“Bijleren doe je uit nieuwsgierigheid” Krantenkop DS 21/3/2012 enquête Manpower Drijfveren levenslang leren 77% nieuwsgierigheid naar nieuwe dingen 63 % mee willen zijn met.

Download Report

Transcript “Bijleren doe je uit nieuwsgierigheid” Krantenkop DS 21/3/2012 enquête Manpower Drijfveren levenslang leren 77% nieuwsgierigheid naar nieuwe dingen 63 % mee willen zijn met.

Slide 1

“Bijleren doe je uit nieuwsgierigheid”
Krantenkop DS 21/3/2012 enquête Manpower
Drijfveren levenslang leren
77% nieuwsgierigheid naar nieuwe dingen
63 % mee willen zijn met wat er in het vak gebeurt
61% persoonlijke ontwikkeling
26% kan op een beter loon
22% kan op promotie


Slide 2





Eén op vier kinderen (25 %)
is van vreemde afkomst (0-5
jaar)
Aantal inw. in Vlaanderen van
Marokkaanse en Turkse afkomst
ligt 5x hoger dan verwacht op
basis van nationaliteit


Slide 3

Reflectie =

nadenkend terugblikken op eigen
handelen, systematisch en kritisch–
analytisch, en dit als basis voor het
beoordelen van de situatie, het overwegen
van handelingsalternatieven en vervolgens
handelen


Slide 4

1978 voorstel eindwerk AA
Toetsvragen in
model van Guilford


Slide 5

1.
2.
3.
4.

Wat is de visie op evalueren in het licht
van onderwijsvernieuwingen?
Wat zijn de kwaliteitseisen voor goede
toetsen?
Wat is de inhoud van de databank toetsen
aardrijkskunde van de WAB-leden?
Werkmoment : groepsoverleg toetsvragen
per graad in 3 aparte lokalen

Stuurgroep: An Steegen, Anja Decoster, Annemie Smeuninx,
Bernadette Coeckeberghs, Christelle Opdebeeck, Georges
Tibau, Marleen Maertens, Ludo Wevers, Veerle Gaeremynck,
Wilfried Dedoncker,


Slide 6

 Wat willen we meten?
 Wat kan de leerling?
 Wat weet de leerling?
 Studiehoudingen?
 Waarom toetsen we?
 Hoe? Wanneer?
 Voor wie?

CIPO-referentiekader van de onderwijsinspectie
context, input, proces, output
Kwaliteitswijzer: doelgerichtheid, ondersteuning,
doeltreffendheid en ontwikkeling


Slide 7



Wat willen we
meten?
 Wat kan de leerling?
 Wat weet de leerling?
 Studiehoudingen?

Waarom toetsen
we?
 Voor wie?
 Hoe?


Kennis vakterminologie
 Selecteren van relevante
informatie uit bronnen o.a.
kaarten
 Beschrijven van relaties
 Inzicht in processen en
systemen
 Toepassen van
geografische methodes in
actualiteitsvraagstukken




= competentiegericht
leren……


Slide 8

Assessment “of” learning
instructie

Planning

evaluatie

Assessment “for”
learning
instructie

Planning

evaluatie

een assessmentcultuur


Slide 9

 Door

het uitwisselen van vragen
(databank) de visie op leren van
aardrijkskunde (in de klas) verdiepen en
verbreden
 Door te luisteren naar diverse
benaderingswijzen, steunend op
overtuigingen, leren van elkaar
 Door groepsoverleg groeien in / werken
aan meer zelfsturing


Slide 10






Normering van de ingestuurde proefwerkvragen
Proces- en/of productevaluatie …







groepswerk
projectwerk
zelfstandig werk, opdracht, taak
presentatie vrije ruimte
geïntegreerde proef …
excursievaardigheden, veldwerktechnieken








mondeling /schriftelijk,
open/gesloten boek,
meerkeuze examen,
permanente evaluatie van vaardigheden en attitudes
Webtoetsing
Mix van toetsvormen

Toetsvormen …


Slide 11

 Conclusies

zijn uit te leggen en te
controleren
 Uitkomsten door LL en LK geaccepteerd


Slide 12

 Is

de toets duidelijk en helder opgesteld?
 Zijn de vragen onafhankelijk van elkaar?
 Geeft deze test steeds hetzelfde resultaat?
 Nivelleert de toets (te) sterk?
 Worden vragen vermeden die lln kunnen
oplossen op basis van algemene
voorkennis en niet op basis van wat ze in
de les geleerd hebben?


Slide 13

Is het taalgebruik afgestemd op het niveau van de
leerlingen?
1.
2.
3.
4.
5.
6.

7.
8.
9.

Kan de examenvraag slechts op één manier
geïnterpreteerd worden?
Check de woordenschat in je vraag : vaktaal instructietaal - schooltaalwoorden.
Gebruik zo weinig mogelijk negaties.
Splits meervoudige vragen op in deelvragen
Controleer je instructie op overbodigheden.
Zorg bij een langere instructie voor duidelijke
signaalwoorden die je tekst structureren.
Zet kernwoorden van de instructie in vet
Groepeer vraag, illustratie en antwoordruimte op dezelfde
bladzijde
Geef een puntenverdeling per (deel)vraag.


