Artikel Trouw - 4you accountancy

Download Report

Transcript Artikel Trouw - 4you accountancy

6
deVerdieping religie & filosofie
DINSDAG 19 JANUARI 2016
Trouw
Omdat ze van cijfers houdt en van de verhalen die daarachter
schuilgaan, werd Antoinette Dijkhuizen accountant. Maar bij de
grote kantoren hield ze het niet uit. ‘Mensen raken hun ziel kwijt.’
INTERVIEW
Trouw
religie & 'loso'e deVerdieping
DINSDAG ↵ JANUARI ⌦↵
7
Kwetsbaar
Europa
Dat de wereld van het grote geld een ‘amoreel universum’
vormt, zal niemand verrassen. Maar hoe staat het met de
moraal in andere sectoren, van de accountancy tot het
onderwijs, van de olie-industrie tot de wijkverpleging?
Deel 2 van een serie.
Stevo Akkerman
Jean-Jacques Suurmond
N
Nog net geen marmer
in de parkeergarage
e wil ’s nachts rustig kunnen slapen, maar dat valt nog niet altijd
mee als je in de accountancy-sector
werkt. Antoinette Dijkhuizen heeft
een eigen onderneming, ‘4you accountancy’ geheten, gehuisvest in
een uitbouw van haar huis in Monster. “Vijf jaar geleden ben ik met dit kantoor begonnen, en intussen heb ik al een paar keer voor
de keuze gestaan: werk ik mee aan boekhoudfraude of niet. Er was een ondernemer die zijn voorraad waardeerde tegen verkoopprijs, inclusief winkeldochters. Een te hoge voorraad dus, en daardoor een te hoog eigen vermogen. Als ik de voorraad zou afboeken, voldeed het bedrijf niet meer
aan de eisen van de bank. Ik functioneerde als controller voor dat bedrijf, niet als accountant, dat
was PWC.”
Z
“Nee, juist omdát. Ik werd gevraagd omdat het bedrijf wilde proberen de toch al weinige vrouwen
beter vast te houden. Ik participeerde in het project ‘Behoud vrouwelijk talent’, ik ben bij al die
mannen op kantoor geweest, ik heb vrouwelijk
leiderschapsprogramma’s gevolgd, en dan ga je
het verschil ontdekken. Wat aan mannen heel
mooi is, is dat ze resultaatgericht zijn, gedreven,
competitief. Maar er is ook een keerzijde: als het
niet wordt afgeremd, gaat het over grenzen heen.
Dat hebben we ook zien gebeuren. Vrouwen zijn
goed in verbinding maken, sfeer kweken. Het is
schematisch, maar door de bank genomen klopt
het. Bij de accountancy-kantoren heerst een masculiene cultuur, ook onder de vrouwen, vooral als
ze in de hogere regionen opereren. En mannen die
beschikken over feminieme kwaliteiten groeien
niet door.”
Wat zei de accountant?
De harde bedrijfscultuur manifesteerde zich
zowel in de omgang met het eigen personeel
als met de klanten, zegt u.
“Ik besprak het met de klant, die het bij PWC aankaartte, en PWC zei: als de klant dat opgeeft, dan
schrijven wij dat op. Het voelde niet goed, ik stond
onder zware druk. De directeur had de cijfers de
volgende dag nodig, maar ik wist dat ze niet oké
waren. Ik heb het opgelost door te noteren: ‘Aan
balansposities is geen aandacht besteed, ze zijn
overgenomen van vorige periode’. Vervolgens ben
ik het gesprek aangegaan met de klant en heb gezegd dat ik dit niet wilde, en toen hebben we afscheid genomen. Maar weet je hoe dat voelde? Ik
heb vier kinderen, en dit was dertig procent van
mijn omzet.”
En is dit illustratief voor wat er gaande is in het
vak?
“Ik heb dit voorbeeld vaak ingebracht bij de verplichte cursussen die accountants moeten volgen.
