11.1.6 Functiebenamingen

Download Report

Transcript 11.1.6 Functiebenamingen

 - Hoofdstuk :  :
Deel 3 - Hoofdstuk 11: Zelfstandig naamwoord
persoonsnaam
het jochie en zijn jas
diernaam
de koe en haar uier
het meisje en haar jas
Het meisje ... Zij trekt
haar jas aan.
de burgemeester en zijn/
haar ambtenaren
de gegadigde en zijn/haar
diploma’s
het paard en zijn staart
overige
het parlement en zijn
besluiten
de stoel en zijn poten
de hengst en zijn staart
de tafel en haar/zijn poten
de merrie en haar staart
het huis en zijn dak
11.1.6 Functiebenamingen
Veel benamingen van functies zijn in grammaticaal opzicht mannelijk. De meeste ervan
kunnen echter in de praktijk zowel naar een man als naar een vrouw verwijzen:
>> beleidsmedewerker
>> buschauffeur
>> directeur
>> leraar
>> manager
>> pr-functionaris
>> redacteur
In een aantal gevallen bestaat er naast de mannelijke/neutrale ook een speciale vrouwelijke vorm:
>> beleidsmedewerkster
>> directrice
>> lerares
>> redactrice
Zulke vrouwelijke vormen worden in toenemende mate als ouderwets beschouwd. We
raden af ze te gebruiken. Ook een vrouw zegt tegenwoordig bij voorkeur van zichzelf dat
ze beleidsmedewerker, directeur, leraar of redacteur is.
Niet alle vrouwelijke vormen zijn overigens even verouderd. Functienamen als kapster en
serveerster worden nog volop gebruikt.
ff
stuurman en timmervrouw
Lastiger zijn functiebenamingen op -man (stuurman, timmerman). Die worden soms ook
wel gebruikt om een vrouw mee aan te duiden, maar erg fraai is dat niet.
Soms is er een vrouwelijke vorm die eindigt op -vrouw. Enkele daarvan zijn volkomen
ingeburgerd en kunnen zonder bezwaar worden gebruikt: raadsvrouw, zegsvrouw,
bewindsvrouw(e) en eventueel stuurvrouw. Andere, zoals groentevrouw en timmervrouw,
doen enigszins geforceerd aan. Vaak zijn er betere alternatieven: groentehandelaar, bouwvakker, constructiemedewerk(st)er, meubelma(a)k(st)er enz. Omgekeerd kan een mannelijke
vroedvrouw zich verloskundige noemen. Gebruik zeker geen woorden als hoekvrouw, melkvrouw of vuilnisvrouw, want die werken alleen maar op de lachspieren.
188
VanDaleTaalhandboekNLDL3.indd 188
31-08-2011 19:39:12
Deel 3 - Hoofdstuk 11: Zelfstandig naamwoord
Met mens en muis
Ergens rond 1970 ontstond onder feministes de gewoonte om het woord man in de ban te
doen, althans voor zover het gebruikt werd om zowel mannen als vrouwen mee aan te duiden. When God created man, she was only joking, nietwaar? Je mocht niet langer zeggen dat
je met dertig man was; nee, voortaan was je met dertig mensen.
Soms was zo’n poging redelijk succesvol. De woorden manjaar en manuur kregen stevige
concurrentie van mensjaar en mensuur. Woorden die nog steeds bestaan, al lijken ze wel een
beetje op hun retour.
Andere pogingen hadden minder succes. Zo spreken we nog steeds over ‘anderhalve man en
een paardenkop’ als het ergens niet druk is, en ook de uitdrukking ‘de schuit is met mens en
muis vergaan’ heeft het nooit gehaald.
ff
ambtenares en controleuse
Gebruik zeker geen geforceerde vrouwelijke vormen als ambtenares, controleuse, manegeress
of penningmeesteresse. Die woorden zijn verouderd, of moeten als politiek correct taalgebruik (zie 1.2) worden bestempeld.
ff
verpleegkundige en verzorgende
Een andere mogelijkheid om niet met mannelijke woorden te hoeven verwijzen naar
vrouwen, of andersom, is het gebruik van sekseneutrale woorden:
>> verpleegkundige
>> leerkracht
>> leidinggevende
>> verzorgende
Dit is een prima oplossing. Al ligt bij de tegenwoordige deelwoorden (de vormen op -ende)
wel het gevaar op de loer dat zo’n term snel iets lachwekkends krijgt. Gebruik daarom
geen woorden als timmerende of schoonmakende.
ff
secretaresse
Een speciaal geval ten slotte is secretaresse. Dat is niet zonder meer het vrouwelijke equivalent van secretaris. Secretaris is een andere functie, met meer aanzien. Een vrouw die zo’n
functie bekleedt, noemen we daarom geen secretaresse, maar (vrouwelijk) secretaris. Omgekeerd noemen we een man die een secretaressefunctie bekleedt, bij voorkeur secretariaatsmedewerker. Een ander alternatief ter vermijding van secretaresse is officemanager. Dit woord
heeft het voordeel dat het zowel voor mannen als voor vrouwen kan worden gebruikt.
Vraag
Als de directeur een vrouw is, noem je haar dan directeur of directrice?
