Transcript PP EBP (1)

Groepspresentatie
EBP
Jessica Klaver, Veerle Harms, Sanne-Mare van der Veen, Marrit Klugkist
Casus
 Probleem
 Aandoening
PICO vraagstelling
P = mevrouw Olde Boerigter heeft CVS en is hierdoor
afhankelijk van anderen
I = Cognitieve gedragstherapie (CGT)
C = Geen behandeling
O = Het leren leven met CVS
Onderzoeksvraag:
Heeft cognitieve gedragstherapie (i) een positief effect op het
leven (o) van een patiënt met CVS (p) of is er geen verschil
wanneer de patiënt er voor kiest om geen behandeling te
volgen(c)?
Zoekstrategie
 Wat zoeken wij?
 Waar zoeken wij?
 Hoe zoeken wij?
 Hoe selecteren/beoordelen wij?
Artikel 1
 Tummers, M., Knoop, H., Dam, A., Wiborg, J.F.W., Wensing,
M. & Bleijenberg, G. (2011). Noodzaak van landelijke
implementatie van Getrapte Zorg voor het Chronisch
Vermoeidheidssyndroom. Gedragstherapie, 44, 83-93.
Geraadpleegd via
http://scholar.google.nl/scholar?hl=nl&as_sdt=0,5&lookup=0
&q=cvs+effect+cognitieve+gedragstherapie
 Evidence ladder: A
 Conclusie
De vraag naar een effectieve behandelmethode voor CVS is momenteel
groter dan het aanbod. Wel is aangetoond dat cgt een positief effect heeft op
cvs. Er moet dus meer aandacht besteedt worden aan deze effectieve
behandelmethode.
Artikel 2
 Bleijnberg, G., Gulden, J. W. J. & Knoop, H. (2012). Het
chronischevermoeidheidssyndroom: diagnostiek en
behandelingsmogelijkheden. Tijdschrift voor Bedrijfs –
en Verzekeringsgeneeskunde, 2011, 19(3), 112-115.
doi:10.1007/s12498-011-0060-5
 Evidence ladder: A
 Conclusie
Deze behandeling is uit onderzoek zinvol gebleken. De effectiviteit van
CGT ligt tussen de 50 en de 70%.
Artikel 3
 Emaus, C.M.M. & Meer J.W.M van der (2009). Het
chronischevermoeidheidssyndroom. Bijblijven, 25(1),
22-29. doi:10.1007/BF03087616
 Evidence ladder: A
 Conclusie
Cognitieve gedragstherapie is een goede behandelmethode voor
patiënten met CVS, mits de patiënten zich volledig inzetten.
Atrikel 4
 Keijsers, G., Hosselet, G. & Minnen, A. van. (1996)
Behandeling van chronische vermoeidheid met
cognitieve gedragstherapie. Directieve therapie, 16 (3)
109-119 doi: 10.1007/BF03060146
 Evidence ladder: B
 Conclusie
De beste resultaten worden tot nu toe verkregen met cognitieve
gedragstherapie en de behandeling kan zeker overwogen worden, want
60 tot 65% merkt vermindering traag op gang, ze zetten op een gunstige
wijze voort, ook na de behandeling.
Conclusie
 Gebleken is dat cognitieve gedragstherapie effectief is.
Ook is duidelijk dat het draait om herstel in plaats van
het ‘leren leven met’ cvs. Er is wel degelijk verschil te
zien wanneer men wel of geen therapie volgt. Uit
verschillende onderzoeken blijkt dat 50 tot 70% van de
mensen die cognitieve gedragstherapie volgen, herstelt
zijn. Herstel kan ook doorzetten na de behandeling. Dit
tegen over 5% van spontaan herstel, wat alleen binnen
twee jaar mogelijk is.
Reflectie op de samenwerking
 Tips:
Eerder planning opstellen
 Tops:
Goed overleg
Helpen waar nodig
Iedereen had een eigen inbreng