Nieuwe Bavo in de steigers - Kathedrale Basiliek Sint Bavo

Download Report

Transcript Nieuwe Bavo in de steigers - Kathedrale Basiliek Sint Bavo

Nieuwe Bavo in de steigers

Nieuws over de restauratie van de kathedrale basiliek St.Bavo in Haarlem

De doopkapel in oude luister hersteld

6

e

editie, december 2016

Agenda

Zie www.rkbavo.nl voor details DECEMBER

17 Kerstconcert, alle koren 23 Bavo Cantorij Festival of Nine Lessons and Carols Tijdens de Kerstvakantie vanaf 2e Kerstdag is de nieuwe Bavo dagelijks geopend van 12:00-16:00 uur. Dagelijks is er om 13:00 uur een gratis rondleiding. Op woensdag 28 december zijn leden van het Heilig Kerstmisgilde in de Kerstkapel aanwezig om tekst en uitleg te geven over het Gilde en de totstandkoming van de Kerstkapel.

Op woensdagavond 28 december wordt de nieuwe Bavo sfeervol verlicht met vele brandende kaarsen. De nieuwe Bavo beschikt sinds de restauratie van het hoogkoor en middenschip al over sfeervolle verlich ting in de gewelven, koepel, absis en zijbeuken. Nu komt daar dus op 28 december een met brandende kaarsen gevulde kathedraal bij. Dit gezamenlijk moet toch een prachtig resultaat leiden. De openingstijden zijn 19:30-22:30 uur. En zoals het in de nieuwe Bavo gebruikelijk is zal muziek in deze kerstperiode niet ontbreken.

Adverteren?

Bibiana Massaro [email protected]

06-14536685

Contact

Voor meer informatie over dit magazine en alle andere vragen kunt u contact opnemen met:

Club van 1 Miljoen

Leidsevaart 146 2014 HE Haarlem Tel. 06 4707 6710 [email protected]

www.rkbavo.nl

KORT – AKTIE 1 MILJOEN

Burgermeester Jos Wienen bezoekt nieuwe Bavo De nieuwe Haarlemse burgermeester Jos Wienen heeft op vrijdag 4 november de nieuwe Bavo bezocht. Na een gesprek met de bisdomstaf volgde er een rondlei ding door de gerestaureerde kathedraal. De burgermeester toonde zich onder de indruk van de gerestaureerde kathedraal en liet zich uitgebreid informeren over de historie, aanwezige symboliek en kunst werken en uitgevoerde restauratiewerk zaamheden. Ook kreeg de burgermeester het boek ‘De nieuwe Bavo te Haarlem’ van Bernadette Hellenberg Hubar over handigd.

Lovenswaardige initiatieven In de afgelopen periode ontvingen we diverse giften. Zo stortte mevrouw C.A. van Leeuwen uit Den Haag de hoofdprijs uit de Mexicaanse verkoop retour. Iedereen bedankt voor deze lovenswaardige initiatieven!

Steun de restauratie Uw bijdrage voor de restauratie en daarmee aan het gebruik van het gebouw zijn van harte welkom: Door middel van een eenmalige donatie op IBAN NL22INGB 000 27 15 042 t.n.v. Stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo.

Met een periodieke gift ontvangt u ook nog eens belastingvoordeel. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paul Vetter via: [email protected].

Winnaars in de nieuwe Bavo Dit najaar heeft de nieuwe Bavo twee winnaars opgeleverd. Jojanneke Post van Davique Sierschilderwerkzaamheden heeft de Nationale Schildersvakprijs 2016 in de categorie Decoratieschilderwerk in ontvangst genomen voor haar werkzaam heden in de nieuwe Bavo. Daarnaast is Marc Mulders tot Kunstenaar van het jaar uitgeroepen. Van Marc Mulders is in de doopkapel het ‘Levend water’ te bewonderen (zie elders). Allebei van harte gefeliciteerd!

Aktie 1 miljoen De thermometer voor de Aktie 1 Miljoen staat op 170.000 euro. In de Aktie 1 miljoen komen de inspanningen van de parochie gemeenschap samen voor de fondswerving ten behoeve van de restauratie. Gelden worden besteed aan faciliteiten die nood zakelijk zijn voor het gebruik en die niet subsidiabel zijn.

Colofon

€ 170.000,00

november 2016

€ 154.000,00

april 2016

€ 106.000,00

november 2015

€ 90.000,00

augustus 2015

€ 65.000,00

maart 2015

Hartelijk dank voor uw steun!

Jaargang 2, nr. 6, december 2016

Nieuwe Bavo in de steigers is een uitgave van de Club van 1 Miljoen.

Voor verdere informatie over de restauratie, ga naar www.rkbavo.nl.

De Club van 1 Miljoen bestaat uit: Paul Vetter, Bibiana Massaro, Paulien Baijer, Sabine Spengler, Steve Cooper, Maarten Kools.

Redactie: Vormgeving: Annelies Homburg, Bibiana Massaro, Jimmy Purimahuwa, Paul Vetter Redactieadres: Leidsevaart 146, 2014 HE Haarlem; email: [email protected]

Ontwerp & druk: Duineveld drukwerk & reclame Jimmy Purimahuwa Oplage: 2500 De redactie behoudt zich het recht voor artikelen en andere bijdragen in te korten of niet te plaatsen. Overname van teksten uit dit blad is prima, mits met bronvermelding.

Bavo in de steigers wordt kosteloos verspreid in Haarlem via de parochie van de Kathedrale Basiliek St. Bavo. Foto omslag: venster met een cherubijn (doopkapel)

foto Jimmy Purimahuwa

Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016

Met Kerstmis een nog mooier verlichte kathedraal dan vorig jaar!

In het vorige nummer van de Nieuwe Bavo in de Steigers schreef ik wat in het afgelopen kalenderjaar allemaal gereed gekomen is. En wat inmiddels ook te zien is, zijn de glaspanelen van Marc Mulders in de doopkapel en de eveneens door hem ontworpen glas-in-loodramen tussen de doopkapel en het zuidertransept. Het wachten is nu nog op een door hem te ontwerpen standaard, waarop de doopschaal, die hij al gemaakt heeft, kan komen te staan.

