FUNCTIEBESCHRIJVING databeheerder "provincies.incijfers.be"

Download Report

Transcript FUNCTIEBESCHRIJVING databeheerder "provincies.incijfers.be"

FUNCTIEBESCHRIJVING
databeheerder "provincies.incijfers.be"
FUNCTIEDOEL
Het organiseren en structureren van gegevensbeheer, -ontsluiting en -opbouw, de opbouw van
basisgegevens en indicatoren over alle domeinen in de onlinedatabank provincies.incijfers.be en het
maken van steekkaarten en rapporten in het kader van domeingerichte beleidsplanning, ter
ondersteuning van het provinciale en het lokale beleid in de 5 Vlaamse provincies.
PLAATS IN HET BESTUUR
Directie:
Afdeling, sectie:
Statuut:
Salarisschaal:
Directie ??
Kaarten en Cijfers
contractueel
A1a-A1b-A2a
RESULTAATSGEBIEDEN
1 Het organiseren en structureren van gegevensbeheer, -ontsluiting en -opbouw
- Organiseert en structureert gegevensbeheer, -ontsluiting en -opbouw in de onlinedatabank
provincies.incijfers.be.
- Zoekt permanent naar manieren om de informatie die de provincies online wensen te verspreiden zo
gebruiksvriendelijk mogelijk aan te bieden op provincies.incijfers.be.
- Onderzoekt permanent de mogelijkheden van technologieën (bijv. GIS) en implementeert deze in het
kader van een optimalisering van gegevensbeheer, -ontsluiting en -opbouw.
- Ondersteunt de collega's van de steunpunten Planning van de 5 provincies bij de ontwikkeling van
steekkaarten, rapporten of andere instrumenten voor beleidsplanning.
- Bewaakt samen met de redactiegroep van provincies.incijfers.be de ontwikkelde instrumenten
basisdata en presenteert indicatoren inzichtelijk, eenvormig en gebruiksvriendelijk en zorgt ervoor dat
deze gegevens online beschikbaar zijn.
2 De opbouw van basisgegevens en indicatoren
- Gaat actief op zoek naar betrouwbare, statistische basisgegevens op het meest relevante
aggregatieniveau van de 5 Vlaamse provincies en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
- Realiseert een systematische opbouw van basisgegevens en vertaalt ze indien relevant en mogelijk
in indicatoren.
- Streeft bij de opbouw van basisgegevens en indicatoren naar kant-en-klare, gebruiksvriendelijke
instrumenten voor beleidsplanning, waarin alle cijfermateriaal op een inzichtelijke wijze gepresenteerd
wordt en online beschikbaar is.
- Zorgt voor vorming en duiding bij de ontwikkelde instrumenten, zodat beleidsplanners ze
weten te hanteren voor het maken van omgevingsanalyses in het kader van hun planningsopdracht.
3 Verwerking van en analyses op databanken met atomaire gegevens
- Zorgt voor de verwerking van de databanken met gegevens op individueel niveau, zoals bijvoorbeeld
het Rijksregister, leerlingendatabank onderwijs, VDAB-gegevens, …
- Bij de analyse en verwerking van de gegevens is er een bijzondere aandacht voor de verwerking van
gegevens op lager dan gemeentelijk niveau (statistische sector, bouwblok, …).
4 Versterken van het teamwerk binnen de redactiegroep van provincies.incijfers.be
- Onderhoudt een goede relatie tot andere steunpunten (sociale) Planning en inhoudelijke thematische
werkgroepen.
- Toont plezier in samenwerken en stelt zich loyaal en meewerkend op.
- Houdt rekening met anderen door actief naar hen te luisteren.
- Draagt door zijn openheid en constructief gedrag bij tot het voorkomen en overbruggen van
meningsverschillen.
- Vraagt advies en ondersteuning aan de teamleden van de redactiegroep en houdt rekening met het
advies bij de uitvoering van de eigen taken.
- Biedt actief medewerking en ondersteuning.
- Volgt in teamverband gemaakte afspraken nauwgezet op.
- Zet zich in om in teamverband resultaten neer te zetten.
5 Eigen functioneren
- Deelname aan de interprovinciale overleggen van de steunpunten (sociale) Planning en andere
interprovinciale werkgroepen die data verzamelen ten behoeve van provincies.incijfers.be.
- Via vorming en opleiding de nodige kennis en vaardigheden up-to-date houden.