Slide 14

waarnemen:
vaststellen:

zien, opmerken (Wat zie je in het landschap?)
opmerken

herkennen:

lokaliseren:
situeren:

typische kenmerken / eigenschappen die reeds werden aangebracht terugvinden
bij een nieuw element; zelf de nodige kennis en vaardigheden oproepen om iets
een naam te geven
eerst gebruikte symbolen opzoeken in een legende, vervolgens een eventuele
schaalsprong maken om dan het aangehaalde element op een kaart te kunnen
aanduiden naar ligging toe
op een aangeboden kaart met gebiedsafbakening de gegeven reliëfeenheid
kunnen plaatsen
van iets bepalen waar het zich bevindt (in een beperkt of ruim kader)
van iets bepalen waar het zich bevindt (ten opzichte van iets anders)

beschrijven:
benoemen:
verwoorden:

(uiterlijke) kenmerken geven of onder woorden brengen
een naam geven
onder woorden brengen; uitleggen

onderzoeken:
afleiden:

nagaan; achterhalen
gevolgen of besluiten formuleren
een conclusie formuleren
verbanden of overeenkomsten formuleren
kenmerken met elkaar in verband brengen
overeenkomsten of tegenstellingen zoeken
gegevens bij elkaar brengen in de vorm van een grafiek of tabel

aanwijzen:

aanduiden (bij reliëf):

relaties leggen:
vergelijken:
verwerken gegevens:


Slide 15

Is de toets eenvoudig en overzichtelijk
opgesteld?
 Is de toets uitvoerbaar en realistisch voor
leerling en leraar?
 Is het bevraagde in verhouding met de tijd?
 Staat de investering in de toets in verhouding tot
het leerrendement door de leerling?



Slide 16

 Leert

de leerling door de toets?
 Heeft de toets een positief effect op het
onderwijs en de begeleiding?


Slide 17

 Is

de vraagstelling voor alle lln duidelijk?
 Zijn de lln geïnformeerd en vertrouwd
met dit type toetsvragen?
 Is er duidelijkheid omtrent het gewenste
antwoord en duidelijkheid omtrent de
normering?


Slide 18

Meten we wat we willen meten? Dekt de toets
een representatief staal van vooropgestelde
leerdoelen?
 Is de moeilijkheidsgraad van de toets afgestemd
op het beoogde niveau? Zijn bepaalde
onderdelen te makkelijk of te moeilijk?
 Sluit de toets aan bij wat de leerlingen geleerd
en gedaan hebben in de les aardrijkskunde?
 Sluit de beoordeling aan bij wat er van de
leerlingen in de volgende jaren voor het vak
aardrijkskunde verwacht wordt? Bevat de toets
voldoende nieuwe elementen?



Slide 19







evaluatie
aangepast aan de
leerdoelen?
evaluatie
aangepast aan de
leeractiviteiten?
evaluatie
aangepast aan de
ondersteuning?


Slide 20

Evaluatie van de leerplandoelstellingen AA
Toetsing van onderzoeksvaardigheden n.a.v.
veldwerk/excursie/terreinwerk
 Toepassen van AA via casussen uit de actualiteit
 Aansluiting met Voeten …..
 Evenwichtige spreiding van de toetsvragen over
het volledige sem. ( zie lestijden per thema)
 Evenwichtige spreiding van de puntenverdeling
over het volledige sem.
 Goede leesbaarheid van de bronnen
 Evenwichtige spreiding van kennis- en
vaardigheden, spreiding in moeilijkheidsgraad ..




Slide 21







Betrouwbaarheid bevorderen
Efficiëntie beogen
Leerrijk toetsen
Transparantie nastreven
Validiteit realiseren

BELTV


Kwaliteitseisen in verschillende fasen:





toetsconstructie
toetsafname
beoordeling
feedback geven


Slide 22

 toetsvragen

per graad in 3 aparte lokalen

 selectielijsten

met 5 à 6 vragen
 Beoordelingsformulier
• Beoordelen met een cijfer
• Beoordelen met ja/neen – vraag behouden
• Kwalitatief beoordelen = analyse + argumentatie

+ aanpassingen


Slide 23

 Welke

uitspraak, advies, vraag is
bijgebleven na deze avond?
 Wat onthoud ik uit het overleg binnen de
groep?
 Zijn er bedenkingen vanuit de stuurgroep
bij de selectie, na de discussie?
 Is er interesse voor uitwisseling vanuit een
andere invalshoek van evaluatievormen o.a.
: examenvragen 2e semester? Groepswerk?
Excursie?


Slide 24

 Toetsing

en feedback als onderdeel van het
leerproces, toetsen om te leren, tussentijdse
toetsen, verhogen van de leerwinst
 Competentiegericht evalueren; breed
evalueren : mix van toetsvormen
 Kwalitatieve en kwantitatieve
beoordelingsvormen m.i.v. self, peer en coassessment
 Gebruik van portfolio in aardrijkskunde
 Rapportering, vakantietaken ….
 ……..