(zie foto pagina 5). Dit project is geheel door de Vrienden van de Nieuwe Bavo geëntameerd (zie pag.7-9). Ga daar vooral eens kijken in de westhoek van het zuidertransept. Als de standaard gereed is, lijkt het mij, dat we die prachtige ruimte beter voor het voetlicht gaan brengen: niet alleen bij onze eigen kerkgangers, maar voor alle Haarlemmers en wat mij betreft nog verder: voor de hele wereld!

Waar nauwelijks op gelet wordt, zijn de kerkbanken. Joseph Cuypers heeft er nadrukkelijk op gewezen, hoezeer die banken qua kleurstelling van belang zijn in het totale kleurschema van de kathedraal. De banken in het midden schip zijn inmiddels voor zover nodig gerestaureerd, in de boenwas gezet en zijn na jaren weer in de juiste volgorde genummerd. Alleen de plaatsnummertjes in de banken zijn op hun plek blijven staan en daaruit valt af te leiden, dat de banken in de afgelopen eeuw regelmatig verplaatst zijn geweest.

Nieuw standaardwerk De grootste happening van de afgelopen maanden was de presentatie op 9 september jl. van het nieuwe standaard werk over de kathedraal: De Nieuwe Bavo te Haarlem met als ondertitel: Ad Orientem, Gericht op het Oosten, geschreven door Bernadette van Hellenberg Hubar. De feestelijke bijeenkomst kon niet meer stuk, toen Haarlems wethouder voor zowel Financiën als Monumen tenzorg, Jeroen van Spijk, meedeelde dat Burgemeester en Wethouders de gemeenteraad hebben voorgesteld om 750.000 euro ter beschikking te stellen voor de restauratie van de vrouwentoren. Weliswaar moet de Gemeenteraad zich daarover nog uitspreken, maar de verwachtingen zijn nu hoog gespannen, of dit gaat lukken.

En daarmee zijn we bij het restauratie-onderdeel van dit moment beland: de restauratie van het westfront met zijn twee torens. Bouwkundig een enorme klus. Geprobeerd is, een dusdanige structurele oplossing te vinden en aan te brengen voor de vele vochtproblemen die bij beide torens spelen, dat we de komende 40/50 jaar daar niet opnieuw aan de slag hoeven gaan. Na de nodige onder zoeken is besloten alle voegen uit te boren en nieuwe aan te brengen van een speciale samenstelling, die alleen in de zomer kan worden aangebracht. Maar bij 30 graden of meer kan het evenmin. Er is wat vertraging ontstaan, maar we hopen in ieder geval de bovenbouw van de mannentoren vóór Kerstmis uit de steigers te hebben. Dit deel van de restauratie gaf voor de buurt de meeste (geluids)overlast tot nu toe. Dat zal helaas ook bij de vrouwentoren gebeuren. Maar daarna is het leed geleden en kan iedereen van de herrezen Nieuwe Bavo gaan genieten.

Welkom We hopen u met Kerstmis in de kathedraal te zien. Ten opzichte van vorig jaar is niet alleen de verlichting in het hoogkoor, zoals we het willen hebben, gerealiseerd, maar dankzij het J.C. Ruigrokfonds ook in de transepten en koepel. Geld voor de betere verlichting van het middenschip is er nog niet. De loterij en de kerkenveiling van 28 oktober jl. hebben al het mooie bedrag van € 12.750 ,- opgebracht. Maar wie weet staat er binnenkort een weldoener op, die dit zou willen betalen. In ieder geval wens ik u vast een zalig Kerstfeest en een zalig Nieuwjaar toe, te beginnen in onze prachtig verlichte kathedraal.

mr. W.M.N. Eggenkamp, voorzitter stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo PS: Heeft u het nieuwe boek over de kathedraal nog niet gekocht? Het is tot 9 december a.s. in de kathedraal te koop voor 39,95 euro. Daarna betaalt u aanzienlijk meer. De toespraken naar aanleiding van de boekpresentatie en met name die van Kardinaal Simonis, zijn na te lezen op www.rkbavo.nl.

Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016 3

4

De doopkapel, toen en nu

Met de afgelopen restauraties is de doopkapel aan de zuidzijde van de kathedraal weer in haar functie terug gebracht. In de Katholieke Illustratie van juli 1896 schreef architect Joseph Cuypers al dat “de parochiale sacristie zuidelijk aansluit bij den transeptarm met een binnenportaal en een portaal toegang gevende tot de doopkapel, als een koepel- vormige voorbouw, waardoor de jeugdige Christen uit de ‘duisternis’ naar het volle licht des Christendoms, in 't midden der kathedraal toegang verkrijgt”.

Tekst: Philip Weijers, Bron: uitgave ‘Sicut sponsa ornata’ (eenmalige uitgave 2013), Philip Weijers, diaken Uit de plannen van 1902, toen de bouw van de koepel, de transepten, het middenschip en de onderbouw van de torens een aanvang nam, blijkt dat de doopkapel gepland was aan de noordzijde van het westelijk front. Dit plan werd echter door de gemeentelijke Openbare Werken “in verband met een geplande straat en bebouwing” afgekeurd. De ster op het plafond van de pendentiefkoepel van de noordelijke toren (zie afbeelding 2 op pagina 4 van de 5e editie) verwijst nu nog naar deze oorspronkelijke plannen. De achtpuntige vorm van de ster verwijst hier naar de 8e dag, de aanvang van het nieuwe leven, daarmee verwijzend naar het doopsel.

het gewelf geplaatst, (zie foto op pagina 7) waardoor het licht nu naar binnen valt. Op de lichtschaal is een zeediertje geschilderd, bescheiden, eenvoudig en aanwezig. De kunstenaar zegt hier over: “Ik wilde ‘Ichthus’ aanwezig laten zijn, als je blik omhoog gaat, zoals hij ook ‘gekerfd en onopgesmukt’ verscheen bij de eerste Christenen. Ik bedoel als een teken, niet als een overdadig kunstwerk.” De Ichthus (IΧΘUΣ of ἰχθύς, Grieks voor vis) of het vissymbool is een oud-christelijk symbool dat gebruikt werd in de eerste eeuwen toen de Kerk vervolgd werd. Aangezien het moeilijk was voor reizende christenen om te ontdekken wie Christen was, brachten zij dit symbool aan op hun huizen als herkenningspunt.