VEREISTE COMPETENTIES
Competentie
1
Waarneembare kenmerken
WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE
Steeds verbeteren
Steeds verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de dienst/afdeling, door de bereidheid
om te leren en mee te groeien met veranderingen.
Niveau 3
Leert over andere vakgebieden,
methodes, technieken en werkt
actief mee aan het verbeteren van
de werking van de dienst.
2
Heeft belangstelling voor "aanverwante" onderwerpen om zijn/haar
kennis te verruimen.
Benut informatie afkomstig uit andere vakgebieden om de eigen
aanpak en werking te optimaliseren.
Ziet de impact op de eigen werking van nieuwe processen,
technieken, methodes in andere vakgebieden.
Stuurt de eigen werking proactief bij naargelang van wijzigingen op
het niveau van de afdeling.
Zoekt actief naar mogelijke verbeteringen die de eigen functie en het
eigen takenpakket overstijgen.
WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE
Sterke klantgerichtheid
De behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op
reageren, met het oog op het dienen van het algemeen belang.
Niveau 3
Onderneemt, binnen de
mogelijkheden van de eigen
functie, acties om de
dienstverlening aan klanten te
optimaliseren.
3
Onderzoekt op welke punten de eigen dienstverlening aan de klant
kan worden verbeterd.
Vraagt gericht naar de wensen, behoeften en verwachtingen van
klanten (tevredenheidsenquêtes, mondeling ondervragen,…).
Formuleert concrete voorstellen om de eigen dienstverlening te
verbeteren.
Onderneemt concrete acties naar aanleiding van specifieke feedback
van klanten.
Zet nieuwe mogelijkheden op het vlak van dienstverlening meteen om
in de praktijk.
Neemt acties om de dienstverlening ten aanzien van specifieke
doelgroepen te optimaliseren, rekening houdend met hun beperkingen
en behoeften (vb. handicap, allochtonen, …).
WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE
Goed samenwerken
Een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op niveau van een team, entiteit of de organisatie.
Niveau 3
Stimuleert de samenwerking
binnen de eigen dienst.
4
Komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren.
Moedigt anderen aan om samen te werken, hun ideeën te uiten en
onderling van gedachten te wisselen.
Moedigt anderen aan om onderling te overleggen over zaken die het
eigen werk overstijgen.
Betrekt anderen bij het nemen van beslissingen die op hen een impact
hebben.
Bevordert de goede verstandhouding, de teamgeest en het respect
voor verscheidenheid in mensen.
Geeft opbouwende kritiek en feedback.
Moedigt anderen aan om gezamenlijk oplossingen te vinden.
WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE
Hoge betrouwbaarheid
Afspraken nakomen en zijn/haar verantwoordelijkheid opnemen. Handelen vanuit respect voor
administratieve regels en vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling,
correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit,
milieuzorg…).
Niveau 2
Brengt sociale en ethische
normen in de praktijk.
5
Neemt de verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen (past geen
paraplupolitiek toe).
Leeft de deontologie na die eigen is aan de functie of het
functieniveau.
Spreekt anderen erop aan wanneer hun handelen niet conform is met
bestaande regels en afspraken.
Handelt consequent: neemt in gelijkaardige omstandigheden
gelijkaardige standpunten in of een soortgelijke houding aan.
Schat correct in of informatie al dan niet verder kan of mag verspreid
worden.
Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken.
FUNCTIEFAMILIEGEBONDEN COMPETENTIE
Presentatievaardigheden
Op een duidelijke en gestructureerde manier informatie overbrengen met gepast gebruik van audiovisuele
middelen.
Niveau 2
Kan goed inspelen op een publiek
(met behoud van helderheid en
structuur).
6
Geeft de eigen gedachtegang en redenering helder en goed
gestructureerd weer.
Is creatief in het presenteren van een idee of boodschap.
Maakt contact met het publiek (mensen aankijken, keuze
woordgebruik, interactie).
Past taal en stijl , aan wat het publiek of de situatie vraagt, aan.
Brengt zijn/haar uiteenzetting op een levendige, dynamische manier.
Stimuleert het publiek (op verschillende manieren) om vragen te
stellen en reacties te geven.
FUNCTIEFAMILIEGEBONDEN COMPETENTIE
Schriftelijke communicatie
Een schrijfstijl hanteren die past bij de boodschap en de doelgroep.
Niveau 2
Kiest aanpak, woordgebruik en
stijl naargelang van de situatie
en het publiek.
7
Stelt eenduidige en leesbare documenten op die beknopt en ter zake
zijn.
