Leidt dubbele verpanding toch tot persoonlijke aansprakelijkheid?

Download Report

Transcript Leidt dubbele verpanding toch tot persoonlijke aansprakelijkheid?

Nieuwsbrief Ondernemingsrecht
14 oktober 2014
Leidt dubbele verpanding toch tot
persoonlijke aansprakelijkheid?
itel
Begin 2013 berichtten wij u over een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12
maart 2013. In dit arrest oordeelde het Gerechtshof dat een bestuurder van een vennootschap
die een eerste pandrecht aan de bank had verstrekt en vervolgens dezelfde activa nogmaals
verpandt aan een andere kredietverschaffer en waarbij werd overeengekomen dat dit een
pandrecht in eerste rang zou zijn, niet aansprakelijk was. Tegen deze uitspraak heeft de tweede
pandhouder cassatie ingesteld en op 5 september jl. heeft de Hoge Raad arrest gewezen. Heeft
dit tot een andere uitkomst geleid?
Zoals aangegeven, oordeelde het Gerechtshof in deze procedure dat de bestuurder niet
aansprakelijk was. Dit aangezien de bestuurder volgens het Gerechtshof bij het aangaan van
de verplichting tot het verlenen van een pandrecht dat eerste in rang was, niet heeft voorzien of
heeft behoren te voorzien dat de vennootschap haar verplichting tot terugbetaling niet zou
nakomen en dat verhaal voor de schade niet mogelijk zou zijn.
De Hoge Raad verwijst in haar arrest van 5 september 2014 allereerst naar de jurisprudentie
omtrent de bestuurdersaansprakelijkheid en geeft daarbij aan dat voor het aannemen van deze
aansprakelijkheid vereist is, dat de bestuurder betreffende de benadeling persoonlijk een
ernstig verwijt kan worden gemaakt. Of de bestuurder een dergelijk verwijt kan worden
gemaakt, is afhankelijk van de aard en ernst van de normschending en de overige
omstandigheden van het geval. De Hoge Raad verwijst vervolgens naar het Beklamelcriterium,
wat inhoudt dat de bestuurder bij het aangaan van de verbintenis wist of behoorde te begrijpen
dat de schuldeiser van de vennootschap als gevolg van zijn handelen schade zou lijden.
Toegespitst op de onderhavige casus oordeelt de Hoge Raad dat de enkele omstandigheid dat
de tweede pandhouder, anders dan was overeengekomen, geen eerste maar een tweede
pandrecht heeft verkregen, niet meebrengt dat de tweede pandhouder als gevolg daarvan
schade lijdt. Het cassatieberoep wordt derhalve verworpen en ook in cassatie komt de
bestuurder met de schrik vrij.
pagina 2
Deze uitkomst betekent uiteraard niet dat het verstrekken van een pandrecht tweede in rang
terwijl wordt overeengekomen dat dit een pandrecht eerste in rang dient te zijn, nimmer tot
persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder kan leiden. Heeft een bestuurder bij het
aangaan van de verplichting voorzien of behoren te voorzien dat de vennootschap de
verplichting tot terugbetaling niet zou nakomen en dat verhaal voor de schade niet mogelijk zou
zijn, dan kan wél sprake zijn van persoonlijke aansprakelijkheid.
Ons advies uit 2013 geldt dan ook nog steeds: laat kredietovereenkomsten vakkundig
controleren om dubbele verpanding dan wel verpanding in strijd met een verbod daarop te
voorkomen. Dit kan een hoop ellende besparen.
Voor vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze nieuwsbrief kunt u zich wenden tot:
Maartje van der Beek
[email protected]
026 – 3 777 111
Disclaimer
De informatie in deze nieuwsbrief is bedoeld ter voorlichting van cliënten en andere relaties en kan niet worden gebruikt als advies in
individuele situaties. In die gevallen kan vanzelfsprekend een op de specifieke situatie toegesneden advies worden gegeven.
Hoewel deze nieuwsbrief met de grootst mogelijke zorgvuldigheid tot stand is gekomen, aanvaardt Hekkelman Advocaten N.V. geen
enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of andere onjuistheden (of de gevolgen daarvan).
© Hekkelman Advocaten N.V.