Het doopsel is het sacrament van christelijke initiatie en maakt een mens tot lid van de Kerk. Dat is ook de symboliek van de huidige doopkapel; deze is als het ware tegen de kathedraal aangebouwd. Door het sacrament van het doopsel wordt een mens opnieuw geboren: hij/zij begint een nieuw leven ‘in Christus’. Op de foto van pagina 8-9 is deze symboliek - de doorgang van de doopkapel naar de kerk zelf - zichtbaar.

In de doopkapel bevinden zich twee identieke vensters, opgebouwd uit een sokkel, twee bloemtakken en een medaillon met een cherubijn (een engelenkop met vier vleugels). Langs de randen loopt een smalle lijst met afwisselend acanthusranken en stukjes rood glas. Verder is het metselwerk onderbroken met een keramische bekleding van bloemharten, lelies en bloesemknoppen. Met de restauratie zijn ook de oorspronkelijke blauwe voegen weer in de doopkapel terug gebracht zoals dat in het bestek beschreven was en tijdens de restauratie was aangetroffen. In het dak van de doopkapel is de lichtstrook terug gebracht. Deze is bedoeld om het zonlicht midden in de doopkapel binnen te laten dringen. Dit licht symboliseert de Heilige Geest die neerdaalt op de dopeling die gedoopt wordt met het doopwater.

Medio 2013 is een lichtschaal in de ronde opening van Het woord Ichthus is op grond van teksten uit het Nieuw Testament, de voorspelling van Jezus zelf. Het woord is een acroniem; een letterwoord dat een afkorting is en dat wordt uitgesproken als een woord. Elke letter van het woord IΧΘUΣ is een afkorting van een ander woord: I Ἰησοῦς Iesous Jezus Lc. 1, 31 Χ Θ U Σ Χριστός Christos Christus Lc. 2, 11 Θεοῦ THeos Gods Uἱός Uios Zoon Lc. 1, 35 Σωτήρ Soter Redder Het voorgaande toont dat IΧΘUΣ staat voor ‘Jezus Christus, Gods Zoon, de Redder’ Ook buiten is in de top van het zuidelijk transept het acroniem IΧΘUΣ, ICHTUS, afgebeeld, midden tussen de Griekse letter Α (Alpha) en Ω (Omega).

De doopkapel is door een kegelvormig dak bekroond met daar op een sierwerk van een uitkomende bloem als teken van ontluikend geloof. Het geheel wordt omsloten door bloeiende bloemen als teken van hen die de nieuw gedoopte omringen.

Joh. 1, 1-3 Joh. 4, 42 Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016

De doopkapel wordt begrensd door de ronde zuid westelijke traptoren, die bestemd is als opgang naar de gewelven en de koepel. In deze torenopgang is naast de bestaande luidklok een tweede geplaatst met de naam Elisabeth, genoemd naar de schenker. Hiermee is de oorspronkelijke bezetting van de klokken weer hersteld.

DAAR GAAT DE GIDS....

De doopschaal van Marc Mulders, nog zonder standaard foto: Jimmy Purimahuwa

Daar gaat de gids, die van alles gaat vertellen over de nieuwe Bavo. De geschiedenis, de architectuur, de bouwers, het orgel, de ramen – de gids weet het allemaal.

Veel gezelschappen, groepen, clubjes weten de weg te vinden. De gids ontvangt de optochten van allerlei pluimage, en vertelt, en vooral, beantwoordt. De wetenschapper die vraagt om bewijs. De ongeïnteresseerde die zich verveelt. Het protestantse meisje dat met open mond alles wil zien. De man die maar vraagt en vraagt en vraagt. De stille jongen die na afloop zegt: ik begrijp het. De timmerman die de deuren zo bijzonder vindt. De tandarts die zich afvraagt hoe de uitgehakte stenen opgevuld gaan worden. De musicus die niet goed begrijpt dat je kan luisteren met je ogen. De professor die het eigenlijk beter weet maar het gelukkig niet zegt. Maar die je helpt als je vastloopt. De metselaar die steeds maar zoekt naar ‘het verband’. De verpleegster die van slag is van de verpleger die Jan Toorop afbeeldde. De andersdenkende die toch wel moest slikken. De makelaar die alles op waarde inschat. Een bisschop uit Italië, Frankrijk, Zaïre: stomverbaasd (en een tikkeltje jaloers). De achterneef van bisschop Bottemanne die zijn dochter wijst op zijn naam. De vrouw van een kunstenaar die thuis gaat kijken wat er nog van zijn tekeningen is. De honderd mensen die vertellen dat ze nog nooit in de nieuwe Bavo zijn geweest, terwijl ze om de hoek wonen. En de oude vrouw aan het einde van haar leven, kijkend naar jeugdherinneringen.

Daar gaat de gids.

Al de bezoekers zijn hem even lief: zij zijn anders weggegaan dan dat ze zijn gekomen.

Ook u bent welkom: Stephan van Reijt, Coördinatie Kathedraalwacht en rondleidingen, [email protected]

Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016 5

Opbrengst tweede kerkenveiling

Op 28 oktober jl. werd voor de tweede maal een kerkenveiling gehouden t.b.v. de restauratie van de kathedraal. Onder het genot van een hapje en een drankje werd in een bomvolle zaal in het bisschopshuis aan de Leidsevaart enthousiast geboden op kavels van huishoudelijke aard, kunst en kitsch, rondvaarten, servicebeurten voor auto, fiets én mens, overnachtingen in abdij en hotel en nog veel meer moois....

