Transcript seneca de ira 3
De ira, 3.36
(deel 3, blz. 39)
5. Dagelijks zelfonderzoek Het voorbeeld van Sextius
Omnes sensus perducendi sunt ad firmitatem; 159
sensus
– nom mv (van de
manus
– groep)
perducendi
sunt – gerundivum van verplichting
Het voorbeeld van Sextius
Omnes sensus perducendi sunt ad firmitatem; Alle zintuigen moeten naar kracht geleid worden (getraind worden op kracht); Inmiddels zijn we in boek 3 van
De Ira
. Hier bespreekt Seneca, welke maatregelen we kunnen nemen om niet boos te worden of hoe we van woede af kunnen komen, als we hem toch voelen.
Het verhaal van Sextius en hemzelf straks is hiervan een voorbeeld.
Sextius = Quintus Sextius, Romeins filosoof rond het jaar 50 0. Zijn filosofieën leken veel op die van de Stoa en ook hij was altijd bezig met het nastreven van deugd.
natura patientes sunt, si animus illos desit corrumpere, qui cotidie ad rationem reddendam vocandus est.
159
patientes sunt
– wat is het onderwerp?
de
sensus
van de vorige zin 160
illos
- verwijst ook naar
sensus desit
=
desiit –
perf
.
van
desinere
– ophouden
qui
- ev of mv?
ev, want de pv in de zin is ev (
est
)
qui
verwijst dus naar ….?
animus reddendam
– gerundivum /
vocandus
ger. van verpl.
natura patientes sunt, si animus illos desit corrumpere, qui cotidie ad rationem reddendam vocandus est.
van nature zijn ze bestand tegen [alles], als de geest ophoudt hen te bederven, [de geest] die dagelijks geroepen moet worden om verantwoording af te leggen (ter verantwoording geroepen moet worden). In welk opzicht kan de geest de zintuigen bederven?
De geest interpreteert , wat de zintuigen waarnemen. Hij kan de zintuigen ook aansporen minder prettige dingen te vermijden.
Faciebat hoc Sextius, ut consummato die, cum quietem recepisset, interrogaret animum suum: se ad nocturnam 161
consommato die
– welke constructie?
abl abs Welke persoonsvorm hoort bij het voegwoord
ut
?
Welke persoonsvorm hoort bij het voegwoord
cum
?
Faciebat hoc Sextius, ut consummato die, cum se ad nocturnam quietem recepisset , interrogaret animum suum: 161
consommato die
– welke constructie?
abl abs Welke persoonsvorm hoort bij het voegwoord
ut
?
Welke persoonsvorm hoort bij het voegwoord
cum
?
ut interrogaret cum recepisset
Faciebat hoc Sextius, ut consummato die, cum se ad nocturnam quietem recepisset, interrogaret animum suum: Dit deed Sextius opdat hij, nadat de dag beëindigd was, (telkens) wanneer hij zich had teruggetrokken voor zijn nachtrust, zijn geest (onder)vroeg: 161
hoc
verwijst naar (LA)?
ut interrogaret animum suum
of:
rationem reddendam
Hoe kun je zien aan het Latijn, dat het een gewoonte van Sextius was om zijn geest ter verantwoording te roepen?
Aan het imperfectum:
faciebat
‘Quod hodie malum tuum sanasti?
162
quod
– is hier bijvoeglijk gebruikt bij
malum quis, quae, quid
– zelfstandig gebruikt = wie, wat?
qui, quae, quod
– bijvoeglijk gebruikt = ……..?
‘Quod hodie malum tuum sanasti?
162
quod
– is hier bijvoeglijk gebruikt bij
malum quis, quae, quid
– zelfstandig gebruikt = wie, wat?
qui, quae, quod
– bijvoeglijk gebruikt = welke ?
Geldt in de volgende zinnen ook voor
Cui
en
Qua.
163 sanasti = sanavisti –
2 e ev. perf
‘Quod hodie malum tuum sanasti?
