seneca de clementia 2

Download Report

Transcript seneca de clementia 2

7. De clementia 1.9
(deel 2 – p. 61-62)
Cinna ontboden
Gavisus, sibi quod advocatum invenerat, uxori quidem
gratias egit, renuntiari autem extemplo amicis, quos in
consilium rogaverat, imperavit et Cinnam unum ad se
accersivit dimissisque omnibus e cubiculo, cum alteram
Cinnae poni cathedram iussisset:
Een lange zin. Bekijk hem goed.
31 gavisus – welke vorm?
ppp van gaudere – zich verheugen ( quod = (om)dat..)
Wat zijn dan de hoofdwerkwoorden?
Cinna ontboden
Gavisus, sibi quod advocatum invenerat, uxori quidem
gratias egit, renuntiari autem extemplo amicis, quos in
consilium rogaverat, imperavit et Cinnam unum ad se
accersivit dimissisque omnibus e cubiculo, cum alteram
Cinnae poni cathedram iussisset:
Een lange zin. Bekijk hem goed.
31 gavisus – welke vorm?
ppp van gaudere – zich verheugen ( quod = (om)dat..)
Wat zijn dan de hoofdwerkwoorden?
(gratias) egit
imperavit
 wat hoort hierbij?
accersivit
Cinna ontboden
Gavisus, sibi quod advocatum invenerat, uxori quidem
gratias egit, renuntiari autem extemplo amicis, quos in
consilium rogaverat, imperavit et Cinnam unum ad se
accersivit dimissisque omnibus e cubiculo, cum alteram
Cinnae poni cathedram iussisset:
Een lange zin. Bekijk hem goed.
31 gavisus – welke vorm?
ppp van gaudere – zich verheugen ( quod = (om)dat..)
Wat zijn dan de hoofdwerkwoorden?
(gratias) egit
imperavit
 + infin.aanvulling: renuntiari
accersivit
amicis
Cinna ontboden
Gavisus, sibi quod advocatum invenerat, uxori quidem
gratias egit, renuntiari autem extemplo amicis, quos in
consilium rogaverat, imperavit et Cinnam unum ad se
accersivit dimissisque omnibus e cubiculo, cum alteram
Cinnae poni cathedram iussisset:
Een lange zin. Bekijk hem goed.
31 gavisus – welke vorm?
ppp van gaudere – zich verheugen ( quod = (om)dat..)
Wat zijn dan de hoofdwerkwoorden?
(gratias) egit
imperavit
 + infin.aanvulling: renuntiari
accersivit
amicis
33 dimissis omnibus – welke constructie?
Cinna ontboden
Gavisus, sibi quod advocatum invenerat, uxori quidem
gratias egit, renuntiari autem extemplo amicis, quos in
consilium rogaverat, imperavit et Cinnam unum ad se
accersivit dimissisque omnibus e cubiculo, cum alteram
Cinnae poni cathedram iussisset:
Een lange zin. Bekijk hem goed.
31 gavisus – welke vorm?
ppp van gaudere – zich verheugen ( quod = (om)dat..)
Wat zijn dan de hoofdwerkwoorden?
(gratias) egit
imperavit
 + infin.aanvulling: renuntiari
accersivit
amicis
33 dimissis omnibus – abl. abs
Cinna ontboden
Gavisus sibi quod advocatum invenerat, uxori quidem
gratias egit, renuntiari autem extemplo amicis, quos in
consilium rogaverat, imperavit et Cinnam unum ad se
accersivit dimissisque omnibus e cubiculo, cum alteram
Cinnae poni cathedram iussisset:
Verheugd voor zich (om)dat hij een adviseur had
gevonden, bedankte hij zijn vrouw, maar beval direct dat
zijn vrienden, die hij voor een advies had gevraagd
werden afgezegd en hij ontbood alleen Cinna bij zich en
nadat hij allen uit de slaapkamer had weggestuurd, zei hij,
toen hij bevolen had dat er een andere / tweede leunstoel
voor Cinna werd neergezet:
‘Hoc’ inquit ‘primum a te peto, ne me loquentem interpelles,
ne medio sermone meo proclames; dabitur tibi loquendi
liberum tempus.
34 ne – wat voor ww.vorm volgt hierop altijd?
