Sociolinguïstiek

Download Report

Transcript Sociolinguïstiek

Presentatie
 Hoofdstuk 17 theorie en vragen
 Hoofdstuk 18 Theorie

Taal bepaalt het denken van de sprekers van die
taal. Taal is een soort filter van de werkelijkheid.
Daardoor beïnvloedt de taal het wereldbeeld
van het individu.
Sapir en Whorf achtten het structurele,
grammaticale niveau van de taal belangrijker
dan het lexicale.
Indianen zien handeling als iets dat mensen
overkomt.
Grammatica: Jagen gebeurt met Witte Veder
Talen verschillen niet alleen van elkaar,
maar ook binnen een taal zijn er
verschillen: Taalvariatie.
 De studie van taalvariatie is een heel
belangrijk onderdeel binnen de
sociolinguïstiek: de bestudering van de
relatie tussen taal en allerlei
maatschappelijke factoren.

Wat is een taal?
 Wat is een dialect?
 Wat is een accent?
 Wat is een taal volgens het Europese
Handvest?

Het Rotterdams?
Het Fries?
Het oordeel en het gedrag van de sprekers en
de politieke situatie zijn van groot belang bij
het vaststellen van talen.
Twee gelijke talen kunnen als aparte talen
worden gezien wegens religieuze
achtergrondverschillen ( Hindi-India en UrduPakistan).
Regionale variaties in de taal.
Dialecten zijn niet van de standaardtaal
afgeleid. Ze hebben minder prestige
dan de standaardtaal.
Bredere variatie: welke varianten hoor je in
heel Nederland?
Sommige vormen zijn van elkaar te
onderscheiden door verschillen in
uitspraak.
Door de uitspraak van de klanken is
iemands herkomst te achterhalen, niet
op basis van grammaticale of lexicale
kenmerken.Voorbeelden?
Welke zijn dat?
 Dialect moet eigen ontwikkeling hebben
doorgemaakt.
 Moet voldoende verschillen van de
standaardtaal.
 Moet maatschappelijk en cultureel door
een voldoende brede groep gedragen
worden.
Fonologisch:Deluft, voorbeelden?
Syntactisch: ze zullen het geven moeten, voorbeelden?
Morfologisch: zij heb, voorbeelden?
Lexicaal: spuwen, voorbeelden?
Semantisch: kreuken, voorbeelden?
Pragmatisch: doei, doei, voorbeelden?
Variatie in de taalgemeenschap doet zich voornamelijk voor
op fonologisch en lexicaal niveau.
Luister goed naar de straattaal.
Noteer de verschillen met het Nederlands
voor verschillende aspecten:
Klanken
Woorden
Vormen

Regio: geografische distributie van taalvariatie
(dialectbeschrijving=kenmerken opsporen van het
dialect en de dialectgeografie=linguïstisch in kaart
brengen)

Sociaal economische klasse: sociolecten, verschillende
sociale taalvariëteiten.

Etnische groep: sprekers drukken hun verbondenheid
met een bepaalde etnische groep uit in hun
taalgebruik= etnische variëteit of etnolect.

Sekse: uitspraakverschillen mannen en vrouwen, nieuwe
woorden eerder door mannen, positie samenleving
geeft doorslag.

Leeftijd: vooral lexicale verschillen. Nieuwe modieuze
woorden; ook op grammaticaal niveau.
Zowel in gebarentaal als in gesproken taal.
Hoe onderscheiden?
Isoglossen: dialectverschilen worden op
een kaart aangegeven.
Sociale klasse
Status
 De situationele factoren oefenen invloed uit op de
keuze voor een variant van een linguïstische variabele.
 Voorbeelden?
Onderwerp van gesprek (verhaal ruzie met politie)
De toegesprokene is bekende, hoger geplaatst e.d.
 Aan de situatie wordt een stijl gekoppeld: informeel of
formeel.
Hoe formeler, hoe meer standaardvarianten
gebruikt worden.
Taalgebruik dat bij een specifieke
situatie en vaak ook bij een groep
sprekers hoort.
 Registers worden gekenmerkt door een
eigen terminologie, een eigen jargon.
 Zinsbouw, onderwerp, woordgebruik,
intonatie: voetbalverslaglegging.

Slot-t in Leids stadsdialect: invloed van
de voorafgaande consonant.
 Reductie na /p/ of /f/: hij koop, zijn hoof
vaker dan bij /l/ of /n/: hij speel buiten.

De linguïstische factoren betreffen de
linguïstische context van een variabele.
Surinaams, Indisch Nederlands

Sterke bilabiale /w/
› Wij willen weten waar hij woont

Frequent gebruik van het hulpwerkwoord
gaan
› Ik ga naar Holland gaan

Betekenisuitbreiding
› Gebruik van het woord duim voor grote teen

Uitdrukkingen
› Wat zegt die klok? Zet die tv dicht, man!
18
Jongeren: autist, wreed, en…
Ouderen: nostalgienet
Kijk nu op blz. 321:
Hoe verhoudt de uitleg in het boek zich tot
hetgeen we nu weten over
Poldernederlands?
De sociale waardering van verschillende
taalvarianten.
 De varianten hebben dezelfde
linguïstische betekenis.
 Er is verschil in sociale betekenis: hij heeft
hij heb.
 Hypercorrectie
 Varianten uit de standardtaal hebben
de hoogste status.

Houding tegenover taalvariëteiten.
 De taalattitude is gebaseerd op de sociale
betekenis van taalvormen, die worden
geassocieerd met een bepaalde sociale
klasse of een sociale groep.
 Attitudes tegenover variëteiten van
verschillende talen: Duits autoritair, Russisch
droevig
 Verborgen prestige:
niet-standaardvarianten. Uitdrukking van het
eigene van een groep ‘wij tegen hen’.

http://taalschrift.org/editie/92/laten-we-vantaal-genieten-plaats-van-erop-te/
vitten#comment-2766
http://www.canvas.be/video_overzicht/99369
Marokkaans Nederlands
http://www.nrc.nl/mijn-taal-en-ik