Hierbij - Frank Heldoorn

Download Report

Transcript Hierbij - Frank Heldoorn

Uit de ultraloopgraven
De Triple marathon Eelde- Wardenburg, 126 km. Leidenschaft
Niet starten, wel starten? 84 kilometer is toch ook mooi. Prima training voor Winschoten.
Waarom zou ik me nog een keer 42 km. afbeulen? Het wordt sowieso een martelgang. Ben ik
bereid om nog zeker 4 uur te lijden, ja of nee? Ja lezers, duursport is 80% moreel en 20%
fysiek. Je kunt nog zo goed getraind zijn, als je geest het opgeeft ga je voor de bijl. Dat weet
ik al decennia, toch is het meemaken van zo’n moment altijd weer verrassend. Ik had het
natuurlijk kunnen weten. Drie marathons op één dag lopen is vragen om problemen.
Keuzemomentje, daar in de kantine van Sportverein Esterwegen op 5 juli 2014. Ging ik de
ultra marathon Eelde – Wardenburg uitlopen, of niet?
door Gerard Terwisscha van Scheltinga
Twee marathons zaten erop en ik zat goed in de wedstrijd. Derde of vierde, zoiets. Maar ik
was helemaal op. Al een tijdje had ik me verheugd op een lekker bordje pasta, maar nu ik de
wit/rode drab voor me had staan, draaide mijn maag zich bijna om. Gatverdamme. Ik voelde
me misselijk en staarde wezenloos in het niets. Een Belgische deelnemer die tijdens de tweede
marathon was uitgestapt probeerde me goedbedoeld op te beuren, maar ik luisterde niet.
Bennie de Vries, een loper uit Stadskanaal, had meer succes. Hij begon een heel verhaal over
lekker in de bus stappen terug naar Wardenburg. Dan kon hij met een beetje geluk om half 8
thuis zijn en met een pilsje voor de buis kruipen voor Nederland - Costa Rica. “Maar ik weet
nu al dat ik dan de rest van de week chagrijnig zal zijn, dat doen we dus niet.” Even later
stond ik bij de startstreep. Advies van mijn Belgische loopvriend: ga het een uurtje proberen.
“Loop 16 kilometer, dan heb je er 100 opzitten. Kun je er altijd nog mee ophouden.” Wietske,
mijn vrouw, die al twee marathons in tergend langzaam tempo geplaagd door zadelpijn met
me mee had meegefietst, stond verderop te wachten. Haar maakte het niet uit, stoppen of
doorgaan. Doe wat je denkt dat je moet doen. Starten dus. Aftellen van 5 naar 0 en weg waren
we, zo’n 40 mannen en vrouwen nog die zich wat houterig en stijf in beweging zetten.
Vorwärts. Wardenburg here we come.
Om 5.00 uur die ochtend waren we nog 76 personen sterk geweest, bij het startpunt van M1,
langs de burgemeester Lagroweg in Eelde, vlak bij het ‘Groningen International Airport’. De
eerste marathon voerde me (ik woon in Haren) over bekend terrein. Langs De Punt, Glimmen,
Noord- en Zuidlaren, Kiel-Windeweer, Veendam en de Pekela’s met als eindbestemming
Blijham. Ik moest er even inkomen, maar liep eigenlijk heel gemakkelijk en best wel voor in
het veld, zo rond de 5e plek. Blijham bereikte ik na 3.48 uur (volgens een deelnemer was het
parcours een kilometer te lang.) Ik had nu > 2 uur de tijd om bij te komen en me voor te
bereiden op marathon 2. De organisatie had een voortreffelijk ontbijt geregeld en na een
lekkere douche zat ik prinsheerlijk met een grote kop koffie en een stapel broodjes voor me in
de kantine, terwijl de andere deelnemers langzaam maar zeker binnendruppelden. Een aantal
zag er behoorlijk getekend uit. Het was warm en drukkend weer geworden.
Om 11.00 viel het startschot voor marathon 2, die ik wilde bedwingen met een
