Home - Over Salaris

Download Report

Transcript Home - Over Salaris

www.kluwersalarisadministratie.nl
LOONHEFFINGEN
Bestuurder fiscaal aansprakelijk
Als vennootschap loonheffingen niet kan betalen
In het artikel Het risico van een (loon)administratie ‘in the cloud’1 is bestuurdersaansprakelijkheid kort
aangestipt. Deze aansprakelijkheid kan ertoe leiden dat de bestuurder van vennootschap onder
voorwaarden in privé aansprakelijk gesteld wordt voor niet betaalde schulden van de vennootschap (meestal naamloze of besloten vennootschappen). Is sprake van een vennootschap onder
firma dan zijn de vennoten hoofdelijk aansprakelijk voor niet betaalde schulden. Hoe het zit met
de bestuurdersaansprakelijkheid als de vennootschap de loonheffingen niet betaalt, leest u hier.
Mr. Hans Sligchers
Advocatenkantoor
mr. Sligchers
In het Nederlandse vennootschapsrecht geldt als uitgangspunt dat een bestuurder van een naamloze of besloten vennootschap niet persoonlijk aansprakelijk is
voor rechtshandelingen die hij namens de vennootschap
verricht. Dit is anders als de betreffende rechtshandelingen worden verricht in de uitoefening van een bedrijf of
beroep in de vorm van een eenmanszaak of een vennootschap onder firma. In dat geval is degene die handelt
hoofdelijk en met zijn gehele vermogen aansprakelijk
voor niet betaalde schulden.
ã
ã
ã
de gewezen bestuurder tijdens wiens bestuur de belastingschuld is ontstaan;
degene ten aanzien van wie aannemelijk is dat hij
het beleid van de vennootschap (mede) heeft bepaald als ware hij bestuurder, met uitzondering van
de door de rechter benoemde bewindvoerder;
indien een bestuurder van de vennootschap zelf een
vennootschap is: iedere bestuurder van de bestuursvennootschap.
Melding betalingsonmacht
Behoorlijk handelen
Zolang een bestuurder zijn taak naar behoren uitvoert,
is alleen de vennootschap aansprakelijk voor haar schulden. In artikel 36 van de Invorderingswet (IW) is nader
uitgewerkt wat verstaan moet worden onder behoorlijk
handelen als de vennootschap2 de verschuldigde loonbelasting niet (tijdig) kan afdragen of een naheffingsaanslag niet (tijdig) kan betalen. Voor de premie volksverzekeringen en premies werknemersverzekeringen is dit
geregeld in artikel 60 van de Wet financiering sociale
verzekeringen, een zogeheten ‘schakelbepaling’.
Hoofdelijk aansprakelijk
Hoewel de inleiding anders doet vermoeden, stelt het
eerste lid van artikel 36 IW als hoofdregel iedere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor de loonbelasting3.
Waar men zou verwachten dat een bestuurder niet hoofdelijk aansprakelijk is, tenzij (…), gaat de IW uit van
een hoofdelijke aansprakelijkheid ‘overeenkomstig het
bepaalde in de volgende leden.’
Als bestuurder wordt ook aangemerkt:
18
Zoals hiervoor al is aangegeven, geeft de IW aan hoe
een behoorlijk handelend bestuurder moet handelen. Als
de vennootschap de loonbelasting niet (tijdig) kan betalen, is de vennootschap, en dus de namens de vennootschap handelend bestuurder, verplicht om onverwijld
schriftelijk mededeling hiervan te doen aan de Ontvanger. Deze melding wordt aangeduid met de term ‘melding betalingsonmacht’. Als de Ontvanger dit verlangt,
moet de bestuurder nadere inlichtingen verschaffen en
stukken overleggen. Hiertoe is iedere bestuurder van de
vennootschap (wettelijk) bevoegd.
De melding betalingsonmacht moet worden gedaan uiterlijk twee weken na de dag waarop de loonbelasting
moest zijn afgedragen of uiterlijk twee weken na de
vervaldag van een naheffingsaanslag loonbelasting. In
dat laatste geval moet dan wel sprake zijn van een naheffingsaanslag die is opgelegd vanwege het feit dat de
verschuldigde loonbelasting meer is dan wat volgens
de aangifte had moeten worden afgedragen. Dit moet
niet te wijten zijn aan opzet of grove schuld van de
vennootschap. Als bij een naheffingsaanslag sprake is
van opzet of grove schuld kan dus geen rechtsgeldige
PRAKTIJKBLAD SALARISADMINISTRATIE
nr 11 / 26 juli 2013
LOONHEFFINGEN
melding betalingsonmacht worden gedaan.
