Griekse mythen en wetenschap, paragraaf 2 - les

Download Report

Transcript Griekse mythen en wetenschap, paragraaf 2 - les

Griekse mythen en
wetenschap
PARAGRAAF 2
Wat moet je weten aan het einde
van de les?

Welke rol de Griekse goden speelden in de samenleving

Wat de rol was van de Griekse mythen, sagen in de samenleving

Het verschil tussen wetenschappelijk, filosofisch en mythisch denken

Je moet enkele filosofen en wetenschappers uit de Griekse cultuur
kennen en hun belang uitleggen
Griekse goden

De Grieken waren polytheïstisch

Elke god of godin had zijn eigen taak

De Griekse goden hadden menselijke eigenschappen
Poseidon,
broer van
Zeus.
Heerser over
zeeën
Hera, vrouw
van Zeus
Oppergod
Zeus
In tempels werkten
priesters. Zij brachten
offers namens alle
inwoners van de polis.
Later
bouwden
de Grieken
tempels.
Om goden
te vereren
bouwen
Grieken
altaren
In tempels werkten
priesters. Zij brachten
offers namens alle
inwoners van de polis.
Bekijk hier een filmpje
over Griekse tempels
Bekijk hier een filmpje
over Griekse goden
De Grieken vertelden
elkaar verhalen over
goden. Dit noem je
mythen.
Homerus heeft in de 8e
eeuw v.C. twee hele
bekende mythen
geschreven: de Ilias
en Odysee
Ook waren er orakels.
Deze mensen konden
boodschappen van
de goden vertalen.
Bekendst is het orakel
van Delphi.
Bekijk hier een
filmpje over
Orakels
Wetenschappers en filosofen





De Grieken waren nieuwsgierig en zochten voor alles een verklaring. In
het begin werd alles verklaard met mythen. Deze manier van denken
noem je mythisch denken.
Later ging men verklaringen zoeken in de natuur zelf. Als je kennis
verzamelt en dit nauwkeurig bestudeert noem je dit wetenschappelijk
denken.
Griekse wetenschappers wilde weten hoe de mens, de natuur en het
heelal in elkaar zat!
Vanaf de 6e en 5e eeuw v.C. werd onderwijs een manier om kennis te
verspreiden. Leraren (sofisten) trokken rond om jongens in het
openbaar te leren spreken.
Andere geleerden hielden zich bezig met grote levensvragen. Wat is
goed? Wat is slecht? Wat is de beste bestuursvorm. Dit noem je
filosofisch denken.
Wetenschappers en filosofen
Socrates: (470-399
v.C.) Probeerde
mensen iets te leren
 hun
Er waren
door
vragendrie
te hele bekende Griekse filosofen
stellen.
Socrates werd
veroordeeld tot het
drinken van de
gifbeker. Hij werd
gezien als een gevaar
voor de jeugd
Wetenschappers en filosofen
Plato (427-347 v.C.)
Leerling van Socrates
Plato onderzocht hoe
de ideale samenleving
eruitzag
Aristoteles (384-322
v.C.) was een leerling
van Plato
Aristoteles onderzocht
van alles. Hij was
geïnteresseerd in
politiek, natuurkunde
etc.
Wetenschappers en filosofen

Andere belangrijke wetenschappers en filosofen

Herodotus (484-425 v.C.)
- Onderzocht de geschiedenis.
Schreef Historiën

Pythagoras (+- 540 v.C.)
- Onderzocht wiskunde.

Hippocrates (ca. 460-377 v.C.)
- onderzocht het menselijk lichaam.
Voorbeeld van leerschema’s
Soort denken
Voorbeeld
Mythisch denken
Plato
Filosofisch denken
Wetenschappelijk denken
Pythagoras
Griekse
wetenschappers en
filosofen
Archimedes
Socrates