Transcript POSSESSIEF PRONOMEN singularis ik mijn jij/je jouw / je u uw hij

POSSESSIEF PRONOMEN
singularis
ik
jij/je
u
hij
zij/ze
mijn
jouw / je
uw
zijn
haar
wij / we
de-woord: onze
het-woord: ons
jullie
zij / ze
jullie / je
hun
pluralis
_____________________________________________________________________________________
gebruik


het possessief pronomen gebruik je om een bezit aan te duiden
o Die roze fiets is van mij. Het is mijn fiets.
o De blauwe fiets is van Jan. Het is zijn fiets.
de vorm past zich aan aan het subject!
o Mijn opa is ook de opa van Iris maar Iris haar tante is mijn mama.
Let op!

het possessief pronomen voor de 1e persoon pluralis is speciaal!
o voor een de-woord gebruik je onze
 onze kinderen gaan elke zondag naar de scouts.
 De tuin van onze buren is veel mooier dan de onze.
o voor een het-woord gebruik je ons
 Het derde huis aan de rechterkant is ons huis.
 ons werk zit erop voor vandaag!
Nederlandse Academie
02/2184707
B1