Vanwege het grote belang van de tijdigheid van de melding betalingsonmacht is het zaak deze melding of persoonlijk bij de Belastingdienst af te geven (tegen uitreiking van een ontvangstbevestiging) of deze aangetekend
te versturen, zodat de tijdige indiening via ‘track and
trace’ aangetoond kan worden. De bewijslast voor de tijdigheid van de melding ligt bij de bestuurder van de
vennootschap.
Tegenbewijsuitsluiting
Is geen sprake van een rechtsgeldige melding betalingsonmacht, dan is sprake van een wettelijk vermoeden dat het niet betalen van de belasting aan de bestuurder te wijten is. De bestuurder wordt alleen
toegelaten om dit wettelijk vermoeden te weerleggen
als hij eerst aannemelijk maakt dat het niet rechtsgeldig
melden niet aan hem te wijten is. Dit is een bijna onmogelijke opgave en leidt er toe, dat als er van ‘kennelijk
onbehoorlijk bestuur’ geen sprake is en de bestuurder dit
Betalen of melden
Lange tijd heeft de Belastingdienst het standpunt ingenomen dat een vennootschap maar twee mogelijkheden
heeft voor de loonbelasting: of betalen of belastingonmacht melden. Als niet betaald werd en niet rechtsgeldig belastingonmacht gemeld werd, was het voor de Belastingdienst duidelijk: de bestuurder is hoofdelijk
aansprakelijk. De Hoge Raad heeft inmiddels beslist, dat
dit standpunt niet juist is.
Indien de verschuldigde loonbelasting niet wordt betaald, maar de vennootschap wel over het geld beschikt
om dat bedrag te betalen, is nog geen sprake van betalingsonmacht. Er is in dat geval dan ook geen reden om
te melden. Op de Ontvanger komt dan de bewijslast te
rusten dat er meer en andere feiten zijn om tot betalingsonmacht te concluderen.
Overigens bestaat er ook geen reden om betalingsonmacht te melden als de Ontvanger al op andere wijze in
kennis is gesteld van de slechte financiële situatie bij de
vennootschap. Een voorbeeld daarvan is het geval, waarin de zoon de vennootschap van zijn vader had overgenomen, tot de conclusie kwam dat de vennootschap financiële problemen had en vervolgens contact opnam
met de Ontvanger om te praten over een betalingsregeling. Hierdoor was een melding betalingsonmacht niet
meer nodig voor later ontstane loonbelastingschulden.
Belang van rechtsgeldige melding
Het belang dat een bestuurder heeft om rechtsgeldig te
melden dat er betalingsonmacht is, is gelegen in de bewijspositie voor die bestuurder in het geval dat hij door
de Ontvanger aansprakelijk gesteld wordt. We spreken
van een rechtsgeldige melding als deze tijdig is gedaan
en als, indien de Ontvanger daarom vraagt, nadere inlichtingen en gegevens binnen de daartoe gestelde termijn zijn verstrekt. Is de melding tijdig gedaan, maar
geeft de bestuurder vervolgens geen gehoor aan het informatieverzoek van de Ontvanger, dan is geen sprake
van een rechtsgeldige melding.
Als de bestuurder een rechtsgeldige melding betalingsonmacht heeft gedaan, is hij pas aansprakelijk als
de Ontvanger stelt en aannemelijk maakt dat sprake is
van een situatie dat het niet betalen van de belastingschuld is veroorzaakt door kennelijk onbehoorlijk bestuur. De Ontvanger is dan dus aan zet.
Bestuurder kan hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor
loonbelasting
ook kan bewijzen, hij toch aansprakelijk wordt gesteld.
Op de vraag of deze tegenbewijsuitsluiting niet in strijd
is met Europees recht, heeft de Hoge Raad geantwoord
dat dit niet zo is. Omdat van een bestuurder mag worden verlangd dat hij op de hoogte is of zich laat stellen
van betalingsmoeilijkheden van de vennootschap, is het
voor hem als regel niet onmogelijk of uiterst moeilijk
ervoor te zorgen dat de Ontvanger tijdig hiervan op de
hoogte wordt gesteld.
De tegenbewijsuitsluiting geldt niet voor de aansprakelijk gestelde gewezen bestuurder.