Wat zouden jullie doen? Het gros zei: je bent controller, je verricht alleen het voorwerk, je hebt
niet de rol van accountant, accepteer die cijfers
maar. Dat verbaasde me. Dit was gewoon boekhoudfraude. Juridisch kon ik er misschien niet op
aangesproken worden, maar moreel wel. Daarom
wilde ik er niet langer bij betrokken zijn.”
Wordt de moraal buiten werking gezet in de
sector, net als bij de banken? In een column
voor de site van de beroepsgroep sprak u over
‘zielloosheid’.
“De sector is verhard. Ik ben het vak ingegaan omdat ik gevoel heb voor cijfers en het mooi vind om
te zien wat daarachter ligt aan dromen, ambities,
successen, mislukkingen. Maar in de loop van de
jaren zijn accountants zich inderdaad gaan gedragen als de boekhoudkundige variant van de bankiers, inclusief de bijpassende beloning. Alles
draaide alleen nog maar om geld verdienen. In die
cultuur is voor vrouwen sowieso nauwelijks
plaats. Ik begon in 1994 bij KPMG, en stapte vijf
jaar later over naar Ernst & Young, waar ik de enige vrouw was tussen allemaal mannen. Boksen
met de boys, leuk. Maar toen ik moeder werd – ik
heb inmiddels vier dochters – werd ik op een zijspoor gezet. Toen ben ik voor mezelf begonnen,
totdat KPMG in 2008 bij me aanklopte.”
Ondanks dat u vrouw bent?
“Ik kreeg collega’s – mannen en vrouwen – in tranen aan mijn bureau. Ze hadden zo hard gewerkt
dat ze hun eigen ik volkomen kwijt waren. Zeven
dagen per week in touw, gezin verwaarloosd, en
dan nog kregen ze een negatieve beoordeling. Tot
op de enkels afgebrand.”
En de klanten?
“Ik had een klant die in zeven jaar was gegroeid
van een honorarium van 4.000 naar 90.000 euro,
op basis van mijn uurloon van 300 euro. Toen het
fout ging door de crisis kon hij dat niet meer betalen, maar KPMG eiste toch het volle pond. Ik
pleitte ervoor hem tijdelijk te ontzien: wij geloven
in deze ondernemer, laten we hem helpen zodat
‘Dit was gewoon
boekhoudfraude.
Juridisch kon ik er
misschien niet op
aangesproken worden,
maar moreel wel.’
Antoinette
Dijkhuizen
hij er doorheen komt. Maar daar wilden ze niet
aan. Die klant is vertrokken. Terwijl er op het
hoofdkantoor in Amstelveen nog net geen marmer in de parkeergarage lag – ik schaamde me gewoon.”
Antoinette Dijkhuizen
studeerde bedrijfseconomie en accountancy aan de Erasmus
Universiteit in Rotterdam. Ze begon in
1994 als assistent-accountant bij KPMG,
werd in 1999 controleleider bij Ernst &
Young, en begon in
2004 een eigen kantoor: Dijkhuizen Accountancy. In 2008
keerde ze terug bij
KPMG, waar ze bleef
tot eind 2010. Daarna
startte ze een nieuwe
eigen onderneming
met de naam 4you
accountancy.
Was het tien jaar eerder, toen u ook bij KPMG
werkte, anders?
“Toen was er nog teamspirit. Je leerde van elkaar.
Nu werd iedereen opgejaagd, tijd voor mens-zijn
was er niet meer. Voor elke opdracht kwam een
zeer strak budget, en oh wee als je er overheen
ging, als je er meer uren in stak, dan moest je dat
in je eigen tijd doen. Ik was gewend om ‘een rondje bedrijf’ te doen. Met iedereen praten, van de telefoniste tot aan de financieel directeur. Dan kom
je te weten wat er speelt, welke risico’s in het bedrijf zitten – de informele structuur is daarvoor
net zo belangrijk als de formele. Maar daar was
geen ruimte meer voor.”