“De veilingmeester is een klasse apart, de typering spraakwaterval doet hem tekort, puur entertainment,

we hebben van hem genoten”, was één van de vele mooie commentaren op de avond.

De opbrengst van de veiling – inclusief de lotenverkoop van de nieuwe Bavo loterij – bedraagt 12.750,- en zal besteed worden aan werkzaamheden die niet gesubsidieerd worden, zoals verwarming, geluidsinstallatie en een nieuw te bouwen sanitaire voorziening.

Onze dank gaat naar alle sponsoren, kopers en bezoekers.

Wij zien u graag terug op vrijdag 27 oktober 2017!!

6 Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016

foto's: Jimmy Purimahuwa

foto's: Jimmy Purimahuwa

De Doopkapel van de Nieuwe Bavo in oude luister

Eind 2009 is De Vriendenkring van de Nieuwe Bavo opgericht. De oprichting had alles te maken met de restauratie van de kerk waaraan toen begonnen werd. De gedachte was: zo’n mooi kerkgebouw heeft vrienden nodig.

Door Atti Noordhof, voorzitter Bestuur Vriendenkring van de Nieuwe Bavo.

Het is een gebouw met een architectonische en een cultuur-historische rijkdom. Samen met de Sagrada Familia in Barcelona, de Sacré Coeur in Parijs, de Westminster Cathedral in Londen, en de Koekelberg Basiliek in Brussel behoort de Nieuwe Bavo tot de top 5 van kerken die tussen 1850 en 1950 zijn gebouwd. Ze is gebouwd als kathedraal. De zetel van de bisschop, de cathedra, staat er. De visie in de 19e eeuw was dat een kathedraal het ontzagwekkende, het sublieme van het goddelijke moest symboliseren. Zij moest de aardse burcht van God zijn, een burcht die haar omgeving beheerst. Zij moest de belichaming zijn van alles wat verheven was en ontzag inboezemde. Zij moest symboliseren, zoals J.A. Alberdingk Thijm, de vader van Lodewijk van Deyssel, schreef, wat we ooit in de hemelen zouden ervaren: de bezieling van het goddelijke. Vanuit die visie werd de Nieuwe Bavo gebouwd door de architect Jos Cuypers. Het was een wijsgerig beginsel waarmee de kerkelijke bouwkunst gerechtvaardigd werd. Het leverde een prachtig gebouw op. En dat gebouw is aandacht waard. Daarom is de Vriendenkring opgericht: om aandacht te vragen voor de Nieuwe Bavo, om mensen te verleiden te komen kijken en hun hart aan haar te verpanden. Voor wat betreft de keuze van de kunstenaar was de algemene mening dat er een kunstenaar gevonden moest worden die zo’n intieme ruimte als de doopkapel, op fijne, subtiele wijze zou kunnen inrichten. Criteria waren het, aanwijzingen die uiteindelijk naar Marc Mulders leidden. Hij is een begenadigd en een bekend kunstenaar, een gelovig geïnspireerd kunstenaar die fijn en ijl werk maakt. Hij snapte direct waar we het over hadden: natuurlijk, de doop, het paradijs, het water… Levend water! En dat is de naam geworden van het kunstwerk van Marc Mulders, dat geplaatst is in de nok en de vier timpanen. De leden van de Vriendenkring hebben tussen 2011 en 2015 het grootste deel van het benodigde geld bij elkaar gebracht. Daarnaast hebben de volgende fondsen een bijdrage geleverd: J.C. Ruigrok Stichting, Stichting Stokroos en Stichting Blommert en Dreeger.

De Vriendenkring wil niet alleen aandacht vragen, ze wil ook een bijdrage leveren aan de verfraaiing van de kerk. Daarom besloten de vrienden tijdens de oprichtingsvergadering de doopkapel te adopteren en haar te laten decoreren. Toen dat besloten was, werd nagedacht over het thema voor de decoratie. De plebaan Hein Jan van Ogtrop kwam ermee: Het moest te maken hebben met water. Water en doop zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het moest ook iets te maken hebben met nieuw leven. Het scheppingsverhaal en met name ook het verhaal van het paradijs als begin van het aardse leven bleken goede uitgangspunten. En dan het materiaal. Bijna als vanzelf kwam glas op. Glas en water, beide doorzichtig en stromend. Beide zijn transparant en verwijzen naar iets wat verder ligt, naar iets hogers.

De nok van de koepel met de omgekeerde doorschijnende lichtschaal.

foto: Jimmy Purimahuwa

Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016 7

De koepel belicht

De koepel van de kathedraal staat symbool voor de hemel; ze is uitgebeeld naar het visioen dat de apostel Johannes had tijdens zijn ballingschap op het eiland Patmos, als verwoord de Apocalyps, het bijbelboek ‘De openbaring van Johannes’.

8 ‘Levend Water’ Levend water, zo heeft Marc Mulders het kunstwerk voor de doopkapel genoemd. “De betreding van de doopkapel vanuit de weidsheid van de kerk is een bijzondere ervaring. De kerkruimte zelf ‘hemelt’ hoog, terwijl men in de doopkapel juist de verbondenheid met de grond, de bron, de oorsprong ervaart. In de kapel weet men zich geborgen, hetgeen benadrukt wordt door een ‘gebogen architectuur van stammen van steen’, die voorover buigen en door de randversieringen van blad- en plantmotieven op de muren. Het lijkt een versteend bos, gevangen in een moment van groei, maar op het punt te ontwaken. Zo is ook het moment van de doop, de initiatie tot het christendom, een begin van het ontwaken en een intreding tot het verbond van de dopeling met Christus.” Het mooist zou het zijn als die de doop, de intreding in het verbond met Christus zou kunnen plaatsvinden in een ruimte die dicht bij het kind staat, een ruimte die het wiegenlied symboliseert. Daarin is Marc Mulders geslaagd: in verschillende onderling verbonden kunstwerken is deze gedachte in glas uitgewerkt met “als dragers geschilderde tekens uit de geschapen wereld: de flora, fauna en de kosmos met het element water als Leitmotiv.” Voor de nok van de koepel ontwierp Marc Mulders een omgekeerde doorschijnende lichtschaal. De lichtschaal werd het eerste geplaatst. Van het ene op het andere moment was er licht. De kapel werd zo tot leven gewekt. In de schaal is een vis geschilderd, ichthus. De beginletters van de Griekse woorden voor Jezus Christus, Gods Zoon en Redder vormen het woord ICHTHUS = VIS. De vis staat in het christelijke geloof in verband met de doop in het water.

