Pluis en het Diabeestje

Download Report

Transcript Pluis en het Diabeestje

Voor iedereen met diabetes type 1

Dit is Pluis.

Pluis is net bij de dokter geweest want hij voelde zich niet zo lekker. Gelukkig wist de dokter al snel wat er aan de hand was: Pluis heeft diabetes type 1.

Toen Pluis ‘s avonds in bed lag kon hij niet slapen. Hij snapte nog niet zoveel van diabetes. Wat is diabetes eigenlijk? Wat gebeurt er allemaal in het lichaam van Pluis?

Pluis

Opeens hoort Pluis een geluidje bij het raam. Op de vensterbank staat een klein monstertje.

‘’Hoi,’’ zegt het monster. ‘’Ik ben het Diabeestje. Ik kom je alles vertellen over diabetes.’’ Pluis en het Diabeestje gaan op de bank zitten en het Diabeestje begint te vertellen.

‘’Diabetes type 1 is speciaal, want je kunt er niets aan doen dat je het krijgt.’’

Diabeestje

‘‘Je lichaam is opgebouwd uit cellen. Deze cellen lijken op hele kleine bakstenen en ze zijn zo klein dat je ze niet zomaar kunt zien.

In je lichaam zit ook een afweersysteem. Dit zijn heel veel kleine politieagenten die je lichaam beschermen tegen virussen. Virussen zorgen ervoor dat je ziek wordt, dus die moeten weggejaagd worden.

Al die kleine politieagenten zorgen heel goed voor je lichaam, alleen bij jou zijn ze iets te streng geweest. Het afweersysteem heeft per ongeluk ook goede cellen weggejaagd.’’

Cellen Afweersysteem Virussen

‘‘Die cellen waren de bakstenen van allerlei fabrieken. De fabrieken staan op de eilandjes van Langerhals, maar nu zijn ze kapot. De fabrieken zijn wel heel belangrijk, want ze maken insuline.’’ Pluis snapt het nog niet helemaal. ‘’Maar wat is insuline dan?’’ vraagt hij aan het Diabeestje.

‘’Insuline zijn heel veel kleine sleutels die gemaakt worden in de fabrieken.

Wanneer jij iets eet zorgt het bloed in je lichaam dat elke cel een klein stukje krijgt. Cellen hebben veel energie nodig, zodat jij een sterk lichaam hebt. Maar alle cellen zitten op slot. De sleutels maken de cellen open zodat ze kunnen eten.’’

Fabrieken

‘‘Bij jou zijn de fabrieken kapot, waardoor er geen sleutels meer worden gemaakt. En omdat er geen sleutels meer zijn kunnen de cellen niet eten en blijft het eten in je bloed zitten. Als er veel eten in je bloed zit, maar er geen sleutels zijn om de cellen open te maken, dan heb je een hyper.

Het kan ook dat je geen eten in je bloed hebt, maar dat de cellen wel honger hebben, dan heb je een hypo.

Hypers en hypo’s zijn niet fijn, want dan voel je je een beetje ziek. Om te zorgen dat je er geen last van hebt, heb je dus precies genoeg sleutels nodig in je lichaam.’’

Sleutels

‘‘De fabrieken kunnen geen sleutels meer maken, daarom moet je vanaf nu zelf gaan zorgen voor de sleutels. Hoeveel sleutels je precies nodig hebt weet de dokter. Dat is namelijk voor iedereen anders.’’ Pluis luistert goed naar alles wat het Diabeestje zegt, maar hij is ook heel moe. Pluis gaapt en het Diabeestje staat op. ‘’Ga jij maar lekker slapen.’’ zegt het Diabeestje. ‘’De dokter gaat je morgen nog veel meer vertellen.’’

Insuline

Pluis vindt het jammer dat het Diabeestje alweer gaat, het was wel gezellig.

‘’Als je nog iets wilt weten, dan kom ik morgen gewoon weer.’’ zegt het Diabeestje. Pluis ligt in bed en het Diabeestje klimt uit het raam. ‘’Dag Pluis, heel veel succes!’’ roept het Diabeestje terwijl hij naar Pluis zwaait.

Het Diabeestje springt uit het raam terwijl Pluis al in slaap is gevallen. Morgen wordt weer een spannende dag.