Transcript Powerpoint 12.1 De 4 rijken
Aristoteles (384 – 322 voor Christus) en zijn “ladder van het leven”
Systematiek
te krijgen.
= het proberen een logisch systeem in de taxonomie Soms doet men dit erg
kunstmatig
, gebaseerd op slechts enkele kenmerken.
Carolus Linnaeus 1707-1778
Tegenwoordig probeert men de taxonomie / de classificatie zoveel mogelijk te doen overeenkomstig het natuurlijke ontstaan (= de evolutie) van de soorten: de primitiefste vooraan, de laatst ontstane meest complexe soorten achteraan. Zo ontstaat een
natuurlijk systeem.
v
Homologie in de bouw van de voorste ledematen van vier zoogdieren : (vlnr) mens, kat, walvis en vleermuis
Indeling in de 4 rijken
Waarom 4 rijken?
Vanouds kende men 2 rijken: planten en dieren Planten met een stevige wand om de cel en dieren zonder zo’n celwand.
Bacteriën en schimmels rekende men vroeger tot de planten.
Een kunstmatige indeling, zo blijkt:
Sinds men de microscoop heeft, kent men het oogdiertje of oogwiertje (Euglena elegans):
En dan zijn er ook nog bacteriën, die geen kern blijken te hebben en ontzettend veel kleiner zijn dan planten.
In hun leefwijze lijken ze vaak meer op schimmels: ze verteren organisch voedsel buiten de cel, om dat vervolgens op te nemen.
Planten maken zelf hun organisch voedsel via fotosynthese, dat kun je toch niet vergelijken met schimmels?
Men deed veel pogingen om een betere meer natuurlijke rijkenindeling te maken.
Even leek het 5-rijken-systeem te winnen, wat wel aardig bedacht was.
De indeling in
4 rijken
heeft het gewonnen, alhoewel de oogdiertjes en de slijmzwammen nog steeds dwars blijven liggen (geen celwand)
De 4 rijken Grootte Aantal cellen Celwand?
Celkern?
Voedingswijze Grote vacuole?
Bacterie Schimmel Plant Dieren
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Celwand Geen celkern (DNA ligt als kringvormig chromosoom in cytoplasma) = prokaryoot Geen bladgroenkorrels, behalve cyanobacteriën Eencellig Voortplanting: Deling
Bacteriën
Nuttige bacteriën Melkzuurbacteriën
Schimmels Planten Dieren
Bacteriën voor zuiveren afvalwater Bacteriën voor produceren wasmiddelenzymen, geneesmiddelen (insuline) door recombinant DNA-techniek Darmflora
?
Bacteriën Schimmels
Schadelijke bacteriën MRSA bacterie
Planten
Hersenvliesontsteking
Dieren
Voedselvergiftiging
Bacteriën Schimmels
Schadelijke bacteriën Cholera
Planten
Vervuild water
Dieren
Schoon drinkwater
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Celwand Celkern (= eukaryoot) Geen bladgroenkorrels Eencellig of veelcellig Voortplanting: Eencellige schimmels (gisten): Veelcellige schimmels: deling sporen
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Animatie levenscyclus schimmel
Bacteriën
Nuttige schimmels
Schimmels
Antibiotica (penicilline) Schimmel voor kaasbereiding Gist Paddenstoelen
Planten Dieren
Bacteriën Schimmels
Schadelijke schimmels Candida
Planten Dieren
Meeldauw
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Celwand Celkern(= eukaryoot) Bladgroenkorrels (chloroplasten) Eencellig of veelcellig
Bacteriën Schimmels Planten Organische stoffen
-Afkomstig van organismen -Grote ingewikkelde moleculen -Minimaal 2 C-atomen -O.a. koolhydraten, eiwitten, vetten
Anorganische stoffen
-Zowel in organismen voorkomend als de levenloze natuur -Kleine eenvoudige moleculen -O.a. water, CO 2 , O 2 , zouten
Dieren
glucose
Bacteriën Schimmels Planten Autotrofe organismen
-Kunnen organische stoffen maken uit alleen anorganische stoffen -Geen andere organismen nodig voor hun voedsel -M.b.v. fotosynthese in de bladgroenkorrels (chlorofyl) -Planten en cyanobacteriën
Heterotrofe organismen
-Kunnen niet zelf organische stoffen maken -Andere organismen nodig voor voedsel -Schimmels, dieren en meeste bacteriën
Dieren
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Geen celwand Celkern (=Eukaryoot) Geen bladgroenkorrels Eencellig of veelcellig
wangslijmvlies amoebe
De 4 rijken Grootte Aantal cellen Bacterie 1 – 10 μm 1 Schimmel 10 – 100 μm 1 of veel Celwand?
Ja Ja Celkern?
Voedingswijze Grote vacuole?
Nee, geen organellen / prokaryoot Heterotroof of autotroof Nee Ja, eukaryoot Heterotroof Ja 10 Ja Plant – 100 μm 1 of veel Ja, eukaryoot 10 – 100 μm 1 of veel Nee Dieren Ja, eukaryoot Autotroof (dus chlorofyl) Ja Heterotroof Nee