Transcript Kolom 1

Samenvatten
Hoofdstuk 4 De aardkorst
• Dit hoofdstuk gaan we op drie manieren leren samenvatten.
• Samenvatting per alinea
• Kolommenschema
• Mindmap
Doel
• Beter leren voor aardrijkskunde.
• Geografische verbanden leren te begrijpen.
• RTTI
Wat is RTTI
• R = Reproductie, het stampwerk
T1 = Toepassen in een bekende
situatie
T2 = Toepassen in een nieuwe
situatie
I = Inzicht, kritische reflectie,
verbanden en wetmatigheden
aanbrengen
Scores
1. Samenvatten per alinea (1)
• Lees de alinea.
• Onderstreep de belangrijkste kernwoorden.
• Schrijf deze kernwoorden op.
Samenvatten per alinea (2)
• Maak in je eigen woorden een lopende tekst van deze kernwoorden.. (
gebruik daarbij je eigen woorden)
• Vergelijk je eigen tekst met de originele tekst. (controleer of je alle
belangrijke dingen hebt opgeschreven.
• Belangrijk: Bij het maken van de samenvatting is het belangrijk dat je
de hoofdzaak scheidt van de bijzaak. In de samenvatting schrijf je
alleen de hoofdzaak op. ( je samenvatting mag niet te lang worden)
Hoe scheidt ik de hoofd- en bijzaken
• Kernzinnen
• Een tekst is vaak opgebouwd uit alinea’s. De eerste zin is vaak de kernzin van
een alinea. De kernzin is vaak de hoofdgedachte ( belangrijkste zin) van de
alinea.
Structuurwoorden
• Er staan in teksten vaak signaalwoorden. ( ten eerste, bovendien)
• Deze woorden zijn belangrijk want geven vaak aan wat er in de tekst komt. Deze
geven namelijk aan waar in de tekst de hoofdgedachte staat.
• Verder kunnen de woorden ook aangeven wat voor een informatie in de tekst naar
voren komt.
( Ten eerste is bijvoorbeeld een structuurwoord voor een opsomming.)
2. Kolommenschema
• Grote stukken tekst moet je lezen voor een proefwerk.
• Normaal kost dit veel tijd. Gebruik je het kolommenschema kan je goed
voorbereiden voor een proefwerk.
Kolom 1: de hoofdzaak
• De hoofdzaak van de tekst (hoofdstuk)
• Deze komen in de 1e kolom van het schema.
Kolom 2: de aspecten
• Dit zijn de verschillende paragrafen in een tekst. Dit zijn de deelonderwerpen
van het hoofdstuk.
• Deze komen in de 2e kolom van het schema.
Kolom 3: de deelaspecten
• In een hoofdstuk kan veel tekst staan. Daarom worden de paragrafen vaak
opgedeeld in deelparagrafen. Dit zijn vaak tussenkopjes in de tekst.
• Deze komen in de 3e kolom van het schema
Kolom 4: de uitleg
• Hier ga je tekst uitleggen.
• Probeer het belangrijke uit de tekst te halen. Gebruik afkortingen en hou het
kort en bondig.
• Deze komen in de 4e kolom van het schema
Kolom 5: aansprekende voorbeelden
• Als er in de tekst voorbeelden staan waardoor je (deel)aspect beter begrijpt
kan je deze in de kolom kort neerzetten.
• Deze komen in de 5e kolom van het schema
Hoe maak je een kolommenschema
• Je begint met kolom 1 in te vullen.
• De kolommen 2,3 en 4 zijn de kolommen die je het meest gebruikt.
• Je begint met kolom 2, daarna ga je door met kolom 3, en sluit af met kolom
4. Je zigzagt als ware tussen deze kolommen. Uitwijken naar 5 is hierbij
mogelijk.
Voordeel maken kolommenschema.
• Je scheidt hoofdzaak van bijzaak.
• Je leert tijdens het maken van een kolommenschema al voor het proefwerk.
• Je leert door het maken van een kolommenschema de structuur van de tekst
te achterhalen.
3. Mindmap
Wat is een mindmap
• Een mindmap is een schema opgebouwd uit begrippen, stukjes tekst en
afbeeldingen geordend rond een thema.
• Doel is dat je bepaalde begrippen aan elkaar gaat koppelen en daardoor
relaties tussen deze begrippen gaat zien.
Hoe maak je een mindmap( 1)
•
•
•
•
•
Lees de tekst.
Onderstreep de belangrijke woorden.
Zet de titel in het midden van het hoofdstuk.
Schrijf de titel van de eerste paragraaf rechtsboven op. (geef het een kleur)
Gebruik de kernwoorden die je in paragraaf 1 heb opgeschreven om de
eerste paragraaf te maken.
• Gebruik steekwoorden en afkortingen.
Hoe maak je een mindmap( 2)
• Schrijf de titel van de tweede paragraaf rechtsonder op.( nieuwe kleur)
• Gebruik de kernwoorden voor de 2e paragraaf.
• Zo ga je het doen met alle 4 de paragrafen.
• Geef elke paragraaf een andere kleur