Duurzame mobiliteitsformules zitten in de lift

Download Report

Transcript Duurzame mobiliteitsformules zitten in de lift

PERSBERICHT
Duurzame mobiliteitsformules zitten in de lift
Fietsgebruik woon-werkverkeer nam in 2016 toe met 13,1%
Brussel, 3 maart 2017 – In de tweede mobiliteitsbarometer van hr-dienstenverlener
Acerta, waarin gepeild wordt naar het woon-werkverkeer van de Belgische werknemer, is
de fiets de grote winnaar. Het aantal fietsgebruikers steeg vorig jaar met 13,1% ten
opzichte van 2015. Flexibele mobiliteitsoplossingen doen het bovendien ook goed: meer
en meer mensen kiezen voor een combinatie van de fiets en de wagen, of de fiets en het
openbaar vervoer. Een doorbraak bij het openbaar vervoer kwam er hoegenaamd niet in
2016. In 2016 is de afstand tussen woonplaats en job weer iets kleiner geworden. Hij
bedraagt nu gemiddeld 18,50 km.
Kernpunten tweede Acerta-Mobiliteitsbarometer:
-
-
De populariteit van de fiets zet stevig door met een stijging van het aantal gebruikers
van 13,1% in 2016 ten opzichte van 2015.
De mobiliteitscombinaties waarbij de werknemers twee of meerdere
vervoermiddelen gebruiken, krijgen meer en meer aandacht. Vooral de fiets wordt
vaak afgewisseld met de privéwagen.
Een doorbraak bij het openbaar vervoer kwam er niet in 2016: het busgebruik steeg
licht, het treingebruik daalde lichtjes het laatste jaar.
De wagen blijft het populairste vervoermiddel: 71,1% verplaatst zich met de auto
van en naar het werk.
10% van de werknemers gaat met de bedrijfswagen werken vandaag. In 2016 steeg
het aantal bedrijfswagens met 3,6% tegenover 2015.
Populariteit van fiets blijft sterk stijgen
De fiets kent sinds 2011 een gestage opmars als vervoermiddel van en naar het werk. Dat
was in 2016 niet anders: het aantal werknemers dat regelmatig kiest voor de fiets nam
opnieuw opmerkelijk toe met 13,1% ten opzichte van 2015. In 2016 opteerde 20,6% van de
werknemers voor de fiets als vervoermiddel.
De cafetariaplannen hebben er mede toe geleid dat de bedrijfsfiets een belangrijkere plaats
inneemt. Het afgelopen jaar investeerden heel wat bedrijven in leasingmogelijkheden voor
fietsen en elektrische fietsen. Die laatste zorgen er ook meteen voor dat afstand een minder
belangrijke rol speelt wanneer een werknemer de keuze moet maken tussen de fiets en een
ander vervoermiddel.
“Ook de stijgende verkeerscongestie door structurele files stimuleert werknemers om andere
oplossingen te zoeken dan de wagen. De fiets is vaak extra voordelig doordat de werknemer
een fietsvergoeding krijgt toegekend en minder stress heeft doordat hij het drukke verkeer
kan vermijden. Daarnaast zorgt de intrede van de elektrische fiets ervoor dat langere
afstanden afgelegd kunnen worden zonder al te veel inspanningen te moeten leveren”, aldus
Dirk Wijns, director bij Acerta Consult.
Ook de combinaties van de fiets en een ander vervoermiddel zijn een optie. 0,5% van de
werknemers combineren de fiets met de trein. 0,2% gebruiken zowel fiets als bus. De
combinatie tussen fiets en privéwagen blijkt veruit de populairste mix van vervoermiddelen
(7,8%): naargelang de weersomstandigheden maakt de werknemer ’s morgens zijn keuze.
Auto blijft heersen
Ondanks de sterke opkomst van de fiets, bleef de wagen ook in 2016 het meest gebruikte
vervoermiddel. Uit de barometer blijkt dat liefst 71,1% van de werknemers zich naar het
werk verplaatst met de wagen, waarvan 7,8 % afwisselt met de fiets. Het gebruik van de
wagen is zelfs nog licht gestegen (0,3%) in vergelijking met 2015.
In 2016 ging 9,9% van de werknemers naar het werk met een bedrijfswagen, wat een stijging
is met 3,6% t.o.v. 2015. Vooral bedienden (17,7%) krijgen een bedrijfswagen ter beschikking
gesteld. Arbeiders zullen natuurlijk heel dikwijls met een camionette van de werkgever
rijden. Maar slechts zeer uitzonderlijk (0,8% van de arbeiders) krijgen zij een wagen ter
beschikking gesteld specifiek voor hun verplaatsing tussen woon- en werkplaats. Hoewel in
beide beroepscategorieën er in 2016 een stijging was, is deze meer opvallend bij arbeiders
(13,2%) dan bij bedienden (2,3%).
“Het voordeel van de privéwagen is dat hij de flexibiliteit en de vrijheid biedt die het
openbaar vervoer niet 100% kan geven. Bovendien is duidelijk dat vooral de aanschaf van de
wagen een belangrijke investeringskost is. De kostprijs voor het gebruik van de wagen lijkt
vandaag niet voldoende hoog te zijn om de werknemer te overtuigen zich voor zijn woon-
werkverplaatsingen een abonnement aan te schaffen voor het openbaar vervoer”, zegt Dirk
Wijns.
Minder de trein, meer de bus