Voor de timpanen ging hij uit van de paradijsrivier in de Hof van Eden, die beschouwd wordt als de bron van alle leven. Zij splitste zich in vier stromen (Genesis 2, 10-14). Marc Mulders schildert de vier paradijsrivieren als een doorlopende stroom, die de vier timpanen verbindt en boven de rivierstroom, schildert hij respectievelijk de maan, de slak, twee zwanen en twee paradijsvogels met hun jonkies. De maan als symbool van het licht. De maan verlicht het levenspad van de dopeling. De slak is het symbool van de tijd. Zijn traagheid wijst op het dankbaar zijn in het moment. De paradijsvogels geven de zorg weer die de ouders beloven te geven aan hun kinderen bij de doop, zorg om hen op te voeden in de geest van God. Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016

Door het doopsel gaat men de kerk, de gemeenschap van gedoopten, binnen foto: Jimmy Purimahuwa

De zwanen symboliseren de schoonheid die in de schepping gegeven is. Tenslotte maakte Marc Mulders vijf prachtige gebrandschilderde ramen boven de entree naar de kerkzaal. “Deze vijf ramen zijn de grens tussen de openbare kerk, de gebedsruimte en de meer besloten intieme wereld van het Doopsel.” Ze vormen een geschilderd sluiergordijn op glas met een sterrenhemel. Aan de onder en bovenzijde van de sterrenhemel loopt een patroon, een versieringsrand, geïnspireerd op de Islamitische schriftuur. De St. Bavo Kathedraal is gecreëerd in een tijd waarin het zgn. Oriëntalisme voor menig kunstenaar en architect een genereuze stroming was. Ook Jos Cuypers verweefde elementen uit de Arabische beeldcultuur in de architectuur van de Nieuwe Bavo.

Het treden vanuit de weidsheid van de kerk in de beslotenheid van de doopkapel is als het treden vanuit het ontzagwekkende in de geborgenheid, de lieflijkheid en speelsheid van een wiegenlied, symbool van het leven zoals God het voor de mens bedoeld heeft.

De Vriendenkring hoopt dat velen de doopkapel zullen komen bewonderen. Zij is de bewondering waard.

Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016 9

10

Het Transeptorgel in de Kathedrale Basiliek Sint-Bavo

Evenals het Willibrordusorgel kent ook het Transeptorgel, dat in de parochie ook wel als Bavo-orgel wordt aangeduid, sedert de bouw een bewogen bestaan.

Na de voltooiing van het koor, de transepten met de koepel en het schip van de Haarlemse kathedraal, kon men eindelijk gaan denken aan de plaatsing van een orgel. Dat kwam op een plaats die architect Joseph Cuypers daarvoor had voorzien en die, samen met de plek voor het zangkoor, afwijkt van hetgeen in de r.-k. kerken van ons land gebruikelijk was in die tijd. In de tweede helft van de negentiende eeuw stonden de orgels, samen met het zangkoor, eigenlijk altijd op een vaak hoog gesitueerde tribune die tegen de westzijde van het schip was aangebracht, als de kerk tenminste in de Heilige Linie was gebouwd met het priesterkoor aan de oostkant. Wanneer de westzijde werd afgesloten door een toren, was in menige kerk daarin een ruimte gecreëerd voor zangkoor en orgel. Op die manier kwamen de klanken van zang en orgel van ver, hoog uit de gewelven van de kerk, alsof deze uit de hemel kwamen. Ook in de Maria Hemelvaartkerk van Sas van Gent, een schepping van Joseph Cuypers uit 1896 (en de eerste kerk in ons land met een gewelf van gewapend beton!) bevindt de tribune voor zangkoor en orgel zich bij de toren.

Door Ton van Eck, titulair-organist.

De plaats van het orgel en het zangkoor In de Nieuwe Bavo echter, had Joseph Cuypers een plaats voor het zangkoor gereserveerd in de nabijheid van het liturgisch centrum, en wel op een tribune waarvan de balustrade is aangebracht in de noordmuur van de noordelijke zijbeuk van het priesterkoor, boven de H. Familie- of Kerstkapel. Daardoor is de H. Kerstkapel veel gedrukter en intiemer dan de H. Sacramentskapel die aan de tegenover gelegen zuidzijde van het priester koor is gesitueerd. Terwijl, ter plaatse van de koortribune, zowel de H. Kerstkapel als de H. Sacramentskapel in de lengte over twee traveeën beschikken, wordt de daarboven gesitueerde opening in de wand tussen koor tribune en zijbeuk overspannen door slechts één boog. Omdat de buitenmuur van de koortribune wél twee traveeën telt, heeft dit ontwerp een speciaal verloop van de boogribben in het gewelf van de koortribune tot gevolg. Deze aanleg, met naar binnen toe klimmende gewelven, draagt ook bij aan een grote uitstraling van de klank van een op de tribune opgesteld zangkoor in het schip van de kerk, ook al is dit vanuit het schip nauwelijks zichtbaar. Veel decennia zong het parochiële zangkoor ‘Cantemus Domino’ (laten we voor de Heer zingen) op deze tribune.

Het front van het orgel kwam op de plaats die de architect ervoor had gereserveerd: het werd tegen de oostmuur van het noordertransept gehangen, boven de boog die de H. Kerstkapel scheidt van het transept. Achter het front kwam het eigenlijke instrumentale deel te staan in de scheidingsboog tussen de tribune voor het zangkoor en het transept.