Hebt u dat aangekaart?
“Ik heb de partners bestookt met boekjes over het
gevaar van angst als management-instrument en
geprobeerd met de top in gesprek te komen. Er
kwam geen reactie. Als je te kritisch wordt, draaien ze je de rug toe. Eind 2010 ben ik vertrokken.
Omdat het werk niet meer appelleerde aan mijn
innerlijke drijfveren en daar niet over gesproken
kon worden. De eigen cultuur en het eigen functioneren werden nooit ter discussie gesteld, terwijl
de kwaliteit van het werk afnam. Geen wonder dat
KPMG verwikkeld raakte in schandalen rond Vestia, Ballast Nedam, zelfs het eigen hoofdkantoor.”
Donderdag volgt deel
3 in deze serie. KPMGbestuurder Egbert Eeftink: ‘Grootverdiener
willen zijn is te vluchtig.’
Ligt daar een direct verband?
“Een accountant die zijn werk naar behoren wil
doen, moet een bedrijf goed kennen, en niet alleen begrijpen wat hem wordt verteld, maar ook
wat hem niet wordt verteld. Daar heb je tijd voor
nodig. Je moet vragen stellen, luisteren, reflecteren. Maar omdat onze uurtarieven omhoog gingen, terwijl de budgetten gelijk bleven, leverden
we minder werk voor hetzelfde geld. Checklisten
deden hun intrede. Waar je voorheen één-op-één
gesprekken had en je intuïtie kon laten meespelen, moest je nu een lijst afvinken. Dan mis je je
potentiële problemen.”
Maar het is toch de wettelijke taak van de
accountant om nauwgezet te controleren?
“Dat is uitgehold door de commerciële drive. Stuit
een accountant op problemen, wat de klant natuurlijk niet goed uitkomt, dan ontstaat vanzelf
de verleiding ze te negeren. Ik heb meegemaakt
dat ik een probleem boven water haalde, en dat
de KPMG-partner daar helemaal niet blij mee was.
Ik zat aan tafel toen Vestia zich bij ons meldde als
klant, en er gesproken moest worden over het
budget. Daarbij heb ik gevraagd hoe we toegevoegde waarde gingen leveren aan deze klant – hoe we
onze kennis konden inzetten. Maar dat werd niet
besproken, men had het alleen over de te declareren uren, niet over de inhoud van ons werk. Het
is niet zo dat ik wist wat er bij Vestia aan de hand
was, maar ik wilde wel weten wat wij er gingen
doen. Toen de schandalen naar buiten kwamen,
dacht ik: nu zie je wat wij hebben laten liggen.”
Antoinette Dijkhuizen: ‘Stuit een
accountant op problemen, dan
ontstaat vanzelf de verleiding ze te
negeren.’ FOTO LARS VAN DEN BRINK
We weten van de Luxleaks-onthullingen hoe de
grote accountantskantoren betrokken zijn bij
de schijnconstructies die internationale
bedrijven helpen zo weinig mogelijk belasting
te betalen. Dan blijf je net binnen de grenzen
van de wet, maar het is het tegendeel van
maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Werd over zulke zaken niet gesproken?
“Nee, en dat maakt mensen ziek. Ze worden hartstikke ongelukkig. Mensen raken hun ziel kwijt
doordat ze niet met anderen spreken, doordat er
geen ruimte is voor reflectie. Men probeert alles
dicht te metselen met regels, ook na de schandalen van de afgelopen jaren. De NBA, onze beroepsorganisatie, stelt 53 maatregelen voor om herhaling te voorkomen. Dat gaat niet werken. Natuurlijk hebben we richtlijnen nodig, maar waar ik
bang voor ben is dat men structuren aanpast, en
het daarbij laat. Terwijl het hele DNA van de sector
moet veranderen. De prioriteit moet niet zijn of
we meer verdienen dan de collega’s bij de andere
kantoren, maar of we plezier hebben in ons werk
en onze maatschappelijke taak naar behoren kunnen uitvoeren.”
ederland is sinds 1 januari
voorzitter van de Europese
Unie. Tijd om mijn hangende
buurman in Noord-Frankrijk
op te zoeken. Hij glimt in de
ochtendmist en ziet er sjofel uit. Wat wil je,
dit is de regio waar het EU-vijandige Front
National pas veel stemmen trok.