‘Hoc’ inquit ‘primum a te peto, ne me loquentem interpelles,
ne medio sermone meo proclames; dabitur tibi loquendi
liberum tempus.
34 ne – wat voor ww.vorm volgt hierop altijd?
een coni
nl.:
interpelles (coni.praes. van interpellare)
proclames (coni.praes. van proclamare)
35 loquendi – welke vorm?
gerundium
‘Hoc’ inquit ‘primum a te peto, ne me loquentem interpelles,
ne medio sermone meo proclames; dabitur tibi loquendi
liberum tempus.
‘Dit vraag ik je als eerste, dat je mij niet, wanneer ik spreek,
onderbreekt, dat je niet midden in mijn betoog protesteert;
aan jou zal onbeperkte tijd om te spreken worden gegeven.’
Ego te, Cinna, cum in hostium castris invenissem, non
factum tantum mihi inimicum sed natum, servavi,
patrimonium tibi omne concessi.
‘Ik heb jou, Cinna, toen ik jou in het legerkamp van de
vijanden had gevonden, niet alleen tot een vijand voor mij
geworden, maar ook [als vijand] geboren, gered, (en) heb
jou je hele vermogen gelaten (laten houden).
36 in hostium castris – onduidelijk waar Seneca op doelt. Kennelijk
heeft hij Cinna ooit aangetroffen in het kamp van zijn
tegenstander. Wellicht in het kamp van Pompeius, toen Augustus
in 35 v. Chr. tegen hem vocht of dat van Antonius in de Slag bij
Actium (31 v. Chr.).
37 natum – Cinna was een kleinzoon van Pompeius, dus van
geboorte al ‘uit het andere kamp’.
36-37 Augustus begint hier met het opsommen van enkele dingen
die hij voor Cinna heeft betekend (dus mag hij iets terug
verwachten….)
Hodie tam felix et tam dives es, ut victo victores invideant.
Vandaag ben je zó gelukkig en zó rijk, dat je overwinnaars
op jou als overwonnene (op jou hoewel je overwonnen bent)
jaloers zijn.
Welke stijlfiguren zie je?
anafora / repetitio: tam tam
alliteratie:
victo victores
paradox:
victo victores invideant
Sacerdotium tibi petenti praeteritis compluribus, quorum
parentes mecum militaverant, dedi; cum sic de te meruerim,
occidere me constituisti.’
38 petenti – ppa; congr. met tibi
praeteritis compuribus = …..?
Augustus als hoogste priester, de
Pontifex Maximus
Sacerdotium tibi petenti praeteritis compluribus, quorum
parentes mecum militaverant, dedi; cum sic de te meruerim,
occidere me constituisti.’
38 petenti – ppa; congr. met tibi
praeteritis compuribus = abl abs
praeteritis van praeterire
Augustus als hoogste priester, de
Pontifex Maximus
Sacerdotium tibi petenti praeteritis compluribus, quorum
parentes mecum militaverant, dedi; cum sic de te meruerim,
occidere me constituisti.’
Een priesterschap heb ik jou, toen je het vroeg, gegeven,
nadat tamelijk velen gepasseerd waren van wie de ouders
met mij als militair hadden gediend; hoewel ik mij zo jegens
jou heb verdienstelijk gemaakt, besloot je mij te doden.’
38 sacerdotium – Het priesterschap was in de
Romeinse tijd een vooraanstaande baan (zonder
celibaat!).
Augustus als hoogste priester, de
Pontifex Maximus
Cum ad hanc vocem exclamasset procul hanc ab se
abesse dementiam: …. inquit
Toen hij bij deze woord(en) had uitgeroepen dat deze
dwaasheid ver van hem was, zei hij:
41 exclamasset – wie is het onderwerp?
Cinna
42 inquit – wie is het onderwerp?
Augustus
42 hanc dementiam – waarnaar verwijst dit (LA)?
occidere me constituisti
‘Non praestas’ inquit ‘fidem, Cinna; convenerat,
ne interloquereris.
‘Je houdt je niet aan je woord, Cinna; er was afgesproken
dat je (me) niet in de rede zou vallen.
Occidere, inquam, me paras’; adiecit locum, socios,
diem, ordinem insidiarum, cui commissum esset ferrum.
Je bereidt voor, zeg ik, om me te doden’; hij voegde toe
plaats, bondgenoten, dag, de opzet van de aanslag,
(en) aan wie het zwaard was toevertrouwd.
