Participatievisie en verordeningen Participatiewet 1 rvs

Download Report

Transcript Participatievisie en verordeningen Participatiewet 1 rvs

VOORSTEL GEMEENTERAAD BLARICUM
Raadsvoorstel nummer
:
2014-52
BABS nummer
:
5640
Raadsvergadering d.d.
:
09-12-2014
Rondetafelgesprek d.d.
:
02-12-2014
Presidium d.d.
:
17-11-2014
Portefeuillehouder
:
Lüken, B.H.E. (Blaricum)
Voorbereid door
:
Klazien Offringa, Aanleg en Beheer, toestel: .
Onderwerp
:
Participatievisie en verordeningen Participatiewet en Wet
maatregelen WWB
Voorgesteld besluit
:
1.
2.
3.
4.
Besluit
:
Datum besluit
:
Instemmen met de Participatievisie Gooi en Vechtstreek
Vaststellen Verordening Participatie
Vaststellen Verordening Inkomensvoorziening Participatiewet
Vaststellen Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet
Griffier
Voorzitter
Bijlagen
Voorstel: Voorstel_5640.doc
Pagina 1 van 1
Waarom ligt het voorstel nu voor?
De Participatiewet wordt met 1 januari 2015 van kracht. De bij de wet behorende verordeningen
moeten voor 31 december door de raad zijn vastgesteld om ook per 1 januari van kracht te zijn.
Waar gaat het voorstel over, wat is de doelstelling en het beoogd effect?
Participatiewet met bezuiniging en Wet maatregelen WWB
Op 1 januari 2015 treden de Participatiewet en Wet maatregelen WWB in werking.
Doelstelling van het wetsvoorstel Wet maatregelen WWB is het activerender maken van de
bijstand. Uit dit wetsvoorstel volgt de verplichting om verordeningen vast te stellen voor:

Tegenprestatie

Individuele inkomenstoeslag (voorheen langdurigheidtoeslag)