Deze positie van orgel en zangkoor was niet nieuw in het oeuvre van Joseph Cuypers. In de eveneens door hem ontworpen St.-Urbanuskerk in Nes aan de Amstel die, nog geheel ontworpen in traditionele neogotische stijl, in 1898 werd voltooid, bevinden orgel en koor zich op dezelfde plaats, met dien verstande dat, door het ont breken van zijbeuken bij het priesterkoor, de koortribune daar in de lijn ligt van de noordmuur van het schip. Die kerk vertoont nog een detail waardoor deze een vingeroefening lijkt voor de Haarlemse kathedraal: de enorme vieringtoren die het omliggende polderland schap langs de Amstel domineert. Er is echter een nog vroeger voorbeeld van een neogotische kerk met een koortribune op de hoek tussen transept en priesterkoor: de H. Willibrordus buiten de Veste in Amsterdam, een ontwerp van de vader van Joseph, Pierre Cuypers. Van die kerk waren koor en transept in 1873 voltooid, maar het schip pas in 1899. Die voor Pierre Cuypers uitzonderlijke locatie van de koortribune was er echter een gevolg van dat in de onvoltooide kerk een plaats voor het koor gevonden moest worden. Een essentieel verschil met de locatie van het orgel in de kerken van Nes en Haarlem is, dat in Amsterdam het front van het orgel, als een echt koororgel, grenst aan de zijbeuk van het koor en de open boog de zangers uitzicht geeft op het transept, terwijl dit in Nes en Haarlem precies omgekeerd is.

Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016

afb. 1 afb. 2 afb. 3 afb.4

Het orgelfront Jarenlang is verondersteld dat het front een ontwerp was van Jan Stuyt, de medefirmant van Joseph Cuypers. Die veronderstelling werd geschraagd door het feit dat het in 1904 geplaatste front van het koororgel in de voorma lige St.-Willibrordus buiten de Veste in Amsterdam een ontwerp was van Jan Stuyt, overigens in nauwe samen werking met orgelmaker P.J. Adema (1828 – 1919), de vervaardiger van het instrument. Dit vertoont in opzet en indeling veel overeenkomsten met het front in de Haar lemse kathedraal (afb. 1). Helaas is het originele front van het Amsterdamse orgel verloren gegaan, maar het is wel gereconstrueerd toen de bewaarde gebleven originele pijpen van dit orgel in 2002 werden hergebruikt voor de bouw van een orgel in de St.-Jansbasiliek in Laren (afb. 2).

Een ontwerptekening uit 1906 van het orgelfront in het archief van de kathedraal, draagt de handtekening van Joseph Cuypers (afb. 3). Hieruit zou men kunnen conclude ren dat dit ontwerp aan hem toegeschreven zou moeten worden. De aanwezigheid van een uit 1905 daterende te kening van het front in het archief van Adema’s Kerkorgel bouw werpt echter een ander licht op de zaak (afb. 4). Deze is vervaardigd door Joseph Adema (1877 – 1943), de jongste zoon van P.J. Adema die de kunstacademie had doorlopen. Dit vormt een aanwijzing dat het ontwerp van hem was en het front in nauwe samenwerking met Joseph Cuypers en Jan Stuyt tot stand is gekomen.

Hoe dan ook, het Haarlemse front betekende voor de orgelbouw in de r.-k. kerken van ons land een doorbraak. Waren de orgelfronten sinds de tweede helft van de 19 kas, in de St. Bavokathedraal is sprake van een front en de boveneinden van de frontpijpen de bovenste begrenzing van het front vormen, zonder een houten bekroning. Dit fronttype staat bekend als ‘open opstelling’. Door zijn sobere indeling met horizontale, verticale en diagonale rechte lijnen vertoont het al de Jugendstil en sluit daarmee aan bij de koepel. Amsterdam en dat van de Haarlemse kathedraal vormen, wat betreft de indeling, een variant van eerdere fronten van P.J. Adema. Kenmerkend daarbij zijn de twee torens die zich, zowel in Amsterdam als Haarlem, geheel aan de buitenzijde bevinden. In Haarlem bevatten ze de grootste pijpen van de Prestant 16 voet 8 voet. 1 de eeuw, al naar gelang de architectuur van het kerkgebouw, hoofdzakelijk uitgevoerd in neogotische, neoromaanse, soms een meer op de barok geïnspireerde en uitzonder lijk in neobyzantijnse stijl, met daarachter een gesloten waarbij een overkapping van de pijpen geheel ontbreekt enkele art-deco-achtige trekjes, maar de beschildering op de ontwerptekening is duidelijk geïnspireerd door De fronten van het koororgel van de Willibrorduskerk in en in Amsterdam die van de Prestant

1 De term ‘voet’ wordt gebruikt om de lengte van het corpus (= het klank producerend deel van de pijp) van de grootste pijp aan te duiden. Eén voet is ca. 30 cm. Een corpus van 16 voet is dus ca. 4m80 lang. Daarbij komt nog de lengte van de trechtervormige pijpvoet eronder (tussen de ca. 30 en ca. 80 cm.), zodat bij een pijp van 16 voet de totale lengte zo’n vijfeneenhalve meter bedraagt en bij een 8 voet ca. drie meter..

Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016 11

afb. 5 afb. 6 afb.7

Het eerste orgel van P.J. Adema waarvan het front zowel twee vooruitspringende torens met een centraal veld als aan de bovenzijde vrij-eindigende pijpen bevat, is dat van het uit 1891 daterende instrument van de voormalige Spaarnekerk in Haarlem (sinds 1977 in de St.-Jacobuskerk in Den Haag). Dit is gebaseerd op 16 voet waardoor de zijvelden en de vlakke torens aan beide uiteinden het geheel domineren. Bij dit orgel stond in de linker toren oorspronkelijk een beeld van de H. Caecilia, patrones van de kerkmuziek. De rechter toren was tot 1977 nog leeg. Bij de plaatsing in Den Haag zijn in beide torens niet sprekende frontpijpen gekomen en kreeg het beeld van de H. Caecilia een afzonderlijke plaats op een console aan de zijkant van de koortribune (afb. 5).