gelijkmatig tempo gevoed door elk half uur een gel en water met ORS. Twee deelnemers die
tijdens M1 voor me waren gefinisht vielen nu vrij snel weg. Hun plek werd ingenomen door
een drietal knapen die ik tijdens M1 niet had gezien. Heel langzaam kwamen ze langszij, maar
heel lang bleven ze ook in beeld, een paar honderd meter voor me uit lopend. Na 16 kilometer
wilde een racefietser ons inhalen. Bekende stem dacht ik nog en verdomd het was een goede
vriend die helemaal vanuit Haren naar Duitsland was gereden om te kijken hoe het er met mij
voorstond. Nou, niet meer zo heel goed om eerlijk te zijn. Ik was net zo’n beetje begonnen
aan de eerste interne worsteling van de dag. Stukje wandelen? Waarom ook niet. Goed voor
de benen, voorkomt extreme spierschade en je kunt even op adem komen. Toe, het mag, je
hebt het verdiend na 60 kilometer. Na 2.20 uur lopen gaf ik toe en schakelde ik over op het 2
minuten wandelen, 8 minuten hardlopen schema dat me tijdens de Lauwersloop op 31 mei zo
goed was bevallen. Het was stuivertje wisselen op plek 4 met een andere deelnemer die hondsberoerd - ook af en toe ging wandelen. Het enige echt opzienbarende was dat Wietske
bijna van haar fiets werd gegooid door een grote hond, en even later werd afgeleid door een
jong katje in het struikgewas ergens in the middle of nowhere. Na 4.06 uur lopen bereikte ik
de finish en zijn we terug bij het begin van dit stukje.
Marathon 3 dus. Ik zal er kort over zijn. Eigenlijk had ik best wel goede benen, maar
ik kon het geestelijk niet opbrengen om diep te gaan en er een wedstrijd van te maken. Veel te
snel raakte ik in survival-modus. Na een uur of drie lopen schakelde ik zelfs over op 6
minuten lopen/2 minuten wandelen. Maar op de een of andere manier kwam Wardenburg
steeds dichterbij en opeens liep ik in de straat waar de finish moest zijn. 4.23 was mijn netto
looptijd. Gott sei dank. Ik was er en hoefde niet meer. Helaas kon de organisatie, geplaagd
door kortsluiting en stroomproblemen, mij niet vertellen of ik nu 3e of 4e was geworden en
aangezien er ook nog een voetbalwedstrijd beluisterd moest worden besloten Wietske en ik de
Siegerehrung niet af te wachten. Wat volgde was een kort nachtje. Slapen doe je niet veel na
zo’n uitputtingsslag. Dat staan je benen je na 12.19 uur lopen niet toe. Zo gaat het in de
ultraloopgraven.
Twee dagen later was de uitslag eindelijk bekend en bleek ik derde te zijn geworden.
Toen ik vorig jaar o.l.v. Frank overschakelde van triathlon naar ultralopen wist ik niet goed
waar ik aan begon. Ik wist alleen dat ik een soort triathlon burn-out had na 27
wedstrijdseizoenen. Ik wist ook dat ik een nieuwe sportieve uitdaging nodig had, een die
vroeg om rustiger sferen, langzamere tempo’s, minder hektiek, minder geduw en getrek
tijdens de zwemstart. Ultralopen bleek een goed alternatief, maar de transformatie van
triatleet tot ultraloper vraagt tijd en toewijding. Frank heeft me langzaam maar zeker in de
goede richting gestuurd. Vergeleken me vele anderen uit het ultraloopwereldje loop ik nog
steeds niet veel, maar in combinatie met gedoseerde fietstrainingen blijkt er toch
verbazingwekkend veel mogelijk, zelfs voor een 53-jarige met te brede schouders (van het
zwemmen). Nu nog de geestelijke dips de baas zien te worden. Misschien straks in
Winschoten tijdens het NK 100 km.