Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal

Download Report

Transcript Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal

Aan
Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal
Van
Zorgverzekeraars Nederland
Doorkiesnummer
(030) 698 82 42
Datum
23 januari 2017
Onderwerp
Initiatiefwetsvoorstel houdende een verbod van winstuitkering door
zorgverzekeraars
Geachte leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft grote bedenkingen bij het
initiatiefwetsvoorstel Verbod winstuitkering zorgverzekeraars vanwege de
onduidelijke consequenties van het wetsvoorstel voor verzekerden.
Zorgverzekeraars hebben sinds jaar en dag geen winstoogmerk en hebben
geen reden, noch noodzaak, noch een eenvoudige mogelijkheid om dat te
veranderen. Zij zijn nagenoeg allemaal onderdeel van een onderlinge
waarborgmaatschappij of coöperatie. Toch lijken de initiatiefnemers erg grote
haast te hebben met het aannemen van dit initiatiefwetsvoorstel.
ZN maakt zich daarom zorgen over de zorgvuldigheid van het wetstraject. Op
basis van de wetteksten is er grote onduidelijkheid over de effecten van het
verbod, bijvoorbeeld als het gaat om (tussentijdse) premieteruggave aan
verzekerden en kapitaalverplaatsing binnen concerns om verliezen op te
vangen. ZN ontvangt signalen van haar leden dat het wetsvoorstel zodoende
de financiële stabiliteit van zorgverzekeraars kan ondermijnen. Ook lijken de
initiatiefnemers geen rekening te houden met het advies van de Raad van
State om het wetsvoorstel te heroverwegen. Voor zover bekend, hebben de
initiatiefnemers niet aan zorgverzekeraars noch aan andere experts gevraagd
om de consequenties van het wetsvoorstel in kaart te brengen. ZN dringt er
daarom bij uw Kamer op aan om relevante toezichthouders een toets uit te
laten voeren op de effecten van het wetsvoorstel.
1) Een wettelijk verbod is overbodig
ZN benadrukt, mocht daar een misverstand over bestaan, dat géén van de
zorgverzekeraars een winstoogmerk heeft. Nagenoeg alle zorgverzekeraars
zijn onderdeel van een onderlinge waarborgmaatschappij of coöperatie zonder
winstoogmerk. In deze rechtsvorm is de leden- of verzekerdenraad het hoogste
orgaan. Het wijzigen van de statuten of rechtsvorm vereist dat de leden- of
verzekerdenraad met gekwalificeerde meerderheid instemt met de wijziging
van de statuten of rechtsvorm.
Daarnaast moet De Nederlandsche Bank als toezichthouder toestemming
geven aan de zorgverzekeraar om haar rechtsvorm aan te passen. Anders dan
de initiatiefnemers stellen, kan de zorgverzekeraar dus niet met een
pennenstreek haar rechtsvorm aanpassen en daarmee winstbeogend worden.
Bovendien zou een winstoogmerk tot een fors financieel en concurrentieel
nadeel kunnen leiden, aangezien een zorgverzekeraar met winstoogmerk
verplicht wordt vennootschapsbelasting af te dragen, in tegenstelling tot de
zorgverzekeraar zonder winstoogmerk.
ZN vraagt zich af welke noodzaak er is om juist zorgverzekeraars een verbod
op te leggen. Het zijn bij uitstek de zorgverzekeraars die nog nooit winst aan
derden hebben uitgekeerd en het handelen zonder winstoogmerk in hun hele
organisatie hebben verankerd; dit in tegenstelling tot veel andere actoren
binnen de gezondheidszorg. ZN vindt het zorgelijk dat de initiatiefnemers op
deze manier burgers een onjuiste voorstelling van zaken geven over het
zorgstelsel waardoor het vertrouwen in het stelsel wordt ondermijnd.
2) Impact van het wetsvoorstel onvoldoende in kaart
Zorgverzekeraars benadrukken dat het initiatiefwetsvoorstel in de huidige vorm
ongewenste effecten kan hebben en aanzienlijke risico’s met zich brengt:
 De wettekst roept onduidelijkheid op in hoeverre het zorgverzekeraars
wordt verboden om eventuele positieve resultaten uit te keren aan hun
leden (verzekerden) in de vorm van een (tussentijdse) premieverlaging.
 Het verbod kan ook kapitaalverplaatsing onmogelijk maken tussen
risicodragers binnen één concern, waardoor de financiële stuurbaarheid
van de risicodrager wordt belemmerd. Dit kan de stabiliteit van
zorgverzekeraars (kleine zorgverzekeraars in het bijzonder) in gevaar
brengen. Zorgverzekeraars achten dit onwenselijk omdat – als gevolg van
eventuele verliezen van de risicodragende zorgverzekeraars – de
kapitaaleisen voor deze verliesgevende zorgverzekeraars door De
Nederlandsche Bank worden verhoogd. Wanneer de verliezen niet via het
concern gecompenseerd kunnen worden, heeft de risicodrager geen
andere mogelijkheid dan de zorgverzekeringspremie te verhogen.
3) Zorgvuldig wetgevingsproces van groot belang
Net als uw Kamer, hechten zorgverzekeraars veel waarde aan een zorgvuldig
wetgevingsproces dat de implementatie en uitvoering van wet- en regelgeving
ten goede komt. ZN roept uw Kamer onderhavig wetsvoorstel niet in stemming
te brengen dan nadat een uitgebreide toets van het wetsvoorstel heeft
plaatsgevonden door de betrokken toezichthouders: De Nederlandsche Bank
(DNB) in het kader van het financieel toezicht en de Europese
verzekeringsrichtlijnen, en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in het kader
van het markttoezicht en de stabiliteit van het zorgverzekeringstelsel.
Met vriendelijke groet,
Zorgverzekeraars Nederland
Mevrouw P.H. van Holst-Wormser
Algemeen directeur
2
Cc:
Vaste commissie voor Financiën, Tweede Kamer der Staten-Generaal
T.a.v. de heer R. Berck
Vaste commissie voor Economische zaken
T.a.v. de heer D. Nava
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ta.v. Mw. drs. E.I. Schippers
Nederlandse Zorgautoriteit
T.a.v. Mw. Dr. M.J. Kaljouw
De Nederlandsche Bank
T.a.v. Dr. J. Sijbrand
3