43
Wie is het onderwerp van adiecit?
Augustus
Waarom voegde Augustus al deze gegevens toe?
Om te laten zien, dat hij meer wist dan
alleen een gerucht: hij had bewijzen.
Welke stijlfiguur zie je?
asyndeton, climax
Et cum defixum videret nec ex conventione iam, sed
ex conscientia tacentem:
(... inquit)
44-45
defixum / tacentem – welke vorm?
defixum = ppp
tacentem = ppa
Beide gesubstantiveerd of: eum aanvullen)
Wie wordt bedoeld met defixum / tacentem
Cinna
Et cum defixum videret nec ex conventione iam, sed
ex conscientia tacentem:
(... inquit)
En toen hij hem aan de grond genageld zag en niet meer
vanwege de afspraak, maar uit schuldbewustzijn
zwijgen(d),
(zei hij: )
44
ex conventione – dit verwijst naar de eerder genoemde afspraak,
dat Cinna moest zwijgen en niet midden in Augustus’ betoog
zou protesteren.
‘Quo’ inquit ‘hoc animo facis? Ut ipse sis princeps?
45 Quo congrueert met ….?
animo
Welke naamval is hoc?
acc ev O
Als ‘quo animo’ betekent ‘met welke bedoeling’, welke coni komt
er dan na ut?
finalis (ut = met de bedoeling om…, om te ..)
sis = coni praes van ….?
esse
‘Quo’ inquit ‘hoc animo facis? Ut ipse sis princeps?
‘Met welke bedoeling doe je dit? (zei hij) Om zelf keizer te
zijn?
Male mehercules cum populo Romano agitur, si tibi
ad imperandum nihil praeter me obstat.
46 imperandum – welke vorm?
gerundium
ad + gerundi(v)um = ….?
om te ….
Male mehercules cum populo Romano agitur, si tibi
ad imperandum nihil praeter me obstat.
Bij Hercules, het is slecht gesteld met het Romeinse volk,
als voor jou behalve ik niets in de weg staat om te heersen.
45-46
ironisch: natuurlijk is er wel meer te overwinnen dan Augustus
alleen
Domum tueri tuam non potes, nuper libertini hominis gratia
in privato iudicio superatus es;
Je eigen huis kun je niet beschermen, onlangs ben je
door de invloed van een vrijgelatene in een privéproces
overwonnen;
47
domum krijgt extra nadruk door de woordplaatsing
adeo nihil facilius potes quam contra Caesarem advocare.
48
facilius – welke vorm?
comparativus
onz ev (hoort bij nihil)
adeo nihil facilius potes quam contra Caesarem advocare.
Blijkbaar kun je niets makkelijkers dan tegen de Keizer
samenzweren.
Cedo, si spes tuas solus impedio.
Ik treed terug, als ik als enige jouw hoop belemmer.
49
Wat bedoelt Augustus hiermee?
Als hij als enige Cinna’s plannen
belemmert, is er dus niemand meer die
hem steunt. Dan kan hij net zo goed
aftreden.
Paulusne te et Fabius Maximus et Cossi et Servilii ferent
tantumque agmen nobilium non inania nomina praeferentium,
sed eorum, qui imaginibus suis decori sint?’
50 ferent – welke vorm?
futurum
50 Cossi, Servilii – het meervoud geeft een
algemeenheid aan; mannen als ….
51 praeferentium – welke vorm?
gen mv van ppa, congr met nobilium
Paulusne te et Fabius Maximus et Cossi et Servilii ferent
tantumque agmen nobilium non inania nomina praeferentium,
sed eorum, qui imaginibus suis decori sint?’
zullen Paulus en Fabius Maximus en mannen als Cossus en
Servilius jou (als keizer) verdragen en een zo grote stoet van
edelen die met lege namen pronken, maar van hen die hun
voorouderportretten tot eer zijn?’
49-50
Paulus … Servilii – oude aristocratische
families, die tijdens Augustus’ bewind een
vooraanstaande rol speelden.
Antwoord op deze retorische vraag is
natuurlijk ‘nee’. Geen hoogstaand /
fatsoenlijk man zal Cinna steunen.
Mildheid loont
Ne totam eius orationem repetendo magnam partem
voluminis occupem
52 ne.. – wat moet je hierbij altijd verwachten?