Die hele EU, zeg ik tegen mijn buurman,
begon toch toen in 1922 jouw vriend Richard von Coudenhove de Paneuropese
Unie oprichtte? Hitler, die een heel ander
idee over Europese eenwording had, schold
hem daarom voor bastaard uit. Von Coudenhove was overigens een graaf. Niet handig,
vind ik. Zo kon van begin af aan de Europese samenwerking een spelletje lijken voor
de verveelde elite.
Ik kijk naar mijn hangende buurman. Die
ziet er niet bepaald uit alsof hij uit hogere
kringen komt. Geen jacquet, geen glimmende knopen maar roestige spijkers. Ik denk
aan de opmerking van een lezer dat ik tegen hem niet eerbiedig genoeg zou zijn.
Maar ja, hij lijkt op zo’n type dat onder een
brug slaapt en als hij niet oppast op een selfie van paus Franciscus komt. Ik schrik op.
Er rijdt een gendarme voorbij. Sinds de aanslagen in Parijs is ook hier de politiecontrole verscherpt.
Weet je nog, vervolg ik, dat Von Coudenhove een Europees volklied voorstelde?
Beethovens ‘Ode an die Freude’. Ook ontwierp hij een vlag: een blauw vlak met een
zon, als symbool van de Europese cultuur.
In die zon zette hij een kruis, want het
christendom is de pijler waarop Europa
rust.
Wacht – het valt me op dat mijn buurman
een beetje scheef hangt. Zou het Front National hem met hun campagnewagen een
tik hebben gegeven? Om hem als een ‘voetnoot’ in de geschiedenis te laten tuimelen,
zoals hun stichter de Holocaust noemt?
Maar dat christelijke kruis, herneem ik,
riep verzet op bij het nieuwe lid Turkije.
Von Coudenhove was toen direct bereid om
een islamitische halve maan aan zijn vlag
toe te voegen. Buurman, weet jij waarom?
Was het een bewijs van lafheid, zoals het
Front National en de PVV zeggen, van bleke
decadentie van de elite? Had hij Turkije niet
met harde taal zijn plaats moeten wijzen?
Zoals we vandaag schelden op de islam,
vluchtelingen wegkijken, geweld beantwoorden met geweld? Maar gaan wijzelf zo
niet op de vijand lijken? Nou, zeg eens wat?
De mond van mijn buurman blijft dicht, alleen zijn wonden zijn open.
Voor Von Coudenhove, bedenk ik, had zijn
bereidheid om een islamitisch symbool aan
de Europese vlag toe te voegen alles te maken met zijn christelijke geloof. Het was
een gebaar van respect, verdraagzaamheid
en naastenliefde. Waarden die Europa groot
hebben gemaakt. Volgens die waarden leven is niet laf, maar vereist de moed van
het geloof. De moed om kwetsbaar te zijn
en je te openen voor de ander.
Ik kijk nog eens naar mijn buurman die
daar met zijn blote lijf in weer en wind
hangt. Ja, laat hem dan toch maar onze God
zijn. Want de enige weg is om met onze
kwetsbaarheid te leren leven. Laten we niet
bang zijn voor vluchtelingen, de islam kritisch verwelkomen, op terreurdaden beheerst reageren, populisten niet toestaan
om anderen te overschreeuwen. Dan verliezen we onze Europese identiteit niet maar
houden die juist hoog.
Het alternatief, zei Von Coudenhove, is
een andere god: ‘De afgod van de
(politie)staat’.
Daar komt die gendarme weer aanrijden.