Lean Six Sigma green belt for industry (pdf)

Download Report

Transcript Lean Six Sigma green belt for industry (pdf)

Deel B: opleidingsspecifiek deel Green Belt for industry
1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Certificeringsprocedure
1. De communicatie met de kandidaat wordt, afhankelijk van de kandidaat, in het Nederlands of
Engels gevoerd. Het theorie-examen zal in het Nederlands zijn; de examencommissie kan hierop
in bijzondere gevallen een uitzondering maken. Het praktijkdeel kan naar keuze in het
Nederlands of Engels worden gedaan.
2. Eindtermen en toetsingscriteria
Artikel 2.1 Algemene karakterisering
De graad Lean Six Sigma Green Belt staat voor professionele vaardigheden op het terrein van
procesverbeteren in een industriële context:
o Basis praktische kennis van principes en best-practices op het terrein van lean
manufacturing en operations management.
o De vaardigheid om een probleem te structureren en systematisch aan te pakken middels het
DMAIC model van six sigma.
o De vaardigheid en statistische kennis om data te verzamelen en te analyseren ten behoeve
van het diagnosticeren van problemen en het optimaliseren van processen.
o Kennis van standaardmodellen voor kwaliteitsbeheersing en procesbetrouwbaarheid
(reliability).
o De vaardigheid om een selectie van technieken een methodes voor probleem-oplossen toe te
passen.
Artikel 2.2 Toetsingsonderdelen en criteria
Om in aanmerking te komen voor certificering tot Lean Six Sigma Green Belt dient de kandidaat:
• Te slagen voor het UvA Lean Six Sigma Green Belt theorie-examen (Industry).
• Twee afgeronde en succesvolle Lean Six Sigma projecten voor te leggen, die als acceptabel
worden beoordeeld.
Het theorie-examen toetst begrip van de Lean Six Sigma methodologie en technieken, de mate
waarin kandidaten de begrippen en technieken kunnen toepassen, begrip van Minitab uitvoer.
Het betreft een zogeheten open boek examen; het is toegestaan handouts en boeken mee te nemen en
te gebruiken. Het theorie-examen is Nederlandstalig en bestaat uit 40 meerkeuzevragen. Deelnemers
dienen zich tijdens het examen te legitimeren. Een kandidaat slaagt bij een resultaat van 5.5 of hoger.
Voor de twee ingediende projecten gelden de volgende bepalingen:
• De ingediende projecten worden op deze punten beoordeeld:
o De kandidaat moet laten zien de geleerde materie succesvol te kunnen toepassen; de
projecten moeten dus succesvol zijn afgerond, en reële en voldoende baten hebben.
o De kandidaat moet laten zien de Lean Six Sigma manier van werken te kunnen
toepassen, zoals geoperationaliseerd in de DMAIC-methode. Daarnaast dient de
kandidaat te laten zien een geschikt project te kunnen selecteren. Het gebruikte
model van DMAIC is als gedefinieerd in Lean Six Sigma for Services and
Healthcare (J. de Mast, R. Does, H. de Koning, J. Lokkerbol, Beaumont: 2012).
• De monetaire resultaten van de projecten moeten meer dan € 20.000 op jaarbasis bedragen
(EBIT). Voor projecten die uitsluitend niet-monetaire benefits hebben, zal de
examencommissie beoordelen of het project van voldoende zwaarte is.
• De projectdocumentatie moet de indeling volgen van de DMAIC-stappen, zoals aangegeven
in het review-sjabloon. Kandidaten ontvangen het review-sjabloon na inschrijving voor het
examen. Projecten waarvan de documentatie de DMAIC-stappen niet volgt, zullen worden
afgewezen. De examencommissie behoudt zich het recht voor aan de kandidaat te vragen het
review-sjabloon te gebruiken, alvorens een project in behandeling te nemen.
Onderwijs- en examenregeling Master
•
De projectdocumentatie moet een ondertekende verklaring bevatten van de project-champion
en een controller (of personen met vergelijkbare bevoegdheden). De (korte) verklaring stelt
dat het projectverslag een realistische weergave geeft van het project en zijn benefits.
• Een project kan slechts door één kandidaat ingediend worden. Gezamenlijke projecten
moeten daarom worden toegewezen aan één van de Green Belts.
De ingezonden informatie zal vertrouwelijk worden behandeld.
Artikel 2.3 Eindtermen
De onderwerpen hieronder vormen de examenstof. Kandidaten moeten deze stof begrijpen en