‘Welke slechte eigenschap van jezelf heb je vandaag genezen? 162
quod malum
– bv het vermijden van onaangename dingen, het toelaten van heftige emoties.
Cui vitio obstitisti? Qua parte melior es?’ Tegen welke fout heb je je verzet? In welk opzicht ben je beter [geworden]?’
Desinet
ira
et moderatior esse veniendum].
erit [ quae sciet sibi cotidie ad iudicem 163
desin e t
– welke tijd?
futurum
quae
– verwijst naar ….?
ira; quae
is relativum; begint dus een bijzin
Desinet
ira
et moderatior esse veniendum].
erit [ quae sciet sibi cotidie ad iudicem
Woede
[ die zal weten dat zij dagelijks voor de rechter moet komen], zal ophouden en gematigder zijn .
163
ira
personificatie : wordt beschreven als een persoon, die nadenkt en dus zichzelf corrigeert.
Quicquam ergo pulchrius hac consuetudine excutiendi totum diem?
164
quicquam
– onz. van
quisquam quisquam
= iemand
quicquam
= iets 165
pulchrius
– welke vorm?
compar. onz. van
pulcher
Verklaar nu de naamval van
hac consuetudine
abl. comparationis
excutiendi
- gerundium
Quicquam ergo pulchrius hac consuetudine excutiendi totum diem?
Is er dus iets mooier dan deze gewoonte van (om) de hele dag nauwkeurig te onderzoeken? 165
totum diem
= lijd vw bij
excutiendi
; geeft GEEN tijdsduur aan je onderzoekt ‘s avonds de hele dag om te kijken, wat je goed en fout hebt gedaan. Dus niet: je bent de hele dag aan het onderzoeken….
Qualis ille somnus post recognitionem sui sequitur, quam tranquillus, quam altus ac liber, cum aut laudatus est animus aut admonitus et speculator sui censorque secretus cognovit de moribus suis! 165
qualis ille
–vul aan:
est
( ellips )
Qualis ille somnus post recognitionem sui sequitur, quam tranquillus, quam altus ac liber, cum aut laudatus est animus aut admonitus et speculator sui censorque secretus cognovit de moribus suis! Wat voor die slaap (een slaap die) volgt na het zelfonderzoek, hoe rustig, hoe diep en vrij, wanneer de geest of is geprezen of vermanend toegesproken en als onderzoeker van zichzelf en als censor in afzondering kennis heeft gekregen over haar eigen gedrag!
165 Met welke bijvoeglijke naamwoorden wordt
qualis
verder uitgelegd?
tranquillus, altus, liber
( trikolon )
De gewoonte van Seneca
Utor hac potestate et cotidie apud me causam dico .
Ik maak gebruik van deze mogelijkheid en dagelijks bepleit ik mijn zaak ten overstaan van mij [zelf]. 169
utor
– deponens! Niet passief vertalen. (
uti + abl!)
Hac potestate – welke mogelijkheid wordt bedoeld?
animus ..cognovit de moribus suis! Welke beeldspraak ( metafoor ) gebruikt Seneca in deze zin?
beeldspraak van een rechtszaak:
causam dicere
is iets wat iemand doet in een rechtszaak, die ergens van is beschuldigd.
Waarvan is Seneca dan a.h.w. beschuldigd?
Hij heeft fouten gemaakt (zoals iedereen dat elke dag doet).
Cum sublatum e conspectu lumen est mei conscia, totum diem meum scrutor et conticuit uxor moris iam factaque ac dicta mea remetior ; 169
sub-latum
= ppp van …..?
sub-ferre
– wegnemen 170
moris
– genit van ….?
mos (aanvulling bij
conscia
).
Cum sublatum e conspectu lumen est et conticuit uxor moris iam mei conscia, totum diem meum scrutor factaque ac dicta mea remetior; Wanneer het licht uit mijn zicht is weggenomen en mijn vrouw stil is geworden, zich al bewust van mijn gewoonte, onderzoek ik grondig mijn hele dag en overdenk ik weer mijn daden en woorden (wat ik heb gedaan en gezegd); 170 Waarom is het belangrijk dat het licht uit is en zijn vrouw stil is?