Studietoeslag (nieuw)
De voorzieningen voor bijstand en voor beschut werk (WWB, WSW en Wajong) worden met de
Participatiewet in één regeling ondergebracht. De doelstelling is om iedereen met
arbeidsvermogen naar werk toe te leiden, bij voorkeur naar regulier werk. De Participatiewet
draagt bij aan de ambitie in het sociaal domein om zoveel mogelijk mensen mee te laten doen
aan de maatschappij.
Gemeenten krijgen de beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de
Participatiewet en de ruimte om samen met betrokkenen te bepalen welke ondersteuning zij
nodig hebben. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om instrumenten zelf vorm te geven, maar ook
kiezen voor vormen van intergemeentelijke samenwerking op een hoger schaalniveau.
De Participatiewet komt over naar gemeenten met een bezuiniging van 25% op het beschikbaar
budget voor re-integratie, terwijl de gemeente ook verantwoordelijk wordt voor een deel van de
nieuwe instroom van de doelgroep Wajong en Wsw.
Werkloosheid en armoede blijft een aandachtspunt
December 2013 waren er in de HBEL 2364 niet-werkende werkzoekenden (mensen van 15 tot en
met 64 jaar die bij het UWV als werkzoekenden staan ingeschreven en die niet of minder dan 12
uur per week werken): 1558 in Huizen, 257 in Blaricum, 288 in Eemnes en 261 in Laren. De
uitstroom is in 2013 minder dan in de jaren ervoor. De belangrijkste oorzaak daarvan is de
aanhoudende economische crisis en daarmee de krimp van het aantal vacatures op de
arbeidsmarkt.
Het aantal verstrekkingen individuele bijzondere bijstand bedroeg 2810 in de HBEL (1931 in
pagina 1 van 8
Huizen, 315 in Blaricum, 264 in Eemnes en 300 in Laren).
Decentralisaties in het sociaal domein: kans op succesvolle integrale benadering
Door de nieuwe Participatiewet en de decentralisaties van delen van de AWBZ en de Jeugdzorg
krijgt de gemeente een groot aantal nieuwe verantwoordelijkheden binnen het sociaal domein.
Door ontschotting kan de gemeente meer dan voorheen gaan werken volgens het principe van
één klant/huishouden, één plan. Dit biedt kansen om meer dan voorheen problemen rond
economische en sociale zelfredzaamheid te voorkomen en kansen op een effectievere en
efficiëntere aanpak als er daadwerkelijk behoefte aan ondersteuning is.
De cijfers rond armoede en werkloosheid laten zien dat economische zelfredzaamheid van
inwoners nog altijd een urgent thema is. De nieuwe Participatiewet, bezuinigingen, Wet
maatregelen WWB, in combinatie met andere decentralisaties, geven de gemeente hiervoor
nieuwe handvatten.
Al deze ontwikkelingen samen vragen om een krachtige aanpak van de uitvoering van de
gemeentelijke participatievisie op het stimuleren van de economische en sociale zelfredzaamheid
van onze inwoners.
Als uitwerking van de nieuwe Participatiewet, in lijn met de visie van de gemeente en als
instrumentarium om economische en sociale zelfredzaamheid te bevorderen, liggen voor u ook
een aantal verordeningen ter vaststelling.
De voorgestelde Participatievisie en verordeningen zijn onderdeel van een samenhangende
aanpak gericht op het vergroten van de economische en sociale zelfredzaamheid binnen de brede
integrale aanpak in het sociaal domein.
Visie economische en sociale zelfredzaamheid binnen het sociaal domein
De informatienota die in juni door de raad is vastgesteld schetst de kaders van het sociale domein.
Deze beschrijft dat de gemeente individuele ondersteuning op maat levert via een eenvoudige
toegang en integrale benadering (één huishouden, één plan). Hierbij:
-
stelt de gemeente de vraag centraal,
gaan we uit van zelfregie, eigen mogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid,
is de gemeente zo nodig procesregisseur en
zijn we opdrachtgever van ondersteuning. De uitvoering van de ondersteuning beleggen we bij
aanbieders.
Ondersteuning vindt zoveel mogelijk plaats in de inclusieve samenleving.
Deze uitgangpunten zijn ook richtinggevend voor de uitwerking van de economische en sociale
zelfredzaamheid.
Integrale toegang, ook voor economische en sociale zelfredzaamheid
De ondersteuning van de inwoners wordt ontsloten via de gemeentelijke toegang, als onderdeel
van de integrale benadering. Op deze wijze wordt op uitvoeringsniveau de samenhang van de
pagina 2 van 8
ondersteuning binnen het sociaal domein geborgd.
Ondersteuning van economische en sociale zelfredzaamheid: twee aspecten
Binnen deze integrale benadering hebben alle relevante levensdomeinen een plek, zo ook de
sociale en economische zelfredzaamheid. Deze zelfredzaamheid heeft drie aspecten:
1. Eigen werk en inkomen verwerven.
2. De inwoners die niet in staat zijn om te werken, moeten naar vermogen deel kunnen
nemen aan de samenleving.
3. Waar werk en inkomen te kort schiet: armoede vermijden.
Voor alle drie aspecten hebben we verschillende ondersteuningsmiddelen beschikbaar voor onze
inwoners. Zo kunnen we bijvoorbeeld de bijzondere bijstand, computerregeling en het
jeugdsportfonds inzetten ter bestrijding van de armoede. Voor het deelnemen aan de samenleving
naar vermogen hebben we onder meer vrijwilligerswerk en nieuwe mogelijkheden voor
dagbesteding. Voor het verwerven van eigen werk en inkomen begeleiden we mensen naar werk.
Een aantal ondersteuningsvormen wordt nog verder ontwikkeld of komt in een later stadium
beschikbaar, zoals de startersbeurs, het jeugdcultuurfonds of het inbedden van de
projectencarrousel in de inclusieve samenleving.
De Informatienota Sociaal Domein, de Lokale keuzenota en de voorgestelde verordeningen gaan
in op alle drie de aspecten. De Participatievisie is een uitwerking van de visie op het sociale
domein en werkt de aspecten van ‘eigen werk en inkomen verwerven’ en ‘meedoen naar
vermogen’ uit.
1. De Participatievisie
Bij de ondersteuning van inwoners naar eigen werk en inkomen vinden, mede door de
Participatiewet, grote veranderingen plaats. Om deze veranderingen in goede banen te leiden, is
een participatievisie opgesteld. In de Informatienota Sociaal Domein zijn de uitgangpunten voor de
participatievisie al vastgesteld en in de bijgevoegde nota zijn ze verder uitgewerkt. De uitwerking is
beknopter, concreter en meer vanuit het perspectief van de inwoner geschreven.
De participatievisie sluit aan bij de eerder genoemde uitgangspunten binnen het sociaal domein,
zoals de vraag centraal stellen, eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheid, inclusieve
samenleving:
Inclusieve samenleving betekent dat werkzaamheden van de inwoners zoveel mogelijk in de
samenleving plaatsvinden: al dan niet via het Regionaal werkbedrijf wordt de samenwerking
gezocht met reguliere werkgevers; werkplekken zoveel mogelijk buiten de sociale
werkvoorziening, bij reguliere werkgevers;
Uitgaan van eigen mogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid betekent onder meer dat de
verdiencapaciteit van iemand maximaal wordt aangesproken. Dit betekent ook dat de eigen
mogelijkheden worden benut voor mensen met een bijstandsuitkering, zonder dat hierbij
verdringing van betaald werk optreedt.
Vraag centraal betekent geen uniforme aanpak. Voor mensen met een verschillende
verdiencapaciteit is verschillende ondersteuning wenselijk. Om dit mogelijk te maken is het nodig
om de loonwaarde/verdiencapaciteit te bepalen. Daarnaast staat ook de vraag van werkgevers
centraal. Voor onze inwoners is deze gedifferentieerde aanpak in de Participatievisie en de
pagina 3 van 8
Programmabegroting als volgt vertaald in doelgroepen, die voortkomen uit een marktanalyse:



Voor mensen met een loonwaarde van 80-100%, die een korte afstand tot de
arbeidsmarkt hebben, wordt aanvullend op hun eigen kracht, een beperkte vorm van
begeleiding naar werk vanuit de gemeente ingezet. Van deze mensen stroomt 35%
binnen 9 maanden weer uit de WWB.
Samen met Tomin wordt gewerkt aan een toekomstbestendige aanpak van de
arbeidsparticipatie van mensen met een loonwaarde tussen de 40 en 80% en/of mensen
met een langere afstand tot de arbeidsmarkt. Van deze groep wordt 50% met een
aanvullende bijstandsuitkering naar werk geholpen.
Mensen die niet of slechts zeer beperkt in staat zijn om loonwaarde te genereren hebben
zoveel als mogelijk gewoon binnen de samenleving een zinvolle dagbesteding, die past
bij hun persoonlijke ambities en mogelijkheden. De methodiek van 'Tijd voor Meedoen' en
de projectencarrousel van 'Meewerken' wordt hiervoor ingezet en uitgebreid.
Vijf Pijlers
Deze visie verbindt vijf pijlers in de dienstverlening:
1.
2.
3.
4.
Algemene voorzieningen in de wijk
Integrale toegang vanuit de gemeentelijke uitvoeringsdiensten
Het hebben van passend werk
Ondersteuning gericht op het vergroten van de economische zelfredzaamheid van
inwoners
5. Ondersteuning gericht op het vergroten van de sociale zelfredzaamheid van inwoners
Binnen het vergroten van de economische zelfredzaamheid, zijn arbeidsontwikkeling en
werkgeversdienstverlening belangrijke thema’s. Deze visie is richtinggevend voor de
doorontwikkeling van activiteiten en organisaties in dit veld, zoals de Tomin groep, het regionaal
Bestuurlijk (Net)Werkbedrijf en het regionaal Werkgeversservicepunt. De voorgestelde wijze van
uitvoering sluit aan bij de werkwijze die de HBEL in het brede sociaal domein voor zich ziet:


De beleids- en de uitvoeringsregie wordt op HBEL niveau vormgegeven;
Lokaal wordt invulling gegeven aan algemeen toegankelijke voorzieningen die nodig zijn
om sociale en/of economische uitsluiting van inwoners te voorkomen;
 Er wordt toegewerkt naar een zuivere opdrachtgever-opdrachtnemer relatie waarbij een
level playingfield een voorwaarde is;
 Het opdrachtgeverschap en het contractbeheer wordt gezamenlijk uitgevoerd met andere
gemeenten in de regio.
Met deze werkwijze wordt de lokale zelfstandigheid op beleids- en uitvoerend niveau geborgd en
maximaal voordeel gehaald uit de regionale samenwerking op het vlak van inkoop en
contractbeheer. Ook wordt op deze wijze invulling gegeven aan de wens om een congruent
samenwerkingsverband aan te gaan.
Onderdeel van de uitwerking van deze visie, is de (door)ontwikkeling van een aantal regionale
organisaties. Deze uitwerking is een verantwoordelijkheid van het college. Op dit moment is de
stand van zaken als volgt:
Tomin-groep
Door de veranderde wettelijke kaders en de bezuinigingen, is het noodzakelijk dat de activiteiten
en organisatie van de Tomin-groep worden aangepast. Door het Algemeen Bestuur van de
Gemeenschappelijke Regeling is eerder dit jaar een opdracht geformuleerd voor de Tomin-groep.
pagina 4 van 8
Het doel van deze opdracht is om een businesscase te ontwikkelen waarbij de Tomin-groep een
financieel gezond bedrijf blijft en waarbij de financiële belangen van de afzonderlijke gemeenten
voldoende geborgd zijn. De belangrijkste onderdelen van deze opdracht zijn:
Algemeen:

G&V wil voor de doelgroep met 40-80% loonwaarde (onder strikte voorwaarden) dat
Tomin (met loonkostensubsidies) deze doelgroep in dienst neemt, aan het werk zet en
regulier plaatst. Dit wordt voor 4 jaar op proef gedaan en wordt ook nadrukkelijk gezien als
een activiteit die Tomin in staat moet stellen zijn transformatie gestalte te geven. Vanuit de
gehele regio zijn per direct 600 mensen beschikbaar. De strikte voorwaarden hebben
onder meer betrekking op de tijdelijkheid en afbouw van loonkostensubsidie voor
individuele deelnemers, moet leiden tot duurzame uitstroom en wordt risicodragend
uitgevoerd door Tomin.
Activiteiten Tomin:



Gemeenten zien kansen voor Tomingroep op het gebied van arbeidsontwikkeling
(behalen van de ontwikkeldoelen die in de gemeentelijke toegang bepaald zijn) en de
realisatie van loonwaarde voor voormalig Sociale Werkvoorziening medewerkers en
voor mensen die onder de Participatiewet vallen.
Realisatie van de ontwikkeldoelstellingen van de inwoners en het verdienvermogen vindt
zo veel als mogelijk plaats in het reguliere bedrijfsleven. Belangrijk is dat Tomingroep
inspeelt op de vraag vanuit het reguliere bedrijfsleven en mensen daar dan ook plaatst
cq. begeleidt.
Voor de huidige Wsw-werknemers (Wsw-oud) maakt G&V gebruik en blijft G&V gebruik
maken van Tomin-groep.
Financieel:


De Tomingroep moet een financieel gezond bedrijf zijn.
Uitgangspunt is bekostiging per persoon. Doel is vooraf afspraken maken over
vergoedingen met de aanbieder, de Tomingroep. Dat is inclusief de te realiseren
loonwaarde. De realisatie van de (objectief vastgestelde) loonwaarde is in een
groeimodel voor risico van de Tomingroep.
 Op termijn streven de gemeenten naar keuzevrijheid voor de inwoners waarmee
Tomingroep één van de aanbieders is.
Eind dit jaar moet deze opdracht zijn vertaald in een bedrijfsplan.
Regionaal Bestuurlijk (Net)werkbedrijf
In het (net)werkbedrijf zitten de gemeenten, UWV, werkgevers en sociale partners. De intentie is
een ‘licht’ (net)werkbedrijf, in combinatie met een ‘sterk’ werkgeversservicepunt (zie hieronder).
Deze organistie zorgt voor een strategische regionale aanpak voor het arbeidsmarktbeleid.
Namens de gemeenten nemen in het (net)werkbedrijf plaats: Arjo Klamer (voorzitter) Janny
Bakker (namens stuurgroep sociaal domein 18+) en Wimar Jaeger (voorzitter wethoudersoverleg
EZ).
Regionaal werkgeversservicepunt
De publieke gemeentelijke werkgevers-dienstverleningstaken (onder meer vacatureservice t.b.v.
pagina 5 van 8
doelgroep 80-100 %, acquisitie en matching, ontzorgen en nazorg werkgevers) worden samen
met Tomin uitgevoerd in een regionaal samenwerkingsverband en zodoende verbonden met
arbeidsontwikkeling. Hierdoor wordt Tomin beter gefaciliteerd in haar opdracht en ontstaat er meer
gezamenlijkheid en integraliteit binnen de uitvoering van de Participatiewet. Tegelijk wordt lokale
aansluiting bij de uitvoeringsorganisatie gerealiseerd. De huidige jobhunters worden gedetacheerd
naar deze nieuwe werkvorm.
2.
De verordeningen Participatie
De procesverordening Sociaal Domein die u onlangs heeft vastgesteld, geeft het algemene kader
voor de werkwijze van de gemeentelijke toegang. De verordeningen die voor u liggen, werken
voor onze toegang de relevante mandaten en ondersteuningsmiddelen uit, voor zowel de
bestrijding van armoede als bij de ondersteuning bij het verwerven van werk en inkomen, als bij
het ‘meedoen naar vermogen’.
Deze verordeningen zijn uitgewerkt binnen de eerdergenoemde kaders en de landelijke kaders
zoals beschreven in de Participatiewet en Wet maatregelen WWB.
Bij het vormgeven van de verordeningen zijn de volgende praktische uitgangspunten gebruikt:
-
Juridisch noodzakelijke wijzigingen doorvoeren en voor het overige het huidige beleid
handhaven.
-
Alleen in verordeningen opnemen wat geregeld moet worden, dus niet de zaken die al via de
wetten geregeld zijn.
-
Aantal verordeningen terugbrengen tot drie (participatie, inkomensvoorziening en
cliëntenparticipatie).
-
De verordeningen moeten beknopt maar uitvoerbaar zijn.
Dit heeft geresulteerd in de verordeningen Inkomensvoorziening Participatiewet, verordening
Participatie en verordeningen Cliëntenparticipatie en de bijbehorende toelichtingen.
In de verordening Inkomensvoorzieningen Participatiewet worden o.a de individuele
inkomenstoeslag en studietoeslag uitgewerkt evenals het handhavingsbeleid. In de verordening
Participatie worden de instrumenten voor re-integratie, loonwaardebepaling, loonkostensubsidie,
no-risk polis en het beleid rond tegenprestatie uitgewerkt. Tot slot wordt in de verordening
Cliëntenparticipatie aanpassingen aan de nieuwe wettelijke kaders doorgevoerd. Inhoudelijk
verandert er niets aan de clienten participatie.
In de bijlage treft u ook een inhoudelijke toelichting op de verordeningen aan. Hierin staat beknopt
waar de beleidsruimte van de raad ligt en hoe bepaalde keuzes tot stand zijn gekomen. De
overige wijzigingen in de verordeningen zijn technische wijzigingen. Zo zijn verwijzingen naar de
WWB veranderd in verwijzingen naar de Participatiewet.
Welke interne/externe partijen en burger(platformen) zijn in het voortraject betrokken?
De Participatievisie is in de regio Gooi en Vecht opgesteld en de plannen rond de TOMIN eveneens.
pagina 6 van 8
De visie en de verordeningen zijn in regionaal verband ontwikkeld, met betrokkenheid van de
uitvoering en belanghebbenden in het project Samenspraak
De cliëntenraad HBEL heeft positief geadviseerd op de verordeningen, zie bijlagen.
Wat is het vastgestelde wettelijk- en beleidskader?
De voorgenomen Participatiewet en Wet maatregelen WWB geeft de gemeenteraad de bevoegdheid
tot het vaststellen van de verordeningen
Andere relevante beleidskaders:

Informatienota Sociaal Domein

Lokale Keuzenota Sociaal Domein
Wat is het duurzaamheidaspect van dit voorstel?
n.v.t.
Wie zijn belanghebbenden en wat voor gevolgen heeft het voorstel voor hen?
Deze voorstellen zijn van belang voor allen die een bijstandsuitkering ontvangen en afstand tot de
arbeidsmarkt hebben.
Voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt komen meer instrumenten beschikbaar om hen aan
een baan te helpen.
Welke relatie heeft dit voorstel met de BEL-gemeenten en de BEL Combinatie?
Een zelfde voorstel is voor alle drie de gemeenten opgesteld.
Welke financiële middelen zijn met het besluit gemoeid?
Voor de uitvoering van het participatiebeleid worden de participatiemiddelen en de z.g BUIG
budgetten ingezet. De Participatievisie bevat een overzicht van de beschikbare middelen
Wat zijn alternatieven voor het voorstel en de consequenties hiervan?
Er zijn geen alternatieven. De voorstellen zijn in samenwerking met de regio en de HBEL uitgewerkt
Wat zijn de juridische consequenties van het voorstel?
pagina 7 van 8
De verordeningen regelen de rechten en plichten van de belanghebbenden
Welke afspraken maken we over uitvoering en realisatie?
De uitvoering ligt bij de uitvoeringsorganisatie HBEL
Welke afspraken maken we over de communicatie en rapportage?
In het kader van de monitoring van het beleid rond het sociaal domein wordt regelmatig
gerapporteerd. In de programmabegroting zijn diverse indicatoren opgenomen rond de
maatwerkvoorzieningen werk en inkomen.
bijlage 1: Participatievisie
bijlagen 2, 3 en 4: raadsbesluiten verordeningen (Participatie, Inkomensvoorziening Participatiewet en
Cliëntenparticipatie Participatiewet)
bijlage 5: inhoudelijke toelichting gemeentelijke beleidsruimte bij verordeningen
bijlage 6, 7 en 8: toelichtingen verordeningen
bijlage 9, 10 en 11: adviezen cliëntenraad HBEL verordeningen
Burgemeester en wethouders van Blaricum
Dhr. A. Hogendoorn
Secretaris
Mv. drs. J.N. de Zwart-Bloch
burgemeester
pagina 8 van 8