kunnen toepassen. In het bijzonder moeten kandidaten Minitab kunnen gebruiken en de resultaten
ervan kunnen interpreteren. Statistische methoden en technieken moeten op een functioneel maar
niet op een technisch niveau worden beheerst, dat wil zeggen, kandidaten moeten weten wanneer
methoden en technieken kunnen worden toegepast, en hoe zij de resultaten moeten interpreteren en
gebruiken, maar kennis van de interne wiskundige werking en berekeningen wordt niet getoetst.
Define fase en projectmanagement:
o Inzicht hebben in de doelen en werkwijze van lean six sigma in een organisatie:
o Functie van lean six sigma in bedrijfsvoering.
o Basisprincipes die aan de methodologie ten grondslag liggen.
o Organisatiestructuur voor het vormgeven van een lean six sigma initiatief.
o De DMAIC (Define-Measure-Analyze-Improve-Control) roadmap begrijpen en kunnen
toepassen.
o Bekend zijn met standaardmodellen voor het formuleren van het project-charter:
o SIPOC en procesbeschrijving
o Batenanalyse
o Elementair inzicht hebben in basisprincipes van projectmanagement:
o Managing teams
o Belanghebbenden- (stakeholder-) analyse
o Implementeren van veranderingen in een organisatie
Measure fase:
o
o
o
Pagina 2
In staat zijn een operationele definitie te geven van een probleem:
o CTQ’s en de CTQ flowdown
o Pareto-analyse
o Meetplannen
Weten hoe meetprocedures gevalideerd kunnen worden:
o Validiteit en meetfout
o Gauge R&R study’s
o Agreement (kappa) study’s
Elementaire statistische technieken kunnen toepassen
o Data-typen en de structuur van datasets
o Beschrijvende (steekproef-) statistieken, het histogram en de boxplot
o Schatten van het gemiddelde en de standaard-afwijking (incl.
betrouwbaarheidsintervallen)
o Statistische verdelingen: de normale, Weibull en lognormale verdeling
o Kansen schatten: de waarschijnlijkheidsgrafiek (probability plot) en de empirische
CDF
o Omgaan met onregelmatigheden in de data (uitschieters, afronding, multimodaliteit)
o Correlatie, scatter plot
Onderwijs- en examenregeling Master
Analyze fase:
o
o
o
In staat zijn de prestatie van het huidige proces vast te stellen:
o Statistische beheersing en de regelkaart (control chart)
o Process capability analysis (normal en nonnormal), incl. capability statistics (𝐶𝑝 ,
𝑃𝑝𝑘 ).
Enkele technieken kunnen toepassen voor het identificeren van invloedsfactoren:
o Types invloedsfactoren: stuur- en ruisvariabelen (control en nuisance variables),
verstoringen, procesinefficiënties
o Brainstorming, BOB vs WOW studie, exploratoratieve data-analyse
o Procesmatrix
Bekend zijn met enkele diagnostische technieken van lean manufacturing:
o Basisgedachte en aannames van lean manufacturing
o Standaard vormen van verspilling, muri/muda/mura
o Lean versus fat processen: werken met minimale WIP (work-in-process)
o Value stream map
o Gemba studie
Improve fase:
o
o
Weten hoe het effect van invloedsfactoren kan worden vastgesteld, en hoe de effectiviteit
van voorgestelde remedies onderzocht kan worden:
o Basisprincipes van statistische toetsen: 𝑝-waarde, 𝑅 2 waarde
o 2-sample 𝑡-toets.
o ANOVA: 𝑝-waarde, 𝑅 2, equal variances test, residuenanalyse
o Regressie: 𝑝-waarde, 𝑅 2, residuenanalyse, predictive-interval, kwadratische termen.
o Kruistabel (cross tabulation) en chi-kwadraat (chi-square) analyse.
Bekend zijn met enkele standaardpatronen voor procesverbetering en optimalisatie:
o Best practices van lean manufacturing: 5S, visual management.
o Process-flow optimalisatie: capaciteit, werkaanbod, benutting (utilization)
Control fase:
o
o
o
Pagina 3
Kennis hebben van standaardmodellen en –structuren voor procesbeheersing:
o Het verschil begrijpen tussen beheersen (control) en verbeteren (improvement)
o Jurans beheersingspiramide
o Structuren voor het dagelijkse plannen en beheersen van regulier werk: standaard
werkinstructies, normen, rollen & verantwoordelijkheden, procesdocumentatie.
o Regelkringen (control loops) en het beheersingsplan (control plan), incl. de OCAP.
o Continu verbeteren, kaizen, dashboard, logboek.
Statistische procesbeheersing (SPC)
Procesbetrouwbaarheid:
o Technieken voor het opsporen van faalwijzen: FMEA
o Principes voor het elimineren van faalmogelijkheden: mistake proofing.