Dan wordt de geest niet afgeleid Op welke gewoonte doelt Seneca?
Om zijn fouten van die dag te overdenken
nihil mihi ipse abscondo , nihil transeo .
niets verberg ik voor mijzelf, niets sla ik over. 171-2 Welke stijlfiguur?
* anafora : nihil benadrukt, dat hij echt helemaal eerlijk is en alles aan bod laat komen * asyndeton
Quare enim quicquam ex erroribus meis timeam, cum possim dicere: Want waarom zou ik bang zijn voor iets ten gevolge van (enig gevolg van) mijn misstappen, omdat ik [toch] kan zeggen:
‘Vide ne istud amplius facias, nunc tibi ignosco.
173 Vide = imper.
Wat betekent
ne
?
(op)dat niet Onthoud de voegwoorden met de coni.: ut, cum, ne * ut = zodat, opdat, om te * ne = opdat niet, om niet te * cum =toen, nadat, omdat, hoewel
‘Vide ne istud amplius facias, nunc tibi ignosco.
‘Zie (Let erop) dat je dat niet meer doet, nu vergeef ik [het] je.
In illa disputatione pugnacius locutus es: noli postea congredi cum imperitis; 174
locutus es
komt van het ww….?
loqui
– spreken. Deponens.
Dus
locutus es
moet je vertalen als: je hebt gezegd
pugnac ius
– welke vorm?
bijwoord van comparativus
noli
+
infin
= ontkenning Vertaling comparativus longior = * lang er van de gebiedende wijs * te lang * nogal lang
In illa disputatione pugnacius locutus es: noli postea congredi cum imperitis; Bij die discussie heb je te strijdlustig gesproken: voortaan moet je niet de strijd aanbinden met onkundige mensen;
nolunt discere qui numquam didicerunt.
zij willen niet leren die nooit [iets] geleerd hebben. Wat is de fout die Seneca hier van zichzelf ziet?
In een discussie met mensen die geen verstand van de zaak hebben, heeft het geen zin er strijdlustig in te gaan. Zij zullen toch je punt (= hun fout, hun onwetendheid) niet snappen en dus niets (willen) leren.
Wat kan Seneca dan wel doen?
óf: zijn leerpunt aanpassen aan het niveau van zijn publiek óf: ander publiek zoeken, als hij iets aan iemand wil leren
Illum liberius admonuisti quam debebas, itaque non emendasti sed offendisti: Hem heb je vrijmoediger vermaand dan je moest (nodig was), daarom heb je hem niet verbeterd maar beledigd: 175
lliberius
- bijwoord comparativus Welke fout heeft Seneca hier gemaakt?
Niet de goede toon gevonden; zo voelt iemand zich beledigd (en wil dus niet leren / zichzelf verbeteren).
de cetero vide, [ne] non tantum an verum sit quod dicis, sed an ille cui dicitur veri patiens sit: zie er verder op toe of het niet alleen waar is wat je zegt maar ook of degene tegen wie het gezegd wordt bestand is tegen de waarheid: 176-7
sit
– waarom coni?
afh. vraag
admoneri bonus gaudet, pessimus quisque rectorem asperrime patitur.’ een goed mens is blij (vindt het prettig) terecht gewezen te worden, juist de slechtste verdraagt zeer moeizaam een leider (iemand als zijn leraar).’ 177-8 Adversatief asyndeton . Let ook op de tegengestelde woorden
bonus
……………..?
gaudet
……………..?
admoneri bonus gaudet, pessimus quisque rectorem asperrime patitur.’ een goed mens is blij (vindt het prettig) terecht gewezen te worden, juist de slechtste verdraagt zeer moeizaam een leider (iemand als zijn leraar).’ 177-8 Adversatief asyndeton . Let ook op de tegengestelde woorden
bonus
pessimus gaudet
asperrime patitur 178
asperrime patitur – wat bedoelt Seneca hiermee?
dat een nog-niet-wijze boos wordt, als iemand aanmerkingen op hem heeft.