De indeling van het orgel in de voormalige Spaarnekerk vond in 1905 navolging bij het helaas verloren gegane instrument dat Adema plaatste in de Vondelkerk in Amsterdam. Daar flankeerden twee spitse torens een centraal, piramidaal veld met een schilderij van de H. Caecilia en worden deze aan de buitenzijde begrensd door naar de zijkant toe oplopende velden met aan elke zijde wederom een brede, vlakke toren met vijf pijpen, maar nu in acht voets hoogte. Geheel aan elke buitenkant bevondt zich weer een schilderij (afb. 6). Bij de orgels van de Vondelkerk en de Spaarnekerk werd het middelste deel nog in hout overkapt, de torens door pinakels en het centrale veld door een grote wimperg. Bij deze beide orgels is de ornamentiek nog geheel neogotisch, maar de aan de bovenzijde vrij-eindigende zijvelden en vlakke torens geven deze fronten al een moderner aanzien dan de aan de bovenzijde geheel afgesloten fronten. Het front van de Spaarnekerk wijst vooruit naar wat resp. Stuyt en Cuypers later bij het koororgel van de Amsterdamse St.-Willibrorduskerk en in de Haarlemse kathedraal bij het gehele front zouden toepassen.

torens. 2 Twee decennia later, in 1926, zou Sybrand Adema (1860 - 1926), de oudste zoon van Piet Adema, in samenwerking met architect Anton J. Joling, nog één keer teruggrijpen op de frontindeling van de Spaarne kerk, zij het geheel in art-deco stijl, bij zijn laatste orgel, ontworpen voor de voormalige H. Nicolaas & Barbarakerk te Amsterdam (thans in de H. Calixtuskerk te Groenlo). Qua grootte bevindt zich dit, met zijn 12-voet, precies tussen de twee eerder genoemde fronten van de Vondel kerk en de Spaarnekerk (afb. 7). Bij de fronten van het koororgel van de St.-Willibrordus kerk te Amsterdam en de kathedraal in Haarlem verhuis den de torens naar de zijkanten van de kas (bij het orgel in Amsterdam met een toegevoegd veld aan beide uit einden) en kregen de grootste pijpen een plaats in deze Ter verlevendiging van de middenpartij, en om het hoog teverschil met de torens op te vangen, werden de tussen gelegen velden in verticale zin gedeeld door middel van diagonale lijsten. Bovendien werd het front in Haarlem, vanwege de veel grotere afmetingen en ter onderstreping van de verticale lijn, voorzien van een smalle, in drieën gedeelde, centrale toren.

12

2 Een nog vroeger voorbeeld van een orgelfront met een combinatie van overkapte torens en vrij-eindigende velden is dat van het uit 1883 daterende Maarschalkerweerd-orgel in de kerk van de H.H. Cyriacus en Franciscus te Hoorn.

Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016

Het binnenwerk Ondanks het imponerende uiterlijk was het, zeker voor een zo groot kerkgebouw, een bescheiden instrument dat uiteindelijk slechts 19 registers zou krijgen (zie voor de dispositie het kader). Het was duidelijk een orgel dat voornamelijk bestemd was voor de begeleiding van de koorzang. Het Adema-orgel van de Haarlemse St.-Josephkerk uit 1905 had bijvoorbeeld 30 registers en dat van de veel kleinere St.-Antoniuskerk aan de Groenmarkt, uit 1911 zelfs 35. Door geldgebrek waren, bij de ingebruikneming in 1907 van dit toch al bescheiden instrument, lang niet alle de registers geplaatst. Zo ontbraken op het Pedaal de Principaal 16’, op het Hoofdwerk de Mixtuur en het groot octaaf van de Fluit harmoniek, waarvan de pijpen in het front moesten komen, en op het Zwelwerk de Aeoline, de Trompet harmoniek en de Vox humana. Ook aan het front kon men zien dat het orgel onvoltooid was, want de frontpijpen van de Principaal 16’ van het Pedaal en van de Fluit harmoniek mankeerden, zoals op afb. 8 is te zien. Tevens bleef de beschildering in Jugendstil achterwege.

Het orgel was gebouwd volgens het toen relatief nieuwe buizenpneumatische systeem met membraanladen, waarmee Adema sinds 1898 ervaring had. Dat betekent dat de winddruk niet alleen werd aangewend voor het tot spreken brengen van de pijpen, maar ook voor de overbrenging tussen toets en windlade. Voordeel, een lichte bespeelbaarheid; nadeel, wat vertra ging tussen toetsaanslag en het spreken van de pijp.

Verdere lotgevallen Pas in 1924 werd het instrument gecompleteerd door de hierboven al genoemde Joseph Adema. Op 15 juni van dat jaar werd het voltooide orgel in gebruik genomen door Hendrik Andriessen die zelf sinds 1913 vaste bespeler was van het Adema-orgel in de Haarlemse St.-Josephkerk. Vijf jaar later, in 1929, wendde het kerkbestuur zich tot de orgelbouwer Vermeulen te Alkmaar voor enkele reparaties. Het is onbekend waarom de als consciëntieus bekend staande Joseph Adema het onderhoud werd ontnomen. Vermeulen voerde in 1952 een wijziging van de dispositie uit, waarbij het instrument een aantal romantische registers verloor ten gunste van op de barok geïnspireerde stemmen. Ook werd het pedaal uitgebreid met drie registers. Jan Schouten, die 48 jaar (!), organist van de kathedraal is geweest, kon nog verhinderen dat op het Zwelwerk de Voix céleste (hemelse stem), een zwevend gestemde strijker, werd vervangen.

afb. 8 afb. 9 afb.10

Uitbreiding en elektrificatie Veel ingrijpender was de ombouw in 1961/62, eveneens door Vermeulen, onder advies van Albert de Klerk namens de Katholieke Klokken- en Orgelraad. De tractuur werd geëlektrificeerd en die gelegenheid werd te baat genomen om de pneumatische membraan laden van Adema te vervangen door elektropneumatische kegelladen. Die vervanging bood tevens de mogelijkheid om het aantal registers van Hoofdwerk en Zwelwerk uit te breiden. Door de toevoeging van hoge stemmen werd de dispositie daarbij nog verder omgebogen in de zin van een synthese-orgel, een type instrument dat men (ten onrechte) in staat achtte om de hele orgelliteratuur adequaat te doen klinken. In de balustrade tussen koor tribune en kooromgang werd een zijpositief geplaatst met een dispositie en een klank die aansluiten bij de toen heersende neobarokke beginselen, die vooral bij de protestanten opgang deden.

Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016 13

14 Het front van dit Positief sluit, wat betreft indeling, enigszins aan bij het bestaande front, maar verraadt, door het ontbreken van houten regels en lijsten, duidelijk de periode waarin het is geplaatst.

Op het bovenklavier bleven echter zowel de zwelkast als de zwevend gestemde Voix céleste gehandhaafd, zij het onder de naam Zweving. Het is onbekend in hoeverre Jan Schouten ook toen zijn invloed heeft doen gelden. Aan de onderzijde van het front kwam een rechte bak in plaats van de balkconstructie met schoren, zoals die door de ontwerper was voorzien.

Deze ingrepen boden het instrument weliswaar veel meer mogelijkheden voor literatuurspel, maar, door het verdwijnen van nog meer grondstemmen, minder geschikt voor de begeleiding van de koorzang, met name die van het Engelse en Franse repertoire.

Sinds 1962 is de dispositie van het instrument ongewijzigd gebleven. Nadat de Fa. Vermeulen in de jaren ’80 van de vorige eeuw was opgegaan in de Fa. Flentrop te Zaandam, heeft deze laaste orgelmakerij het instrument in onderhoud.

Enkele jaren terug is het front bijgeschreven op de redengevende omschrijving van het kerkgebouw in het Monumentenregister en tijdens de restauratie van de transepten is de uit 1962 daterende bak aan de onderzijde vervangen door de thans aanwezige balk constructie met schoren, die is vervaardigd door de Adema’s Kerkorgelbouw volgens de in hun archief aanwezige tekening uit de bouwtijd. In het kader van de restauratie van het interieur van de kathedraal vond ook kleurhistorisch onderzoek aan de kas plaats. Dit weerlegde het vermoeden dat een mogelijk oorspronkelijk aanwezige beschildering met ornamenten in 1962 zou zijn overgeschilderd. De kas bleek altijd in één egale kleur te zijn beschilderd. Van een ornamentale beschildering in Jugendstil, zoals die in het ontwerp was voorzien, was het tot dan toe nooit gekomen. Deze is in 2012 aangebracht door Jojanneke Post van Davique Schilderwerken te Moordrecht.De combinatie van rechte, horizontale, verticale en diagonale lijsten en de zwierige Jugendstil beschildering versterkt de unieke positie van dit front in ons land (afb. 9 & 10).

Wat betreft het instrumentale deel, zoals dat in 1961/62 tot stand is gekomen, moeten we ook terughoudend zijn met een overhaast negatief oordeel. Deze, inmiddels meer dan 50 jaar bestaande situatie vormt een karakte ristiek voorbeeld van een orgeltype dat in de r.-k. kerken van ons land in de wederopbouwperiode van de vorige eeuw in ons land opgang deed en waarvan veel exempla ren intussen zijn verdwenen en andere zullen verdwijnen.

Toen in 2015 het Willibrordusorgel niet gebruikt kon worden vanwege de restauratie van het schip, bewees het Transeptorgel tijdens een vervangende kortere serie Zaterdagmiddagconcerten goede diensten en hebben veel bezoekers de kwaliteiten ervan weten te waarderen.

Het Transeptorgel wordt wekelijks gebruikt als instrument tijdens de liturgievieringen op zaterdag en zondag en bij koorconcerten voor de begeleiding van koren. Dankzij een audio- en videoverbinding kan de organist goed contact houden met dirigent en koor.

Na het voltooien van de restauratie van de kathedraal zal ook het Transeptorgel professioneel moeten worden gereinigd en groot onderhoud moeten ondergaan.

Tabel: oorspronkelijke disposite Transeptorgel.

Man. I, Hoofdwerk, C-g³ Bourdon 16’ Prestant 8’ Flûte harmonique 8’ Salicionaal 8’ Holpijp 8’ Octaaf 4’

Mixtuur 2-3-4 sterk.

Trompet 8’ Pedaal, C-d¹

Principaal 16’

Subbas 16’ Man. II, Zwelwerk, C-g³ Bourdon 8 Viola di Gamba 8’ Voix céleste 8’ Aeoline 8’ Violine 4’ Piccolo 2’

Trompet 8’

Fagot-Hobo 8’

Vox humana 8’

Nieuwe Bavo in de steigers | 6 e editie december 2016

Hoe kunt u ons helpen?

Koop een flesje wijn of iets anders moois uit de winkel

Het assortiment bestaat al uit een aantal mooie artikelen:

Hoe kunt u ons helpen?

Koop een flesje wijn of iets anders moois uit de winkel

Het assortiment bestaat al uit een aantal mooie artikelen:

Bavo-wijn

(wit, rood en nu ook rosé) afkomstig uit Noord-Italië

PER DOOS € 55,-

Miniatuur kaars van de Bavo

€10,-

Noveenkaars

€10,-

PER FLES

Huispaaskaars

€15, €5,-

Het Lam, detail uit het altaar in de Sacramentskapel

BIJBEHORENDE KANDELAAR € 5,-

Wie regelt uw zaken als u het zelf niet meer kunt?

Voor vragen over het levenstestament de volmacht en het testament.

Spruitenbosstraat 19 2012 LJ Haarlem Tel. 023-5316820 www.wtbn.nl

Uitvaartzorg (Uitvaartwinkel)

Vergierdeweg 288, Haarlem

Gedenkmonumenten (Atelier)

Lange Herenstraat 30-28, Haarlem tel.: 023 - 532 60 13

www.troupin.nl

werf advertentie

tie

voor adverteerders!

Bibiana Massar restaur 06-14536685