Een coniunctivus (ut, cum, ne + coni!)
Wat is die coni dan?
Mildheid loont
Ne totam eius orationem repetendo magnam partem
voluminis occupem
52 ne.. – wat moet je hierbij altijd verwachten?
Een coniunctivus (ut, cum, ne + coni!)
Wat is die coni dan?
occupem (coni praes van occupare)
Repetendo – welke vorm?
gerundium (in abl: door te …)
Mildheid loont
Ne totam eius orationem repetendo magnam partem
voluminis occupem
Om te voorkomen dat ik door zijn hele betoog te
herhalen een groot deel van mijn boek in beslag neem
52 Wie is de ‘ik’ in occupem?
Seneca zelf
(diutius enim quam duabus horis locutum esse constat,
cum hanc poenam, qua sola erat contentus futurus,
extenderet),
53 diutius – compar van diu
duabus – abl mv V van duo (twee)
cum + coni – wat is de coni?
(diutius enim quam duabus horis locutum esse constat,
cum hanc poenam, qua sola erat contentus futurus,
extenderet),
53 diutius – compar van diu
duabus – abl mv V van duo (twee)
cum + coni – wat is de coni?
extenderet
(diutius enim quam duabus horis locutum esse constat,
cum hanc poenam, qua sola erat contentus futurus,
extenderet),
(want het staat vast dat hij langer dan twee uur heeft
gesproken, toen / omdat hij deze straf, waarmee als enige
hij tevreden zou zijn, rekte)
53 hanc poenam – wat is dan de straf?
Augustus praat meer dan twee uur over een mogelijke
straf met als doel Cinna heel lang in onzekerheid te laten
zitten. Maar meer straf komt er dus
niet (mildheid!)
‘Vitam’ inquit ‘tibi, Cinna, iterum do, prius hosti, nunc
insidiatori ac parricidae.
55 do – 1 ev praes van dare
hosti, insidiatori, paricidae – waarom dativus?
congrueren met tibi
‘Vitam’ inquit ‘tibi, Cinna, iterum do, prius hosti, nunc
insidiatori ac parricidae.
‘Ik geef jou, Cinna, voor de tweede maal je leven, eerst
als vijand, nu als samenzweerder en moordenaar.
55 prius hosti – verwijst naar r. 36-37: ego te … servavi
Ex hodierno die inter nos amicitia incipiat; contendamus,
utrum ego meliore fide tibi vitam dederim an tu debeas.’
56 incipiat / contendamus – welke vorm en waarom?
coni praes
adhortativus (aansporing) (of evt. desiderativus – wens)
meliore – comparativus van bonus
57 dederim, debeas - welke vorm en waarom?
dederim - coni perf (van dare)
 beide afh. vraag
debeas – coni praes
(grammaticalis)
Ex hodierno die inter nos amicitia incipiat; contendamus,
utrum ego meliore fide tibi vitam dederim an tu debeas.’
Laat vanaf vandaag tussen ons vriendschap beginnen;
laten wij wedijveren of ík met een beter vertrouwen aan jou
je leven heb gegeven of dat jíj (met een beter vertrouwen)
(aan mij) (je leven) te danken hebt.’
Post hoc detulit ultro consulatum questus, quod non
auderet petere.
Hierna verleende hij (aan Cinna) uit eigen beweging het
consulaat zich beklagend, (om)dat hij er niet om durfde
te vragen.
57 Wie is het onderwerp van detulit?
Augustus
57 En van auderet ?
Cinna
Waaruit bleek (volgens Augustus), dat Cinna niet
om het consulaat durfde te vragen?
Hij probeerde op een andere manier macht
te krijgen, nl. door een aanslag op
Augustus.
Amicissimum fidelissimumque habuit, heres solus illi fuit.
Hij had (beschouwde) hem als zijn grootste vriend en het
meest trouw, (en) hij was voor hem de enige erfgenaam.
58 habuit – ond = Augustus
Nullis amplius insidiis ab ullo petitus est.
Door geen hinderlagen is hij verder door wie dan ook
belaagd.
Soort afsluitende conclusie:
Als je je mild opstelt tegenover je vijanden, creëer je geen
nieuwe vijanden = de les die Seneca aan Nero wil leren.
Want daar ging het allemaal om: De Clementia was aan Nero
gericht om hem te wijzen op het belang van mild optreden.