Schrijft teksten met een duidelijke structuur (zowel inhoudelijk als
vormelijk en waarbij inhoud en vorm op elkaar aansluiten).
Kiest een stijl die aangepast is aan de situatie (hetzij zakelijk,
onderhoudend, informatief, …).
Gebruikt een taal die aan het publiek aangepast is (bv. licht jargon toe,
schrijft "leesbare" teksten, …).
Houdt in taalgebruik en boodschap rekening met de noden en
behoeften van de verschillende doelgroepen.
FUNCTIEFAMILIEGEBONDEN COMPETENTIE
Probleemanalyse
Een probleem duiden in zijn verbanden. Op een efficiënte wijze op zoek gaan naar aanvullende, relevante
informatie.
Niveau 3
Maakt heldere analyses van
complexe dossiers.
Vertaalt complexe probleemstellingen naar hanteerbare vragen.
Houdt bij zijn/haar analyse rekening met verschillende bronnen en
aanknopingspunten.
Kan inzicht verwerven in een complexe problematiek.
Ziet trends en patronen tussen elementen die niet zo helder
samenhangen.
Kan informatie van anderen (ook indien dit tegenstrijdig lijkt)
verwerken in de eigen analyse.
8
FUNCTIEFAMILIEGEBONDEN COMPETENTIE
Visie
Dagelijkse praktijk overstijgen en eigen ideeën uitwerken voor de toekomst, feiten bekijken van op een
afstand, ze in een ruimere context en een langetermijnperspectief plaatsen.
Niveau 2
Betrekt bredere (maatschappelijke,
technische, …) factoren en
ontwikkelt hier eigen ideeën rond.
9
Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de
organisatie en het eigen beroep/domein.
Denkt verder door en ziet daardoor mogelijke problemen of kansen die
voor anderen nog niet zo duidelijk zijn.
Denkt kritisch en zelfstandig.
Kadert adviezen, beslissingen en initiatieven in de bredere
organisatiecontext/beleidscontext.
Ontwikkelt eigen ideeën over wat er in de toekomst kan gevraagd
worden.
FUNCTIEFAMILIEGEBONDEN COMPETENTIE
Resultaatgerichtheid
Het ondernemen van concrete en gerichte acties met het oog op het behalen of overstijgen van
doelstellingen.
Niveau 2
Kiest uitdagende (maar haalbare)
doelstellingen en zet zich sterk in
om deze te bereiken.
Legt de lat hoog, formuleert uitdagende (maar haalbare)
doelstellingen.
Gaat actief op zoek naar de best mogelijke manier om deze doelen te
bereiken, weegt opties tegenover elkaar af.
Mobiliseert mensen en middelen, ook wanneer hij/zij hiertoe anderen
(hiërarchie, collega's) moet overtuigen.
Stuurt op regelmatige basis het proces bij, in het kader van de
doelstellingen.
Geeft niet op, zoekt actief naar alternatieven wanneer hij/zij met
hindernissen en tegenslagen te maken krijgt.
10 FUNCTIEFAMILIEGEBONDEN COMPETENTIE
Nauwgezetheid
Handelen met aandacht voor details en gericht op het voorkomen van fouten.
Niveau 3
Levert onder verhoogde druk
kwaliteitsvol werk af.
Levert onder tijdsdruk kwaliteitsvol werk af.
Weet snelheid met nauwkeurigheid te combineren.
Kiest de beste methode of procedure met het oog op de gevraagde
nauwkeurigheid.
Combineert kwantiteit met kwaliteit.
Behoudt de zin voor detail bij verhoogde tijdsdruk.
11 FUNCTIEGEBONDEN COMPETENTIE
Voortgangscontrole
Bewaken van de voortgang in tijd en van de kwaliteit van eigen processen en/of die van collega's of
medewerkers.
Niveau 2
Volgt de voortgang van het eigen
werk en dat van anderen op.
Controleert op regelmatige basis de voortgang en resultaten van een
werkproces.
Bouwt momenten van werkoverleg en rapportering in (zowel van als
naar anderen).
Volgt gemaakte afspraken op het afgesproken moment op.
Wijst medewerkers (collega's, leveranciers, …) op hun planning of
afspraken.
Denkt vooraf aan mogelijke storingen in de voortgang en reageert
tijdig.
KENNISGEBONDEN COMPETENTIE
KENNIS
Gevorderde kennis van Excel.
Kennis van GIS, een statistisch verwerkingspakket (SPSS/SAS), HTML, CSS zijn pluspunten.