openingswoord van OR-voorzitter Bernadette Smelik

Download Report

Transcript openingswoord van OR-voorzitter Bernadette Smelik

Openingswoord ter gelegenheid van de 100e Gezamenlijke Vergadering van de Radboud Universiteit, 2 maart 2015. Door Bernadette Smelik - voorzitter Ondernemingsraad Vandaag vieren wij de 100e overlegvergadering tussen het college van bestuur en de centrale medezeggenschap van de Radboud Universiteit. Ik zeg met nadruk 'vieren', omdat wij hier, aan deze universiteit, kunnen bogen op een goede relatie tussen deze twee gremia. Natuurlijk is er regelmatig verschil van inzicht - kijk de verslagen erop na en je ziet ze. Maar wij zijn gezamenlijk in staat om te overleggen, meningen uit te wisselen en te luisteren naar elkaar. Uiteindelijk hebben wij allemaal hetzelfde doel: naast uitstekend onderwijs, onderzoek en valorisatie, de drie kerntaken van een universiteit, staat de Radboud Universiteit voor een plek waar studenten zich kunnen ontplooien buiten de curricula om, een plek waar medewerkers met plezier naar toe gaan. Ondanks de ook voorkomende conflicten tussen mensen, waarbij soms een manager niet weet wat zijn medewerker voor taken uitvoert, is overall bezien de Radboud Universiteit een goede werkgever. De medezeggenschap speelt in dit alles een belangrijke rol. Niet alleen als waakhond — werkgevers dienen zich aan regels te houden — maar juist ook bij het signaleren van problemen, en het discussiëren over de toekomst. Welke universiteit willen wij zijn? In de vergaderingen hier komen de verschillende opvattingen naar boven, en deze worden ook belangrijk gevonden door het college. Is er een gebrek aan transparantie en gebrek aan democratie hier in Nijmegen? Volgens mij niet. Studenten krijgen bijzonder veel voor elkaar en zijn goed georganiseerd, al willen ze natuurlijk altijd nog meer, wie neemt dat hen kwalijk? Er wordt wel eens vergeten dat een universiteit een bijzondere organisatievorm is, zeker in Den Haag. Zoals professor Wolfson, oud-rector van het Institute of Social Studies in Den Haag, eens verzuchtte in zijn rol als leidinggevende: ‘De deskundigheid is op de werkvloer. Je moet een kruiwagen met kikkers sturen.’ Deze uitspraak is ook van toepassing op de Radboud Universiteit. Gelukkig hebben wij een college dat de deskundigheid op de werkvloer ziet en erkent, hoewel ze dit soms — in de ogen van de medezeggenschap — te ver doorvoert door maar zo min mogelijk voor te schrijven aan al die kikkers in de verschillende kruiwagens binnen deze universiteit. Andersom is de medezeggenschap in rep en roer als er wel eens een

top-down

beslissing komt, denk aan de recente judicia-discussie hier. Soms klaagt de medezeggenschap over het gebrek aan ambitie van het college, denk aan de discussie rond het strategisch plan. Misschien moet ik nu zeggen: gelukkig hebben wij een college dat realistisch bezig is, dat geen onhaalbare rendementscijfers belooft aan een onbetrouwbare politiek, een college dat niet bij ieder zuchtje de koers van deze kruiwagen vol kikkers gaat veranderen. Hoeft er dan niet geprotesteerd te worden? Natuurlijk wel! Maar protesteer tegen de voordurende druk uit Den Haag. De afspraken die niet na worden gekomen. En vooral het gebrek aan vertrouwen. Dat gebrek aan vertrouwen is mede ontstaan door het financieringsmodel van universiteiten. Dit is outputgestuurd. Kwantiteit gaat boven kwaliteit. Meer studenten sneller laten afstuderen, meer promoties, levert meer geld op. Is het gek dat door een enkele instelling te veel werd gestuurd op kwantiteit, waardoor de kwaliteit in gedrang kwam? De excessen zijn bekend, maar alle universiteiten zuchten hieronder.

Door dat gebrek aan vertrouwen wordt een hoop bureaucratie uitgestort over de universiteiten. Bureaucratie die een grotere werkdruk veroorzaakt, en vooral tot tijdgebrek leidt voor datgene dat er werkelijk toe doet: nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek en uitproberen van nieuwe stimulerende onderwijsvormen. Waarom is André Geim vertrokken uit Nederland? Omdat er steeds meer regels kwamen. Als hij een aanvraag had ingediend waarbij hij zou zeggen: 'ik wil een plakbandje langs een potloodstreepje halen en kijken wat ik krijg', was hij ongetwijfeld uitgelachen. Nu kunnen bedrijven niet wachten tot grafeen toepasbaar is. Laten we ook de grote publicatiedruk niet vergeten. Want onderzoekers worden afgerekend op het aantal publicaties. Waarom één supermooi wat langer artikel publiceren, als je de inhoud kunt spreiden over drie kleinere? Drie levert meer punten op, dus stijg je in de pikorde. Als je gestegen bent in de pikorde, heb je een grotere kans op het krijgen van onderzoeksgelden uit externe geldstromen. Oh ja, voor die externe geldstromen, moet je al een idee hebben van wat je gaat vinden, op de zeldzame uitzondering na. Den Haag heeft nogal eens de neiging om ‘succesnummers’ uit het buitenland hier in te voeren. Helaas wordt dat dan weer halfwas gedaan, zoals bij het onzalige beurspromovendi-experiment. Dat is gebaseerd op onbewezen premissen, en vaart onterecht onder de vlag van 'experiment'. De Radboud is een van de weinige instellingen die hieraan weigert mee te doen. Problemen zijn er dus genoeg in het universitaire land. De Radboud Universiteit kiest al jaren voor een duidelijke koers. Dit is ook tot uiting gekomen in de samenstelling van het college. Een bètawetenschapper als voorzitter, een geesteswetenschapper als rector - samen met de vicevoorzitter (uit de gammahoek) zijn zij regelmatig te vinden op de werkvloer. Bastiaan Bommeljé zal de bestuurders hier niet kunnen beschuldigen van een ernstig vernauwd bewustzijn. Goede medezeggenschap komt mijns inziens neer op één belangrijk punt: de dialoog aangaan en open staan en respect hebben voor anderen. Ook in de relatie tussen college en medezeggenschap moet die dialoog blijven, want het kan altijd beter, ook in de medezeggenschap, ook in het college van bestuur! Als de dialoog wegvalt, komen we in een oorlogssituatie terecht, daar is niemand bij gebaat. Wij vieren de 100e overlegvergadering, en ik hoop dat wij gezamenlijk blijven optrekken. Ook als er geprotesteerd gaat worden!