en gezinszorg)
SCP, 2012 (Kwetsbare gezinnen in Nederland )
Cordus et al., 2011 (pilot Warop around care)
Scholte, Sprinkhuizen en Zuithof, 2012 (De generalist)
NJi: (Kennispraktijknetwerk Generalistisch werken rondom jeugd
en gezin)
RMO, 2012; SCP, 2012
• Vertrouwen opbouwen en gesprek aangaan,
• Activeren en versterken eigen kracht van gezin en diens sociale
omgeving
• Ondersteunen bij (leren) oplossen van opvoedvraagstukken in het
gezin
• Signaleren en doorverwijzen naar zwaardere, gespecialiseerde
hulpverlening
Wrap around care (Cordus et al., 2011)
• De gezinsleden serieus nemen, als gelijkwaardige partners behandelen
• Samenwerken aan een gezamenlijke omschrijving van vragen/problemen en
hun aanpak, niet overnemen
• Cultureel bekwaam zijn
• Het sociale netwerk van de gezinsleden kunnen betrekken
• Flexibel kunnen schakelen tussen de verschillende rollen
De generalist (Scholte, Sprinkhuizen en
Zuithof, 2012)
•
•
•
•
•
•
Heeft kennis van meerdere kennisdomeinen, is domeinonafhankelijk;
Richt zich op individuen, systemen, groepen op diverse leefgebieden;
Voert een scala aan (lichte) interventies uit;
Schakelt tussen specialisten vanuit leefwereldenperspectief;
Heeft oog voor problemen en kansen;
Verbindt hulp- en dienstverlening met maatschappelijke participatie.
NJi
•
•
•
•
•
Heeft zowel brede kennis en ervaring in de jeugdsector
Werkt integraal, verbindt alle betrokkenen, is van begin tot eind
Werkt domein overstijgend,
Staat dichtbij het gezin, kent (de vragen van) het gezin
Stimuleert en versterkt pedagogische kwaliteit leefomgeving, netwerken van
gezin, jeugd, medeopvoeders
• Is in staat af te wegen wanneer specialistische zorg nodig is
• Kan effectief en efficiënt werken, maakt gebruik van een sluitend aanbod
Kanttekeningen/conclusies
• Geen coherente lijsten van benodigde competenties
• Alleen de meest ervaren en deskundige professionals lijken deze
nieuwe taken te kunnen vervullen.
• Geen aandacht voor samenwerken in netwerken
• Het ontbreekt aan een wetenschappelijke basis onder de lijstjes
•
•
•
•
Gesprekken met deskundigen
Beredeneerd vanuit takenpakket
Ideologisch gestuurd
Nog weinig relevante (inter)nationale wetenschappelijke studies
beschikbaar
2. Beschikbare kennis over interventies
We horen nog te vaak dat:
• de hulp een soort “black box” is
• we nog te weinig weten over “wat werkt”
• slechts 1 - 5 procent van de interventies in de jeugdzorg bewezen
effectief is (Holsbrink, 2013)
• dat er in de jeugdzorg maar wordt aangemodderd (Veerman, 2013)
Waarom aandacht voor interventies?
Interventies kosten geld en hebben legitimatie nodig.
Politiek en maatschappelijk, maar bovendien steeds meer
wetenschappelijk.
Verdere professionalisering
• Neuzen dezelfde kant op
• Daar past bij:
•
•
•
•
•
aandacht besteden aan de eigen kracht en mogelijkheden van
hulpvragers
het benutten van krachten en mogelijkheden van het sociale netwerk,
aandacht besteden aan een goede relatie met de cliënt
goede communicatieve vaardigheden
een professional die uit “het juiste hout” gesneden is.
Uiteindelijk moet professionele hulp zich baseren op EB-methoden.
Dat is namelijk de legitimatie van iedere professional.
www.richtlijnenjeugdzorg.nl
Conclusie
• Er is veel in beweging rondom professionalisering van het beroep
en de beroepsgroep
• Er wordt steeds meer aandacht besteed aan het werken met EBinterventies (zie databanken en richtlijnen)
• Ontwikkelen en toepassen
• Het staat nog wel voor een belangrijk deel in de kinderschoenen
• Is dat erg? Ja en Nee
•
•
Ja: de hulp moet veel effectiever (met aandacht voor efficiency)
Nee: we gaan de goede kant op, als de neuzen maar dezelfde kant op
staan.
Tot slot: Er is
nog hoop!!