Het doen van eigen onderzoek

Download Report

Transcript Het doen van eigen onderzoek

HET DOEN VAN EIGEN
ONDERZOEK
Interview, enquête of observatie?
WELK MIDDEL HEB IK NODIG?




Bedenk altijd eerst welk middel of welke
middelen handig zijn bij het beantwoorden van
jouw hoofd- en deelvragen.
Wil je zien wat mensen in werkelijkheid doen?
Wil je weten hoe grote groepen mensen ergens
over denken?
Wil je de mening van een expert horen?
OBSERVATIE
Eigenlijk observeer je altijd wel als je ergens bent; de
kunst is om het systematisch te doen. Je kunt dit
gebruiken om verschillende tijden of plaatsen met
elkaar te vergelijken.
- Komen hier in de ochtend meer mensen dan daar?
Welk park wordt drukker bezocht? Doen mensen op
deze kermis andere dingen dan op de andere kermis?

Je kunt objecten observeren.
- Wat is er allemaal aanwezig in dit stadspark?
Vijf banken, zeven vuilnisbakken, een speeltuin etc.

Interessanter is het om mensen te observeren.
- Wat doen mensen in dit stadspark? Een man van
tussen de 20 en 30 laat alleen de hond uit etc.

OBSERVATIE

Wees systematisch bij het observeren van personen:
-
Kies een vast punt van waaraf je gaat observeren
(loop niet rond). Je kunt dit aangeven op een kaartje.
-
Kies een vaste tijd en tijdsduur en noteer deze.
Observeer niet langer dan een half uur (anders
verlies je de aandacht). Herhaal dit.
-
Maak een observatieschema waarin je van te voren
bedenkt wat je kunt tegenkomen en turf hierop
tijdens het observeren. Bijvoorbeeld op de x-as ‘wie
zie ik’, en op de y-as ‘wat doet die persoon’, ingedeeld
in alle mogelijkheden (met een restgroep).
INTERVIEW

Al wil je veel kwalitatieve informatie (van een expert of ter
illustratie) dan is een interview een goed middel.

Let op de volgende zaken:
-
Bereid je goed voor. Maak vooraf vragen, maar wees ook
niet bang om een nieuwe vraag te stellen als de
mogelijkheid zich voordoet.
-
Vraag niet naar dingen die je al weet. (Dus niet: wat voor
werk doet u?)
-
Stel open vragen. (Dus niet: werkt u bij de Marine?)
-
Wees niet suggestief. (Dus niet: wat vindt u zo geweldig
mooi aan de stad Enkhuizen?)
INTERVIEW




1.
2.
Hoe verwerk je een interview?
Schrijf tijdens het doen van een interview mee of
neem het interview op.
Gebruik het interview voor het beantwoorden van
jouw hoofd- en deelvragen!
Opties:
Verwerk de antwoorden in de tekst van het
werkstuk.
Zet letterlijk de vragen (of een deel daarvan) met de
antwoorden in het werkstuk
ENQUÊTE


Vooral voor kwantitatieve onderzoeken. Denk na
door wie je de enquête laat invullen  wie is de
doelgroep en wie vult de vragen in?
Waar moet een enquête aan voldoen?
-
Begin met het noteren van geslacht en leeftijd
(en eventueel een vraag waar je mee bepaalt of
iemand een geschikte respondent is).
-
Stel gevoelige vragen niet of pas aan het eind.
ENQUÊTE
-
Houd de vragen simpel. Als dit niet kan, leg dan eerst iets
uit over het onderwerp.
-
Zorg dat de antwoordmogelijkheden uitsluitend zijn. Je
kunt eventueel een restgroep maken.
Dus niet: Wat is uw favoriete vakantie bestemming
 Nederland, Frankrijk of Duitsland?
-
-
Gebruik liever geen neutrale optie als je gebruik maakt van
eens, oneens, geen mening vragen.
-
Zorg dat vragen zo min mogelijk suggestief zijn. Wissel af
met positieve en negatieve benaderingen.
Enkhuizen is een mooie stad: mee eens, mee oneens
 Ik winkel niet graag in Enkhuizen: mee eens, mee
oneens
-
ENQUÊTE


-

Hoe verwerk je een enquête?
Geef elke antwoordmogelijkheid een waarde, zo kun
je de resultaten makkelijk verwerken. Niet bij alle
soorten vragen is dit van toepassing.
Bijv.: alle mensen met oneens hebben 0, alle
mensen met eens een 1 en mensen met geen
mening een 99. Je kunt dan een gemiddelde
bereken als je de mensen zonder een mening
niet meeneemt.
Geef de resultaten weer in grafieken of tabellen en
gebruik deze ook voor het beantwoorden van de hoofden deelvragen.
FYSISCH ONDERZOEK?

Mag ook. Niet één goede methode. Overleg met
de docent.