Antwoord
Beide zijn mogelijk, maar we adviseren om directeur te gebruiken.
189
VanDaleTaalhandboekNLDL3.indd 189
31-08-2011 19:39:13
 - Hoofdstuk :  :
Deel 3 - Hoofdstuk 11: Zelfstandig naamwoord
Uitleg
Veel beroepsnamen zijn qua grammaticaal geslacht mannelijk, maar kunnen ook gebruikt
worden om een vrouw mee aan te duiden: leraar, chauffeur, directeur. Veel van die functiebenamingen hebben een vrouwelijke vorm naast zich: lerares, chauffeuse, directrice. De meeste
van die vrouwelijke vormen hebben echter iets ouderwets-oubolligs over zich. Gebruik
daarom ook voor vrouwen liever de ‘mannelijke’ vorm: ze is directeur.
Er is ook nog een nuanceverschil: een directeur kan aan het hoofd staan van een grote onderneming. Bij een directrice denk je eerder aan een school of een verzorgingshuis.
11.1.7 Haarziekte
Een veelgemaakte taalfout is het verwijzen met vrouwelijke voornaamwoorden naar
zelfstandige naamwoorden die niet vrouwelijk zijn. Vaak wordt daarbij het bezittelijk
voornaamwoord haar gebruikt. Deze fout staat daarom ook wel bekend als de haarziekte.
Voorbeelden:
>> het schip en haar bemanning [schip is onzijdig]
>> het paard en haar staart [paard is onzijdig]
>> de raad en haar besluiten [raad is mannelijk]
>> de vakbond en haar leden [vakbond is mannelijk]
>> GroenLinks en haar fractie [GroenLinks is onzijdig]
Vraag
Wat is juist: het bestuur en zijn programma of het bestuur en haar programma?
Antwoord
Juist is: het bestuur en zijn programma.
Uitleg
Het woord bestuur is een onzijdig zelfstandig naamwoord; het bijbehorende lidwoord is
het. Naar onzijdige en mannelijke zelfstandige naamwoorden verwijs je met het bezittelijk voornaamwoord zijn: het bestuur en zijn programma, het huis en zijn dak, de raad en zijn
besluiten.
11.1.8 Geslacht in woordenboeken
De meeste woordenboeken geven bij zelfstandige naamwoorden het geslacht aan. Sommige doen dat expliciet, andere impliciet. Een voorbeeld van dat laatste: als er bij een
woord staat dat het bijbehorende lidwoord het is, impliceert dit dat het een onzijdig woord
betreft. En als bij een woord met lidwoord de geen geslacht gegeven is, impliceert dit dat
het woord zowel mannelijk als vrouwelijk kan worden gebruikt.
De volgende aanduidingen kunnen voorkomen:
geslachtsaanduiding
m.
v.
betekenis
(exclusief) mannelijk
(exclusief) vrouwelijk
voorbeelden
man, stoel
vrouw, schoonheid
190
VanDaleTaalhandboekNLDL3.indd 190
31-08-2011 19:39:13
Deel 3 - Hoofdstuk 11: Zelfstandig naamwoord
geslachtsaanduiding
o.
v.(m.)
m. en v.
m/v
betekenis
onzijdig
vrouwelijk, maar ook
mannelijk te gebruiken
historisch gezien zowel
mannelijk als vrouwelijk
persoonsaanduidend, zowel
bruikbaar voor man als
vrouw
voorbeelden
kind, huis
deugd, bank
fiets, bus
gegadigde, verpleegkundige
Ook combinaties komen voor. Zo kan het woord deksel zowel onzijdig als mannelijk zijn.
In het woordenboek staat er dan bijvoorbeeld ‘m. en o.’ bij.
11.2 Lidwoord
Het Nederlands kent drie lidwoorden:
• bepaalde lidwoorden: de en het
• onbepaald lidwoord: een
Regel
Mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden krijgen het bepaald lidwoord de.
Onzijdige woorden krijgen het bepaald lidwoord het.
Zie 11.1 voor een uitleg over mannelijke, vrouwelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden.
Sommige zelfstandige naamwoorden kunnen zowel de als het als lidwoord hebben:
>> de/het deksel [deksel is mannelijk en onzijdig]
>> de/het matras [matras is vrouwelijk en onzijdig]
>> het/de cluster [cluster is mannelijk en onzijdig]
>> het/de modem [modem is onzijdig en mannelijk]
Een verouderd voorbeeld is schilderij. Tegenwoordig is het schilderij (onzijdig) de norm,
maar in oudere teksten kom je nog wel de schilderij (vrouwelijk) tegen.
Soms hangt een verschil in lidwoord samen met een betekenisverschil:
>> het idee [het plan, de inval]
>> de idee [opvatting, in de geest levende voorstelling]
>> de mens [menselijk wezen]
>> het mens [onaangename vrouw]
>> het havo [hoger algemeen voortgezet onderwijs]
>> de havo [school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs]
>> het stempel [afdruk]
>> de/het stempel [werktuig]
>> de stempel [deel van een bloem]
>> een man van de oude stempel [ouderwets]
191
VanDaleTaalhandboekNLDL3.indd 191
31-08-2011 19:39:13