Transcript algemeen - Varkens.nl
Klimaat algemeen
algemeen
De gezondheid en het welzijn van de varkens zijn sterk afhankelijk van het stalklimaat. Ook beïnvloedt het klimaat de productieresultaten. Daarom is het verstandig om het klimaat regelmatig te controleren en indien nodig, aan te passen. Op deze kaart vindt u hiertoe enige tips.
Waarom is het klimaat belangrijk?
•
Het stalklimaat speelt bij de diergezondheid een belangrijke rol.
•
Een slecht stalklimaat vermindert de weerstand van de dieren en verhoogt het risico op infecties:
-
bijvoorbeeld longontstekingen, maar ook maagdarmstoornissen of vruchtbaarheidsproblemen.
•
Bij een slecht stalklimaat zijn er vaker gedragsproblemen zoals kannibalisme:
-
bijvoorbeeld oor-, staart- en flankbijten.
Optimaal klimaat
•
Het stalklimaat is afhankelijk van de temperatuur, luchtsamenstelling en luchtbeweging.
•
Er is sprake van een optimaal klimaat indien het klimaat binnen de klimaatnormen blijft.
•
Een goede klimaatinstelling is lastig bij:
-
wisselende buitentemperaturen, daarmee samenhangend wisselende ventilatiehoeveelheden,
-
variërende luchtsnelheden, en daardoor wisselende luchtsamenstelling.
Klimaatcheck
•
Laat minimaal eenmaal per jaar een klimaatcheck uitvoeren.
•
Laat daarbij de volgende instellingen checken:
-
luchtsnelheid, luchtkwaliteit (schadelijke gassen),
-
temperatuur (meten en ijken van de temperatuurvoeler), instelling van de klimaatcomputer.
•
Enkele vuistregels voor de instelling van de klimaatcomputer vindt u in de Richtlijnen voor de klimaatinstellingen.
05.2011.alg.1.01
Klimaat algemeen
Richtlijnen voor de klimaatinstellingen
Guste zeugen Dragende zeugen Zeugen in kraamhokken (voor de geboorte) * Zeugen in kraamhokken (tijdens de geboorte) * Zeugen in kraamhokken ( 1 week na de geboorte) Zeugen in kraamhokken (vlak voor spenen) Gespeende biggen (opleggewicht ca. 7,5 kg) * Gespeende biggen vanaf dag 21 Gespeende biggen vanaf dag 42 Vleesvarkens dag 1 (opleggewicht ca. 25 kilo) * Vleesvarkens dag 5 * Vleesvarkens dag 50 Vleesvarkens dag 100
Minimumventilatie per dier (m 3 / uur) **
14 – 20 18 – 25 18 – 25 18 – 25 35 - 50 35 – 50 2 – 3 4 – 6 6 – 9 6 – 8 6 – 8 11 – 15 14 – 20
Maximumventilatie per dier (m 3 / uur) **
120 – 150 120 – 150 160 – 200 160 – 200 200 – 250 200 – 250 10 – 12 15 – 18 20 – 25 20 – 30 20 – 30 40 – 55 60 – 80
Maximumventilatie ventilatie (°C)**
22 20 20 23 20 20 26 24 22 25 23 22 21 * * Zet de vloerverwarming op circa 30 graden C oppervlaktetemperatuur, afhankelijk van het liggedrag van de biggen..
** (1) De normen zijn afhankelijk van het luchtinlaatsysteem. Komt de verse lucht direct op bij de dieren (zolas bij voergangventilatie), kies dan de lage ventilatiehoeveelheden. Komt de lucht over een grote oppervlakte binnen, kies dan de hoge ventilatiehoeveelheden.
(2) Lagere maximumventilatiehoeveelheden zijn mogelijk indien de binnenkomende verse lucht gekoeld is. Dat is onder ander van belang bij de dimensionering van de luchtwasser.