Het gebruik van het openbaar vervoer is vaak sterk afhankelijk van de locatie waar de
werkgever gevestigd is en biedt dus niet altijd een geschikt alternatief voor de wagen. Uit de
nieuwe cijfers over 2016 blijkt een opmerkelijke daling van het gebruik van het openbaar
vervoer. We zien de sterkste daling bij het gebruik van de trein: dit daalde ten opzichte van
2015 met 4,4%. Het busgebruik daarentegen steeg wel licht met 1,4% “Ondanks de
aanmoedigingen van de overheid en de bedrijfswereld, is er dus geen wijziging in het
gedragspatroon van de werknemers te bespeuren wat betreft het gebruik van het openbaar
vervoer”, duidt Wijns.
Gepersonaliseerd mobiliteitsplan als troef in ‘war for talent’
Een werkgever onderscheidt zich als hij inzet op de individuele behoeften van zijn
werknemers. Dit levert hem een voordeelpositie op op de arbeidsmarkt en in de ‘war for
talent’. Werknemers zijn steeds meer vragende partij om meer inspraak te hebben in hun
compensatiepakket, afhankelijk van hun persoonlijke voorkeuren, heeft voorgaand
onderzoek van Acerta al uitgewezen. Dirk Wijns: “Je wordt aantrekkelijker als werkgever als
je de werknemer keuzes biedt en hem bijvoorbeeld naast de traditionele firmawagen ook een
bedrijfsfiets met aangepaste fietsvergoeding kan voorstellen of een keuze aanbiedt om een
firmawagen te nemen uit een lagere budgetcategorie in combinatie met een
treinabonnement. De werkgever kan deze verschillende keuzes aanbieden binnen eenzelfde
budgettaire kost voor hem.”
Opgelet voor addertjes onder het gras bij uitwerking mobiliteitsbudget door regering
België zal blijvend geconfronteerd worden met structurele uitdagingen zoals een verzadigd
wegennetwerk en een krappe arbeidsmarkt. Voor de werkgever is het dan ook van cruciaal
belang creatief om te springen met mobiliteitsoplossingen zodat bestaand en potentieel
talent niet enkel in de buurt moet gezocht worden. In april zou er een voorstel voor het
mobiliteitsbudget op tafel liggen bij de federale regering. Een goede uitwerking van dit
voorstel kan leiden tot een oplossing voor heel wat mobiliteitsuitdagingen.
“Wij kijken zeker en vast uit naar de voorstellen die de Nationale Arbeidsraad op tafel zal
leggen omtrent het mobiliteitsbudget,” besluit Dirk Wijns. “Belangrijk om op te merken is wel
dat de invoering van het mobiliteitsbudget enkel impact kan hebben op de verkeerscongestie
en de hiermee gepaard gaande luchtvervuiling wanneer de werknemers alternatieven
aangeboden krijgen die zowel voor hen als voor de verkeersproblemen voordelig uitpakken.
Als iedereen zijn bedrijfswagen inruilt voor de privéwagen, zal dit natuurlijk niet het gewenste
effect hebben. De files blijven op het niveau waar ze nu zijn en zeker voor het milieu zou dit
een slechte zaak zijn, want privéwagens hebben vaker een hogere CO² uitstoot omdat ze
langer in het verkeer blijven. Wij hopen dat het mobiliteitsbudget zal zorgen voor een
alternatief dat gunstig is voor zowel werkgever, werknemer, mobiliteit als milieu.”
Over het onderzoek
De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke loongegevens van de werknemers in dienst bij meer dan
40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren. De data werden
via de Acerta-Mobiliteitsbarometer verzameld tussen 2015 en 2016 en geven een representatieve weergave van
de Belgische werknemerspopulatie. Acerta voert metingen uit op kwartaalbasis.
Over Acerta
Acerta is als hr-dienstengroep in België gespecialiseerd in het advies, de informatisering en de verwerking van
administratieve processen rond loonverwerking, sociale zekerheid, kinderbijslag, vestigingsformaliteiten en de
professionalisering van het hr-beleid. De groep ondersteunt ondernemers en organisaties in elke groeifase en bij
elk hr-proces. De kracht van mensen, daar draait het om bij Acerta. Acerta wil zijn mensen optimaal inzetten om
zo het menselijk kapitaal van ondernemingen te optimaliseren. Daarbij is Acerta een partner voor starters,
zelfstandigen en vrije beroepen, kmo’s en hr-professionals in privéondernemingen en overheidsinstellingen.
Acerta telt meer dan 1310 medewerkers, verdeeld over 38 kantoren in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. De groep
kende in 2015 een omzet van ruim 164 miljoen euro. 1 starter op 5 passeert effectief langs Acerta’s
ondernemingsloketten. De groep beheert het statuut van 1 zelfstandige op 3 en 1 onderneming op 4 gebruikt
haar oplossingen.
Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met
Acerta – Sylva De Craecker
T +32 478 27 93 62
E [email protected]
Porter Novelli – Stefanie Van Mierlo
T +32 2 413 03 40
E [email protected]