Kennelijk onbehoorlijk bestuur
Als de bestuurder een rechtsgeldige melding betalingsonmacht heeft gedaan, is hij daarmee nog niet verlost van een mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid. Hij
heeft er slechts voor gezorgd dat de Ontvanger moet
stellen en aannemelijk moet maken, dat de belastingschuld het gevolg is van aan de bestuurder te wijten
Samenvatting
Een bestuurder kan in privé aansprakelijk worden gesteld voor loonbelasting die de
vennootschap niet heeft betaald. Als de vennootschap niet kan betalen, moet de
bestuurder dit rechtsgeldig aan de Ontvanger melden. Rechtsgeldig is tijdig en – als
de Ontvanger daarom vraagt – door verstrekken van inlichtingen en gegevens.
Heeft de bestuurder rechtsgeldig gemeld, dan kan hij toch aansprakelijk gesteld
worden als de Ontvanger stelt en aannemelijk maakt dat het niet betalen van de
loonbelasting het gevolg is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Heeft de
bestuurder niet rechtsgeldig gemeld, dan wordt hij alleen tot tegenbewijs van het
wettelijk vermoeden toegelaten als hij stelt en aannemelijk maakt dat het niet
rechtsgeldig melden hem niet te verwijten is. De aansprakelijkstelling vindt plaats
via een beschikking. Hiertegen staan rechtsmiddelen open. De Ontvanger kan uitstel van betaling verlenen, al dan niet onder het stellen van voorwaarden.
19
www.kluwersalarisadministratie.nl
LOONHEFFINGEN
hangt. Voorbeelden van handelingen die kunnen kwalificeren als ‘kennelijk (dat wil zeggen: daarover bestaat
geen twijfel) onbehoorlijk bestuur’ zijn:
ã het niet doen van aangiften en/of het ontbreken
van een behoorlijke administratie, tenzij dit het gevolg is (geweest) van overmacht;
ã het uitbetalen van ‘zwart’ loon, dat buiten de administratie en de aangiften is gehouden;
ã het onttrekken van gelden aan de vennootschap
voor privédoeleinden van de bestuurder, waardoor
de financiële positie van de onderneming ernstig in
gevaar komt;
ã het stelselmatig te laat aangeven en afdragen van
belastingen;
ã het nemen van beslissingen met vergaande financiële consequenties voor de vennootschap zonder dat
deze beslissingen behoorlijk zijn voorbereid.
Procesgang
kennelijk onbehoorlijk bestuur in de periode van drie
jaren, voorafgaande aan het tijdstip van de melding betalingsonmacht. De lat hiervoor ligt hoog: van kennelijk
Uitbetalen ‘zwart loon’ kan
onder kennelijk onbehoorlijk
bestuur vallen
onbehoorlijk bestuur kan pas worden gesproken als geen
redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden zo zou hebben gehandeld.
Wat onder ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’ moet worden
verstaan, is niet eenduidig te beantwoorden, omdat dit
van alle feiten en omstandigheden van dat geval af-
20
Als de Ontvanger een bestuurder aansprakelijk wil stellen, moet hij dit doen door het afgeven van een beschikking aansprakelijkstelling. Tegen deze beschikking staan
de wettelijke rechtsmiddelen open: bezwaar, beroep,
hoger beroep en cassatie. De termijn voor het instellen
van een rechtsmiddel is zes weken. De bestuurder kan
de Ontvanger vragen om uitstel van betaling voor het
bestreden bedrag van de aansprakelijkstelling. De Ontvanger kan het gevraagde uitstel verlenen, al dan niet
onder het stellen van voorwaarden, bijvoorbeeld in de
vorm van het stellen van voldoende zekerheid.
Als de Ontvanger daartoe aanleiding ziet, kan hij, voorafgaand aan het afgeven van een beschikking aansprakelijkstelling, conservatoire maatregelen nemen, zoals
het leggen van beslag op onroerende zaken die aan de
bestuurder toebehoren. De Ontvanger moet daartoe
verlof vragen aan de burgerlijke rechter (Voorzieningenrechter). Na verkregen verlof moet de Ontvanger
de bestuurder binnen drie maanden aansprakelijk stellen. Maakt de bestuurder hiertegen bezwaar, dan zal de
Ontvanger binnen vier maanden uitspraak op bezwaar
moeten doen om te voorkomen dat het gelegde beslag
komt te vervallen.
Noten:
1. Praktijkblad Salarisadministratie 2013, nr. 10, pagina
14 en 15.
2. Voor de leesbaarheid wordt de term ‘vennootschap’
gehanteerd. De IW spreekt van ‘een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dat volledig rechtsbevoegd is, voor zover het aan de heffing van
vennootschapsbelasting is onderworpen’.
3. En voor andere belastingen, zoals de omzetbelasting, de accijns, bepaalde verbruiks- en milieubelastingen en de kansspelbelasting.